Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Begeleiden 309

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas mbo | 1504 woorden
  • 4 februari 2009
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
37 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Sociaal-agogisch

Boek: Begeleiden 309

Hoofdstuk 1: Begeleidingsbehoefte nader bekeken

1.1 Inleiding

Leerdoelen, je kunt:
· Beschrijven wat behoeften zijn en hoe ze ontstaan
· Begeleidingskenmerken benoemen voor de kinderopvang, het basisonderwijs en de begeleiding van verstandelijk gehandicapten

1.2 Geschiedenis van het begeleiden

Begeleiden heeft zich ontwikkeld vanuit:
· Het perspectief van de gezondheidszorg
· Het perspectief van de welzijnszorg


1.2.1 Begeleiden vanuit het perspectief van de gezondheidszorg

Tot ongeveer 50 jaar geleden bestond de gezondheidszorg uit artsen en verpleegkundigen, toen nog geneesheren en verpleegsters genoemd. De geneesheren zorgden voor de feitelijke behandeling. De verpleegsters deden de rest. De zorg was op deze manier verdeeld in de algemene ziekenhuizen, in psychiatrische ziekenhuizen en ook in wat toen nog zwakzinnigenzorg heette. Verpleegkundigen kregen het steeds drukker, ze stootten taken af. Er kwam apart personeel voor de schoonmaak en de zorg voor de voeding en ook het ‘bezighouden’ van patiënten werd overgelaten aan anderen. Zo hebben zich de afgelopen decennia in rap tempo tientallen nieuwe functies en beroepen ontwikkeld op het gebied van behandeling en begeleiding.

1.2.2 Begeleiden vanuit het perspectief van de welzijnszorg

De eerste beleidsmatige aandacht van de overheid voor welzijn dateert uit de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk waren de activiteiten gericht op club- en buurthuiswerk, ouderenwerk en volksuniversiteiten. Net als bij de activiteitenbegeleiding lag het accent aanvankelijk op de ‘normale’ zingeving en vrijetijdsbesteding. Dat accent verschoof langzaam in de richting van begeleiding van mensen voor wie het een probleem was in de samenleving te functioneren. Aan het eind van de vorige eeuw werden steeds meer psychiatrische ziekenhuizen en instellingen voor gehandicapten werden ontmanteld. Dit had als gevolg dat veel meer mensen die lang in een instelling hadden gewoond, deel gingen uitmaken van de samenleving. In het algemeen ging dat niet zonder meer of minder intensieve begeleiding. En zo komen we op het punt waar welzijn en gezondheidszorg elkaar ontmoeten bij de begeleiden van cliënten.

1.2.3 De innige vriendschap tussen welzijn en zorg

Samenwerking bij begeleiding tussen zorg en welzijn blijkt uit:
· Beleidsmatige aanpak overheid
· Eindtermen beroepsopleidingen
· Het wegvallen van de ‘muren’

Beleidsmatige aanpak overheid
Het duidelijkst blijkt de integratie van zorg en welzijn uit de organisatie van het ministerie dat ervoor verantwoordelijk is: dat van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De organisatie is niet meer verdeeld in aparte afdelingen voor gezondheid en welzijn, maar in integrale beleidsgebieden. Een ander voorbeeld van integratie en welzijn is de landelijke koepelorganisatie: het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Ook bij deze belangrijke organisatie zijn de beleidsgebieden zorg en welzijn geïntegreerd.

Eindtermen beroepsopleidingen

Ook uit de eindtermen van de opleidingssector welzijn blijkt de inzetbaarheid in beide sectoren. Zo wordt de sociaal-pedagogisch werker op niveau 3 opgeleid voor de kinderopvang (welzijn) én voor de zorgsector: instellingen voor gehandicaptenzorg en bijvoorbeeld voor psychiatrische instituten.

Het wegvallen van de ‘muren’
Intramurale zorg à Wanneer de begeleiding binnen de muren van een instelling wordt gegeven.
Extramurale zorg à Wanneer de begeleiding buiten de muren van een instelling wordt gegeven, bijv. de huisarts, de tandarts, wijkgezondheidscentra enz.

Semimurale zorg à Wanneer de begeleiding binnen de muren van een instelling wordt gegeven, zonder dat de cliënt opgenomen wordt of binnen de instelling gaat wonen.
Transmurale zorg à Wanneer de begeleiding buiten de muren van een instelling wordt gegeven, dus bij de cliënt thuis.

1.2.4 Begrippen begrepen

Begrippen bij begeleiden:
· Behandelen
· Verzorgen
· Zorg
· Verplegen
· Hulpverlenen
· Begeleiden

Behandelen à heeft betrekking op medische zorg door een arts, bijv. huisarts, specialist in het ziekenhuis of een psychiater, psycholoog en orthopedagoog. Men spreekt ook van behandeling bij de zorg die in het directe verlengde ligt van de medische zorg. Het gaat dan om paramedische behandelingen als fysiotherapie, ergotherapie en logopedie.

Verzorgen à algemene betekenis: iemand ondersteunen of allerlei zaken voor iets regelen. In gezondheidszorg ook specifieke betekenis: de dagelijkse verzorging van cliënten of het ondersteunen daarbij.


Zorg à alle activiteiten van alle beroepsbeoefenaren in deze sectoren.

Verplegen à verzorging, maar daarnaast ook ziekte en alles wat daarmee samenhangt.

Hulpverlenen à algemene betekenis: gericht op mensen die ergens hulp bij nodig heeft. Specifieke betekenis: meestal gericht op geestelijke en sociale hulp.

Begeleiden à het geheel van activiteiten die je beroepsmatig uitvoert om een cliënt te helpen bij de oplossing van zijn probleem.

1.3 Wat behoeften zijn en hoe ze ontstaan

Ergens behoefte aan hebben, wil zeggen dat je iets nodig hebt.
Behoeften ontstaan vanuit:
· Je binnenste
· Je omgeving

Drie soorten innerlijke behoeften:
· Basisbehoeften die ieder mens heeft
· Ontwikkelingsgebonden behoeften
· Situationele behoeften

1.4 Basisbehoeften die ieder mens heeft

Piramide van Maslow:
Niveau 1 à fysiologische behoeften: dit zijn de primaire levensbehoeften, zoals eten, rust, slaap, seks en beweging.
Niveau 2 à behoefte aan zekerheid: structuur, stabiliteit, veiligheid, vertrouwen, duidelijkheid, en een ‘eigen’ plek hebben.
Niveau 3 à sociale behoeften: aanhankelijkheid, liefde, geen eenzaamheid, affectie, ‘ergens bij horen’.

Niveau 4 à behoefte aan respect: respect voor anderen en jezelf, succes, kennis, erkenning en status.
Niveau 5 à zelfverwerkelijking: wijsheid, spontaniteit, ‘goed in je vel zitten’.
Een mens zal in behoeften op een lager niveau moeten voorzien voordat hij toekomt aan behoeften op een hoger niveau.

1.5 Ontwikkelingsgebonden behoeften

Aspecten van ontwikkeling:
· Motorische ontwikkeling (heeft betrekking op bewegen en alles wat daarmee samenhangt.)
· Verstandelijke ontwikkeling (heeft betrekking op de manier waarop de verstandelijke functies zich ontwikkelen.)
· Sociaal-emotionele ontwikkeling (heeft betrekking op de manier waarop de mens zich ontwikkelt in relatie tot zichzelf, in samenhang met zijn omgeving.)

Ontwikkelingstempo van kinderen:
Kinderen hebben een veilige, warme, liefdevolle omgeving nodig waarin ze positieve, stimulerende aandacht krijgen.

1.6 Van begeleidingsbehoefte naar begeleidingsactiviteit

Activiteiten koppelen aan behoeften:
· Leidt elke behoefte tot een begeleidingsactiviteit?
· Wie bepaalt dat?

· Hoe bepaal je dat?
· Welke valkuilen kom je tegen?

Leidt elke behoefte tot een begeleidingsactiviteit?
NEE! Niet elke behoefte leidt vanzelfsprekend tot een begeleidingsactiviteit. Behoeftentheorieën zijn slechts hulpmiddelen.

Wie bepaalt dat?
De cliënt zelf bepaalt de behoefte. (meestal onbewust).

Hoe bepaal je dat?
Dat doe je aan de hand van:
· Je eigen kennis van behoeftentheorieën als referentiekader
· Intake- en andere gespreken
· Gerichte observaties
· Overleg met de cliënt of dienst vertegenwoordigers en collega’s.

Welke valkuilen kom je tegen?
Valkuilen bij het bepalen van activiteiten:
· Verstoring van het evenwicht
· Te veel accent op problemen
· Wat goed gaat, heeft onderhoud nodig

Hoofdstuk 2: Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten

2.1 Inleiding


Leerdoelen, je kunt:
· Cliënten begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten in drie werkvelden.

2.2 Begeleidingsbehoefte in de kinderopvang.

Omgevingskenmerken: de context waarin de begeleiding zich afspeelt.
Bij de kinderopvang worden twee leefmilieus onderscheiden:
Eerste milieu: het milieu waarin het kind thuishoort en opgevoed wordt.
Tweede milieu: de kinderopvang en later de school.

