Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Betogend artikel

Innerlijke kenmerken:

- Titel die onderwerp aangeeft

- Mening

- Argumenten

- Conclusie

- Tekstdoel, overtuigen

Uiterlijke kenmerken:

- Titel en tussenkoppen

- Naam van de schrijver

- Soms een afbeelding


Kritisch lezen

Leesdoel: je wilt en tekst beoordelen

- Wat is de bedoeling van de schrijver?

- Geeft hij betrouwbare en actuele informatie?

- Gebruikt hij goede voorbeelden en argumenten?

- Is hij objectief of subjectief?


- Gebruikt hij suggestieve taal?


Functies van de slotalinea

Enkele functies zijn:

- Samenvatten

- Concluderen

- Adviseren


Betoog schrijven

Richt je op het overtuigen van je lezers (tekstdoel: overtuigen) in de inleiding geef je je standpunt. Dat kan op de volgende manieren:

- Je geeft een mening

- Je stelt een vraag

- Je geeft een stelling

Plaats de argumenten in een logische volgorde

Trek in het slot de conclusie.


Citeren

Gebruik aanhalingstekens als je citeert. Voeg een bronvermelding toe.


Mondeling betoog

Houd rekening met je publiek.

- Open pakkend

- Geef je mening


- Geef je argumenten met uitleg en voorbeelden

- Geef verbanden aan met signaalwoorden

- Vat samen en sluit pakkend af

Probeer te overtuigen.

- Laat je stem, gezichtsuitdrukking, gebaren en lichaamshouding overtuigend overkomen

- Gebruik stellige woorden



Kenmerken van gedichten

- Versregels. Dat zijn alle woorden die op een regel staan

- Verdeeld in strofen. Dat is een rijtje versregels.

- Witregel tussen de strofen

- Concentratie, in weinig woorden veel zeggen


Rijm

Rijn is de herhaling van beklemtoonde klanken


Beeldspraak

Bij beeldspraak noem je de dingen niet bij hun naam, maar gebruik je een beeld.

Vormen van beeldspraak:

- Vergelijking met als

- Vergelijking zonder als