De naamloze vennootschap

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1603 woorden
  • 4 februari 2009
  • 362 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
362 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1:

De naamloze vennootschap:

De openbare kapitaalmarkt: 1 geldnemer en vele geldgevers. Obligaties.
De onderhandse kapitaalmarkt: 1 geldgever en 1 geldnemer.

Taken van de directie van een NV:
- dagelijkse leiding.
- optreden namens de NV.
- Beheren van het vermogen.
- bijeenroepen en leiden van de algemene vergadering van aandeelhouders.
- het opstellen van de jaarrekening: balans, de verlies- en winstrekening + toelichting.

De algemene vergadering:

- vaststellen van de jaarrekening.
- benoemen van een registeraccountant die de jaarrekening controleert.
- het benoemen en ontslaan van de directie.
- het wijzigen van de statuten.
- het ontbinden van de NV.

Om de macht bij een bepaalde groep aandeelhouders te houden zijn de volgende dingen bedacht:
- speciale aandelen uitgeven, prioriteitsaandelen. In de statuten staat vermelden dat alleen mensen met deze aandelen bijvoorbeeld de directie mag benoemen.
- onderbrengen van aandelen bij een administratiekantoor. Zij is dan de eigenaar van de aandelen en brengt in plaats van gewonen aandelen certificaten uit. Deze hebben dezelfde eigenschappen als aandelen: verhandelbaar op de beurs en geven recht op dividend. Ze geven alleen geen recht op een stem in de algemene vergadering.

Bevoegdheden van de raad van commissarissen:
- het vaststellen van de jaarrekening.
- het benoemen en ontslaan van de directie.

- het godkeuren of verwerpen van voorstellen van de directie met betrekking tot: fusie, aandelenuitgifte en massaontslag van personeel.

6 belangrijke factoren bij de keuze van een rechtsvorm:

De aansprakelijkheid: aandeelhouder bij een NV kan nooit meer verliezen dan het bedrag voorvoor hij of zij aandelen bezit. Zakelijk en privé vermogen dus volledig gescheiden.

De leiding: bij een NV is er een volledige scheiding tussen leiding en eigendom mogelijk.

De financiering: bij de NV wordt het eigen vermogen verschaft door een groot aantal personen. Iedereen kan aandeelhouder worden.

De publicatieplicht: de NV moet een jaarrekening publiceren, bestaande uit:
De balans, de verlies- en winstrekening + toelichtingen.

De continuïteit: van een NV is zeer goed gewaarborgd omdat het eigenvermogen van een NV niet kan worden aangetast door privé-opname.

De fiscale aspecten: de winst van de NV wordt belast met vennootschapsbelasting. Deze belasting bedraagt 35%. Dividend wordt belast met 25%.

Verschil tussen een BV en NV: bij een BV worden er geen aandelen uitgegeven en zijn de aandelen niet vrij overdraagbaar. Je kunt de aandelen van een BV niet gewoon kopen op de beurs, en er vindt dus ook geen koersvorming plaats. De namen van de aandeelhouders komen bij een BV in het aandeelregister te staan. Meestal zijn deze aandeelhouders familie.

Hoofdstuk 2:

Rechten en plichten van een aandeel:

- medezeggenschap.
- beperkte aansprakelijkheid.
- recht op dividenduitkeringen.

Het maatschappelijk kapitaal of maatschappelijk aandelenvermogen is het nominale bedrag waarvoor maximaal aandelen uitgegeven kunnen worden.

Maatschappelijke aandelenvermogen
- aandelen in portefeuille
Geplaatste aandelenvermogen
- aandeelhouders nog te storten
gestort en opgevraagd aandelenvermogen

Aandelen a pari: aandelen plaatsen tegen een koers die gelijk is aan de nominale waarde van het aandeel.

Aandelen boven pari: aandelen plaatsen tegen en koers die hoger is dan de nominale waarde van het aandeel. (de winst die hierop behaald wordt heet agioreserve).

Aandelen beneden pari: aandelen plaatsen tegen een koers die lager is dan de nominale waarde van het aandeel. (verlies: disagio).
Winstverdeling:

- personeel: aandeel wordt tantièmes genoemd. Schuld op balans: te betalen tantièmes.
- de fiscus: 35% vennootschapsbelasting. Winst- vennootschapsbelasting: nettowinst. Schuld op balans: vennootschapsbelasting.
- de aandeelhouders: dividend. 25% belasting inhouding over het dividend. Nettodividend – belasting: brutodividend.
- de NV of BV zelf: vergroting van het eigen vermogen. Winstreserve. In de statuten vastgelegde winstreserve wordt statutaire reserve genoemd. Algemene reserve: ook gereserveerde winst, waar de aandeelhouders iets over te vertellen hebben.

