Scheikunde Hoofdstuk 2 Scheiden
- Afval scheiden:
• GFT-afval - compost
• Papier en karton - recyclen
• Glas in de glasbak - recyclen
• Metalen en plastics - recyclen
- Recycling bespaart grondstoffen en energie. Je belast het milieu dan minder en het is minder duur.
- Scheidingsmethoden:
• Filtreren:
- De korreltjes vaste stof blijven op het filtreerpapier achter (=residu), de vloeistof gaat door het papier heen (= filtraat).
- Toepasbaar bij suspensies
- Het principe/gebaseerd op: de grootte van de deeltjes
• Centrifugeren:
- Een suspensie zal langzaam bezinken: de vaste stof zakt naar de bodem.
- Toepasbaar bij emulsies en suspensies
- Het principe/gebaseerd op: verschil de dichtheid
• Destilleren:
- Mengsel dat je wil destilleren breng je in een kolf aan de kook. De damp leiden we langs een thermometer via een zijbuis naar een koeler. Daarin condenseert de damp. De vloeistof die ontstaat, vangen we onder de koeler op. Deze vloeistof noemen we het destillaat. Wat in de kolf achterblijft is het residu.
- Toepasbaar bij oplossingen van vaste stoffen of vloeistoffen
- Het principe/gebaseerd op: verschil in kookpunt
• Extractie:
- Eén of meerdere stoffen ergens uithalen
- Toepasbaar bij allerlei mengsels
- Het principe/gebaseerd op: verschil in oplosbaarheid in het extractiemiddel
• Adsorptie:
- Toepasbaar bij oplossingen
- Het principe/gebaseerd op: aanhechtingsvermogen aan het oppervlak van het adsorptiemiddel.
• Chromatografie:
- Toepasbaar bij kleine hoeveelheden vaste stoffen
- Het principe/gebaseerd op: het verschil in oplosbaarheid en adsorptievermogen
- Loopvloeistof: trekt in het papiertje en scheidt de stof (als het een mengsel is), anders blijft het hetzelfde uitzien.
- Chromatogram: Het papiertje dat je na het drogen overhoudt
- De vloeistof die in het papiertje trekt is het oplosmiddel en het papier is het adsorptiemiddel.
- Zeven en filtreren
• Verschil:
Bij zeven haal je er grotere stofdeeltjes uit, bij filtreren kleine deeltjes.
• Overeenkomst:
In beide gevallen haal je er vaste bestanddelen uit.
- Indampen en destilleren
• Verschil:
Bij indampen vang je de damp niet op, bij destilleren vang je de damp wel op.
- Gebruik van indampen en destillatie:
• Indampen: je wil een opgeloste stof overhouden
• Destilleren: je wil de opgeloste stof en het oplosmiddel overhouden
- Suiker uit suikerbieten winnen:
• Suikerbieten fijn malen
• Warm water erop
• Extractie - suiker lost op
• Filtreren: filtraat = suiker in water
• Indampen: suiker over
- Mengsel van krijt, zout en jood scheiden:
• Water erbij doen (zout lost op, krijt en jood niet)
• Filtreren en de zoutoplossing indampen
• Voeg alcohol toe aan residu
- Jood lost op - indampen/destilleren
- Krijt blijft achter in ‘t filter
- Adsorptiemiddel: norit = fijngemalen koolstofpoeder
Het is fijngemalen, omdat het dan een groter oppervlak heeft en de stof dus beter op kan nemen.
- Je hebt een stof A en B en een kleurstof in een potje. Stof A en de kleurstof lossen op in water, stof B niet. Scheidingsmethode:
• Doe water bij het mengsel (A + kleurstof lossen op, B niet)
• Filtreer (B = residu, dus blijft over en A+kleurstof = filtraat)
• Bij filtraat norit voegen (kleurstof hecht aan norit)
• Dit mengsel weer filtreren (residu = norit+kleurstof, filtraat = A+water)
• Indampen van de stof A+water (A blijft over)
• Bij norit+kleurstof alcohol toevoegen - residu = norit, filtraat = alcohol + kleurstof, dit destilleren en je hebt deze twee stoffen ook gescheiden.
