Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Vervoer en ruimtelijke inrichting

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 3666 woorden
  • 18 maart 2000
  • 138 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
138 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Vervoer en ruimtelijke inrichting
H1: INLEIDING §2: hoofdvraag en deelvragen ? Het vervoer heeft invloed op de ruimtelijke inrichting -> auto's -> asfalt, maar ook meer steden vestigen zich daar. Afrit van een snelweg -> kantorencomplexen/bedrijventerreinen. ? De ruimtelijke inrichting heeft invloed op het vervoer -> (Almere) meer mensen -> meer auto's -> meer wegen. Bloemencentrum Aalsmeer en Schiphol -> dagelijkse vervoersstroem van bloemen -> bloemenmetro ? Deze twee deelvragen zijn eigenlijk niet van elkaar te scheiden, want ruimtelijke inrichting zorgt voor een vervoersstroom die weer voor ruimtelijke inrichting zorgt. ? Parijs was als hoofdstad gekozen, alle Franse vervoersstromen werden op Parijs gericht, daardoor werd Frankrijk 'leeggezogen'. Hier geldt ook: ruimtelijke inrichting -> vervoer -> ruimtelijke inrichting -> vervoer, enz. H2: TRANSPORTGEOGRAFIE §3: de theorie ? De geograaf Ullman probeerde een theorie te zoeken die de samenhang tussen transportstromen en activiteiten in een gebied laat zien. ? Ruimtelijke complementariteit = 2 regio's vullen elkaar aan, daardoor ontstaat vanzelf vervoer. ? Als plaatsen verder uit elkaar liggen, neemt de wisselwerking af, de interactie neemt dan af. Dit noem je afstandsverval. ? Oorzaken vermindering interactie: - Grote afstanden zorgen voor hoge vervoerskosten - Grote kans op tussenliggende gelegenheid ? Tussenliggende belemmering = hindernis die men tegenkomt bij een voorgenomen verplaatsing. VB: sluiting Suezkanaal in 1967 -> Kaap de Goede Hoop. Nu vaart men die route nog steeds, want met mammoettankers is het goedkoper. ? Door tussenliggende belemmeringen of gelegenheden verandert de relatieve afstand. Dit is de afstand uitgedrukt in tijd, kosten of moeite. ? Als de relatieve afstand te groot is -> geen vervoer. Factoren transporteerbaarheid: - Kosten (per km) (dit ligt aan de lading) - Vervoermiddel (hoge of lage intrinsieke waarde) §4: Logistiek, modaliteiten, modal split ? Vervoersstromen zijn verplaatsingen van personen, goederen en informatie. ? Logistiek = de hele organisatie van het distributiesysteem (ook lossen, laden, inpakken, ompakken). In de logistiek is planning noodzakelijk -> jit (= just in time delivery) ? Lijndienst/shuttle: lijndienst met een vaste dienstregeling die een rechtstreekse verbinding onderhoudt tussen twee knooppunten. ? Vervoermiddel = modaliteit. Keuze hangt af van: - Flexibiliteit (= de mogelijkheid om op zoveel mogelijk plekken te komen) - Snelheid - Laadvermogen (groter laadvermogen is goedkoper) ? Uitsplitsen van een vracht over de juiste modaliteiten = modal split. Dit vindt plaats in knooppunten. §5: Netwerken, knooppunten en corridors ? Verkeersstromen -> netwerk (knooppunten, corridors, mazen) ? Rotterdam = multimodaal eerstelijnsknooppunt (mondiaal logistiek centrum van de eerste orde) -> mainport. Hier worden grote goederenstromen met hoge frequentie verdeeld over zeer veel bestemmingen. Venlo = multimodaal tweedelijnsknooppunt (weg, rail, water). Dit is een groot overslagpunt op een continentale hoofdtransportas. Leeuwarden = multimodaal derdelijnsknooppunt. Dat is een regionaal distributie- en verzamelpunt. ? Het onderbreken van vervoersstromen levert werkgelegenheid op. Sommige bedrijven bewerken hun goederen eerst op het overlaadpunt. Zo'n bedrijventerein waar logistieke handelingen plaatsvinden noem je een distributiepark. ? Japanse en Amerikaanse bedrijven transporteren hun produkten eerst naar 1 punt in europa, vanuit daar distribueren ze. Dit zijn EDC's (Europese distributie centra) ? Vervoersknooppunten zijn ideale vestigingsplaasten voor logistieke bedrijven. ? Een snelweglocatie is erg aantrekkellijk: prima bereikbaar, meer ruimte voor uitbreiding, plaats voor bedrijfshallen en parkeerterreinen, betaalbare grondprijzen, zichtlocatie. Dit is een transportcorridor. ? Knooppunt autosnelwegen = vaak meubelzaken en kantoren. ? De overheid wil met het locatiebeleid de vestiging van kantoren bij spoorwegstations stimuleren. Motto = liever met de trein dan met de auto. ? In Nederland lijken de havens en vliegvelden de ideale knooppunten. Dat is niet helemaal waar. ? Er zijn steeds meer bedrijven die bij of in de buurt van Schiphol willen zitten (imago). ? Dit heeft Rotterdam helemaal niet. De VAL's (value added logistics) zoeken juist een plek buiten het gebied. Automatisering en mechanisatie in goederenoversalg en de hevige groei van containervervoer zorgden voor banenverlies. Er komen pas nieuwe arbeidsplaatsen als de goederen van de containers worden bewerkt. ? Veel EDC's kiezen voor Schiphol (luchthaven onder handbereik). ? Deconcentratie van distributiefunctie: Rotterdam ? corridors richting afzetmarkten ? tweedelijnsknooppunten (aan grens) ? Schiphol §6: Specialisatie en internationalisering ? Een belangrijke reden voor de ontwikkeling van internationalisering is de toenemende specialisatie. MNO's (Multinationale ondernemingen) werken zelfs in verschillende continenten. Ze zoeken een geschikt land (lage lonen, welwillend zakenklimaat, politieke rust). ? Door de digitale revolutie is uitbesteding van elementen naar verre oorden minder riskant dan voorheen. ? Toenemende specialisatie -> verbindingsnetwerk groeit
Toenemende internationalisering

