Scholing en beroepen (toets)
2.2
Een functie-eis geeft aan waaraan iemand moet voldoen om een functie te kunnen vervullen.
Een beroep is een eenheid van bij elkaar horende en op elkaar aansluitende handelingen, activiteiten en gedrag, onafhankelijk van de organisatie waarin het beroep wordt uitgeoefend.
Een functie is een doelgerichte verzameling van activiteiten die op elkaar aansluiten en een afgebakend geheel vormen. Een functie bepaalt de doelstelling van een aantal op elkaar aansluitende taken en is dus meestal minder breed dan een beroep.
Taken zijn afgeronde deelactiviteiten binnen een functie.
2.3
4 vormen van scholing zijn;
- Reguliere scholing
- Bijscholing
- Herscholing
- Omscholing
Reguliere opleidingen zijn;
- basisschool
- vmbo
- havo
- mbo
- hbo
- wo
Reguliere scholing is de basis aanleren van de vereiste kennis en vaardigheden voor een bepaald beroep.
De leerplichtwet verplicht elke inwoner van Nederland tot het volgen van minimaal 12 jaar onderwijs. Tweede voorwaarde van de leerplichtwet is dat je tot je 18e jaar onderwijs volgt.
Bijscholing is het aanleren van de vereiste kennis en vaardigheden voor een bepaald beroep of functie als aanvulling op de reeds genoten beroepsopleiding. Bijscholing is gemiddeld 1 keer in de 5 jaar noodzakelijk.
Werkgevers hebben ook baad bij bijscholing, zodat werknemers goed kunnen blijven functioneren. Ze stimuleren bijscholing om tijd en geld beschikbaar te stellen.
Voor mensen die werkloos zijn is het vaak ook verstandig om bij te scholen omdat anders hun arbeidsmarktwaarde daalt. Scholingsmaatregelen word dan ook vaak door het CWI geadviseerd, ook de uitzendbureaus zijn vanaf 1 jan. 1999 verplicht om uitzendkrachten die langer dan en half jaar bij hun aan het werk zijn waar nodig bij te scholen.
Herscholing is het opfrissen van verouderde kennis en ervaring gecombineerd met bijscholing t.a.v. de veranderingen.
Herscholing komt vaak voor bij herintredende vrouwen. Wat zij nodig hebben wordt een opfriscursus genoemd. De oude kennis wordt snel doorgenomen en de veranderingen worden aangegeven en toegelicht.
Het CWI, maar ook uitzendbureaus, weten of en waar in de regio deze herscholing wordt aangeboden.
Omscholing is het volgen van een beroepsgerichte cursus met het doel een nieuw beroep aan te leren, omdat het oude beroep is verdwenen of niet meer uitgeoefend kan worden.
Mensen die leiden onder structurele werkloosheid krijgen vaak te maken met omscholing. Voor deze mensen in het zaak, al dan niet met behulp van bijvoorbeeld het CWI, op zoek te gaan naar een omscholingscursus die hun arbeidsmarktwaarde vergroot. Zij moeten zich laten omscholen naar een beroep waar een markt voor is.
Je hebt specialistische nodig met kennis die advies kunnen geven. Bij het CWI werken deze specialisten. Het zijn de beroepskeuze-adviseurs. Ook de medewerkers van de uitzendbureaus moeten het een en ander weten om hun krachten daarin te kunnen adviseren. Ook het UWV heeft hiervoor (reïntegratie-)adviseurs. Maar het beste advies is: ga naar het CWI.
Als werkzoekende werkloos zijn geworden doordat hun beroep is verdwenen, dan ondersteunt de uitkeringsinstantie hun in het volgen van een omscholing. Dit is een scholingsmaatregel.
2.4
In onderwijs wordt onderscheid gemaakt in;
· Basisvorming
· Voorbereidend beroepsonderwijs
· Algemeen vormend onderwijs
· Leerlingwezen
· Middelbaar beroepsonderwijs
· Hoger onderwijs
Basisvorming wordt gegeven op basisscholen en sinds 1993 op alle scholen voor voortgezet onderwijs.
In de eerste 2 jaar van het voortgezet onderwijs krijgen leerlingen in elk geval kennis, inzicht en vaardigheden aangedragen die zij voor hun verdere schoolopleiding en voor hun definitieve beroepskeuze nodig hebben.
