Romantiek en realisme examenkatern

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 3902 woorden
  • 13 mei 2011
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Overzicht kunst stromingen:
Klassieke Kunst 500 v. Chr. – 500 na Chr.
Romaans ca. 1000 – ca. 1200
Gotiek ca. 1200 – ca. 1400
Renaissance ca. 1400 – ca. 1600
Barok ca. 1600 – ca. 1800
Romantiek ca. 1800 – ca. 1900
Art-Nouveau/Jugendstil ca. 1880 - ca. 1920
Impressionisme ca. 1860 – ca. 1900
Expressionisme ca. 1900 - nu
Realisme en Abstractie altijd / na 1950


Vlucht uit het alledaagse
19e eeuw: modernisering: fotografie, stoomlocomotieven, de telefoon en de lift. Overal gevolgen van de industriële revolutie.

- Keerzijde ontwikkelingen:


De industriële revolutie leidt tot verstedelijking

In de steden is er een groot verschil tussen welvaart van de werkgevers en de armoede van de werknemers (slechte woonomstandigheden).

- Niet iedereen heeft het even makkelijk met deze snelle veranderingen:

Kunstenaars voelen een soort heimwee naar het platteland (en vroeger) en gaan van de stad weg. (een vlucht uit het alledaagse)

Dit is een belangrijk kenmerk van de Romantiek.

Het gevolg van de industrialisering is internationalisering. Veel kunstenaars keren zich hiertegen en zoeken naar hun eigen verleden.

Alle aandacht voor het eigen culturele erfgoed leidt vaak tot nationalisme.

De Middeleeuwen worden herontdekt en in de ban van alle opgravingen en ontdekkingsreizen raken de kunstenaars in de ban van het exotisme. Vooral de Arabische en Turkse culturen krijgen veel belangstelling.


Ongerepte natuur
In de 19e eeuw is de ongerepte natuur helemaal in. Romantische tuinen worden aangelegd(Engelse landschapstuin)met ongerepte natuur maar dan wel nep. Ook historische bouwwerken lijken oud maar zijn gloednieuw. Zoals de Follies (oude huisjes die oud lijken maar dat niet zijn).

In de schilderkunst is het Romantische landschap heel populair met veel woeste natuur.



Park Sonsbeek
Baron van Heeckeren laat in 1821 het landgoed Sonsbeek bij Arnhem veranderen in een Engelse landschapstuin. De bestaande woestenij veranderd in een bedacht landschap met: kronkelige paden, een grote waterval, een onderaardse grot, een hangbrug en een uitkijktoren (follies). De ideale natuur van de Romantiek is daar werkelijk geworden. (door Jacob van Lennep)


Sneeuwstorm
William Turner is een landschapschilder en hij lijkt bezeten van de natuur. Hij heeft vele extreme ervaringen met de natuur die hij later in een verhaal verwerkt. Op "Sneeuwstorm" is niet de mens maar de natuur het onderwerp op het schilderij. Dit is in tegenstelling tot de traditie. Turner speelt met emotie en beleving op bijv. dit schilderij.


Salisbury Cathedral
De Engelse schilder John Constable schilderde ook graag de natuur. Hij maakte ook wolkenstudies die hij later uitwerkte in zijn atelier. Hij schilderde de Kathedraal van Salisbury als onderdeel van het landschap met enorme wolkenluchten. De kathedraal is een onderdeel geworden van het landschap en de regenboog spant zich als een aureool rond het gebouw. De kathedraal is in Gotische stijl gebouwd.


Kunst van eigen bodem
In de 19e eeuw is iedereen op zoek naar zijn eigen 'nationale' wortels.


Alle volkeren in Europa willen een eigen staat. Ook blijkt het nationalisme in de politiek erg belangrijk te zijn. In de kunst willen ze hun eigen geschiedenis in woord en beeld uitdrukken. Binnen verschillende landen in Europa ontstaan nationale stromingen die ontstaan uit de kunst en cultuur van dat land.


Stad aan het water
In de tijd van Schinkel is Duitsland nog verdeeld in kleine en grotere landen. Omdat ze alleen maar de Gotische stijl gemeenschappelijk hadden ontwierp schinkel de kathedraal in deze stijl.


Nabucco

In 1842 gaat de opera Nabucco van Guiseppe Verdi in première. De muziek is hartstochtelijk en meeslepend. En ondersteund de felle emoties op het toneel.