Internationaal verkeer neemt toe. H3: VERVOERSSTROMEN IN VERANDERING §7: veranderingen in vervoersstromen ? Welke veranderingen zijn er na 1945 waar te nemen in de hoeveelheid vervoerde mensen en goederen? ? Personenauto's namen vanaf 1930 zeer toe. Vooral sterke stijging bij kleine huishoudens (alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens) ? Ontgroening -> meer autogebruik ? Sterk verstedelijkt gebied -> meer vergrijsde bevolking
Laag inkomen -> minder auto's per 1000 inwoners ? 1) steeds meer menseen pakken vaker de auto om er steeds grotere afstanden mee af te leggen
2) vervoersdeskundigen verwachten niet dat deze trend spontaan zal veranderen. ? 1973 + 1979: oliecrisis -> hoge brandstofprijzen
Het openbaar vervoer nam sinds 1973 toe, maar het personenvervoer groeide sneller. ? Vanaf 1940 namen passagiers bij Schiphol zeer toe, ook de afstand. ? Goederentransport door de lucht: ? In 1950 : 1000 ton, in 1999 : 1 miljoen ton
Toenemende afstanden en meer intercontinentale vluchten ? 1986: 450 miljoen ton binnenlands goederenvervoer (auto, trein, schip) 1995: 490 miljoen ton ? meer goederen worden over grotere afstanden getransporteerd en alles in grotere vervoersmiddelen. ? Bij langere afstanden ook schip en trein, intermodaal vervoer. §8: vier factoren die van invloed zijn op vervoersstromen ? Welke 4 factoren beinvloeden de ontwikkeling van de vervoersstromen? ? 1) techniek -> nieuwe ontwikkelingen (streepjescode, scanner enz. 2) welvaart -> inkomen, vrije tijd, wonen
3) bedrijven -> vestigingsplaats, jit
4) overheid -> locatiebeleid §9: Albert Heijn, van kruidenier tot logistiek bedrijf ? eind '50: de levenstandaard verbeterde meer artikelen werden betaalbaar voor consumenten diversiteit van producten in de winkel steeg Ontwikkelingen: -zelfbediening -verse artikelen 1960: distributiecentra Vervoer vroeger per boot, nu opleggers, pallets, rolcontaniners -standaardkratten, containers -leadtime (tijd tussen bestellen en bezorgen) is korter (18 uur) -streepjescode
H4: TWEE MAINPORTS IN ONTWIKKELING
overslageconomieen: (kleine) landen met een open economie, gespecialiseerd in handel, doorvoer, distributie en fiananciele dienstverlening. (zoals Singapore en Nederland) § 10: Rotterdam, groot in massagoed ? totale haven-, industrie- en distributiegebied is 10.000 hectare. Maasvlakte : 3000 hectare
1995: totale goederenoverslag van Maaslvlakte meer dan dat van Antwerpen, Marseille en Hamburg samen. Rotterdam: -4e plaats containerhaver -grootste deel massagoed, 1e plaats -oliehaven, ertsen, kolen, chemicalien ? dichtbevolkt, welvarend en productief achterland (doorvoer ijzererts) Ruhrgebied van grote invloed
1872: Nieuwe Waterweg ? Er waren havenbekkens nodig (Maashaven, Waalhaven, Lekhaven) Meer auto's -> meer benzine -> meer aanvoer petroleum (aardolie) -> petroleumhavens

Transitohaven = doorvoerhaven voor graan, steenkool, olie ? Er moest industrie komen in de Rotterdamse haven (werkgelegenheid + toegevoegde waarde) ? Raffinaderijgen zorgden voor grondstoffen, veel bedrijven waren met elkaar verbonden en afhankelijk van elkaar. ? -er waren steeds meer havens nodig -petroleumhavens moesten groter en dieper worden
Uitbreiding richting Noordzee '80: Maasvlakte (containervervoer) §11: Rotterdam, containers en distributiecentra ? Door specialisatie van full containerschepen werd het containervervoer goedkoper en sneller. Door containers werd de overslag sneller, ook op trein, schip, vrachtwagen. ? Rotterdam mainport is een schakel tussen de 'feederlijnen' en de internationale verbindingen
Toekomstige Maasvlakte : arbeidsintensieve bedrijven ? Containeroverslag -> distributiecentra
Men streeft naar een hoge beladingsgraad, geeft veel werk
Men behandelt goederen vaak bij de distributiecentra, dit zorgt voor werk en toegevoegde waarde. ? Goederen die via containerschepen worden aangevoerd, moeten worden uitgesplitst over verschillende vervoersmiddelen. ? Doorvoer over weg: congestie en milieu
Men probeert vervoer over de weg te vermijden
Shortsea shipping: filevrij over zee ? Men probeert wegvervoer te verminderen (Binnenvaart, Betuwelijn) ? Lange afstanden : schip/trein
Korte afstanden : vrachtauto
Er wordt hard gewerkt aan transeuropese netwerken (intermodaal vervoer hoge prioriteit) Constant, omvangrijk aanbod, lange afstand -> shuttledienst is aantrekkelijk ? Er zijn veel havens met treinaansluitingen ? Men wil vrachtauto's met een maximum belading ? Proeven met 'trailertrein' (autotrailers) ? Rotterdam-Gorinchem : tot Gorinchem met trein, daarna vrachtauto's voor minder file ? Elektronica kan helpen om verkeersverstoppingen te vermijden ? Rotterdam: -traditionele doorvoer -industrialisatie -distributiecentra + logistieke activiteiten Hierdoor wordt de economie van Rijnmond minder kwetsbaar. §12: Rotterdam en het overheidsbeleid ? Sinds 1932 wordt de haven beheerd door Gemeentelijk Havenbedrijf. Zij zorgt voor infrastructuur (havenbekkens, bruggen, kades). Het bedrijfsleven zorgt voor de rest (fabrieken, loodsen, kranen) Inkomsten GH: liggelden en huurinkomsten
Uitgaven GH: havenaanleg, rente, investeringen ? Het rijk heeft ook met de havens te maken. ? In Rotterdam vond men dat de overheid meer remde dan stimuleerde. ? In VINEX worden Rijnmond en Schiphol genoemd als speerpunten voor economische groei (gateways to Europe). Het rijk weil betere bereikbaarheid. ? De overheid heeft wel zeker iets gedaan voor de bereikbaarheid: wegeninfrastructuur bij Rotterdam, Nieuwe Waterweg, spoorlij Maasvlakte-Ridderkerd. ? Ook mileu: slufters (opbergplaats voor vervuild havenslib op de Maasvlakte), waterzuivering, afvalverbranding, filters, hoge schoorstenen. ? Het beleid van 'Brussel' is erop gericht om de ecomomische activiteiten te liberaliseren (steun van nationale overheden mag niet meer). Daardoor is de Rotterdamse haven sterken dan anderen. §13: Mainport Singapore ? Raffles koos een vissersdorpje uit als steunpunt voor Britse belangen. Hij noemde het Singapore. Hij ontwierp een nieuwe Aziatische havenstad als centrum voor vrijhandel in Azie. Hij zorgde voor een goed zakenklimaat, de haven lag strategisch, marine. ? Chinezen waren belangrijk voor de samenleving (harde werkers, veel onderhandelen, respect voor gezag, overheid, gemeenschap, familieverband) ? Malakka + Singaporte waren tot WOII Britse kolonienn, daarna gedekoloniseerd -> staat Maleisie. Scheiding in 1965 -> zelfstandige staten ? Na WOII profiteerde men van de ligging. Goed onderwijs, veiligheid en orde en strakke besturing door de overheid -> positie als stapelplaats van Azie en financieel en dienstverlenend centrum. ? Door lage loonniveau veel buitenlands ondernemingen ? '70 : tekort aan arbeidskrachten

2e industriele revolutie -> lonen werden verhoogd, grotere toegevoegde waarde voor goederenstromen die Singapore verlieten. Het BBP komt in de buurt met dat van rijke landen. ? Na 1980 kwam de nadruk op hoogwaardige diensten: hoofd bij kantoren, ontwerpstudio's, banken en dataverwerking. ? Singapore wil blijven doorgroeien Assemblage activiteiten nu in China, Vietnam , Indonesie, India. Internationalisering in dienstverlening ? De wereldeconomie dwingt de regering tot versnelde internationalisering van economie. De staat wil zijn positie versterken als regionaal hoofdkantoor, logistiek centrum en 'denkcentrum' van heel Azie. §14: De Leeuwenstad, een beeldverslag -Singapore heeft te weinig ruimte, daardoor samenwerken met buren -Over het algemeen is men zeer tevreden over de bereikbaarheid van de haven van Singapore -Singapore: transshipment port Het is vaak voordeliger om via Singapore van A naar B te gaan dan rechtstreeks -bedrijfsparken geven toegevoegde waarde -Singapore is de voornaamste bunkerhaven van de wereld en het grootste raffinagecentrum van Azie -werkgelegenheid nam af, productiviteit nam toe -voor multimodaal knoopppunt investeert Singapore in luchthaven Changi -in Singapore vooral containervervoer en olie
H5: VERVOER EN RUIMTELIJKE VERANDERINGEN §15: Versplintering in Europa ? Eind van de 20e eeuw -> staatkundige versplintering in Oost- en Midden-Europa. (Sovjetunie viel uiteen) ? Van de Sovjetunie bleef alleen de republiek Rusland over -> federatie, bestond uit 21 deelrepublieken, 49 provincies, 6 territoria. Veel volkeren wilden zelfstandig worden. Toen de Tsjetsjenen zich los wilden maken van de Russische federatie, ontstond er een oorlog. ? Tsjechoslowakije en Joegoslavie vielen uiteen, de staatsgrens was een etnische grens. ? Versplintering in West-Europa: Belgie werd een losse federatie tegen de spanningen tussen Vlaanderen en Wallonie. Ook in Spanje kregen bepaalde gebieden autonomie om de druk bij de ETA weg te halen. §16: Eenwording door vervlechting ? In Europese landen bestaan grote verschillen in levenswijze. Vervlechting = op steeds meer plaatsen kom je dezelfde gebruiken, ideeen en (merk)artikelen tegen. ? Vervlechting is vermeerderd door verbeterde communicatiemiddelen. Vervlechting: -spontaan -gestimuleerd door het bedrijfsleven (internationalisering) ? 1957 -> verdrag van Rome ->EEG (Europese Economische Gemeenschap). Dus vervlechting voor de economie. ? Verbreding = aantal lidstaten is en kan uitgebreid worden ? Verdieping = de vervlechting stopt niet bij de economie, maar verdiept zich ook in allerlei ander zaken. EEG -> EG ->EU -> (EMU). De verdieping richt zich vooral op de politiek. ? EU = souvereine staten (= de regering is de baas is eigen land, en er is geen baas daarboven) Verdergaande politieke vervlechting = landen zullen een deel van hun souvereiniteit moeten afstaan aan de regering van de EU. ? De bereidheid om dit te willen afstaan, verschilt per land en per politieke partij. ? Nederland wil de bevolking enthousiast maken voor een verdere verbreding en verdieping van Europese samenwerking. (Postbus 51) §17: Gevolgen voor het vervoer ? Belangrijk doel van EU: vrij verkeer van personen, goederen en geld (afbreken tariefmuren, afschaffen grenscontroles, harmonisering regelgeving, Euro) handel -> meer transport ? Vroeger had ieder land zijn eigen invoerhaven nodig, door de hoge tariefmuren. Nu zijn er een beperkt aantal mainports nodig. ? Het achterland bepaalt de ontwikkeling van een mainport. ? Na WOII werd Duitsland verdeeld in een democratisch- en een communistisch deel (het IJzeren Gordijn) Hamburg verloor zijn achterland en Rostock werd de invoerhaven van de Duitse Democratische Republiek. ? De Duitse regering liet lage tarieven toe om het weer beter te maken. ? 