De basisvorming duurt bij het vwo 2 jaar en kan bij vso, vmbo en havo tot in het 4de jaar doorgaan. De basisvorming word afgesloten met toetsen.
Tot het voorbereidend beroepsonderwijs behoren het vso, vmbo en ivbo.
Het vmbo leidt niet altijd op voor een bepaald beroep. Het is de bedoeling dat de leerlingen doorstromen naar het mbo of een opleiding gaan doen aan het leerlingwezen.
Het algemeen vormend onderwijs bereidt de leerling niet voor op een beroep.
Vanaf 1 aug. 1999 zijn het vbo en mavo samengevoegd in vmbo er zijn 4 leerwegen;
- Theoretische leerweg
- Gemengde leerweg
- Kaderberoepsgerichte leerweg
- Basisberoepsgerichte leerweg
Havo staat voor hoger algemeen vormend onderwijs en bereidt de leerling 5 jaar voor op het HBO. Havo is bedoeld voor doorstuderen.
Vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het vwo duurt 6 jaar. Het vwo kent 2 schoolsoorten het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium worden 2 extra vakken gegeven, namelijk; Grieks en Latijn.
Mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Ja kan ``BOL`` doen of ``BBL``. BOL is dagonderwijs en BBL is een praktijk opleiding.
Het mbo heeft 4 sectoren;
- Techniek
- Zorg en welzijn
- Economie en dienstverlening
- Agrarisch
MBO opleidingen worden verzorgt door Regionale Opleidings Instituten ``centrum`` (ROC)
Hoger onderwijs wordt in drie groepen ingedeeld;
- het hoger beroepsonderwijs
- het wetenschappelijk onderwijs
- open hoger afstandonderwijs
HBO heeft verschillende sectoren;
- Technisch
- Agrarisch
- Gezondheidszorg
- Economie en informatica
- Sociaal-agogisch
- Kunst
- Pedagogisch
Wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven op universiteiten. In NL zijn er 13 universiteiten.
Overzicht van faculteiten;
- Geologie
- Biologie
- Diergeneeskunde
- Farmacie
- Geneeskunde
- Theologie
- Geografie
- Filosofie
- Rechtsgeleerdheid
- Sociale wetenschappen
- Bedrijfs en bestuurswetenschappen
- Letteren
- Scheikunde
- Natuur en sterrenkunde
- Wiskunde en informatica
Daarnaast zijn er universiteiten binnen de agrarische sector en technische universiteiten (TU)
Open hoger afstandsonderwijs wordt verzorgd door de open universiteiten. Er is hiervoor geen vooropleiding verplicht, er worden geen colleges gegeven, men studeert thuis. Op de studiecentra van de open universiteit kan men terecht voor hulpmiddelen.
Een wo-programma aan de OU is een volledige universitaire opleiding.
Er bestaan programma’s voor de volgende faculteiten;
- Bedrijfs en bestuurswetenschappen
- Cultuurwetenschappen
- Economische wetenschappen
- Natuurwetenschappen
- Rechtswetenschappen
- Sociale wetenschappen
- Technische wetenschappen
2.5
De leerplichtwet verplicht iedereen, die in NL woont minimaal 12 jaar dagonderwijs te volgen. En t/m het 18de levensjaar onderwijs te volgen. Doorstromen is vrijblijvend.
Sinds 1 jan. 1996 is de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) van kracht. Het doel van deze wet is;
· Een betere aansluiting tot stand brengen tussen het secundair beroepsonderwijs en educatie
· Een betere aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt.
Alle opleidingen die vallen onder de WEB worden gegeven op de ROC’s. waarin het middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie zijn samengegaan.
Onder educatie verstaat men de basiseducatie en het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (VAVO)
In de WEB worden basiseducatie en het VAVO samengebracht in 4 opleidingen;
· opleidingen algemeen voortgezet volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een vmbo, havo, vwo diploma.
· Opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren.
· Opleidingen Nederlands als tweede taal
· Opleidingen gericht op sociale redzaamheid.
In het secundair beroepsonderwijs maakt de WEB onderscheid tussen een BOL en BBL.
In het beroepsonderwijs zijn 4 kwalificatieniveaus;
· Niveau 1; assistentenopleiding
· Niveau 2; basisberoepsopleiding
· Niveau 3; vakopleiding
· Niveau 4; Middenkaderopleiding
De kwalificatiestructuur is opgebouwd uit deelkwalificaties. Elke deelkwalificatie die met succes is afgerond geeft recht op een certificaat. Alle certificaten samen geven recht op het diploma.
Het vormingswerk voor jeugdigen (VWJ) moet voorkomen dat scholieren vroegtijdig de school verlaten (zonder diploma).
2.6
Bedrijven in NL zijn onderverdeeld in 4 sectoren;
· Primaire Sector; landbouw, veeteelt, visserij en het delven van grondstoffen.
· Secundaire Sector; de industrie.
· Tertiaire Sector; commerciële dienstverlening.
· Quartaire Sector; de gesubsidieerde dienstverlening.
Binnen de mbo opleidingen wordt een onderverdeling gemaakt in sectoren. Dit zijn verschillende beroepsrichtingen;
· Sector Economie
· Sector Landbouw
· Sector Techniek
· Sector Zorg en Welzijn (Dienstverlening en Gezondheidszorg)
Indeling op basis van werkgelegenheid;
· Agrarische beroepen
· Technische beroepen
· Beroepen in de algemene gezondheidszorg
· Sociale en pedagogische beroepen
· Kunstzinnige beroepen
· Beroepen in de handel en informatiesector
· Beroepen in de voedselbereiding en de horeca
· Administratie, archief, bibliotheek
· Verkeer, vervoer, logistiek
Deze indeling wordt ook in uitzendorganisaties gebruikt. Elke beroepsgroep heeft zijn eigen code zodat de intercedent snel weet waar hij een uitzendkracht moet onderbrengen of zoeken.
Matchen is een grove vergelijking maken van vraag en aanbod op grond van duidelijke en herkenbare arbeidsfactoren.
Handmatige selectie is de meest geschikte kandidaten er uit pikken. Vaak heeft de werkgever ook nog specifieke eisen zoals werkervaring, presentatie of persoonlijke eigenschappen.
Voorbeelden van Functie eisen zijn;
· Kennis
· Zelfstandigheid
· Contactuele eigenschappen
· Uitdrukkingsvaardigheden
· Bewegingsvaardigheid
· Materiaal en machinegevoel
· Houding
· Oplettendheid
· Gevoel voor humor
· Representativiteit
· Verantwoordelijkheid
Deze kenmerken zijn persoonsgebonden en subjectief, dat betekent dat elke werkgever de mate waarin iemand aan een functie eis voldoet verschillend interpreteert.
2.2
Een functie-eis geeft aan waaraan iemand moet voldoen om een functie te kunnen vervullen.
Een beroep is een eenheid van bij elkaar horende en op elkaar aansluitende handelingen, activiteiten en gedrag, onafhankelijk van de organisatie waarin het beroep wordt uitgeoefend.
Een functie is een doelgerichte verzameling van activiteiten die op elkaar aansluiten en een afgebakend geheel vormen. Een functie bepaalt de doelstelling van een aantal op elkaar aansluitende taken en is dus meestal minder breed dan een beroep.
Taken zijn afgeronde deelactiviteiten binnen een functie.
2.3
4 vormen van scholing zijn;
- Reguliere scholing
- Bijscholing
- Herscholing
- Omscholing
Reguliere opleidingen zijn;
- basisschool
- vmbo
- havo
- mbo
- hbo
- wo
Reguliere scholing is de basis aanleren van de vereiste kennis en vaardigheden voor een bepaald beroep.
De leerplichtwet verplicht elke inwoner van Nederland tot het volgen van minimaal 12 jaar onderwijs. Tweede voorwaarde van de leerplichtwet is dat je tot je 18e jaar onderwijs volgt.
Bijscholing is het aanleren van de vereiste kennis en vaardigheden voor een bepaald beroep of functie als aanvulling op de reeds genoten beroepsopleiding. Bijscholing is gemiddeld 1 keer in de 5 jaar noodzakelijk.
Werkgevers hebben ook baad bij bijscholing, zodat werknemers goed kunnen blijven functioneren. Ze stimuleren bijscholing om tijd en geld beschikbaar te stellen.
