Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Middeleeuwen en Renaissance Literatuur

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1587 woorden
  • 3 februari 2009
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Middeleeuwen (500-1100)

Door ambachten en de handel kwam er welvaart door goede oogsten die samenhingen met uitvindingen. Steden groeiden en daarmee nam de vraag naar landproducten toe.
In de 4e eeuw raakte de bevolking en productiviteit verstoord.(ecologische crisis)
- de bevolking nam toe
- het land werd uitgeput door overbebouwing
- klimaatverandering zorgde voor temperatuursdaling en natte jaren die de oogsten verwoeste.

Sociale verhoudingen

Standenmaatschappij: (Eerst 2 standen)

-Adel (De groep der rijken en machtigen)
-Geestelijkheid (De groep der rijken en machtigen)
-Boeren (De massa)
Verhoudingen binnen gezin en familie:
- man hoofd van het gezin (vrouwen en kinderen hadden nauwelijks rechten)
familie regelde het huwelijk (hoefde geen kerkelijk huwelijk)

Einde van de riddertijd

Ideaalbeeld: de dappere ridder: een man die wapens voerde, roem vergaarde op slagvelden en plezier had in de strijd, een man ook van eer en trouwe dienst aan zijn leenheer.
Feodale systeem: koning, leenmannen (vazallen) en horigen.
Grote boerenopstanden (Peasants’ revolt, Jaquerie) draagte eveneens bij aan het afschaffen van het feodale systeem. Hierdoor kregen boeren meer vrijheid en werden landeigenaren.

Opkomst burgerij

Gildesysteem: je hoefde je slechts een jaar en een dag binnen de stadspoorten schuil te houden en je werd van horige tot vrij man.

Economische en politieke leven: samen met adel en geestelijkheid vormde de burgerij de middeleeuwse maatschappij.
Stadscultuur ontwikkelde zich vanwege de handelscontacten met andere steden
Overeenkomst stad platteland: sterk gemeenschapsgevoel, ieder kende zijn plaats.

Wetgeving: Rechtgesproken volgens de gewoontes van de streek, waarin straffen werden afgekocht.
Einde van de middeleeuwen ontstonden er wetten, de rechtspraak werd verbeterd.

Ziekte en gezondheid:

-Grote kindersterfte
-Veel vrouwen stierven in het kraambed
-Dodelijke ziekten (pest, pokken, cholera en tyfus)
-Hongersnood
Zwarte dood (builenpest) ontleent zijn naam aan de donkere plekken op de huid, die werden veroorzaakt door huidbloedingen. Een derde van toenmalige Europese bevolking is gestorven.
West Europa werd tot ongeveer 1750 iedere 10 jaar opnieuw geplaagd door de pest.
Na het midden van de 15e eeuw nam de West-Europese bevolking weer in aantal toe en herleefde de handel.

Kruistochten: verdediging christelijk geloof.

Vanaf 1000: oprukkende islamitische cultuur

Door de kruistochten ontstond het fundamentalisme: Strijd voor God en offerbereidheid.
Oorzaak: kerkelijke overheid
Gevolgen:
-maatschappelijke gevolgen
-Italiaanse havensteden werden van groot belang (strategische ligging)

Belangstelling islamitische kunst en cultuur en oosterse producten:
-groei handel tussen West en Oost
-aanleg handelsroutes
-geboorte van grote steden

Wetenschap: zeven vrije kunsten

-Grammatica (Taalleer)
-Retorica (Overtuigen en redevoeringen-leer)
-Dialectica (Argumentatieleer)
-Atronomia (soort Scheikunde)
-Arithmetica (Rekenkunst)
-Geometria (Meetkunde)
-Musica (Muziekkunst)
Hierop volgde Theologie (godsgeleerdheid)

Godsdienst

Theocentrisme: geestelijk leven volledig in dienst van God en de katholieke kerk
Door toegenomen welvaart namen de kloosters in aantal toe. (Door cisterciënzers)

De kloostergemeenschappen veranderden in industrie:
-grootgrondbezitters in de landbouw
-handel in bier, voedingsmiddel, wol, ijzer.