3 oktober 1990 = Wiedervereinigung, Hamburg kreeg het achterland weer terug. De oostwaartse uitbreiding van de EU zal de groei van Hamburg als doorvoerhaven stimuleren. §18: Internationalisering en global shift ? WTO (World Trade Organisation) probeert mondiaal de tariefmuren tussen landen en economische blokken af te breken. Samen met deze politieke ontwikkelingen zorgen de verbetering van transport en communicatie ervoor dat men werk kan uitbesteden over de hele wereld. Internationalisering/globalisering = proces waarbij de economieen van verschillende landen steeds verder vervlochten raken in een steeds kleiner wordende wereld. ? MNO's (Multinationale ondernemingen) spelen een hoofdrol bij internationalisering. ? Horizontale integratie = samenwerking en fusies tussen bedrijven. Verticale integratie = alle fasen in eigen beheer houden. ? Triade = denkbeeldige driehoek van drie economische grootmachten. ? De MNO's zoeken voor elk deel van hun productiekolom de meest gunstige locatie uit. ? Groei van West Pacific Rim in fasen: - zeer snelle wederopbouw van Japan in '50 - in '60 kwamen Singapore, Hongkong, Taiwan en Zuid-Korea op - productiepakket werd kapitaalintensieve productie van consumentenelektronica en computers. - Lonen stegen, baby NIL's (Maleisie, Indonesie, Thailand, Filipijnen) ? Global shift = ruimtelijke verandering van de eerste orde. (bijvoorbeeld de toekomstige verschuiving van het economisch zwaartepunt van de randen van de Atlantische Oceaan naar de randen van de grote oceaan. H6: VERVOER EN CONCURRENTIE OM DE RUIMTE §19: De transportsector in de Nederlandse economie ? De transportsector bedroeg in 1994 ongeveer 7% van de totale toegevoegde waarde. Ook zo'n 7% van de totale werkgelegenheid -> ¾ fulltime. Dit is een directe bijdrage aan inkomen en werk. ? Indirecte bijdrage = infrastructuur en investeringen -> werk en inkomen. ? Bovendien kan geen economie zonder vervoer. ? In Nederland als distributieland spelen Rotterdam en Schiphol een hoofdrol. ? Schiphol -> subtopper op Europese schaal
Rotterdam -> mondiaal onbetwiste topper Beide zijn het mainports. ? Achterblijven in Europa betekent dat je een feeder wordt. De concurrentie tussen de luchthavenbedrijven is groot (scherpe aanbiedingen, slimme systemen die snel overstappen mogelijk maken, uitbreiding) ? Rotterdam verdient de titel mainport. Ze moeten dan wel de goederen bewerken, waardoor toegevoegde waarde ontstaat. ? Bij het voornaamste Rotterdamse massagoed, olie, is het waardetoevoegen goed gelukt. De ruwe olie wordt aangevoerd en daar bewerkt. De Rotterdamse olieindustrie is belangrijk voor de Nederlandse economie. ? Bij containers is het moeilijker om toegevoegde waarde te geven, want er is niet veel tijd om te bewerken, en er valt ook niet veel te bewerken. Er kunnen wel extra logistieke handelingen plaatsvinden (sorteren, in- en uitpakken) Dit zijn VAL's. ? De grote containerrederijen moeten messcherpe prijzen berekenen om de containers te mogen vervoeren. Er zal waarschijnlijk geen monopoort komen. Rotterdam, Antwerpen en Hamburg spelen ook een grote rol in de havenwereld. ? In de totale goederenstroom via Rijnmond wordt bijna 4x meer gelost als geladen. (te danken aan aardolie) Rotterdam, Le Havre, Duinkerken, Gent -> massagoedhavens
