Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1, Zouten

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 712 woorden
  • 12 augustus 2010
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Scheikunde, H1, zouten

(Voor tabellen en afbeeldingen zie bijlage!)

1.1    Atoom
1.2    bouw

1. Model
Waarnemingen >> hypothese >> experimenten >> model
Model:
-    geen exacte weergave van de werkelijkheid
-    verklaring voor waarnemingen
-    voorspelling voor de uitkomst van experimenten

Reactie: de moleculen van de beginstof gaan kapot en er worden nieuwe moleculen van de reactieproducten gevormd.

2. Atomen
Dalton ontdekt dat stoffen uit moleculen bestaan die weer uit atomen bestaan

1987    Thomson ontdekt de elektronen (-) en protonen (+)

3. Bouw van een atoom

1911 Rutherford stelt vast dat:
- protonen en neutronen in een kern (atoomkern) zitten
- op grote afstand daarom heen de elektronen in de elektronenwolk zitten
- dit voor alle atomen geld en een atoom dus hoofdzakelijk leeg is

Modellen
1e     Moleculemodel        alle stoffen bestaan uit moleculen
    verklaring faseovergangen
2e     Atoommodel van Dalton        alle moleculen bestaan uit atomen
    verklaring chemische reacties
3e     Rutherford        atomen bestaan uit protonen/neutronen/elektronen
    verklaring stroomgeleiding (etc.)

4. Atoomnummer
Het atoomnummer geeft:
- de plaats van een bepaald atoom in het periodiek systeem aan.

- het aantal protonen in de kern en het aantal elektronen in de elektronenwolk weer.

5. Massagetal
Neutronen: deeltjes zonder lading die zich in de atoomkern bevinden (en dezelfde massa als protonen hebben)
De massa van een atoom wordt bepaald door de kerndeeltjes en niet door de elektronen.
Massagetal: de som van het aantal protonen en neutronen in de atoomkern.
Het massagetal schrijf je linksboven een elementsymbool: 23Na
Het atoomnummer schrijf je linksonder een elementsymbool: 11Na

6. Hoeveel van welke deeltjes?
In tabel 39 in je Binas staan alle elementen op alfabetische volgorde. In tabel 99 staat het periodiek systeem.

7. Isotopen
Isotopen: atomen van hetzelfde element met een verschillend aantal neutronen in de kern.

9. Lading
Twee soorten lading, positieve en negatieve lading
Deeltjes met gelijksoortige lading stoten elkaar af

Deeltjes met tegengestelde lading trekken elkaar aan

10. Welke stoffen geleiden stroom?

Naam     Formule    Geleiding    Overig
Lood (vast)    Pb (s)    Ja    Is een metaal
Lood (vloeibaar)    Pb (l)    Ja   
Kaarsvet (vast)    C18H36O2 (s)    Nee    Is een niet-metaal
Kaarsvet (vloeibaar)    C18H36O2 (l)    Nee   
Zinkchloride (vast)    ZnCl (s)    Nee    Is een zout
Zinkchloride (vloeibaar)    ZnCl (l)    Ja   

Gebruikte opstelling (moet uit het hoofd getekend kunnen worden!):
- pool    + pool
Grijze stof ontstaat    Beetje gas ontstaat
Gas: Zn2++2ē => Zn (s)    Cl- => ē + Cl2 (g)

11. Ionen
Zouten:
-    bestaan uit een positief geladen metaalatoom en een negatief geladen niet-metaalatoom
-    geleiden alleen in vloeibare toestand

-    zijn bij kamertemperatuur altijd vast
Ion: geladen atoom of atoomgroep

Bij het smelten van zouten komen de ionen los van elkaar en kunnen zo voor stroomgeleiding zorgen.

12. Bouw ionen
Bij een ion is het aantal protonen niet gelijk aan het aantal elektronen. Om dezelfde atoomsoort te blijven behouden, is er bij een ion dus een verschil in het aantal elektronen.

13. Ionbinding

Ionbinding: binding tussen de positieve en negatieve ionen
Ionrooster: kristalrooster van zouten
De ionbinding is over het algemeen een sterkere binding dan de vanderwaalsbinding.
14. Lading ionen
Als er meer elektronen dan protonen zijn, is een ion negatief geladen.
Als er meer protonen dan elektronen zijn, is een ion positief geladen.
Metalen zijn altijd positief geladen en niet-metalen altijd negatief.

15. Naam en lading van ionen
metaalionen        Niet-metaalionen
1+    K+ kaliumion

Na+ natriumion
Ag+ zilverion
Li+ Lithiumion
NH4+  Ammonium ion 
(ammoniak: NH3 (g),
ammonia: NH3 (aq)
1-    F- fluoride-ion
Cl- chloride-ion
Br- bromide-ion
I- jodide-ion
NO3- Nitraat ion
NO2- Nitriet ion
HCO3- Waterstofcarbonaat ion
CH3COO- Ethanoaat ion (Acetaat ion,
Ac-ion)
OH- Hydroxide ion
ClO3- Chloraat ion
2+    Fe2+ ijzer(ll)ion
Mg2+ magnesiumion
Ba2+ bariumion
De meeste metaalionen    2-    O2- oxide-ion
S2- sulfide-ion
SO42- Sulfaat ion
SO32- Sulfie tion
CO32- Carbonaat ion
SiO32- Silicaat ion
3+    Fe3+ ijzer(lll)ion
Al3+ aluminiumion    3-    PO43- Fosfaat ion


16. Verhoudingsformule
Verhoudingsformule van een zout: de verhouding tussen het aantal positieve en negatieve elektronen die ervoor zorgt dat het zout elektrisch gezien neutraal is.

17. Hoe stel je een verhoudingsformule op?
1. Ga na welke ionen in het zout aanwezig zijn
2. Bepaal de verhouding waarin de ionen een elektrisch neutraal zout vormen
3. Schrijf de verhoudingsformule op m.b.v. indexcijfers

18. Nitraat
Nitraat: een samengesteld ion (bestaat uit meerdere atomen, die samen een lading hebben)

21. Opstellen zoutformule met samengestelde ionen
Dit gaat hetzelfde als met niet-samengestelde ionen, alleen als een samengesteld ion meer dan 1 keer voorkomt, komen er haakjes omheen en het indexnummer.

22. Chemische vaktaal
CaCO3 spreek uit: c-a-c-o-drie
Mg(NO3)2 spreek uit: m-g-n-o-drie-tweemaal

25 Vrije ionen
Gesmolten zout geleid, omdat de ionen in het gesmolten zout los van elkaar kunnen bewegen.
Als je een zout oplost, gebeurt hetzelfde.

Hoe meer vrije ionen hoe beter de stroomgeleiding/oplosbaarheid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.