Het verhaal over de heimwee van joodse slaven naar hun vaderland. Het publiek herkent in het verhaal het verlangen naar een onafhankelijk Italië en versterkt het Italiaans nationalisme.


Peer Gynt

Ibsen schrijft Peer Gynt. Een versdrama. Grieg is de componist die de muziek ervoor schrijft.

Gynt bestaat uit gesproken tekst afgewisseld met muziek. Peer Gynt is niet daadkrachtig en een dromer, hij is op zoek naar zichzelf. In het stuk wordt het Noorse volk terecht gewezen. In de muziek worden elementen uit de Noorse volksmuziek gebruikt.


Gothic Revival

19e eeuw: mensen belangstelling voor de Romaanse en de Gotische kunst (Middeleeuwen)


Engeland: vooral gotiek.

Engelse kunsthistoricus Ruskin is onderzoeker van de Gotische architectuur in Venetië.

Ook kritiek op fabrieken uit z'n eigen tijd. Herwaardering Gotiek is onderdeel van de Romantiek (verzet tegen vernieuwing.


Houses of Parliament
Parlementsgebouw in Londen afgebrand > prijsvraag voor architecten: gewonnen door Sir Charles Barry. Daarna één eis ontwerp aanpassen aan de Gotiek > hulp van Augustus Pugin: hij voegt versiersels en extra's aan het basisontwerp toe > middeleeuws kasteel.

Theems: voorgevel is symmetrisch, 3 torens, Gotisch maar erg veel verschillen, Big Ben is meer een stadhuistoren.


Leunstoel
Industriële productie= belabberd niveau door slechte verdeling van geld. Socialistische beweging verzet zich hiertegen > Oprichting Morris & Company > werkgemeenschap is weer middeleeuws.

Philip Webb ontwerpt een leunstoel met eigen middelen. Morris is ook de geestelijke vader van de Arts & Crafts-beweging.


Het Rijksmuseum
Nederland ook ideeën van Morris en Ruskin. P.J.H Cuypers heeft gebrek aan vakbekwame arbeidslieden > Oprichting school met werkplaats volgens middeleeuws model.

Museum: elementen Hollandse
Renaissance en Gotiek (= eclectische stijl) + rijk versierd.


De eenzame held
De Romantiek is een periode van individualisme. Kunstenaars werken vanuit emoties en fantasieën (i.p.v. vanuit het verstand). Kunstenaars werkten vanuit eigen idee (i.p.v. vanuit kerkelijke opdracht). Kunstenaars isoleerden zichzelf en dit leidde tot miskenning en een armoedig bestaan. De kunstenaars werden als "eenzame helden".


Winterreise

Franz Schubert kiest voor artistiek isolement ipv opdrachtgevers. In 1827 komt zijn liederencyclus Die Winterreise uit. Deze cyclus bestaat uit 24 liederen. Ze zijn gebaseerd op gedichten van Wilhelm Müller. Het onderwerp hiervan is een eenzame reiziger in de winterse kou. Stemming of gemoedstoestand is verwerkt in melodie en pianobegeleiding


Verschrikkingen van de oorlog
De schilder Francisco Goya is heel anders dan andere schilders. Hij schildert aan het Spaanse hof maar daarnaast maakt hij ook een serie over volksbestaan op straat. Hier zie je de gruwelen van het dagelijks leven. Als hij ziek wordt aan het einde van de 18e eeuw verschijnen er demonen in zijn werk waaruit blijkt dat hij gek is geworden.


Wandelaar boven de zee van wolken

Rond 1800 is er een Romantische beweging in Duitsland. De schilders die deze aanhangen zijn vooral gericht op de geest en het innerlijk.


Casper David Friedrich hoort hier ook bij. Hij schildert de relatie tussen de mens, de natuur en God. Er zijn grote contrasten tussen donker en licht gebruikt en het lijkt ongrijpbaar en mysterieus.


De opera in Parijs
In de 19e eeuw groeit Parijs uit tot het middelpunt van Europa.

Arbeidersklasse en burgerij hebben behoefte aan vermaak.

Het theaterbezoek groeit. Iedere laag van de bevolking heeft zijn eigen voorkeuren voor theater:

Arbeidersklasse: shows met dans en zang

Gegoede burgerij: opera, ballet, toneel


Les Hugenots
Nieuw theaterpubliek is vaak ongeschoold daarom verdwijnen de verwijzingen naar de klassieke kunst en wordt het verhaal ondergeschikt aan het spektakel en de muziek. Libretto's bieden de ruimte aan ballet, koren en massascènes.

