Hoofdstuk 2 en 4

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2052 woorden
  • 4 februari 2009
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting KCV hoofdstuk 2&4

Hoofdstuk 2, De Griekse kunst.

Het vak beeldhouder is een technè (kunst en vakmanschap)

In Olympia waren veel beelden van beroemde atleten en bepaalde steden hadden schathuizen opgericht waarin burgers geschenken aan Zeus konden opstellen.
Ook begraafplaatsen stonden vol met beelden.
Op het agora (groot plein in het centrum van de stad) waren openbare huizen met beelden van beroemde burgers. Officiële besluiten werden in stenen gehakt(agora).

Steden gaven door reliëf of beelden het gevoel van trots., door mythologische gevechten weer te geven.

Een sculptuur gaf de allure aan de stad en herinnerde burgers aan goden en roem.

De Argaïsche Periode (ca. 650-480)
Rond 650 v/Chr begonnen de Grieken met het maken van monumentale sculpturen, beelden uit marmerblokken die werden voorbewerkt bij het opgraven.
De vereiste techniek hadden de Grieken van de Egyptenaren geleerd, die die techniek al in de 8e eeuw v/Chr gebruikte.
Er waren dus ook verschillen: - Egyptenaren hadden rugsteun of stonden tegen de muur.
- Griekse beelden hadden een voetstuk
- Egyptische sculpturen ontwikkelde zich nauwelijks

De grieken maakte beelden van mannen: koeros (koeroi) en vrouwen: korè (korai)
Kenmerken koeroi
-naakt, rechtopstaand
-een been iets naar voren (verdeeld gewicht)
-gestileerd, repeterende vormen
-armen langs het lichaam, vuisten gebald
-kijkt recht voor zich uit (frontaal)
-ronde kralen als lange krullende haren
-Archaïse glimlach (expressieloos), hoge jukbeenderen, bolle amandelvormige ogen
-Kleurrijk (polychroom)

Kermerken korè

-tot in de 4e eeuw gekleed
-gestyleerde kleding, plooien hangen stijf
-peplos en chiton, eventueel himation
-polychroom, vaak met juwelen
-haren in tressen over de schouder

De kririosjongen uit ca. 480 laat zien dat er vorderingen zijn gemaakt. Hij komt uit Athene, gevonden uit het perzenpuin. Die werd gebruikt als onderdeel van het herstelde plateau van de Acropolis, want het beeld was toch al verwoest.

De Klassieke periode (ca. 480-323)
De eerste 30 jaar word de strenge stijl, idealisme, genoemd.
-ogen liggen diep in de kassen
-oogleden zijn dik
-zware, stoere kin
-haar is zeer gestileerd
-droefgeestige blik
-neus loopt door tot voorhoofd

Vanaf het eind van de 6e eeuw maakte de Grieken beelden van brons. De Romeinen maakte later kopieën van dezen met marmer, maar daar had je wel weer een stud nodig, in tegenstelling to het brons.

Het gieten van bronzen beelden:
Indirecte methode (meest gebruikte)

-er werd een beeld van kneedbaar materiaal werd gemaakt
-hiervan werd een mal gemaakt
-binnenkant van de mal werd bekleed met was
-de mal wordt geplaatst over een grof gevormd kleibouwsel
-bij verhitting loop de was eruit
-in vrijgekomen holte werd gesmolten brons gegoten.
>als het mislukt, heb je nog wel een mal

Directe methode
-de uitgewerkte kleisculptuur werd na drogen bedekt met een waslaag
-hieromheen werd een mantel van gips en gravel gezet
-bij verhitting loopt de was weg
-in de ontstaande holte werd het gesmolten brons gegoten
-de mantel wordt afgebroken
>als het mislukt moet je alles opnieuw maken.

In 1972 werden van de zeebodem bij de kust van Zuid-Italië vlakbij Riace twee grote bronzen mannenbeelden opgevist. De details waren zeer goed bewaard gebleven.
-tanden en oogharen van zilver

-lippen en tepels van roodkoper
-ogen van ivoor en glaspasta
-natuurlijke lichaamshouding, heupen op ongelijke hoogte
-linker arm gespannen, rechter ontspannen, dus ongelijke schouderhoogte
-er zat een kromming in de rug: s-curve: contraposto
De twee beelden kwamen uit verschillende tijden

>Rond 450 was was de beeldhouwer Polistus in staat de juiste verhoudingen van evenwicht tussen beweging en rust te maken (heupen en hoofd waren bv gedraaid).