2.2.1 Basisbehoeften in de kinderopvang

In de leeftijd van 0 tot 4 jaar ligt het accent op de volgende basisbehoeften:
· Niveau 1: fysiologische behoeften (eten, rust, slapen, beweging, wassen, aankleden, toiletbezoek)
· Niveau 2: behoefte aan zekerheid en veiligheid (structuur, stabiliteit, veiligheid, vertrouwen, duidelijkheid)
· Niveau 3: behoefte aan affectie, liefde, genegenheid
· Als de peuter ouder wordt, komt hij/zij ook toe aan niveau 4: leren, respect

2.2.2 Specifieke begeleidingsbehoefte


Specifieke begeleidingsbehoeften in de kinderopvang, zijn die gericht op:
· Ontwikkeling
· Opvoeding

Opvoeden is:
Het begeleiden van kinderen bij hun lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling met als doel dat ze zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk kunnen functioneren in de maatschappij.

In verband met de kinderopvang en de peuterleeftijd bespreken we nog twee aspecten van de opvoeding die extra aandacht nodig hebben:
· Afstemming met de ouders of andere verzorgers
· Ontwikkeling van het geweten

2.2.3 Activiteiten in de kinderopvang

Bij de activiteiten hanteren we de volgende indeling:
· Doelen
· Repertoire:
o Middelen
o Activiteiten

Doelen van activiteiten in de kinderopvang:
· Het leren voorzien in eigen basisbehoeften
· Het stimuleren van de motorische ontwikkeling
· Het stimuleren van de verstandelijke ontwikkeling
· Het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling
· Het bieden van ontspanning


Activiteiten kinderopvang:
· Individueel of groepjes
· Gericht op spel
· Meer doelen

2.3 Begeleidingsbehoefte in het basisonderwijs

2.3.1 Basisbehoeften in het basisonderwijs

In de leeftijd van 4 tot 8 jaar ligt een begeleidingsaccent op de volgende basisbehoeften:
· Niveau 1: fysiologische behoeften (stimuleren van bijv eten, rust en hygiëne)
· Niveau 2: behoefte aan zekerheid en veiligheid
· Niveau 3: behoefte aan affectie, liefde en genegenheid
· Niveau 4: behoefte aan respect en erkenning

2.3.2 Specifieke begeleidingsbehoefte

De specifieke begeleidingsbehoefte in het basisonderwijs zijn gericht op:
· Ontwikkeling
· Onderwijs
· Vorming

2.3.3 Activiteiten in het basisonderwijs

Bij de activiteiten hanteren we de volgende indeling:

· Doelen
· Repertoire
o Middelen
o Activiteiten

De specifieke begeleidingsbehoeften in het basisonderwijs zijn gericht op:
· Stimuleren van het voorzien in eigen basisbehoeften
· Stimuleren van de motorische ontwikkeling
· Stimuleren van de verstandelijke ontwikkeling
· Stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling
· Het bieden van ontspanning

Activiteiten basisonderwijs:
· Individueel of groepjes
· Gericht op spel én leerdoelen
· Vaak meer doelen

2.4 Begeleidingsbehoefte in de gehandicaptenzorg

Lichamelijk of verstandelijk gehandicapt

Differentiatie in verstandelijke handicaps:
· Licht gehandicapt
· Matig gehandicapt
· Ernstig gehandicapt


Woonvormen voor verstandelijk gehandicapten:
· Thuis
· In een instelling
· Gezinsvervangend (te)huis (GVT): woongroep van circa tien matig tot licht gehandicapten
· Kindergezinsvervangend (te)huis: voor kinderen die overdag naar het speciaal onderwijs gaan
· Begeleid zelfstandig wonen (BZW): voor licht gehandicapten met enkele uren begeleiding per week
· Sociowoningen: woongroepen op of bij het terrein van een instelling

2.4.1 Basisbehoeften van verstandelijk gehandicapten

Alle behoeften volgens Maslow zijn voor verstandelijk gehandicapten volledig van toepassing.

2.4.2 Ontwikkelingsgerichte behoeften

Ontwikkelingsgebieden bij verstandelijk gehandicapten:
· Motorische ontwikkeling
· Verstandelijke ontwikkeling
· Sociaal-emotionele ontwikkeling

2.4.3 Specifieke begeleidingsbehoeften en activiteiten:

Specifieke begeleidingsbehoeften van verstandelijk gehandicapten gericht op leven:
· School

· Werken
· Wonen
· Zinvolle vrijetijdsbesteding

Bij wonen zijn je activiteiten gericht op onder andere:
· Ondersteuning bij het creëren en instandhouden van een veilige omgeving
· Stimuleren van het zelf verzorgen van die plek
· Ondersteuning in het omgaan met de gemeenschappelijke ruimten
· Advies geven waar de pupil om vraagt

REACTIES

N.

N.

kan het niet in makkelijkere woordenn..

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.