Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2 oriëntatie + par. 3 en 4

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1059 woorden
  • 15 oktober 2009
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 2

Oriëntatie

Het grootste deel van Griekenland bestond uit zelfstandige stadjes (stadstaten), omringd door bergen. De grond in Griekenland was niet zo vruchtbaar.
Toen in de achtste eeuw v. Chr. De bevolking begon te groeien, ontstonden er dan ook meteen problemen met de voedselvoorziening. Dit werd deels opgelost door graan te importeren. Daarnaast trokken Grieken in speciaal georganiseerde expedities weg uit hun moederland om ergens anders opnieuw te beginnen. Zo ontstond er langs de Middellandse Zee een netwerk van Griekse stadstaten.

In het oude Griekenland begonnen in de zesde eeuw v. Chr. mensen kritisch na te denken over de wereld om hen heen. Soms om praktische redenen maar vaak uit bewondering voor de natuur.

Kennis uit Mesopotamië en Egypte werd verder ontwikkeld. Dat was het begin van de filosofie en de wetenschap in Europa. Ook dachten de Grieken na over de rol van de burger in de samenleving. Zij vonden dat mensen veel invloed moesten kunnen uitoefenen op het bestuur en waren de grondleggers van de democratie.
Grieken veroverde onder leiding van Alexander de Grote een groot gebied. Grieken gingen in de veroverde gebieden wonen en namen hun cultuur mee. De verspreiding van de Griekse cultuur noemen we hellenisme.
Na de dood van Alexander de Grote werd het rijk in drieën verdeelt. Toen kwamen de Romeinen aanzetten. Stuk voor stuk werd het Griekse rijk Romeins eigendom. De Romeinen namen wel de cultuur van de Grieken over omdat ze grote bewondering hadden voor de Griekse beeldende kunst en architectuur.

Kernbegrippen
Burgerschap Het feit dat je burger bent met alle politieke en maatschappelijke rechten die daarbij horen.
Christendom Monotheïstische godsdienst, gesticht door de volgelingen van Jezus Christus.
Imperium Een groot rijk onder de heerschappij van een keizer of van één volk. In de Oudheid meestal hetzelfde als Imperium Romanum.
Jodendom De oudste monotheïstische godsdienst. De levenswijze van de joden wordt bepaald door de afspraken die Jahweh, hun God, met hen gemaakt zou hebben.
Klassiek 1 Alles wat te maken heeft met Grieken en Romeinen.
2 Alles wat altijd mooi gevonden wordt.
Monotheïsme Het geloof in slechts één god.
Politiek Oorspronkelijk: het leven als actief burger in een polis.
Later: de manier waarop een stad(staat), een streek of land bestuurd wordt.
Stadstaar (polis) Zelfstandige staat, bestaand uit een stad met omliggend gebied.

Wetenschap Wetenschap baseert theorieën op experimenten, waarnemingen en het gebruik van het verstand.

Paragraaf 2.3
Imperium Romanum

Hoe verspreidde de klassieke cultuur zich door Europa?

Caesar
Door slim gebruik te maken van onenigheid tussen Keltische leiders en invallen van Germaanse stammen, veroverde Caesar heel het Gallische gebied tot in België. Dat leverde Caesar een enorme uitbreiding van zijn macht. Want de Kelten (=Galliërs) waren rijk en de gevechten leverden Caesar en zijn soldaten een enorme oorlogsbuit op.
Caesar hield de senaat en de Romeinse bevolking schriftelijk van zijn avonturen in Gallië op de hoogte. Zijn uitgebreide jaarlijkse verslagen zorgden ervoor dat zijn roem als succesvol veldheer steeg.
Caesar werd een dictator voor het leven. Hij was ongehoord.
Om te verkomen dat er te veel macht (van Rome) in de handen van één persoon terecht zou komen, waren alle belangrijke functies altijd door een even aantal mannen bezet voor een bepaalde tijd.
Caesar had nu bijna alle macht. Voor een aantal senatoren was dat de reden om hem te vermoorden. Nadat Caesar werd vermoord nam zijn adoptiezoon na vele burgeroorlogen de macht in handen. Hij slaagde erin de maatschappij weer op orde te brengen.