>Ook het fries van het Parthenon was een hoogtepunt van de klassieke bouwkunst, waarbij het genie van Phidias herkenbaar is.

Aan het eind van de 5e eeuw ontstond de natte stijl: lichaamsvormen vormen zich duidelijk door de kleding heen.

In de 4e eeuw zorgde Praxiteles voor een omwenteling: hij maakte het eerste naakte vrouwenbeeld, van Aphrodite. Er zijn veel kopieën door Romeinen van gemaakt.
Het Hellenisme (ca. 323-27 v/Chr)
>Aan het eind van de vierde eeuw onderging Griekenland veel politieke,

economische en sociale veranderingen.
>Philippus, koning van Macedonië, kreeg steeds meer macht.
>Zijn zoon, Alexander de Grote, zette dit voort. Hij streef naar een vermenging van de
Griekse en Perzische cultuur.
>Hij trouwde met de Perzische prinses Roxana.
>Het rijk viel na zijn dood, 232 (33 jaar), uiteen.
>Het Hellenisme is de periode van de Griekse cultuur van de dood van Alexander tot -
aan Augustus, de eerste Romeinse keizer.

Sinds Alexander de Grote verdween de geslotenheid en bescherming die de polis de stad gaf. Er ontstond een stek individualisme.
-beeldhouwers krijgen meer aandacht voor de persoonlijke trekken van de mens
-de serene rust v.d. klassieke beelden verdwijnt en men krijgt meer oog voor verschillende omstandigheden
-er worden nu ook oude mensen, kinderen en niet-Grieken afgebeeld
-emoties krijgen meer nadruk.


We kunnen vier stijlen onderscheiden:
1.Realisme
‘niet mooier dan het is’ -maken
2.Barok-achtig
emoties en dramatiek d.m.v gezichtsuitdrukkinge, veel details en vaak grote mannen.
3.Rococo-achtig luchtige speelse stijl vol humor en erotiek, vaak spelende kinderen.
4.Classicisme
beeldhouwers laten zich inspireren door de sculptuur van de klassieke periode en bootsen deze na.

Hoofdstuk 4, De Romeinse kunst.
De Romeinse Architectuur
Romeinen waren de eerste die veel beton gebruikten (opus ceamenticum).
Beton= bindmiddel + stenen

Troep (stenen enzo) + bindmiddel (gebrande kalk en vulkanische aarde met water) = beton

De Romeinen bekleedden hun bakstenen muren met gips of marmer, om ze te beschilderen.

Constructie 1 kan veel minder gewicht dragen dan constructie 2.

Constructie 2 = ontlastingsboog

1. kruisgewelf
2. Tonggewelf
3. Koepel

De Romeinse Bouwwerken
Typisch Romeinse bouwwerken
-Halfzuil
-Pilaster rechthoekige halfzuil
-Exedra’s
-Rustica onbewerkte blokken natuursteen (stoot-vast)

Typisch Romeinse Bouwwerken

• Tempel
-Staat op een verhoging waaop je maar op een kant erop kan gaan
(-Griekse tempels hebben aan alle kanten trappen)

• Theater
-aanpassing op het Griekse model:

• Amfitheater

-2 tegen elkaar geschover theaters
-bekendste theater= Collosseum
-marmer en stenen waren uit het Collosseum gehaald(gaten)

• Triomfboog


-Opgericht als herdenkingsteken van een generaal die tot een belangrijke overwinning of verovering had geleid
-Boog van Titus
-Boog van constatijn

• Mausoleum

-Mausolus, koning van Carië (Turkije), liet in de 4e eeuw v/Chr een grafmonument voor zichzelf bouwen.
-Ook keizer Augustus en keizer Handrianus volgden.
-in de 5e eeuw werd het graf omgebouwd tot een burcht: Engelenburcht, van Gregorius de Grote.

• Thermencomplex
Keizer Caracalla (211-217) bouwde dhet op een na grootste thermencompex van Rome. Marmeren wanden, zuilen, banken en mozaïeken vloeren. Nu: opera’s.

• Basilica
-Grote hal voor: handel, geldzaken en rechtszaken.
-Groot dak ondersteund door zuilen
-Bekend: Basilica Julia en de Basilica van Mexentius en Constatijn
-Toen het Christendom in 394 een staatsgodsdienst werd onder Theodosius, werden steeds meer basilica gebruikt voor Christelijke bijeenkomsten: vroegere kerk.

• Triomfzuil

-Zuil met reliëfs opgericht door keizer Trajanus. Het is ook zijn graf.
-Er is er ook zo een van Markus Arelius

De Romeinse Schilderkunst
Villas waren vaak zonder ramen, in plaats daarvan hadden de muurschilderingen. Deze werden geplaatst in het midden van de muur: figuurstuk. De schilderingen waren kopieën van de Grieken, maar de Griekse zijn weinig bewaard gebleven.

De Grieken streefde naar
> natuurgetrouwde weergave van mens en natuur
> verkorte weergave van lichamen en Clair-obscuur effecten
> uitbeelding van emoties en de werking van perspectief

‘Pompejaanse’ schilderkunst
In Rome en in door de Vesuvius bedolven steden en villa’s in Campanië zijn Romeinse schilderingen teruggevonden.
Veel muurdecoraties zijn in Pompeji opgegraven.

4 stijlen Romeinse schilderkunst
I.200 – 90
Blokken met verschillende kleuren marmer
II.90 - 20/15
Architecturele landschappen, veel doorkijkjes (met perspectief)
III.20/15 - 40/45

De muur sluit zich af. Wel acrchitectuur elementen, maar niet irreel door sierlijkheid. Zuilen dienen hierbij om vlakken te onderscheiden, die dienen voor paneeltjes met stillevens, mythologische en Egyptische motieven.
IV.45 – 100
Reële architectuur, met patronen. Vaak omrand door wanttapijt. Veel kleine figuurtjes en maskertjes.
In bijvoorbeeld winkels is dat niet zo met die stijlen.

Het Reliëf Bij De Romeinen
Romeinen wilde graag specifieke historische gebeurtenissen op hun monumenten vereeuwigen= historisch reliëf.
Beroemde historische reliëfs uit Rome:
-De Ara Pacis, het altaar van de vrede, van Augustus uit 9 v/Chr
-De titusboog, na zijn dood opgericht (verovering Jeruzalem, triomftocht en opname onder de goden) 81 n/Chr
-De boog van Constatijn, reliëfs van oudere monumenten afkomstig, 312-315

In Rome staan 2 zuilen met een soort beeldroman reliëfstroken eromheen:
-Zuil van Trajanus, met voetstuk 40 meter hoog, in 113 opgericht. 200 meter lang scènes uit de oorlog van Trajanus tegen de Daciërs.
-Zuil van Marcus Aurelius, uit 161-180, krijgverrichtingen tegen Marcomannen en andere noordelijke volkeren. Dierper uitgehakt maar techinis minder danTrajanus.


Vanaf de 2e eeuw was het de gewoonte je in een sarcofaag te laten begraven. Deze waren versierd met reliëfs.

Portretten
>Griekse portretten waren vaak van beroemde mensen, ze waren geïdealiseerd.
>Romeinse portretten waren realistisch en voor iedereen

Burgerportretten
>De Errusken maakten in tegenstelling tot de Grieken realistische portretten.
>Patrische families maakten een wassen masker van hun voorouders om in het atrium op te stellen en processies mee te voeren
>De boven genoemde factoren lijs dat Romeinse portretkunst radicaal anders was dan de Griekse sculptuur. Daar ging het niet om individuen, maar om meerdere mensen.
>Ook vrijgelaten slaven lieten portretten maken. Ze spaarde en waren lid van een soort begrafenisgilde.
Keizerportretten
>We herkenen keizen a.d.h.v. munten.
>Vroegere keizers maakten gebruik van een geïdealiseerd realisme: je herkent >persoonlijke trekken, maar wel mooier gemaakt. (Augustus was op zijn 40e nog afgebeeld als een jongeman)
>latere keizers laten krachtigere portretten maken om gezag uit te stralen.

>totdat het in de late oudheid er niet meer toe deed of een portret natuurgetouw is.

Vrouwenportretten
>met name te dateren door hun modieuze kapsels.

Klassiek= periode van de 5e eeuw v/Chr
Classicistisch= nabootsten van klassiek, 18e eeuw n/Chr


Boekje ‘ Klassiek bouwen'

Waarom men eeuwenlang Griekse en Romeinse kunst overnam
-Bewondering voor wat ze hadden bereikt op verschillende gebieden
-Waardering voor klassieke gebouwen (stevig en mooi)
-Men hoefde een paar eeuw geleden niet perse vernieuwing
-Klassieke vstijl had status om almacht te onderscheppen
-De studie van architectuur was gebaseerd op een boek, van een Romeinse architect uit de 1e eeuw v/Chr

Periodes dat de klassieke architectuur overheersend was in Europa:
700-200 De oude Grieken
200-400 De Romeinen

1450-1600 Renaissance na de middeleeuwen klassiek terug
1600-1800 Barok vrije toepassing (klassieke) elementen
1750-1900 Neoclassicisme nieuwe idealen uitdrukken
1920-1940 Totalitair
Vanaf 1980 Postmodernisme

Tempels
Stijlen Griekse tempels
-Dorisch
Zuil direct op stylobaat
Canneclures
Trigliefen en metopen op het fries >mannen
-Ionisch
Zuil met basis
Aantal canneclures groter
Krullen bovenkant zuil
Doorlopend fries
Voluten >vrouwen
-Corintisch
Hetzelfde als Ionisch, maar dan mooier
Blaadjes op de voluten

Een I. oogt anders dan een D. door de proporties (verhoudingen).
Gulden snede= praktische methode om een gebouw te proportioneren.

Tempelbouw:

3000 jaar geleden alleen houten tempels
7e eeuw v/Chr steen toegevoegd
6e eeuw v/Chr alleen stenen tempels

De Romeinen bedachten een vatiant op de Dorische orde: de Toscaande orde.
Ook hadden ze een mengvorm van 2 orden bedacht: de Composietorde.

Varianten op zuilen
-‘Salomonszuil’ kurkentrekkervorm
-Halfzuil
-‘Cariatide’ met vrouw
-Alant mannelijke Cariatide
-Pilaster vierkante halfzuil
-Pilasterbundel pijler
-‘Franse’ zuil met horizontale banden of blokken

Plafonds
>Griekse gebouwen hadden platte plafonds, vaak voorzien van vierkante
verdiepingen(cassetten) die fraaie schaduwwerking op konden leveren.
>Later wordt in cassetteplafonds het schaakbordpatroon ingeruild voor een veel
ingewikkelder lijnenspel.

Door met een tongewelf en koepel te bouwen is het mogelijk grote gebouwen zoals het pantalon te maken.


Door model B is de
Sint Pieter in Rome
gebouwd.

Muren
Grieken bouwde tempels van natuursteen > moest goed op elkaar passen voor gladde muren > voor gewone bouwwerken was dit te duur.

De Romeinen bouwden hun muren van beton en baksteen dat werd gedekt met marmer of kalk. Daarop werden weleens reliëfs op aangebracht.

Rustica= Het benadrukken van de stenen opbouw van de muur (of de muur nu echt van stenen gebouwd is of niet) met als doel het gebouw er zo robuust mogelijk uit te laten zien.

In de Renaissance en vooral in de Barok vinden ze een rechte muur niet zo interessant meer. Men probeert zoveel mogelijk diepte- en schaduwwerking te krijgen.

Driehoeken
Geveldriehoek / tympaan / tympanon / fronton

Deuren, vensters en andere omlijstingen
Voluut: (krul) komt behalve in het Ionische en Corinthische kapiteel ook voor als verbinding tussen een verticaal en een horizontaal vlak. De voluut is dan meestal meer van decoratief dan van constructief belang.

Symmetrie

Een klassiek gebouw is altijd symmetrisch.
In de Renaissance vond men een gebouw pas volmaakt als je er minimaal acht symmetrielijnen in kon ontdekken.
Ook aan de voorkant van een klassiek gebouw is symmetrie terug te vinden. (Niet alleen in zijn geheel, maar ook op onderdelen)

Decoratie
Elke orde heeft zijn eigen decoratieschema
Dorisch: trigliefen
Ionisch: gebeeldhouwde banden
Corintisch: acanthusbladeren

Grotesken: bizarre elementen worden op elkaar gestapeld. De eerste Romeinse voorbeelden ervan zijn aangetroffen in onderaardse kamers, die men aanzag voor grotten.

***plaatjes ontbreken

REACTIES

E.

E.

Heel veel spellingsfouten. Dat zou niet meer moeten kunnen in 4 VWO.

14 jaar geleden

H.

H.

bendegij gek, prima samenvatting

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.