Middeleeuwse Kunst: elk detail kon een bepaalde symboliek in zich hebben.
Gemeenschapskunst: de naam van de kunstenaar was niet belangrijk (anoniem)
Didactisch karakter: kunstwerken die leerzaam en bepaalde normen en waarden overbrengen.
Scriptoria: schrijfateliers
Memento mori: gedenk te sterven
Primitieven  Hubert en Jan van Eyck hebben grote invloed gehad op de West-Europese schilderkunst:
-diepte en ruimte
-driedimensionale figuren
-‘echte’ compositie
-details
-streefden naar realisme
Realisme heeft geleid tot een nieuwe verfbereiding: olieverf.

Muziek: godsdienstige muziek en Kelten- en Germaanse muziek
Volkslied: eerst eenstemmig, later meerstemmig gezongen
Kunstlied: (Politiek lied, dans lied) de tekst evenals de melodie kunstiger dan het volkslied

gecomponeerd door:
-troubadours (dichters en componisten)
-trouvères
-minnesänger

Literatuur: in fabels en sprookjes werden kritieken verstopt zodat zij hun leven niet waagde door een andere mening erop na te houden dan die van de heersers.
Manuscript: met de hand geschreven
Bij het ontstaan van boeken werden lees en schrijfvaardigheden steeds centraler
-Lokale en internationale handelsactiviteiten
-Sterk toenemende administratie en correspondentie
Wie kon schrijven had aanzien!
Mecenassen: sponsors (hoge heren) fungeerde voor auteurs
Broodschrijver: volledig afhankelijk van zijn opdrachtgever. Moest in de smaak vallen.
Burgerlijke literatuur ontstond door de uivinding van de boekdrukkunst.
Betaalbare massaproductie ontstond door (Gutenberg, 1450) de eerste boekdrukkunst . Blokboeken (pagina’s uit hout gesneden) Nadeel: slijtage en opslag
Incunabelen/wiegendrukken: de boekdrukkunst met losse letters


Gevolgen boekdrukkunst:
-kennismaking wetenschap (Uit de Grieks-Romeinse oudheid)
-kennismaking kunst (Uit de Grieks-Romeinse oudheid)
-ontstaan van de Renaissance
-teruglopen van analfabetisme door opkomst kloosterscholen (betere economie)

Duur boek:

-Illustraties
-Perkament
-Handgeschreven

Proza: (Alles wat geschreven is) Karelromans en Arthurromans.

Voorhoofse (Karelroman)
-hoofd verwijst naar de literatuur die aan de middeleeuwse hof gelezen en beluisterd werd
-Hoofsheid verwijst naar de gedragscode voor de adel in de twaalfde eeuw
Karelromans:
-Karolingische tijd
-verhalen over moed, lichaamskracht en de recht van de sterksten
-edele ridders die tot voorbeeld en lering moesten zijn.
-verwerkte oude volksliederen en sprookjesmotieven

-vrouw onbelangrijk
-Karel de Grote centraal (fysieke eigenschappen werden overdreven  bovennatuurlijk)
-thema: trouw en ontrouw

Arthurromans (hoofse ridderromans)

-Keltische en Bretonse tijd
-centraal: vechten voor de vrouw
-helden zijn zowel gericht op lichaamskracht en hulpvaardig
-vrouwen worden vereerd.
-gedroomd, sprookjesachtige, gefantaseerde en onwerkelijke wereld
-Koning Arthur
-hoffelijkheid
-goed einde.

Queeste: zoektocht vol beproevingen en gevaren.

Volksboeken: herschreven oude, rijmende verhalen in proza.
Grondleggers Renaissance: dichters Dante en Petrarca met de dichtkunst ‘Dolce stil nuovo.’
Kenmerken hoofse poezië:
-liefde wordt niet beantwoord of kan worden.
-verlangen
-verfijning omgangsvormen, zeden en gewoontes. (beleefdheid, goede manieren(tegenover vrouwen))


Toneel: slechte invloed op het gelovige volk

-religieuze spelen
-hoofse toneelstukken
-kluchten: om het publiek te laten lachen
-mirakelspelen (wonder word verbeeld)
-mysteriespelen (geloofswaarheden centraal)
-Adelspelen
Toneel gebruikte de kerk alleen als een verduidelijking van de voor het volk meestal niet te begrijpen Latijnse teksten.
Daarna was toneel een slechte invloed op het gelovige volk en kwamen er wagenspelen.(Nadeel: zakkenrollers)

Renaissance 1500-1700 (Nl: 1550-1700) (wedergeboorte): herbeleven Griekse en Romeinse cultuur

-geboorte moderne mens (humanist)
-klassieke cultuur
-individu centraal
-vreugde en geluk ook in het leven te vinden (+geloof, hiernamaals)

Nuovocento: 14e eeuw (=nieuwe eeuw)

Positie Noord-Italië belangrijk: Centrum Middellandse-Zeegebied (aanzet kruistochten),

overstap naar het Oosten en universiteiten
Het Europees streven naar rijkdom zorgde voor verre handelsreizen en ontdekkingstochten.
Gevolgen:
-nieuwe producten
-uitvindingen (telescoop en microscoop)
-ontdekkingen sterrenkundigen als Copernicus en Galilei.
Galilei werd veroordeeld door de kerk door ketterse wetenschappelijke inzichten
’De aarde draait om de zon’

Humanisme: streven naar een ideaal mens te worden (=uomo universale)

-christen
-nieuwe inzichten over de mens.
-opzoek naar eigen waarden.
-kritisch met geloof
-intensief met cultuur
-steunde kunst en wetenschap
-carpe diem (vervangt memento mori)
Nederlandse humanist: Desiderius Erasmus

Maarten Luther (hervormer) eiste geestelijke hervormingen:

-tegen pausschap
-de heiligenverering
-regels voor priesters en kloosterlingen

-aflaathandel (tegen betaling vrijstelling kon krijgen van kerkelijke straffen.)
Maarten Luther wou:
-meer inbreng van de gelovigen in de kerkgemeenschap
-bijbel zelf bestuderen en uitleggen
-scheiding politieke macht van de kerk en staat.

Hervormer (protestanten): Johannes Calvijn

Calvanistische leer: voorbestemd om in de hemel te komen. Streng en sober leven. Geen vrije tijd.
Reformatie: de godsdiensthervormingen. (Aanhangers van hervormers: dood)
-gelovigen mochten zich organiseren in gemeentes
-predikanten mochten in tegenstelling tot priesters wél trouwen

Contrareformatie: Innerlijke zuivering en reorganisatie van de Kerk om de reformatie te bestrijden

Beeldenstorm: uit de hand gelopen godsdiensttwist (volksopstand) tegen de Spaanse, katholieke heersers.

Katholieke inquisitie (rechtspraak): lijfstraffen werden geprobeerd om de ketters te bekeren tot het katholieke geloof.

de Raad der Beroerten (Bloedraad): landvoogd Alva stelde 1100 mensen terecht op de brandstapel.


Kapitalistische ondernemers: vermogende mensen die samen met enkele anderen geld in een firma staken op basis van concurrentie handel.
Stukloon: Als het slecht ging met de economie moesten arbeiders er zelf op toezien hoe ze rond moesten komen.(Geen sociale voorzieningen)
Patriciërs: rijke kooplieden en bankiers
Gouden (17e) eeuw: Moraal en geld (economie en zorg)
De pest zorgde voor de ‘zwarte rand’ van de Gouden Eeuw.

Ziekte en gezondheid verbetering door:

-Griekse arts Hipocrates
-Anatomisch onderzoek
-Meer ziekenhuizen
-Hygiëne kreeg aandacht

Gezin en Huwelijk

-man trouwde pas bij mogelijkheid de vrouw te onderhouden
-huwelijk werd door de ouders besloten (bruidsschat)
-huwelijk ingezegend door priester
-vrij en direct over seksualiteit

Kunst: individueel karakter, schoonheid als doel

-aandacht voor anatomie
-mens centraal
-perspectief (ontdekker Gioto)
-dieptewerking
-compostie (opbouw)
- vanitas: leegheid leidde tot vanitasschilderijen (dood, zandlopers)

-kerken soberder (door invloed van de Reformatie)
-bouwkunst eerst: middeleeuwse gotiek, daarna classicisme (evenwicht vorm en versiering)
-Barok (Portugees voor grillig gevormde paral): feestelijk en uitbundige stijl, herkenbaar aan weelderige vormen en krullen.
* donkere tinten
* sterke licht-schaduwcontrasten (clair-obscur: aan het oog van de toeschouwer onttrokken lichtbron verlicht het afgebeelde)
-bloei potretkunst
-graveerkunst: verfijnder werk dan houtsnede (burijn+bijtend zuur = etsplaat)

Muziek (ars nova): liederen over allerlei vormen (lente, liefde)

*instrumentale begeleiding
*1 stem boventoon
*madrigalen: meerstemmige, niet godsdienstige liederen.
*chansons: lichtvoetige liedjes van Franse origine
*suites: een reeks van soorten dansmuziek uit verschillende landen
*klavecimbels/klaviers/spinet
*opera: gezongen verhaal (einde: gedanste en gezongen koren)
*ballet: gedanst verhaal
*godsdienstige orgelmuziek
*cantates: zangstukken waarin solist(en) en koor afwisselden

*sonates: klankstukken

Muziek kunstenaars: Antonio Vivaldi, Johann Sebastian Bach

Beeldende kunstenaars: da Vinci, Michelangelo, Rafaël
Kunstenaars in de Renaissance haalde uit de klassieke literatuur de gedachte dat kunst en poëzie het hoogste was waaraan een mens zich kon wijden.

De barok was de stijl van de katholieken die op de hervormingen van de protestanten reageerden.
De barok had zich vanuit Italië ontwikkeld als een reactie op de idealistische schoonheidsidealen van de Renaissance.


Literatuur

-Griekse en Romeinse stukken als voorbeeld voor eigen werk
(imitatio-aemulatie-creation : nabootsen-verbeteren-scheppen)
-aanzien door belezenheid
-Seksuele wetenswaardigheden en stevige grappen
Proza

-echte literatuur was: poezië en toneel
-ontstaan nieuwe helden (handelaren, ontdekkingsreizigers)
-picareske roman: hoofdpersoon leefde aan de zelfkant van de samenleving, overleven door list en sluwheid
Poezië

Inspiratiebron: Italiaanse dichter Petrarca

Hij beschreef het liefdesgevoel op nieuwe vormwijze.
Troubadours: verlangen
Nieuwe Poezië: beschrijving van de schoonheid van de geliefde

Sonnet:

-14 regels
-eindrijm
-4-4-3-3

Petrarkische poezië: lovende beschrijving van het uiterlijk van de geliefde
Bekendste dichters: Pieter Corneliszoon Hooft, Jan van der Noot
Antipetrakisme: spot over het verheven en onwerkelijke karakter van de liefdesverhouding
William Shakespeare zowel petrarkische als antipetrakische stukken geschreven.
Gelegenheidsgedichten (lofdichten) zorgde ervoor dat literatuur een belangrijke rol in het sociale leven speelde.

Toneel: werd vaak al gezien als afgunst en onfatsoenlijk, oneerbaar beroep.

-poezië in toneelvorm
-dorp  schouwburgen
-genres:
*tragedie (treurspel): hoofdpersoon een tragische held die ten onder gaat
*komedie (blijspel)
*tragikomedie: tragedie die goed afloopt (1plaats,1tijd, 1handeling)
-vrouwenrollen werden gespeeld door jongens

Overige
Sociale verhoudingen
-1. rijke burgerij
-2. burgerij, boeren
-3. armen

Middeleeuwen: leren, Renaissance: genieten

REACTIES

D.

D.

wat slecht

6 jaar geleden

M.

M.

Hallotjes

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.