Antwerpen, Hamburg, Bremen -> stukgoed speelt ook een grote rol ? Voor West-Europa is er een zeker evenwicht tussen import en export van stukgoederen, maar niet waar sprake is van massagoederen. Daar overtreft de invoer naar het continent de uitvoer uit Europa vele malen. ? Rotterdam en Schiphol zijn 2 onmisbare schakels in onze nationale transporteconomie. §20: Veranderingen in Europa ? Mainport = schakel tussen (trans)continentale netwerken. Dit kan niet zonder achterland. ? Voor Nederland is het achterland Europa heel interessant. Maar de politieke omstandigheden, de economische situatie en de inrichting van de ruimte zijn in de wereld om ons heen voortdurend in beweging. ? Twee ontwikkelingen zijn voor 'Rotterdam-in-Europa' van groot belang: 1e ontwikkeling = bouw van enkele grote infrastructuele projecten: - Main-Donaukanaal - Kanaaltunnel - Tunnels door de alpen - Bouwplannen voor bruggen en tunnels tussen de Deense eilanden en Zweden ? 2e ontwikkeling = val van de Muur in 1989 ? De verwachting is dat de productie, en welvaart in het oostblok zullen toenemen. ? Voor Schiphol zijn ander soort veranderingen van bealan. ? Ook voor een luchthaven is een goede bereikbaarheid over land belangrijk (overstappen op ander vervoer, HSL) ? Er is sprake van toenemende liberalisatie in de luchtvaartmarkt. De luchtvaartmaatschappijen moeten dan samenwerken. ? Ook is er een strenger wordende wetgeving op het gebied van milieu en veiligheid. Risky carriers = vrachtvliegtuigen uit ontwikkelingslanden en uit staten die vroeger deel uitmaakten van de Sovjetunie. Daar hebben ze niet voldoende geld voor onderhoud van de vliegtuigen. §21: Het rijk zit vol met plannen ? Het is de taak van de overheid om als scheidsrechter op te treden in het dilemma tussen het verbeteren van de bereikbaarheid en het verbeteren van de leefbaarheid. ? In de troonrede van 1996 zei de regering tot het jaar 2000 grote bedragen vrij te maken ter verbetering van de bereikbaarheid en om congestie terug te dringen. De verbetering van de verbindingen met het achterland zou worden versneld. ? De bereikbaarheid moet verbetert worden, maar niet ten koste van de leefbaarheid. Men streeft naar een duurzame samenleving (= behoeftebevrediging van latere generaties niet in gevaar brengen) ? Tot 2010 zijn er honderden infrastructuele projecten gepland. ? Ieder heeft zijn eigen wensen: - Rotterdam: Betuwelijn, Tweede Maasvlake - Schiphol: 5e baan - Zwolle: Hanzelijn via Lelystad en Kampen - Twente: Zijtak van de Betuwelijn - Zeeland: personeel op veerboten, tunnel onder de Westerschelde - Den Haag: HSL-halte aan de oostrand - Kabinet: snelspoortunnel onder het Groene Hart - Groningen: TGV-halte tussen Utrecht en Scandinavie ? Het is niet gemakkelijk om de regionale- en landelijke bereikbaarheid te scheiden. H7: TRANSPORT, DE WEG NAAR ONTWIKKELING §22: economische ontwikkeling en infrastructuur ? De Wereldbank