- Moleculen
• Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen.
• Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
- Afval scheiden:
• GFT-afval - compost
• Papier en karton - recyclen
• Glas in de glasbak - recyclen
• Metalen en plastics - recyclen
- Recycling bespaart grondstoffen en energie. Je belast het milieu dan minder en het is minder duur.
- Scheidingsmethoden:
• Filtreren:
- De korreltjes vaste stof blijven op het filtreerpapier achter (=residu), de vloeistof gaat door het papier heen (= filtraat).
- Toepasbaar bij suspensies
• Centrifugeren:
- Een suspensie zal langzaam bezinken: de vaste stof zakt naar de bodem.
- Toepasbaar bij emulsies en suspensies
- Het principe/gebaseerd op: verschil de dichtheid
• Destilleren:
- Mengsel dat je wil destilleren breng je in een kolf aan de kook. De damp leiden we langs een thermometer via een zijbuis naar een koeler. Daarin condenseert de damp. De vloeistof die ontstaat, vangen we onder de koeler op. Deze vloeistof noemen we het destillaat. Wat in de kolf achterblijft is het residu.
- Toepasbaar bij oplossingen van vaste stoffen of vloeistoffen
- Het principe/gebaseerd op: verschil in kookpunt
• Extractie:
- Eén of meerdere stoffen ergens uithalen
- Toepasbaar bij allerlei mengsels
- Het principe/gebaseerd op: verschil in oplosbaarheid in het extractiemiddel
• Adsorptie:
- Toepasbaar bij oplossingen
- Het principe/gebaseerd op: aanhechtingsvermogen aan het oppervlak van het adsorptiemiddel.
• Chromatografie:
- Het principe/gebaseerd op: het verschil in oplosbaarheid en adsorptievermogen
- Loopvloeistof: trekt in het papiertje en scheidt de stof (als het een mengsel is), anders blijft het hetzelfde uitzien.
- Chromatogram: Het papiertje dat je na het drogen overhoudt
- De vloeistof die in het papiertje trekt is het oplosmiddel en het papier is het adsorptiemiddel.
- Zeven en filtreren
• Verschil:
Bij zeven haal je er grotere stofdeeltjes uit, bij filtreren kleine deeltjes.
• Overeenkomst:
In beide gevallen haal je er vaste bestanddelen uit.
- Indampen en destilleren
• Verschil:
Bij indampen vang je de damp niet op, bij destilleren vang je de damp wel op.
- Gebruik van indampen en destillatie:
• Indampen: je wil een opgeloste stof overhouden
• Destilleren: je wil de opgeloste stof en het oplosmiddel overhouden
- Suiker uit suikerbieten winnen:
• Warm water erop
• Extractie - suiker lost op
• Filtreren: filtraat = suiker in water
• Indampen: suiker over
- Mengsel van krijt, zout en jood scheiden:
• Water erbij doen (zout lost op, krijt en jood niet)
• Filtreren en de zoutoplossing indampen
• Voeg alcohol toe aan residu
- Jood lost op - indampen/destilleren
- Krijt blijft achter in ‘t filter
- Adsorptiemiddel: norit = fijngemalen koolstofpoeder
Het is fijngemalen, omdat het dan een groter oppervlak heeft en de stof dus beter op kan nemen.
- Je hebt een stof A en B en een kleurstof in een potje. Stof A en de kleurstof lossen op in water, stof B niet. Scheidingsmethode:
• Doe water bij het mengsel (A + kleurstof lossen op, B niet)
• Bij filtraat norit voegen (kleurstof hecht aan norit)
• Dit mengsel weer filtreren (residu = norit+kleurstof, filtraat = A+water)
• Indampen van de stof A+water (A blijft over)
• Bij norit+kleurstof alcohol toevoegen - residu = norit, filtraat = alcohol + kleurstof, dit destilleren en je hebt deze twee stoffen ook gescheiden.
- Moleculen
• Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen.
• Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden