Hoofdstuk 5

Samenvatting H5

Betoog: Inleiding: Vraagstelling of stelling
Middenstuk: Argumenten
Tegenargumenten
Tegenwerping
Slot: C
Geeft altijd mening van de schrijver of spreker, met argumenten en een conclusie, je wil ander overtuigen van je gelijk.
Stelling: dan wordt de mening duidelijk naar voren gedaan
Argumenten: om een mening te onderbouwen of aannemelijk te maken, er worden meer argumenten in één situatie.
objectieve argumenten: feiten, controleerbaar: argumenten op basissubjectiven

subjective argumenten: argumenten op basis van geloof of op basis van intuïtie
hoofdargumenten: belangrijkste argumenten
subargumenten:een ondersteuning van het hoofdargumenten
tegenargumenten: die tegen gaan op de argumenten
drogredenen: foutief Het-op-de-man-spelen
Het-op-de-man-spelen of persoonlijke aanval: richt zich met persoonlijke kritiek om toch zijn zin door te drijven.
- Het meelopersmotief: algemene mening of een algemeen verschijnsel probeert hij zgeneraliseringoor te zetten.
- De generalisering: vanuit 1 voorbeeld of gebeurtenis wordt een overhaaste conclusie genomen die voor iedereen of alles geldt.
- Het dreigement:de schrijver of spreker gebruikt zijn ‘macht’ om zin door te drijven.
- de ontduiking van de bewijslast: de schrijver of spreker weet geen echte bewijzen te noemen
- cirkelredenering: draait de auteur in een kringetje rond, argument is al onderdeel van stelling
-vertekenen van het standpunt: tegenstander neemt een deel van de bewering van de ander of overdrijft een boorzaak-gevolg-relatie

- onjuiste oorzaak-gevolg-relatie: doordat de criminaliteitoegenomen, is ook de criminaliteit toegenomen. Er is immers meer te halen!
Singapore op verkeerde autoriteit: Singapore is een hoogontwikkelde stad. Mijn broer is er geweest en hij vertelde dat iedereen Engels sprak.
- Valse vergelijking:als de vergelijking niet goed is
Verbanden: -Tegenstellend: maar, daarentegen, toch, echter, integendeel, daar staat tegenopsommend, anderzijds...
- opsommend: en, ook, niet alleen... maar ook, bovendien, verder, nog , daarnaast, zowel..als, vervolgens, tevens, ten eerste... ten tweede, eerst, dan, daarna
- oorzakelijk: doordat, daardoor, zodat, waardoor, ten gevolge van
- redengevend: omdat, want, daarom, immers, namelijk
- uitleggend: dat wil zeggen, zo, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter illustratie
samenvattend: dus, cosamenvattend
samenvattend: kortom, samenvattend, om kort te gaan
- voorwaardelijk: als, indien, op voorwaarde dat, mits, tenzij
- vergelijkend: net als, zoals, evenals
- toeliargumenterendoelichting kan dienen
- argumenterend: daarvoor kunnen de volgende argumenten worden genoemd
- verklarend: een verklaring daarvoor is
schrijfplan: de belangrijkste gegevens van de opdracht

de bronnen die je hebt gebruikt
per alinea kort wat je gaat behandelen
ingezonden brief: persoonlijk getint artikel dat is opgenomen in een vaste rubriekbetogend krant of tijdschrift. Vaak betogend of activerend.
Stijlgevoelswaardeorden met een bepaalde gevoelswaarde: negatief of positief praten over iets -beeldspraak: beelden die een treffende overeenkomst hebben met iets of iemand, je eigen gevoelens een persoonlijker en krachtiger tintje geven
- Vergelijking: wordt iets vergeleken met iets anders
- Metafoor: persoon wordt vergeleken met iets
- Personificatie: iets wordt menselijk gemaakt met menselijke eigenschappen
- metonymia: Ik heb een echte Herman Brood gekocht. Dan bedoel je een schilderij van hem, en niet hemzelf
- tautologie: om iets te benadrukken zeg je iets twee keer in verschillende woorden
- pleonasme: door middel van bijvoeglijk naamwoord een eigenschap herhaalt die al in het zelfstandig naamwoord zit. dit eigenschap krijgt zo extra aandacht
- antithese: door woorden met een tegengestelde betekenis tegenover elkaar te plaatsen vallen tegenstrijdigheid
ox: een schijnbare tegenstrijdigheid, maar als je er goed over nadenkt kan het heel goed te combineren zijn.

