Hoofdstuk 3

§ 1 Islam
- De Islam (moslim) – 1,2 miljard, 20% v. Wereld-bevolking. Mekka (heilige stad).
- Mohammed (570-634), Koran (heilige boek).

- De Islamitische wereld
Midden-Oosten, Noord-Afrika (evt. Indonesië en Pakistan). Vanuit Mekka veroverden 7e en 8e eeuw.
Arabische cultuur: belangrijkste: de taal, muziek, eetgewoonten, godsdienst, bouwstijl etc.
Cultuurgebied? , zie boven.

- Een cultuurgebied

- Islam: vrijdag de rustdag  Moskee. Alcohol + varkensvlees verboden.

- Verschillen: Soennieten (73%) en Sjiieten (23%).


- Fundamentalisten: mensen die puur geloof willen (strenge wetten), aanhangers bij armen.

- Volk  een groep die eeuwenlang samenwoont met dezelfde cultuur  Etnische Groep.

- Niet Arabische cultuur: Koerden in Irac, Syrië, Turkye soms in opstand (eigen staat).

- Leven: Saudie-Arabië / Nederland
1. Op ’t werk  koffiedrinken, geen haast, vrouwen + autorijden, maaltijd.

5 Zuilen;
- Sjahada  Geloofsbelijdenis.
- Salat  gebed, (5x richting Mekka).
- Zakat  liefdadigheid  geld, voedsel.
- Sawm (vasten). Zonsopgang – Zonsondergang niet eten.
- Hadj (bedevaart) naar Mekka.


§ 2 Arm en Rijk
1. Ontwikkelingspeil (verschil).
- Kleding
- Huizen, winkels, wegen, vervoersmiddelen, troep.
o – Meten van rijkdom en armoede  ontwikkelingskenmerken.
- Inkomsten
- BNP
- BBP

Ontwikkelingsindicator  aanwijzer v. ontwikkeling

Kijk ook naar de Basisbehoeften:

- Voedsel
- Huisvesting
- Gezondheidszorg
- Onderwijs

De Islamitische wereld  Drie Gezichten.
- Rijk met olie: Koeweit, VAE, Saudie-Arabië.
- Rijk zonder olie: Israël (niet Islamitisch) maar Joods, geen Arabisch maar Hebreeuws en Westens.
- Arm (met of zonder olie)  Irac en Iran.


§ 3 Turkije
Bron 1  Atatürk _ Islamitisch, maar: modern _ westers _ gelijkheid _ nieuw alfabet _ kleding _ hoofddoeken verboden op scholen.

Bron 2  70 miljoen, 19x NL – Grens EU-Azië, Brugge.

Bron 3  Langs Middellandse zee  zon, zee, strand. – Toeristen, vruchten. – Middellands zeeklimaat.

Bron 4  Anatolische hoogvlakte = meer dan 500m hoog. ’s Zomers heet, ’s Winters koud – weinig neerslag  steppeklimaat.

Bron 5  Berggebied  ’s Zomers kort, warm.


’s Winters lang, koud.

Landklimaat, landbouw mogelijk in dalen.

Bron 6  achtergebleven oosten van Turkye  arm, platteland, huizen klein, watertoevoer niet goed, artsendichtheid laag… etc.

Bron 7 + 8  Plaatjes:

Bosporus tussen EU en Azië.



§ 4 Water, de witte olie
Turkije  voldoende neerslag (bergen), wel watertekorten. Islam  groot gedeelte: semi-aride. Zonder water  geen leven  bevolkingsspreiding. Plek in de woestijn  water  oase. Rivieroase  rivier-aanvoer van water, en bronoase  een waterbron  rond oasen dichtstbevolkt  woestijn  zoals Nijl, Eufraat, Tigris. Nu een groot irrigatieproject bij die rivieren + stuwdammen  hydro-elektriciteit.


§ 5 Dubai, een rijke Golfstaat
-