Giacomo Meyerbeer schrijft veel voor solisten en koor. Bij Les Hugenots (1863) staat het lot van de individuele mens centraal:

- Protestante Raoul is verliefd op katholieke Valentine voert een innerlijke strijd. Dit stuk van Meyerbeer is een Grand-opéra.



De sylfide
Filippo Taglioni schreef De Sylfide die in première ging in 1832. Het is een Romantisch ballet. Het verhaal gaat over de onmogelijke liefde van een boerenzoon voor een sylfide. De rol van de Sylfide wordt door de ballerina geheel op spitzen gedanst. Hierdoor lijkt ze te zweven en dit effect wordt nog eens versterkt door een tutu. Dit ballet is een Ballet-blanc.


Opéra Garnier
Charles Garnier heeft de Academie Nationale de Musique (1874) ontworpen. Zijn doel was kunstvormen samen laten smelten:

- Voorgevel: Barokke paleisarchitectuur

- Zaal: Barokke theateropvatting

Sociale aspect: entree, trappenhuis, foyer groter dan zaal


Richard Wagner
Vanaf 19e eeuw in Frankrijk Opéra comique.

Vaak vrolijk met sentimentele inhoud en dramatische hoogtepunten. (Daarvoor de benaming voor komische opera's met gesproken dialogen).

Duitse componist Richard Wagner bouwt door op de Opéra comique. Zwaartepunt in zijn opera's ligt op de handeling, muziek ondersteunt. Maakt Gesamtkunstwerk waarin d.m.v. Sprachgesang, waarbij de teksten meer worden gesproken dan gezongen, onder begeleiding van muziek. Ononderbroken melodie in zijn stukken, ingewikkelde zangpartijen en orkest heeft een begeleidende rol. Hij geeft personen in woorden weer, koppelt daaraan een muzikaal motief muzikaal motief = het Leidmotief Wagner is de eerste die deze techniek toepast.



Der Ring des Nibelungen
Voorbeeld is de operacyclus Der Ring des Nibelungen van Wagner, een 18 uur durende serie van 4 opera's. Hierin:

Tragiek van menselijk lot centraal

Aanklacht tegen het materialisme v.d. 19e eeuw

Thema' s gebaseerd op Germaanse mythologie en Noorse sagen.


Festspielhaus

W. bouwt zijn eigen theater, het Festspielhaus, bouwer Otto Brückwald.

Nieuw hierin:

- verlaagde orkestbak > orkestgeluid wordt gedempt, zachte stemmen goed hoorbaar> orkest is daardoor niet te zien.

- Zaal met publiek wordt verduisterd (dan is publiek stil).

W. is ook architect, toneelmeester en decorateur. Sticht voor de opvoering van zijn opera's een nieuw muziekgezelschap. 1876 opening met complete Ringcyclus.


Decor van Wagner in de Ring

Donkere zaal (toeschouwers moeten vergeten dat ze in een donkere zaal zitten)

Uitzicht op een zo echt mogelijke wereld: rotsen, vuur, regen, wind, wolken.


(De 3 Rijndochters zweefden hoog boven het podium in een waterig decor; al zwemmend moesten ze hun dramatisch lied zingen.)

Beschilderingen van het decor van Josef Hoffmann, onder veel invloed van Wagner zelf.


Drijven op gevoel
Er zijn 2 ontwikkelingen in de muziek in de 19e eeuw:

Één groep kunstenaars houd zich vast aan de klassiekale muziekvormen (de absolute muziek)

Een andere groep gaat over op de programmamuziek. In deze muziek verdwijnen de strakke en evenwichtige vormen uit de klassieke periode.

Romantiek: Veel dynamiek.

Evenwijdig aan deze ontwikkelingen van de Romantische muziek ontwikkeld het romantisch ballet zich. De choreografie staat in dienst van het amusement.


Eerste symfonie
Eerste symfonie (1876) is de symfonie van Johannes Brahms.

Symfonie is voorbeeld van absolute muziek, met kennis van oude meesters.

Polyfonie uit de Renaissance, koormuziek uit de Barok, van Bach en Beethoven.


Brahms hield niet van Tsjaikovski, Wagner of tijdgenoten die zich niet hielden zich niet aan de regels van de klassieke muziek.


Also sprach Zarathustra
"Also sprach Zarathustra" (1896) van Richard Strauss = programmamuziek.

Strauss maakte een muzikale bewerking van de tekst van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche.

Also sprach Zarathustra = symfonisch gedicht, = een 1-delige compositie, waaraan een verhaal, schilderij of gedicht ten grondslag ligt. Ondertitels verwijzen naar delen uit de tekst.

"Over de wetenschap"hieruit is een muzikaal thema waarin alle tonen v.d. chromatische toonladder > geeft weer de alomvattende wetenschap. Zarathustra hoopt inzicht te krijgen maar vindt deze niet in de wetenschap.


De schone slaapster
Sinds 1850 balletrage in Rusland. Russische dans op hoog niveau, o.a. door choreograaf Marius Pepita. Frans-Russische balletstijl in 1890 samen met componist Pjotr Ilyich Tsjaikovski

balletsprookje de schone slaapster.> als opera: muziek + handeling een eenheid.


Leidmotieven door muziek te verbinden met personages op toneel.

1e bedrijf Divertissement = alleen ballet om talent te tonen, nog geen verhaal.

Rozenadagio beroemd door evenwichtskunst (spitzen) iets tussen dans en acrobatiek. Laatste bedrijf groot Divertissement: huwelijk van Doornroosje, beroemd pas de deux door het bruidspaar: duet of dans voor twee, hoogtepunt van een divertissement.


Volksvermaak

Stijgende welvaart groeiende middenklasse -> behoefte aan vermaak

Melodrama: chronologisch verhaal, overdadig, bombastisch, ‘eind goed, al goed’

Vaudeville: geen doorlopend verhaal, reeks korte optredens van verschillend karakter

Basis voor hedendaagse musicals, cabaret en televisieshows

Popularisering in muziek, bijv. ‘de wals


Paganini’s vioolconcert
Niccolò Paganini trekt volle zalen met zijn verbazingwekkend vioolspel.

Hij probeert concurrentie uit te sluiten door zijn muziek alleen in grote lijnen uit te schrijven.


Zijn muziek zit vol technische hoogstandjes waardoor hij in zijn tijd de enige is die haar kan spelen.


An der schönen blauen Donau
Johann Strauss Jr. is de ‘Weense Walzerköning’. Hij maakt heel veel verschillende walsen.

‘Walzerketten’: reeksen van walsen die aangekondigd worden door een introductie en een slot hebben.

Bekendste wals ‘An der schönen blauen Donau’ is erg populair.

Wals: parendans in driekwartsmaat ontstaat in 18e eeuw als volksdans


De doofpot
De doofpot is een voorstelling met dans, muziek en theater. De doofpot is een mengeling tussen vaudeville en melodrama. Er is een doorlopend verhaal, maar dat verhaal wordt gepresenteerd als een aaneengeregen reeks van acts.


Verslag van het alledaagse


Realisme in de 19e eeuw

Eind 19e eeuw worden overal in Europa bruggen, stations en fabrieken gebouwd. Het uiterlijk van deze bouwsels passen in de industriële samenleving die stad en land enorm veranderen.

Ze zijn strak, groot en zonder versieringen.


Er zijn kunstenaars die deze ontwikkelingen negeren en wiens kunstvorm romantisch blijft maar er zijn ook kunstenaars die wel met de nieuwe ontwikkelingen meegaan.

In de 19e eeuw zijn er veel sociale veranderingen: industrie in de steden en arbeiders trekken naar de stad. Ze wonen daar in slechte huizen. Vergeleken met de middenklasse is het verschil in leven en welvaart erg groot.

In de tweede helft van de 19e eeuw probeert de socialistische beweging de leefomstandigheden van de arbeiders te verbeteren. Een aantal kunstenaars voelt zich betrokken bij de arbeidersklasse.

In de 19e eeuw groeit ook de handel in Europa. Met de grotere behoefte aan grondstoffen groeit ook het kolonialisme: rond 1900 is bijna de hele wereld verdeeld onder de Europese landen.

Er worden ook wereld tentoonstellingen georganiseerd waar je uitvindingen en producten kunt zien.

Ook kun je daar kunst en nijverheid uit de kolonie zien waardoor je het verschil met de westerse cultuur goed ziet. De cultuur uit de koloniën werkt ook inspirerend zoals bij dans, muziek en beeldende kunst gebeurt.


