Politieke Besluitvorming

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1367 woorden
  • 27 mei 2008
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
38 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
MAW Hoofdstuk: Politieke besluitvorming

Gezag Macht wordt als “redelijk” ervaren en aanvaard door de mensen
Soevereiniteit Hoogste gezag
Dictatuur Geen machtenscheiding, geen rechtsstaat, inwoners zijn onderdanen
Democratie demos (volk) + kratein (regeren). Burgers hebben invloed op bestuur.
Representatieve Democratie Burgers kiezen vertegenwoordigers die in hun naam besturen.
Cencuskiesrecht Als een bepaalde belasting werd betaald, dan mocht je stemmen
Actief kiesrecht Het recht om te kiezen

Passief kiesrecht Het recht om gekozen te worden
Kiesdrempel Partij moet minimumpercentage halen om zetels te mogen delen
Kiesdeler De hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor één zetel
Verkiezingsprogramma Belangrijkste standpunten van de partij staan hierin
Lijsttrekker Persoon die als eerste op de kandidatenlijst staat – bepaald campagne
Zwevende kiezers Mensen die niet steeds op zelfde partij stemmen en ’t nu ook niet weten
Voorkeursstem Een bewuste stem op een bepaalde persoon
Politiek Situaties waarbij de overheid betrokken is / zou moeten zijn
Politieke Macht Vermogen om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten
Regering Alle ministers en het staatshoofd (de koningin)
Parlement De Eerste en de Tweede Kamer
Ministerraad Alle ministers en de premier
Kabinet Alle ministers en de staatssecretarissen
Eerste Kamer 75 leden, toetst wetsvoorstellen, heeft vragenrecht, leden gekozen door leden van de provinciale staten, deeltijdfunctie i.t.t. Twee Kamer
Primaat De zwaarste politieke afweging

Staatshoofd De officieel belangrijkste persoon van de staat. Hij/zij is onschendbaar
Monarchie Het staatshoofd is een koning i.p.v. een president
Constitutionele monarchie Er is een koning, maar ook ‘n democratisch parlementair stelsel
Het geheim van Huis ten Bosch De adviezen van de koningin blijven onder de ministers
Coalitie Verbond tussen politieke partijen, om samen de meerderheid te halen
Regeerakkoord De hoofdlijnen van het beleid dat de coalitie wil gaan voeren
Prinsjesdag 3e dinsdag van sept., Troonrede & Miljoenennota worden voorgedragen
Troonrede Regeerakkoord, wordt door de koningin uiteengezet
Miljoenennota Begroting: voornemens over de financiën worden gepresenteerd door de minister van Financiën, en zijn gebaseerd op veronderstellingen
Voorjaarsnota Bijstellingen van de Miljoenennota worden hierin gepresenteerd
Raad van State Adviescollege van de regering, geeft adviezen aan de 1e en 2e Kamer
Informateur Persoon die uitzoekt welke partijen gezamenlijk beleid kunnen voeren
Formateur Iemand die het kabinet daadwerkelijk gaat vormen – wordt de leider (premier) van het nieuwe kabinet

Delegeren v. bevoegdheden Overdraging van het Rijk naar lagere overheden, omdat ze daar beter op de hoogte zijn v.d. situatie, en het staat dichter bij de burgers
Streekplannen Plannen waarin staat aangegeven wat in een streek moet gebeuren
Provinciale Staten Vertegenwoordigers in één provincie, verkiezingen per 4 jaar
Gedeputeerde Staten Dagelijks bestuur van de leden van de Provinciale Staten
Gemeenteraad Bestuur van de gemeente. Aantal afhankelijk van het aantal inwoners.
Commissaris vd Koningin Voorzitter vd G.S. Benoemd door minister Binnenlandse Zaken
Bestemmingsplannen Invulling van de streekplannen, door de gemeente
College van Burgemeester en Wethouders Hebben dagelijks bestuur van g’meente in handen
Burgemeester Wordt benoemd voor 6 jaar, minister Binnenlandse Zaken kiest hem.
Ambtenaren Iemand die bij de overheid in dienst is. Ook wel de “vierde macht”
Beleid De bewuste inzet van middelen om een beoogd doel te realiseren
Bureaucratie Een organisatie, getypeerd door officiële voorschriften en structuur
Verzuilde onderwijssysteem De katholieke, protestante, islamitische, en openbare methoden
Planbureau Instellingen die de gevolgen van beleidsvoornemens voorspellen