- Hyperbool: overdreven manier van zeggen, kan een bewering ongeloofwaardig maken
- Understatement: een manier van zeggen waarbij de bewering wordt afgezwakt, soms spottend bedoelt
- Eufemisme: iets wat minder aangenaam of netjes op een verzachtende manier onder woorden gebracht, nooit spottend
- woordspeling: een taalgrapje
- spelen met klanken: om een tekst mooier te laten klinken en zo beter te laten onthouden wordt, vooral in reclame, veelvuldig met klanken gespeeld
- retorische vraag: de schrijver maakt een bewering sterker door deze als vraag te formuleren
- jargon: gebruiken om de indruk te wekken dat ze veel van een onderwerp afweten
- ironie: milde manier van spot
- Discussie: meningvormend: mening naar voren laten komen
probleemoplossend: moet tot een oplossing zorgen
discussie onderwerp: moet open zijn, geen kant en klare oplossingen
controversieel, meningen flink uiteenlopen
actueel, en sluit aan bij interesses
veel informatie over te vinden zijn
- voorzitter introduceert onderwerp
- iedereen om zijn beurt zijn standpunt laat horen
- iedere deelnemer onderbouwt zijn eigen mening met argumenten

- kan er een gemeenschappelijk standpunt geformuleerd worden of een oplossing
- debat: twee personen of twee teams staan de standpunten van te voren vast, je eigen mening zo goed mogelijk verdedigen en de argumenten van je tegenpartij te weerleggen. Altijd concurrentie
Verslag discussie, debat en presentatie:
1datum 2 namen voorzitter en deelnemers 3 onderwerp en de stelling
4per deelnemer de hoofdzaken van wat hij zegt in telegramstijl
5noteer de gevonden oplossing, het resultaat
6je eigen mening opschrijven over verloop discussie 7je aantekeningen tot een klein verslag schrijven mogelijkheidden
Alternatief : andere mogelijkheid dan de genoemde
antiseptisch: ontsteking voorkomend => ontsmettend
calamiteit: grote ramp chronologisch: naar de opeentegemoetkoming tijd
concessies doen: tegemoetkoming consulent: deskundig raadgever
curieus: vreemd, merkwaardig
decennium: tien jaar delict: misdrijf
demagleugenachtigeitsen van de massa door leugfundamenteelorstellingen
elementair: fundamenteel, de basis
exotisch:ongewoon, bijzonder, uitheems

hautain: verwaand hypothetisch: op een veronderstelling berustend
ideologie: het geheel van ideeën dat ten grondslag ligt aan een wijsgerig stelsel, m.b.t. hun maatschappelijke of politieke strekking
impasse: toestand van stagnatie
immens: enorm, onmetelijk impliceren: inhouden
incapabel: ongeschikt indicatie: aanwijzing
inventaris: lijst van aanwezige voorwerpen en goederen
kwalificeren: zich plaatsen, een rechtskundige naam geven
logistiek: alle voorbereiding en handelingen die nodig zijn om een organisatie, troepen zo goed mogelijk uit te rusten en te bevoorraden
lumineus: schitterend lustrum: viering van een vijfjarig bestaan
manifestatie: verschijning manuscript: met de hand geschreven stuk
pacifisme: levenshouding volgens welke men geweld als middel om een doel te bereiken afwijst precair: zeer onzeker protectionistisch: van de aard van
recent: kort geleden reproduceren:weergeven

gezondmakingentrum: tehuis sanering: gezondmaking
sociale controle: sporadisch: zelden
stagneren: stilstaan, vastlopen, gestremd zijn
traumatisch: van de aard van een trauma, daardoor veroorzaakt
vitaliteit: levenskracht
Foutieve samentrekking: fout tegen de woordbetekenis kbetekenissenoor als woorden meerdere betekenissen hebben
- fout tegen de grammaticale functie,
- fout tegen de plaats (Graag zullen we u ontvangen en hopen dat dit bezoek tot goede resultaten leidt, er moet nog ‘we’ tussen ^)
-fout tegen de rangorde: hoofdzin en bijzin
Symmetrie: de juiste onderlinge verhouding van de onderdelen
- het enkelvoud en meervoud - het getal vvt onderwerp en persoonsvorm
- tt of vt -opsommingen
- persoonlijke voornaamwoorden: Dus in de zin bijv. Beginnen met u en later met jij= symmetrie
Tangconstructie: een andere zin tussen het onderwerp en de persoonsvorm is gezet

tussen de persoonsvorm en de rest van het gezegde onnodig veel woorden
Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde: eerst de hoofdzin daarna de bijzin
foutieve inpvrsie: inversie onderwerp achter de pv, als niet-bedoelde ervolgd met en of maar
niet-bedoelde dubbelzinnigheid: formuleringen die op 2 manieren kunnen worden gelezen
storend figuurlijk taalgebruik: bijv. een toontje lager zingen
verkeerd gebruik van lijdende vorm: dan ondergaat het onderwerp het
overdrijving: overdrijving