Wereldtentoonstellingen
De eerste wereldtentoonstelling is in 1851 in Londen. De wereldtentoonstelling in 1867 in Parijs, laat voor het eerst Japanse kunst zien, hetgeen van invloed is op het werk ven de westerse kunstenaars. Ook indonesische gamelan muziek werkt inspirerend op westerse componisten.

Er worden ter gelegenheid van deze tentoonstelling hypermoderne paviljoens gebouwd.


Christal palace
Voor de eerste wereldtentoonstelling in Londen ontwierp Joseph Paxton het gebouw dat leek op een enorme broeikas het werd in 9 maanden gebouwd en bestond uit gietijzer en glas. Christal palace is heel inspirerend geweest voor de 20e eeuwse architectuur.

In 1936 gaat het eerste voorbeeld van functionalistische architectuur in vlammen op.



Stoel nr. 14
De industieel meubelmaker Michael Thonet maakte voor deze wereldtentoonstelling moderne beukenhouten stoelen. De wereldtentoonstelling van 1955 in Parijs werd voor Thonet een enorme doorbraak. De meubelfabriek van Thonet produceert in 50 jaar 50 miljoen van deze functionele stoelen.


De Eiffeltoren
De wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs is op de 100e verjaardag van de Franse revolutie met allerlei nieuwe uitvindingen als elektrisch licht en telefoon.

Componist Claude Debussy wordt geïnspireerd door de Javaanse gamelanmuziek. De 300 meter hoge Eiffeltoren van Gustav Eiffel wordt het hoogstandje van de moderne staal architectuur. het zou na 20 jaar afgebroken worden maar het staat er nu nog steeds als het beroemde symbool voor Parijs.


Stadsleven
Parijs in de 19e eeuw centrum van culturele ontwikkelingen met overal theaters, enkele wereld tentoonstellingen en grote kunst exposities.

Stadsvernieuwing door Hausmann met nieuw stratenplan: classicistische gevels, brede boulevards en een nieuw operagebouw. Musée d'Orsay heeft een interessante collectie, vergelijkbaar met de 19e eeuwse salons. De Franse staat organiseert kunst tentoonstellingen en de jury van de Académie des Beaux-arts bepaald welke werken er tentoongesteld mogen worden.

De salon is dé plaats om roem, prijzen en opdrachten te krijgen. Door openstelling op zondag en goed vervoer komen er veel bezoekers.

De kunst is hét onderwerp van gesprek.



Orpheus in de onderwereld
Jaques Offenbach opent in 1855 een klein theater op de Champs-Élisées hij ontwikkeld het genre de operette. Offenbach drijft de spot met de romantiek, de burgerij en het militarisme.

Zijn operette Orpheus in de onderwereld is een aanklacht tegen keizer napoleon de derde. Het stuk eindigt in een cancan. Dat wordt dé mode dans in Parijs.


De geboorte van Venus
De geboorte van Venus van Alexandre de Cabernel is het grote succes van de Salon in 1863. Keizer Napoleon de derde koopt het schilderij. Cabernel wordt officier in het Légion d'Onneur.

Onderwerpen van de schilderkunst van toen waren historisch of mythologisch en ideaale naakten werden klassiek weergegeven, met een vleugje erotiek.

De schilderstijl is onpersoonlijk en bevat lichte contrasten. Het moet vooral mooi zijn.


Au bon marché
Begin 19e eeuw ontstonden de eerste overdekte passage. Deze was erg luxe met marmer, gebeeldhouwde decoraties, feestelijke verlichting van gaslampen en verwarming.

Eind 19e eeuw ontstond het eerste warenhuis. Au Bon Marché werd gebouwd in 1872. Onder een grote lichtkoepel vind je kleine winkeltjes met stoffen, kleding, make-up, meubels en luxe etenswaren.


De architect A. Lapache liet het lijken op een oosterse bazar met overal versieringen, verlichting, marmeren trappen en balkons.


Geen schoonheid, maar werkelijkheid
Rond 1830 ontstaat er een beweging in de kunst die juist de realiteit laat zien. Deze nieuwe schilderkunst heet realisme. Vaak wordt er gebruik gemaakt van donkere kleuren en grove penseelstreken. Het staat juist tegenover de romantiek.

