Parlementaire democratie

Maatschappijleer!
Parlementaire Democratie!
1. Wat is politiek?
Politiek: De manier waarop een land bestuurd wordt.
De belangrijkste besluiten in ons land worden genomen door de regering en parlement, zij hebben de meeste politieke macht.

Belangrijke terreinen waarover voortdurend besluiten worden genomen:
- Openbare orde en veiligheid ( meer politieagenten
- Buitenlandse betrekkingen ( uitzenden van militairen )
- Infrastructuur ( aanleg spoorwegen, autowegen en waterwegen )
- Welvaart ( zorg voldoende werkgelegenheid voor jongeren )
- Welzijn ( wegwerken van wachtlijsten in ziekenhuizen )
- Onderwijs ( gratis maken van schoolboeken )
Hiervoor betalen de burgers belasting !
Invloed op Politiek:
- Stemmen ( 80 % van de kiesgerechtigden gaan naar de stembus )
- Lid worden ( je kunt verkiezingsprogramma’s beïnvloeden en je kiesbaar stellen)
- Contact ( opnemen met politici, je kan ze zelfs een mail sturen )
- Verzoek indienen ( Bijv. als je een UMTS-mast in jouw wijk wil plaatsen )
- Media benaderen ( Krant een ingezonden brief of persbericht sturen )
- Aansluiten bij een actiegroep ( beïnvloeden de politie door te demonstrerenGreenpeace )
- Bezwaarschrift indienen of naar de Rechter stappen
- Burgerlijke ongehoorzaamheid ( Het openlijk overtreden van de wet om politici ervan te overtuigen dat een genomen besluit verkeerd is )
Democratie: Een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming.
Directe democratie: Volksstemmingen, maar slaven, vrouwen en ‘vreemdelingen’ mochten niet mee stemmen.
Indirecte democratie(Nederland): De bevolking neemt niet zelf beslissing maar laat dat over aan de gekozen vertegenwoordiger. Ook wel Parlementaire Democratie genoemd. Parlement neemt de belangrijke beslissingen.
1919: Algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht.
Vrijheid & Gelijkheid zijn de belangrijkste waarden in de Democratie.
Dictatuur ( autocratie ): Alle macht is in handen van één persoon of een kleine groep mensen.
Communisme: Arbeiders aan de macht
Fascisten: Eigen land en volk is voor hun het beste.
Religieuze Dictatuur: Gebaseerd op de Islam ( Iran )
Kenmerken Dictatuur:
1. Grondrechten worden niet beschermd
2. Geweld & onderdrukking
3. Geen vrije meningsuiting
4. Oppositiepartijen zijn verboden
5. Militairen
6. (Schijn) verkiezingen

2. Politieke Stromingen
Ideologie: Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. Aanhangers ideologie vormen een politieke stroming.
Meeste ideeën ideologie:
- Waarden en normen ( Bijv. Moet gebruik van softdrugs worden gedoogd )
- Sociaaleconomische verhoudingen ( rechtvaardige verdeling van welvaart )
- Machtsverdeling in de samenleving ( Moeten werknemers meer te zeggen hebben in hun bedrijf )
Progressief: De maatschappij willen veranderen. (vernieuwingen)
Conservatief: De maatschappij behouden. (houden bij het oude)
Reactionair: regels van vroeger terug willen.
Politiek rechts ( VVD, PVV, D66): Liberalen Vrijheid
Overheid heeft een kleine rol
Eigen verantwoordelijkheid
Politiek links ( PvdA, SP & GroenLinks ): SocialistenGelijkheid
Overheid heeft een grote rol
Recht op gelijk onderwijs,werk
Socialisten onderverdeeld in  Communisten & Sociaaldemocraten(goede sociale wetgeving)
Confessionalisme: Mensen baseren hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging. (Confessie = geloofovertuiging )
Rentmeesterschap: Mens moet goed zorgen voor de aarde waarop hij leeft.
CDA-PvdA-CU : Zijn nu aan de leiding in Nederland

3. Politieke partijen
Politieke Partij: Een groep mensen met dezelfde ideeën over een ideale samenleving. Bij hen draait het om Algemeen belang: Belang van de burgers(veiligheid, water).
Actiegroepen: Houden zich bezig met 1 bepaalde doelstelling en voeren parlementaire acties uit.
Belangenorganisaties: Behartigen de belangen van een bepaalde groep mensen. (bijv. FNV, ANWB)
Soorten partijen:
1. Ideologie-ideeën inrichting samenleving
2. One-issuepartijen- richtten zich op één aspect.
3. Protestpartijen-bestaat uit onvrede met de bestaande politiek.
4. Niet-democratische partijen-zijn sterk racistisch
Taken politieke partijen:
1. Integratiefunctie-partijprogramma( wensen en eisen vanuit Ideologie )
2. Informatiefunctie-kiezers informeren over hun standpunten
3. Participatiefunctie-burgers stimuleren om actief deel te nemen
4. Selectiefunctie-mensen die bij de politiek willen doen dat via een bestaande politiek
Politieke Partijen:
SP(Socialistische Partij): Armoede bestrijden(Bijv. Flinke verhoging van de studiebeurs voor studenten)
GroenLinks: milieuvriendelijke, duurzame energie(Bijv. Koningshuis afschaffen)
PvdD(Partij van de Dieren): dieren beschermen(Bijv. Dierenmishandeling meer en strenger aanpakken)
PvdA(Partij van de Arbeid): Eerlijke verdeling van macht, kennis en inkomen.(Bijv. Gratis kinderopvang voor 3 dagen per week)
D66: Invoering van het referendum en gekozen burgemeesters(Bijv. meer geld voor het onderwijs)
ChristenUnie: Christelijke, sociale partij.(Bijv. Abortus niet wettelijk toestaan)
CDA( Christen Democratisch Appel): Grootste confessionele partij.(Bijv. leerplicht tot 27)
VVD(Volkspartij voor Vrijheid en Democratie): samenleving individu ontplooien. ( Bijv. Ontslagrecht eenvoudiger maken ) SGP(Staatkundig Gereformeerde Partij): God behoort alle eer. Waarden en normen uit de Bijbel. (euthanasie+abortus strafbaar worden)
PVV(Partij voor de Vrijheid): (bijv. verbod hoofddoek openbare ruimtes)
4.Verkiezingen
Politici op verschillende niveaus:
1.Europees Parlement
2.De Tweede Kamer
3.De Provinciale Staten
4.De Gemeenteraden
Eisen voor het oprichten van een Politieke Partij:
- Zich officieel laten registreren bij Kiesraad
- In alle 19 kiesdistricten een kandidatenlijst en een ondertekende steunbetuiging van 30 personen inleveren
- Een borgsom van 11.250 euro betalen. Bedrag krijg je terug wanneer ze 75% van de stemmen halen die nodig is om 1 zetel te krijgen(45.000 stemmen)
Lijsttrekker: Bekendste kandidaat van de partij.
Welke Partij stem Jij ?
Kan dankzij: Standpunten, jouw belangen, strategisch en lijsttrekker.
Evenredige vertegenwoordiging: Dat alle zetels eerlijk verdeeld worden op basis van alle geldig uitgebrachte stemmen.
Kiesdeler: De hoeveelheid stemmen die een partij nodig heeft voor 1 zetel.
Zwevende kiezers: Kiezers die niet op een vaste partij stemmen maar makkelijk van partij wisselen
Kabinet: Alle ministers en staatssecretarissen samen.