Herscholing is het opfrissen van verouderde kennis en ervaring gecombineerd met bijscholing t.a.v. de veranderingen.
Herscholing komt vaak voor bij herintredende vrouwen. Wat zij nodig hebben wordt een opfriscursus genoemd. De oude kennis wordt snel doorgenomen en de veranderingen worden aangegeven en toegelicht.
Het CWI, maar ook uitzendbureaus, weten of en waar in de regio deze herscholing wordt aangeboden.
Omscholing is het volgen van een beroepsgerichte cursus met het doel een nieuw beroep aan te leren, omdat het oude beroep is verdwenen of niet meer uitgeoefend kan worden.
Mensen die leiden onder structurele werkloosheid krijgen vaak te maken met omscholing. Voor deze mensen in het zaak, al dan niet met behulp van bijvoorbeeld het CWI, op zoek te gaan naar een omscholingscursus die hun arbeidsmarktwaarde vergroot. Zij moeten zich laten omscholen naar een beroep waar een markt voor is.
Je hebt specialistische nodig met kennis die advies kunnen geven. Bij het CWI werken deze specialisten. Het zijn de beroepskeuze-adviseurs. Ook de medewerkers van de uitzendbureaus moeten het een en ander weten om hun krachten daarin te kunnen adviseren. Ook het UWV heeft hiervoor (reïntegratie-)adviseurs. Maar het beste advies is: ga naar het CWI.
Als werkzoekende werkloos zijn geworden doordat hun beroep is verdwenen, dan ondersteunt de uitkeringsinstantie hun in het volgen van een omscholing. Dit is een scholingsmaatregel.
2.4
In onderwijs wordt onderscheid gemaakt in;
· Basisvorming
· Voorbereidend beroepsonderwijs
· Algemeen vormend onderwijs
· Leerlingwezen
· Middelbaar beroepsonderwijs
· Hoger onderwijs
Basisvorming wordt gegeven op basisscholen en sinds 1993 op alle scholen voor voortgezet onderwijs.
In de eerste 2 jaar van het voortgezet onderwijs krijgen leerlingen in elk geval kennis, inzicht en vaardigheden aangedragen die zij voor hun verdere schoolopleiding en voor hun definitieve beroepskeuze nodig hebben.
Tot het voorbereidend beroepsonderwijs behoren het vso, vmbo en ivbo.
Het vmbo leidt niet altijd op voor een bepaald beroep. Het is de bedoeling dat de leerlingen doorstromen naar het mbo of een opleiding gaan doen aan het leerlingwezen.
Het algemeen vormend onderwijs bereidt de leerling niet voor op een beroep.
Vanaf 1 aug. 1999 zijn het vbo en mavo samengevoegd in vmbo er zijn 4 leerwegen;
- Theoretische leerweg
- Gemengde leerweg
- Kaderberoepsgerichte leerweg
- Basisberoepsgerichte leerweg
Havo staat voor hoger algemeen vormend onderwijs en bereidt de leerling 5 jaar voor op het HBO. Havo is bedoeld voor doorstuderen.
Vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het vwo duurt 6 jaar. Het vwo kent 2 schoolsoorten het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium worden 2 extra vakken gegeven, namelijk; Grieks en Latijn.
Mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Ja kan ``BOL`` doen of ``BBL``. BOL is dagonderwijs en BBL is een praktijk opleiding.
- Techniek
- Zorg en welzijn
- Economie en dienstverlening
- Agrarisch
MBO opleidingen worden verzorgt door Regionale Opleidings Instituten ``centrum`` (ROC)
Hoger onderwijs wordt in drie groepen ingedeeld;
- het hoger beroepsonderwijs
- het wetenschappelijk onderwijs
- open hoger afstandonderwijs
HBO heeft verschillende sectoren;
- Technisch
- Agrarisch
- Gezondheidszorg
- Economie en informatica
- Sociaal-agogisch
- Kunst
- Pedagogisch
Wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven op universiteiten. In NL zijn er 13 universiteiten.