Vergelijkbaar is de literatuurstroming aan het eind van de 19e eeuw: het naturalisme. Naturalisten zijn meer betrokken bij het arbeidersleven dan de realisten. Het naturalisme staat ook lijnrecht tegenover de romantiek, het gaat hier om levensecht.


Het Atelier
Gustav Courbet schildert de alledaagse werkelijkheid van de arbeiders. Hij mag zijn werk niet in een officiële salon tonen en opent daarom een eigen salon in 1855 (Le Realisme, G. Courbet). Zijn belangrijkste werk is: Het Atelier een 6 meter breed schilderij met een vrouwelijk naakt, een kruisiging en een landschap; Napoleon III wordt afgebeeld als stroper. Het Atelier is een historiestuk. Het is een samenvatting van 7 jaar van het leven van Courbet als schilder.



De arenleesters
De arenleesters van Jean Francois Milet waarop je het harde boerenleven ziet is een goed voorbeeld van het realisme. De vrouwen op het schilderij rapen de restanten graankorrels van het veld op om zo nog wat voedsel te krijgen. Ze zijn lomp, grof en onherkenbaar geschilderd. Veel kunstliefhebbers ergeren zich aan dit soort schilderijen waarop je geen schoonheid kunt zien.


Op hoop van zegen

De Nederlandse schrijver Herman Heijermans laat zeer realistische beelden zien van mensen in hun eigen omgeving. Hij is socialist en stelt misstanden van deze tijd aan de kaak. Op hoop van zegen (1900) zijn toneelstuk gaat over het vergaan van een vissers schuit, de arme vissers en hun gezinnen en de rijke reders die alleen maar winst willen maken. De teksten in het naturalistisch drama zijn belangrijk. Je hoort er realistische dialogen en ziet geen overdreven gebaren meer. Het decor is sober.


Impressionisme
Net als realisten vlucht het impressionisme niet in romantische onderwerpen. Ze schilderen gewoon wat je ziet. Alles is de moeite waard om geschilderd te worden. Kijken begint met de registratie van licht en daarmee ook kleur. Zo kijken is het onderwerp van impressionisten. Hun werk is een snelle impressie van toevallige beelduitsneden. In 1874 was de eerste tentoonstelling van het werk van impressionisten in het atelier van fotograaf Nadar. Voor jonge impressionisten is Nadar een voorbeeld.


Le déjeuner sur l’herbe
De salon van 1863 heeft een moeilijke start. Keizer Napoleon III richt naast de Salon ook een Salon des Refusés op. Het beruchtste schilderij is Le déjeuner sur l’herbe van Edouard Manet. Het bevat een niet-mythologisch naakt die aan het picknicken is. Het heeft geen uitgewerkte details door de schetsmatige manier van schilderen. Ook ergeren mensen zich aan de manier van kleurovergangen, omdat het niet de gebruikelijke mooie overgangen bevat.



La Gare Saint-Lazare
Is een serie stationsschilderijen van Claude Monet. Het zijn vooral schilderijen van wat er buiten te zien is. Ze bevatten helemaal geen details, omdat de schilderijen objectieve verslagen zijn van wat Monet ziet.


Moulin de la Galette
Is één van de topstukken van de derde expositie van de impressionisten. Het is geschilderd door Auguste Renoir. Voor hem is ieder tafereel uit het dagelijks leven geschikt voor een schilderij. Het schilderij lijkt op een onvoltooide schets waarbij alleen de hoofden zijn uitgewerkt. Er zijn geen hoofdpersonen en dit benadrukken impressionisten (alles is voor hen gelijk).


Nieuwe bronnen
Ontwikkelingen buiten de kunst beïnvloeden de kunst van de 19e eeuw. De belangrijkste: fotografie, niet-westerse muziek en handelsbetrekkingen met Japan. De eerste foto wordt gemaakt in 1826. Rond 1850 groeit de fotografie uit tot een massamedium. Na de eerste wereldtentoonstelling ontstaat er enorm veel belangstelling voor de Japanse kunst. Debussy sluit zich aan bij de impressionisten. Hij is beïnvloed door de Indonesische gamelanmuziek.


Riool
Nadar gebruikt zijn foto’s eerst als geheugensteun voor zijn schilderijen. Later richt hij zich volledig op de fotografie. Nadar experimenteert als eerste met kunstlichtfotografie. Hij fotografeert een nieuw aangelegd riool in Parijs.


Een scherm wordt opgetrokken
Japanners gebruiken misdrukken van prenten als verpakkingsmateriaal voor goederen die ze naar Europa exporteren. Daardoor groeit de belangstelling voor Japanse kunst in Europa en veel kunstenaars verzamelen het verpakkingsmateriaal. Een scherm wordt opgetrokken is een schilderij van Kitagawa Utamaro. Het bevat meisjes van lichte zeden. Sommige figuren zijn gedeeltelijk zichtbaar. Dit is ongewoon omdat het niet voorkomt in Europa.


Prélude à l’àpres-midi d’un faune
Claude Debussie maakt impressionistische muziek. Hij probeert met zijn muziek aan te sluiten bij de idealen van zijn collega’s. Debussy hoort de Gamelanmuziek en gaat de sfeer ervan in zijn muziek verwerken. Hij gaat de muziek helemaal anders maken: geen hoorbare thema’s en verschillende toonsoorten. Dit muziekstuk begint met een langzame fluitsolo. Dan komt er een harp met een hoorn en het fluitspel gaat verder, maar al gauw neemt de hoorn het over.



Na het impressionisme
De expressionisten exposeerden samen onder deze naam tot 1886. Ze hebben nooit iets gemeenschappelijks gehad en het is moeilijk de stijl te begrenzen. De laatste impressionistische tentoonstelling was van Seurat en Cézanne. De impressionisten na die tijd zijn de postimpressionisten. (Van Gogh) Seurat introduceert het pointillisme. In het postimpressionisme verdwijnt de fotografische verbondenheid.


Stilleven
De schilderijen van Paul Cézanne lijken wat onbeholpen. Het lijnperspectief klopt niet. Door vervormingen kan hij meer evenwicht krijgen wat betreft vlakken en kleur. Bij zijn schilderijen moet je niet alleen kijken met het oog, maar ook kennis en herinneringen spelen een rol.


De Grande Jatte
Georges Seurat komt voort uit de impressionisten, maar hij krijgt veel kritiek van hun. Het schilderij is het resultaat van een lange reeks van studies op het eiland in de Seine. Het werk van Seurat is een optelsom van verstilde en tijdloze beelden. De studies van Seurat leiden tot een geheel nieuwe stijl: het pointillisme.



Olijfgaard
Olijfgaard is één van de laatste schilderijen van Vincent van Gogh. Hij heeft toetsend geschilderd en dat maakt het werk veel expressiever dan zorgvuldige puntjes. De penseelstreken worden soms gebruikt om contouren aan te geven. Naar het voorbeeld van de japanners combineerde hij getekende vlakken met schilderachtige vlakken. Het hele landschap lijkt in beweging.


Symbolisme
Aan het eind van de 19e eeuw maakte de belangstelling voor het waarneembare plaats voor interesse in symboliek (=symbolisme). De kunst van symbolisme is niet abstract, maar de beeldelementen worden wel zelfstandig gebruikt. De gestileerde vormen hebben invloed op de Jugendstil. Dat kreeg zijn doorbraak pas echt rond 1890. Architecten zoeken naar decoraties met andere materialen.


De poort van de hel
Het is typisch voor het symbolisme om grote betekenisvolle onderwerpen her te gaan gebruiken. Auguste Rodin maakte de poort van de hel. Het is een variant op de gebeeldhouwde middeleeuwse kerkportalen. De denker symboliseert de mens die het noodlot van de schepping overdenkt. Het werk van Rodin wordt ook wel vergeleken met de impressionisten.


Waar komen we vandaan?
Eind 19e eeuw groeide de interesse voor primitieve, niet-westerse culturen. Paul Gaugin is ervan overtuigt dat de Europese kennis en kundigheid de mens hebben beroofd van zijn oerkracht en –gevoel. Hij gebruikt vereenvoudigde omtrekken, grote vlakken en felle kleuren. Gaugin laat dromen en extase zien. De figuren die hij schildert bestaan niet in de natuur, maar komen voort uit zijn geest.



Metrostation
Hector Guimard ontwerpt de metro-ingangen in Parijs. Ze verwijzen naar de natuur. Dit is een voorbeeld van Jugendstil. Jugendstil speelt in op de wens van de burgerij om zich te omgeven met eigentijdse luxe.

REACTIES

Y.

Y.

held! straks examen tekenen om 9:00

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.