De Treveren

Toen Caesar voor het eerst in het gebied tussen de Moezel en de Rijn kwam, werd het bewoond door de Treveren. Dit was een Germaans-Keltische stam.

Door het opdringen van Caesars legers ontstond er ruzie tussen twee stamleiders over welke houding de Treveren moesten aannemen tegenover de Romeinen.
Uiteindelijk kwam Indutiomarus met zijn aanhangers in opstand, gesteunt door een aantal buurtstammen. De mopstand werd neergeslagen en met steun van Caesar werd Cingetorix de nieuwe leider. De Romeinen hadden de gewoonte om stamedelen die hen steunden, leider te maken van de stam.

Trier civitas
Pas onder Augustus kwam Gallië echt bij het Imperium Romanum (Romeinse Rijk).
Romeinen legden wegen aan. Plaatsen die aan deze wegen lagen werden belangrijker.



Trier hoofdstad
De derde eeuw staat in de Romeinste geschiedenis bekend als een crisistijd. Germaanse stammen drukten op de Rijn- en Donaugrens (de natuurlijke grenzen die het Romeinse Rijk had), het geld werd minder waard, prijzen stegen en de belastingdruk steeg mee. In Rome volgden de keizers elkaar in snel tempo op.
De regeringsperiode van Diocletianus bracht op een aantal punten verbetering. Hij breidde het leger uit en veranderde de grensverdediging door mobiele legers te vormen die snel konden ingrijpen als er een grensdoorbraak was. Ook besloot hij dat het grote rijk vier hoofdsteden nodig had, in plaats van één. Rome raakte zijn positie als rijkshoofdstad kwijt: de nieuwe hoofdsteden waren strategisch gelegen plaatsen van waaruit de grenzen snel bereikt konden worden. Een van die hoofdsteden was Trier. Deze stad kon als een van de weinige ontkomen aan de economische neerslag. Vanuit Trier werd heel West-Europa bestuurd.

Romanisering
De mensen in Gallië namen steeds meer de Grieks-Romeinse cultuur over. Stadsbestuurders importeerden luxe serviesgoed uit Italië en lieden amfitheaters, thermen en tempels in Romeinse stijl bouwen. Sommige civitates (bestuurlijke eenheden) werden zó sterk geromaniseerd (namen zoveel van de Romeinse cultuur over) dat ze nauwelijks nog te onderscheiden waren van Italië. Uiteindelijk konden leiders van deze civitates dan ook vaak het Romeins burgerrecht krijgen, wat ze dezelfde rechten gaf als een inwoner van Italië.


Paragraaf 2.4
Romanisering aan de Rijngrens

Hoe beïnvloedde de Romeinse cultuur de leefwijze van de mensen die woonden in het gebied van de Rijn en de Maas?

Volkeren aan de monding van Rijn en Maas
Voor de komst van de Romeinen werd ons land door Germaanse stammen bevolkt. De Bataven en Friezen hielpen de Romeinen mee in gevecht tegen de Germanen. De goede verstandhouding met de Romeinen duurde echter niet lang: in 28 v Chr. kwamen de Friezen met succes in opstand. De directe oorzaak was de grootte van de runderhuiden die de Friezen als belasting moesten betalen, maar het arrogante optreden van de Romeinen en de verplichting soldaten te leveren voor de Romeinse hulptroepen wogen nog veel zwaarder.
Door de Bataafse opstand, gevolg op de Cananefatische opstand waarbij ze plunderend langs de Rijn trokken, mochten Romeinse hulptroepen voortaan geen dienst meer doen in de streek waar ze zelf vandaan kwamen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.