De reserves:
De winstreserve: inhouden van winst ter vergroting van het eigenvermogen.
4 redenen om winst te reserveren:
- het financieren van de expansie van de NV. Financiering van expansie d.m.v. winstreservering: interne financiering. Geld lenen of nieuwe aandelen plaatsen: externe financiering.
- de aflossing van vreemd vermogen: vervangen van vreemd vermogen door eigen vermogen.
- vergroting van het weerstand vermogen: beter instaat eventuele verliezen op te vangen.
- dividendstabiliteit: dividend per aandeel stabiliseren. In goede jaren een gedeelte van de winst reserveren zodat deze in slechte jaren uitgekeerd kan worden. Zo kan het dividend constant blijven.

Aanwenden van winstreserve: winst in liquide vorm aanwenden voor de aanschaf van vast/vlottend kapitaal of voor het aflossen van vreemd vermogen.

- investeren: de winstserve en het eigenvermogen nemen hierdoor niet af, alleen het geld van de winstreserve, dat in de kas of bank zit neemt af. Liquide kapitaal neemt dus af terwijl vast of vlottend kapitaal toeneemt. Beiden aan de debet zijde van de balans.
- beleggen: kopen van activa, met als doel, waardestijging. Geld belegd in actieve aandelen of obligaties worden tot liquide kapitaal gerekend. Geld belegd in inactieve effecten of op een spaarrekkingen zijn vlottende kapitaal.
- aflossen van vreemd vermogen: liquide kapitaal en vreemd vermogen neemt af.

De agioreserve: ontstaat door uitgifte van aandelen boven pari. Ook hierdoor wordt de reserve zelf niet aangetast.

De herwaarderingreserve: ontstaat doordat de onderneming rekening houd met een prijsstijging van zijn activa. Als bijvoorbeeld de prijs van je inventaris stijgt zal ook je boekwaarde stijgen. Als je dus rekening houd met deze stijging ontstaat er een herwaarderingsreserve. Stijging van de boekwaarde: oud -nieuw is de herwaarderingsreserve.

Hoofdstuk 3:

Vormen van lang vreemd vermogen:

De hypothecaire lening: krijg je op onderpand van ontroerend goed.
De onderhandse lening: persoonlijk contact tussen de geldgever en geldnemer en wordt er onderhandeld over de voorwaarde van de lening.
De achtergestelde lening: lening die bij opheffing van een onderneming pas wordt terugbetaald nadat alle andere schuldeisers hun geld hebben ontvangen.

Vormen van kort vreemd vermogen:

Rekening-courantkrediet: onder de naam bank op de balans.
Het leverancierskrediet: goederen zijn al geleverd, ondernemer moet nog betalen. (crediteuren).

Het afnemerskrediet: de afnemer betaald de ondernemer vooruit.
Koop op afbetaling: iets kopen en in termijnen afbetalen.
Huurkoop: wordt men pas eigenaar als alle termijn bedragen betaald zijn.

Voorzieningen:

Bijzondere vorm van vreemd vermogen zijn voorzieningen: bijzonder omdat voorzieningen geen schulden zijn. Voorzieningen zijn toekomstige uitgave waarvan de omvang en het tijdstip ontbekend zijn. Voorbeeld van een voorziening tot het kort vreemd vermogen: onderhoudsvoorziening.
Voorbeeld van een voorziening tot het lang vreemd vermogen: pensioenvoorziening.

Obligatie lening: schuldbewijzen aan een NV. Verschil met een aandeel: aandelen zijn eigendomsbewijzen en obligaties schuldbewijzen. Obligaties leveren geen stemrecht op.
De koersen van een obligatie schommelen haast niet, omdat de interestopbrengst van een obligatie vast ligt.

Hoofdstuk 4:

Vaste activa: langer dan 1 jaar mee. In het algemeen wordt er afgeschreven op deze activa.
Materiele activa: gaan langer dan 1 jaar mee en zijn tastbaar.
Immateriële activa: niet tastbaar, kosten die voor meerdere jaren gemaakt worden. Goodwill en vergunningen. Bedrag dat bij overname meer wordt betaald dan het eigen vermogen wordt goodwill genoemd.
Financiële activa: uitlening van geld op lange termijn. Staan op de debet kant onder leningen u/g.

Maar ook aandelen, die een onderneming koopt bij een andere onderneming om zo zeggenschap te krijgen in het bedrijf. Deze worden niet binnen 1 jaar verhandeld dus zijn het financiële vaste activa.

Sale en lease back: duurzame productie middelen die in bezit zijn van de onderneming verkopen aan een lease maatschappij en ze vervolgens weer terug leasen. Zo beschikt de onderneming voor tot liquide middelen.

Vlottende en liquide activa:

Vlottende activa: omloop tijd is korter dan 1 jaar. Voorraden goederen, debiteuren, nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen.

Hoofdstuk 5:

Presentatie van de cijfers:

Een balans die voor intern gebruik bedoeld is wordt meestel afgestemd op de wensen van het management.
Verslaggeving naar buiten komt op de externe balans.

En grote NV of BV is verplicht een registeraccountant in te schakelen om de gegevens te controleren.
Daarnaast controleert de overheid bedrijven. En belastingdienst en de economische controle dienst controleren geregeld.

Extern verslag van cijfers van ondernemingen die tot 1 concern horen heet consolidatie.

Taken van het management:
- ontwikkelen van beleid: doelstellingen vaststellen, welke activiteiten er ondernomen moeten worden.
- organiseren: middelen verdelen over activiteiten.

- besturen: beïnvloeden van het gedrag van de werknemers. Motieveren met extra geld.
- controleren: d.m.v. van behaalde doelstellingen en cijfers.

Hoofdstuk 6:

Een onderneming is liquide als ze haar kort vreemd vermogen op tijd kan aflossen uit het liquide en vlottend kapitaal.

Current ratio: berekend de liquiditeit van een onderneming:
Current ratio: LA+VLA / KVV
Bij een getal grote dan 1 is de onderneming theoretisch gezien liquide. In de praktijk bij een getal groten dan 1,5.

Quick ratio: geeft aan of de onderneming snel liquide kan zijn.
Quick ratio: LA+VLA-VOORRADEN / KVV
Je kunt je voorraden immers niet altijd binnen 2 weken verkopen.

Een onderneming die solvabel is kan bij opheffing aan al haar verplichtingen voldoen. Ze moet als haar vreemd vermogen terug kunnen betalen uit haar bezittingen.

Solvabiliteitsratio: TV/VV
Bij een uitkomst groter dan 1 is de onderneming solvabel.
In de praktijk bij ong. 1.5.


Debt ratio: EV/VV

Rentabiliteit:
Verhouding tussen de beloning voor de verschaffers van geld en het door hen gemiddelde beschikbaar gestelde vermogen.

Beloning verschaffen eigen vermogen/ gemid. Eigen vermogen x 100%.

Bij een NV wordt het eigenvermogen beschikbaar gesteld door de aandeelverschaffers en is dus de winst hun beloning. De formule is dan:
Nettowinst/ gemiddelde eigen vermogen x 100%.

Gemiddelde ev: ev beginbalans+ ev eindbalans : 2

Rentabiliteit van het totale vermogen:
Beloning verschaffers ev/gem totaal vermogen x 100%.
Of
Nettowinst+ interestkosten/ gem totaal vermogen x 100%.

REV= NW/GEV x100%
RTV= NW+IK/GTV x100%

Het hefboomeffect: het effect dat verandering van het vreemd vermogen heeft op de rentabiliteit van het eigen vermogen wordt het hefboomeffect genoemd. Als bijvoorbeeld het rente % voor de verstrekkers van vremd vermogen afneemt. Ontstaat er meer winst. Waardoor het % van de verstrekkers van het eigen vermogen dus omhoog gaat.

Cashflow= bruto dividend+ingehouden winst+afschrijvingen.

Of
Cashflow=nettowinst+afschrijvingen.





REACTIES

N.

N.

Een uitstekende samenvattingen!

13 jaar geleden

X.

X.

Erg goed bruikbaar, mijn complimenten!

13 jaar geleden

A.

A.

Bedankt voor deze samenvatting ik heb er erg veel aan gehad, jammer van de spellingsfouten maar ja je kan niet alles hebben.

13 jaar geleden

K.

K.

GOH hee, dankjewel. Echt supertof dit, dit is precies wat ik nodig heb, en kijk is wat ik zo maar even tegenkom op het internet. HIHI, echt geweldig dit. Nu ga ik dit lekker leren, zodat ik morgen een supergoed punt haal voor mijn proefwerk. Wat zullen mijn ouders trots zijn. GROETJES, WESTSIDE!
HIHI

13 jaar geleden

A.

A.

Nettodividend

13 jaar geleden

A.

A.

Er staan heel veel fouten in deze samenvatting. Check je boek eerst van te voren!

13 jaar geleden

H.

H.

Misschien is het handig om dan aan te geven WAT fout is?

12 jaar geleden

H.

H.

Met behulp van dit samenvatting toch een 8 gehaald. Het enige wat fout is, wat ik er uit kon halen is dat de dividendbelasting 15% is en NIET 25%

12 jaar geleden

B.

B.

Welke methode van M&O heb je hiervoor gebruikt?

12 jaar geleden

G.

G.

heel veel fouten je kan beter een andere zoeken voor je stomme foute op de toets maakt.


bv : verschil bv en nv is dat er bij een bv geen aandelen worden uitgegeven ?? dat doet een bv wel maar deze zijn niet vrij verhandelbaar.

cijfers als dividendbelasting en vennootschapsbelasting kloppen niet

11 jaar geleden

A.

A.

Hij klopt wel;)
alleen inderdaad dat de bv ook aandelen uitgeeft maar niet vrij.
en de dividendpercentage's kunnen altijd verschillen dus klopt ook

11 jaar geleden

B.

B.

Vennootschapsbelasting kan oplopen tot 25% (dus bedraagt geen 35%!) en de dividendbelasting kan verschillen maar de nv is verplicht om 15% dividendbelasting in te houden op het dividend.
Verder echt enorm handige samenvatting, dat helpt altijd!

11 jaar geleden

J.

J.

lol nettodividend-dividendbelasting=brutodividend misschien moet je dan toch nog wen keer je boek raadplegen

10 jaar geleden

J.

J.

Hele slechte samenvatting, veelste veel fouten

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.