Overzicht van faculteiten;
- Geologie
- Biologie
- Diergeneeskunde
- Farmacie
- Geneeskunde
- Theologie
- Filosofie
- Rechtsgeleerdheid
- Sociale wetenschappen
- Bedrijfs en bestuurswetenschappen
- Letteren
- Scheikunde
- Natuur en sterrenkunde
- Wiskunde en informatica
Daarnaast zijn er universiteiten binnen de agrarische sector en technische universiteiten (TU)
Open hoger afstandsonderwijs wordt verzorgd door de open universiteiten. Er is hiervoor geen vooropleiding verplicht, er worden geen colleges gegeven, men studeert thuis. Op de studiecentra van de open universiteit kan men terecht voor hulpmiddelen.
Een wo-programma aan de OU is een volledige universitaire opleiding.
Er bestaan programma’s voor de volgende faculteiten;
- Cultuurwetenschappen
- Economische wetenschappen
- Natuurwetenschappen
- Rechtswetenschappen
- Sociale wetenschappen
- Technische wetenschappen
2.5
De leerplichtwet verplicht iedereen, die in NL woont minimaal 12 jaar dagonderwijs te volgen. En t/m het 18de levensjaar onderwijs te volgen. Doorstromen is vrijblijvend.
Sinds 1 jan. 1996 is de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) van kracht. Het doel van deze wet is;
· Een betere aansluiting tot stand brengen tussen het secundair beroepsonderwijs en educatie
· Een betere aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt.
Alle opleidingen die vallen onder de WEB worden gegeven op de ROC’s. waarin het middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie zijn samengegaan.
In de WEB worden basiseducatie en het VAVO samengebracht in 4 opleidingen;
· opleidingen algemeen voortgezet volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een vmbo, havo, vwo diploma.
· Opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren.
· Opleidingen Nederlands als tweede taal
· Opleidingen gericht op sociale redzaamheid.
In het secundair beroepsonderwijs maakt de WEB onderscheid tussen een BOL en BBL.
In het beroepsonderwijs zijn 4 kwalificatieniveaus;
· Niveau 1; assistentenopleiding
· Niveau 2; basisberoepsopleiding
· Niveau 3; vakopleiding
· Niveau 4; Middenkaderopleiding
De kwalificatiestructuur is opgebouwd uit deelkwalificaties. Elke deelkwalificatie die met succes is afgerond geeft recht op een certificaat. Alle certificaten samen geven recht op het diploma.
Het vormingswerk voor jeugdigen (VWJ) moet voorkomen dat scholieren vroegtijdig de school verlaten (zonder diploma).
2.6
Bedrijven in NL zijn onderverdeeld in 4 sectoren;
· Secundaire Sector; de industrie.
· Tertiaire Sector; commerciële dienstverlening.
· Quartaire Sector; de gesubsidieerde dienstverlening.
Binnen de mbo opleidingen wordt een onderverdeling gemaakt in sectoren. Dit zijn verschillende beroepsrichtingen;
· Sector Economie
· Sector Landbouw
· Sector Techniek
· Sector Zorg en Welzijn (Dienstverlening en Gezondheidszorg)
Indeling op basis van werkgelegenheid;
· Agrarische beroepen
· Technische beroepen
· Beroepen in de algemene gezondheidszorg
· Sociale en pedagogische beroepen
· Kunstzinnige beroepen
· Beroepen in de handel en informatiesector
· Beroepen in de voedselbereiding en de horeca
· Administratie, archief, bibliotheek
· Verkeer, vervoer, logistiek
Deze indeling wordt ook in uitzendorganisaties gebruikt. Elke beroepsgroep heeft zijn eigen code zodat de intercedent snel weet waar hij een uitzendkracht moet onderbrengen of zoeken.
Handmatige selectie is de meest geschikte kandidaten er uit pikken. Vaak heeft de werkgever ook nog specifieke eisen zoals werkervaring, presentatie of persoonlijke eigenschappen.
Voorbeelden van Functie eisen zijn;
· Kennis
· Zelfstandigheid
· Contactuele eigenschappen
· Uitdrukkingsvaardigheden
· Bewegingsvaardigheid
· Materiaal en machinegevoel
· Houding
· Oplettendheid
· Gevoel voor humor
· Representativiteit
· Verantwoordelijkheid
Deze kenmerken zijn persoonsgebonden en subjectief, dat betekent dat elke werkgever de mate waarin iemand aan een functie eis voldoet verschillend interpreteert.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden