Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kunstbeschouwing

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1327 woorden
  • 11 november 2009
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
27 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kunstbeschouwing klas 4 pw1
Algemeen:
- Europese middeleeuwen:
Vroeg: 350 t/m 1000 = Donker, weinig kunst bewaard gebleven
Romaans: 950 t/m 1200 = Kerken: sober, ronde bogen, zware muren, kleine ramen, ronde decoraties.
Gotisch: 1150 t/m 1500 = Kerken: luchtiger, hoge spitse bogen, grote ramen, rijke decoratie + beeldhouwwerken.
- Christelijk geloof: Het christendom was in de middeleeuwen verboden. Het werd behouden in kloosters en alleen verspreid door rondtrekkende monniken. Alleen het rooms-katholieke geloof was toegestaan. De christenen beleden hun geloof in het geheim.
- Invloedrijke families (Italië) en gevolgen van strijd om prestige: Invloedrijke families in Italië huurden, vanwege de strijd om een betere prestige en/of aanzien, kunstenaars in om hun status te verhogen. Daardoor nam de mogelijkheid om je als kunstenaar te ontwikkelen heel erg toe. Rond 1400 ontwikkelden zich dan ook al nieuwe dingen, die het einde van de middeleeuwen en het begin van de Renaissance inluidden.

- Religieuze gebouwen: Een gebouw dat als hoofdfunctie een religieuze bestemming heeft gehad en dus is bedoeld voor mensen van een bepaalde geloofsgroep.
- Wereldlijke gebouwen: Een zeer belangrijk bouwwerk, zonder religieuze bestemming (Stadspaleizen etc.)
- Betekenis van de doop in het Christelijk geloof: Binnen het christendom is de doop een gewijde handeling (sacrament) van de christelijke initiatie.
- Edict van Milaan, 313 na Chr: Een decreet van de 2 heersers van het Romeinse Rijk (Licinius en Constantijn de Grote), waarin staat dat de burgers vrij zijn en zelf hun religie mogen kiezen en beoefenen.
- Verschil Romeinse godsdienst – Christendom: Christenen hadden 1 god, Romeinen meerdere goden. Romeinen offerden, Christenen baden. Ook kon de god van het christendom in een mensenvorm komen, en verder is het nooit duidelijk geweest wat/wie het nou was. Bij het Romeinse geloof konden goden alles zijn, een boom, een steen etc.
Architectuur:
- Stadstaten: Een staat bestaande uit een enkele stad met een eigen onafhankelijke rechtspraak, belastinginning, verdediging en buitenlandse diplomatie. In de middeleeuwen waren stadstaten heel belangrijk. Door het feodalisme (leenstelsel) stelde de centrale overheid niet meer zo veel voor en konden steden langzamerhand steeds meer zelfstandig worden totdat ze feitelijk onafhankelijk waren.
- Kenmerken architectuur Klassieke Oudheid: Weergave in rust of beweging van ideale mensen, en er zijn geen gevoelens in de gezichten.
- San Miniato (romaans)
- Interieur: - ronde bogen, - centrale bouw, -dikke muren/zuilen, -geen losstaande beelden
- Exterieur: -2 kleine vensters grote muren, -geen zelfstandige schilderijen wel fresco precies in het midden.

- Baptisterium (romaans)
- Interieur: -Latijnse kruis, - Dikke muren/zuilen, -Ronde bogen, -Fresco’s en miniatuurschilderijen.
- Exterieur: -ronde bogen, -grote muren met kleine vensters, -Latijns kruis

- Plafond: Johannes de Doper die Jezus doopt. Daar omheen staan de 12 apostelen.
Functie decoratie: om te laten zien dat de christenen grote waarde hechten aan het
doop ritueel. Intrede in een geloofsgemeenschap.
Thematiek: het doopritueel staat centraal. (Johannes de Doper doopt Jezus).



- Palazzo Vecchio: (combinatie)
- Interieur: -ronde bogen, -fresco’s, -dikke zuilen, -figuur los van de achtergrond
- Exterieur: -grote muren kleine vensters, -Latijns kruis, -Strak, geen decoraties
Torens San Gimignano: (romaans) SANTA GROCE

- Santa Groce: (gotische stijl)
- Interieur: -spitse bogen, -glas in lood, -religieuze thema’s (belangrijk), -altaarstukken, -hoge ramen
- Exterieur: -figuur komt los van de achtergrond, -decoratief aan de buitenkant.
- Dom: (gotisch)
- Interieur: -veel fresco’s, -religieuze thema belangrijk onderwerp, -hoge ramen en muren
- Exterieur: -hoge ramen/muren, -spits maar toch ook rond (de koepel) SANTA GROCE



- Kenmerken Romaanse architectuur: zie boven

- Kenmerken Gotische architectuur: zie boven

Vroege Christendom in Rome:
- Apsismozaïek = mozaïek in de half ronde vorm aan het einde van de kerk.
- Tituli = dat waren illegale godshuizen. Dus plekken waar christenen toch nog konden bidden naar god, hoewel hun godsdienst verboden was.
- St. Pieter Rome.
Gebouwd door Constantijn, nadat het legaal was om het christelijke geloof te beleden.


- Santa Prassede (Rome):
Thematiek: kerk gewijd aan heilige Prassede, dochter van senator Pudens
- Dit mozaïek verbeeldt het verhaal van Prassede en Pudentiana, die Petrus in hun huis hadden opgenomen en vervolgens uit dankbaarheid door Petrus en Paulus in de hemel zouden zijn ontvangen en voor Christus geleid

- San Clemente (Rome):
Thematiek: Onderwerpen zijn het leven van Catharina van Alexandrië, het leven van de Heilige Ambrosius en een kruisiging. De Triomf van het Kruis is erop afgebeeld



- Santa Sabina (Rome):
Interieur: Het is een basiliek in Rome uit de 5e eeuw. De basiliek is het hoofdkwartier van de orde der Dominicanen. De basiliek is gebouwd in de vorm van een Romeinse basilica en heeft een klassiek rechthoekige vorm en drie beuken. De decoraties zijn gerestaureerd in hun oorspronkelijke staat en hebben een sobere uitstraling. Van grote betekenis is het houtsnijwerk van de houten deuren uit de zesde eeuw met de oudste afbeelding van de kruisiging van Jezus Christus.


- Santi Cosma e Damiano (Rome):
Interieur: Het stelt de Parousia (Wederkomst) van Christus voor: " op de wolken van de Hemel met macht en grote glorie" (Mattheus 24-30). Het mozaiek stelt Christus voor staande op rode wolken (teken van de dageraad) en gekleed in gouden gewaden met daarop het monogram I (van Iesus).
In zijn linkerhand houdt hij de Wetsrol vast.


Basilica = Bij de Romeinen een grote zaal voor bijeenkomsten, rechtszittingen enz. In de vroegchristelijke en latere bouwkunst een driebeukige kerk, waarvan het middenschip met vensters boven de daken der zijbeuken uitrijst.
Narthex = Inkomhal, voorportaal van een kerk.
Atrium = Een open ruimte in het midden van een Oud-Romeinse woning, een voorhof of binnenplein. Tegenwoordig ook een overdekt centraal deel van een gebouw of van een woonhuis.
Mozaïekkunst = Decoratie voor muren, gewelven, plafonds of vloeren, samengesteld uit stukjes gekleurd materiaal van diverse aard (tesserae genaamd)
Giotto en de kloosteroorden:
Pelgrimstocht = een bedevaart.
Klooster = Een klooster is de gemeenschappelijke woning van monniken nonnen. Gebouw waarin mensen zich helemaal aan het geloof wijden.
Kluizenaar = Persoon die zich uit religieuze overwegingen terugtrekt uit de samenleving
Regula Benedicti = de kloosterregel van de heilige Benedictus van Nursia uit de zesde eeuw, bestond uit verschillende hoodstukken:
- allereerst de gehoorzaamheid in de zin van het goede en oplettende luisteren

- de deugden waaraan monniken dienen te voldoen, met name gehoorzaamheid, armoede en nederigheid.
- voorschriften voor de liturgie, het opus Dei, "het aan God welgevallige werk" aan de orde
- De bestraffing van overtredingen van de voorschriften praktische zaken als het beheer van het klooster, de taken van monniken, de zorg voor monniken en voor hun gasten
- De opname en positie van novicen (degene die een intrede doet in het klooster en dus een proeftijd heeft), de rangorde in de kloostergemeenschap, de keuze van abt en prior, alsmede de taken van de portier.
- de onderlinge omgang van de monniken besproken.
- Het laatste hoofdstuk is een epiloog (slotwoord, korte samenvatting).
Bernardus van Clarivaux (Cisterciënzers) = Strenge orde van de Benedictijnen, oudste kloosterorde van de christelijke kerk). Een Franse abt en de belangrijkste promotor van de hervormende kloosterorde van de Cisterciënzers.
Franciscus van Assisi (franciscanen = kloosterorde + volgelingen van Fransiscus). = leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders
Bedelorden = Groepen kloosterlingen die bezit afwezen en in armoede wilden leven. Soms moesten zij bedelen.
Giotto di Bondone = een Italiaans kunstschilder en architect. Belangrijke schilder, schilderde emoties en betrok de achtergrond goed bij de voorgrond. Moderne schilder. Religieuze onderwerpen.
Gelofte van armoede = De gelofte van de armoede roept ons op om de armoede die Christus beleefde na te volgen door dienstbaar, solidair, sober en weldoende te leven.

Gentile da Fabriano (‘aanbidding voor de koningen’) = Venetiaans en Umbrisch schilder. In het evangelie van Mattheus wordt beschreven hoe er wijzen uit het oosten kwamen om de pasgeboren christus te eren. Wijzen zijn nu 3 koningen, afgebeeld meestal als een neger een jongeling en een grijsaard. Moesten de vertegenwoordigers van de toen bekende werelddelen voorstellen: Afrika, Azië, Europa.
Cimabue ‘Trinità’ = Florentijnse middeleeuwse schilder. Mozaiek + schilderingen gemaakt. < thema het leven van Jezus.
Duccio di Buoninsegna (‘maesta’)= Italiaanse schilder. De Maestà is een begrip in de iconografie binnen de Italiaanse kunstgeschiedenis die staat voor een weergave van de heilige Maagd in majesteit.
Natuurstijl (Giotto) = ?? niet kunnen vinden

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.