voorspelde in 1996 dat de handel voor de komende 10 jaar in rijke landen met 2,9% zou toenemen en in ontwikkelingslanden 5,3%. De wereldecomie en energieprijzen zijn stabiel, de rente en inflatie zijn laag, begrotingstekorten dalen, grote technologische vooruitgang op het gebied van communicatie en transport. De ontwikkelingslanden profiteerden vroeger niet of nauwelijk van de groei van de wereldhandel, ze moeten sterker in de wereldeconomie integreren: -overheden moeten zorgen voor een stabiel handels- en investeringsklimaat -grenzen openstellen -overheden moeten investeren in infrastructuur en telecommunicatie ? Wereldbank financierde het grootste deel van Trans-Amazone Highway in Brazilie. ? Moderne sector: activiteiten in westerse trant, vaak opgezet door ondernemingen uit de westerse werled. Traditionele sector: (meestal zelfverzorgende) agrarische en ambachtelijke bedrijfjes en een belangrijk deel van de dienstverlening. ? De traditionele sector is kleinschalig, hierdoor vaak nauwelijks doorgaande wegen ? Moderne sector -> plantages, industriele vestigingen of moderne vormen van mijnbouw en houtkap, internationale vliegvelden. ? De infrastructuur rond de moderne activiteiten is meer internationaal gericht. ? Moderne infrastructuursysteem vooral rond de hoofdstad. ? Welke relatie is er tussen de ontwikkeling van de infrastructuur en de ecomie in ontwikkelingslanden? ? Economische groei is nauw verbonden aan infrastructuur §23: De ontwikkeling van Ghana ? Ghana is wat de economie betreft een van de belangrijkste landen van Afrika. Het werd in 1957 als eerste van de Britse kolonien in zwart Afrika zelfstandig. 1471 -> portugezen haalden goud uit Ghana, nu export: goud, cacao en tropisch hardhout. ? Veel ontwikkelingslanden hebben een economeie die op de export van primaire goederen naar de ontwikkelde wereld leunt. Transport vooral over zee. ? Prekoloniale tijd: vissersdorpjes
Vanaf 15e eeuw: Europeanen bouwden forten langs de kust om handel te drijven (slaven) ? Slavenschepen met suikerriet en katoen uit Amerika naar Engeland -> daar verwerkt tot rum en kleding -> dit samen met industrieproducten was handelswaar waarmee slaven konden worden gekocht aan de Goudkust. ? Binnenland Ghana: toen vooral zelfvoorzienende landbouw, nauwelijks binnenlandse infrastructuur. ? 1874: Gold Coast Colonie onder Brits beheer
1870-1900: ook binnenland onder Brits beheer. Er werd een weg naar Kumasi aangelegd. Men wilde de agressieve en machtige Ashanti-stam in bedwang houden. ? 1807: afschaffing slavenhandel in Engeland
Er werden toen voornamelijk landbouwproducten en minerale grondstoffen geexporteerd (uit kustgebied) ? Tot 1880: handelaars waren alleen geinteresseerd in dure landbouwproducten, dure metalen, slaven
Rond 1800: industriele revolutie, kolonien moesten voor grondstoffen zorgen ? Het goederenvervoer werd massaler, de schepen moesten worden aangepast. ? De grote schepen konden de haven van Accra niet bereiken, de lading werd overgebracht op brandingsboten/surfers. In 1928 werd bij het plaatsje Takoradi een kunstmatige diepzeehaven aangelegd. ? Na 1957 -> diepzeehaven in Tema
Stuwdam in rivier Volta (Beide prestigieuze objecten van de eerste Ghanese president Nkrumah) ? Alle handel over zee nu via de beide diepzeehavens
Takoradi -> houtproducten, mangaanerts, bauxiet

Tema -> cacao en aluiaarde ? 1898: spoorverbinding Kumasi-Sekondi + pier in zee
1907: spoor Kumasi-Accra +pier ? 1920-1930: kustweg tussen Sekondi en Accra en spoorweg naar Kade. ? Grootste bevolkingscentra in Ghana: Accra-Tema, Takoradi-Sekondi, Kumasi ? Verdere economische groei zorgde ervoor dat de hoofdstad Accra de 'primate city' werd. De groei van infrastructuur zorgde ook voor de groei van regionale distributiecentra op enkele knooppunten. De grote steden werden met elkaar verbonden. §24: Transport, de motor van ontwikkeling? ? Is het zo, dat je regionale ontwikkeling kunt afdwingen met massieve investeringen in infrastructuur? ? China voert investeringen in de infrastructuur planmatig uit, voor openlegging en economische ontwikkeling (spoorwegsysteem -> spoorlijn Jining Nan-Tongliao) ? Voor 1949 was de infrastructuur op de kust (export) gericht. China kreeg een oost-west-orientatie: -spoorlijn vanaf Shanghai door Britten -basis voor spoorlijn Harbin-Manzhouli in noord-oorsten door Russen -lijn Qing Dao-Tianjin met hulp van Duitsers
lijn Beijing-Wuhan met hulp van Belgen, noord-zuid-orientatie ? Door verbetering van de infrastructuur werd de bevolking verspreid en vond de industrie ipv aan de kust meer in het binnenland plaats. ? Mede door de spoorlijn tussen Xi'an en Xuzhou via Lanzhou en Urumqi naar Minas groeide de werkgelegenheid in Centraal Azie naar meer dan 1 miljoen. ? Een spoorlijn zorgt voor werkgelegenheid en en economische groei. ? Er moet complementairiteit zijn, wil er interactie komen. ? In Nepal in vanaf 1950 veel geinvesteerd in de infrastructuur. Het gebruik van de nieuwe wegen viel tegen. ? Dit kwam doordat: -de gebieden geen verhandelbaar overschot hadden -de koopkracht in de gebieden erg laag was -het gebieden met gelijkwaardige productiepakketten waren ? Eenzijdige investeringen in de infrastructuur zijn zinloos. Je moet ook investeren in fabrieken, gezondheidszorg, agrarische adviescentra, enz. ? Nieuwe infrastructuur kan ontwikkeling ook remmen. ? 1968: Nepal werd verbonden met India door de Siddharta Rajmarga-weg. ? Er vond een achteruitgang plaats van de boerenbevolking ? De groeiende import ruineerde de lokale middenstand in Nepal, ook de koopkracht daalde. ? Veel mensen trokken naar India ? In dit voorbeeld is India het centrum (het beter ontwikkelde gebied) en Nepal de periferie (randgebied) ? De schaalvoordelen in het centrum nemen toe, waardoor het steeds goedkoper wordt om massaproductie te verrichten. ? Om de economie van een periferie te krikken, is infrastructuur niet voldoende. Industrieen uit het centrumgebied moeten naar de periferie trekken en de ecomomie van de periferie zal moeten worden gestimuleerd.

REACTIES

S.

S.

ik wou je heeeeeeeel erg bedanken voor jouw uitreksels, je weet niet hoe die belangrijk die voor mij geweest zijn. Ik weet echt niet hoe ik je kan bedanken. Ik moet zeggen dat je erg goed bent in het samenvatten van al die paragrafen, iets wat ik nog echt moet leren. Ik durf ook zeker te beweren dat ik zonder jou uitreksels misschien dit jaar niet eens gehaald had, ik ben nu nl. over naar vwo 6. iets wat ik nooit had durven dromen, omdat ik heel slecht stond voor mijn aardrijkskunde. DANKJEWEL!!!!!!
als ik jou ergens mee kan helpen, stuur me dan een mail!!

22 jaar geleden

S.

S.

hoi laura, ik heb heel veel aan je werkstuk gehad, ik had een G, bedankt

sjak

22 jaar geleden

A.

A.

hallo,

Er staat hier een samenvatting van AK -vervoer en ruimtleijke ordening, ik zou graag willen weten of dat een goede samenvatting is over de stof uit een klein boekje van DE GEO.
alvast bedankt Alexander Pleij VWO4

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.