Pressiegroepen Proberen de politiek onder druk te zetten d.m.v. lobbyen
Lobbyen Het via persoonlijk contact proberen steun te krijgen bij politici voor je standpunten en belangen
Vijfde macht Pressiegroepen, bijv de FNV en de ANWB. Demonstreren vaak ook.
Collectieve belangen Belangen waar iedereen baat bij heeft, bijv goede gezondheidszorg
Solidariteitsprincipe Ongeacht het gebruikt betaalt iedereen mee
Ideologie Het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving
Progressief Vooruitstrevend, veranderingen voor in de toekomst
Conservatief Behoudend, hou alles zoals het nu is
Reactionair Achteruitstrevend, vroeger was alles beter
Confessie Geloof
Conventie Overéénkomst
Algemeen belang Welvaart, veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg
Politieke stroming Een grote groep mensen die een ideologie aanhangt

Staat:
- Soeverein = hoogste gezag
- binnen bepaald grondgebied (land)
- staatsgezag geldt voor bevolking van dat land

Rechtsstaat:
- Alle burgers hebben gelijke rechten

- Legaliteitsbeginsel = misdrijven zijn alleen strafbaar, als zij al in het wetboek stonden
- Rechtsbescherming = Burgers en overheid houden zich aan de wet
- Machtenscheiding (trias politica) = wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende
- Klassieke grondrechten worden gewaarborgd

Klassieke grondrechten:
- Recht op gelijke behandeling*
- Vrijheid van godsdienst
- Vrijheid van meningsuiting / drukpers
- Vrijheid van demonstratie / vereniging / vergadering
- Onaantastbaarheid van het lichaam
- Bescherming op persoonlijk eigendom
- Recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer
- Bescherming tegen willekeurige huiszoeking
- Bescherming tegen willekeurige arrestatie
- Brief-, telefoon- en telegraafgeheim (= Recht op privacy)

*Artikel 1: Discriminatieverbod
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Sociale grondrechten*:

- Recht op eten & onderdak
- Recht op onderwijs & gezondheidszorg
- Recht op maatschappelijke & culturele ontplooiing
- Recht op een schoon leefmilieu
- Recht op werk

*De overheid heeft een inspanningsverplichting voor deze rechten, maar geen resultaatsverplichting.

Machtenscheiding = trias politica
- Wetgevende macht, stelt wetten vast waaraan men zich moet houden
Regering en Parlement

- Uitvoerende macht, zorgt ervoor dat de wetten ook precies worden uitgevoerd
Ministers verantwoordelijk, geven richtlijnen aan ambtenaren

- Rechterlijke macht, beoordeelt of de wetten goed worden nageleefd
Rechters

Kiesrecht = voor iedereen behalve:
- Mensen zonder Nederlandse nationaliteit kunnen slechts op gemeenteraad stemmen
(mits ze 5 jaar in Nederland wonen)

- Mensen die door de rechter zijn ontzet van het kiesrecht
- Mensen die onbekwaam zijn verklaard = zwaar geestelijk gestoorden

Bestuurslagen:
1. Het Rijk
2. De provincie
3. De gemeente
4. De stadsdeelraad – nog in enkele steden zoals A’dam, R’dam, Haarlem, Zwolle

Partij oprichten:
- Registratie bij de Kiesraad. Waarborgsom van €450,-
- In elke kring moet een kandidatenlijst worden ingeleverd. (NL: 19 kiesdistricten)
- In ieder kiesdistrict waarin het wil meedoen steunbetuiging van 30 personen
- De partij moet €11.250,- betalen. Dit krijgen ze terug als ze 75% van 1 zetel halen.

Kiesstelsels:
1. Districtenstelsel:
- Nauwe relatie kiezer en gekozene.
- The winner takes it all – snelle regeringsvorming
- Kleine partijen hebben minder kans


2. Stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
- Grotere afstand kiezer en gekozene.
- Eerlijke zetelverdeling – trage regeringsvorming
- Ook kleine partijen kunnen burgers vertegenwoordigen

De Tweede Kamer:
1. Taken:
- Medewetgever
- Controleert de regering

2. Rechten:
- Stemrecht = wetsvoorstellen van de regering verwerpen of aannemen
- Amendementenrecht= “ “ “ “ wijzigen
- Budgetrecht = begrotingsvoorstellen aannemen, verwerpen, wijzigen
- Vragenrecht = regering moet binnen 3 weken antwoorden op kamervragen
- Interpellatierecht = bewindspersoon wordt uitgenodigd uitleg geven over regeringsbeleid
- Motie recht = Kamer kan schriftelijke uitspraak doen over het beleid van een minister waarover de Kamer moet gaan stemmen
- Enquête recht = Kamer mag zelfstandig onderzoek instellen als ze niet genoeg informatie krijgt


Belangrijkste taken koningin:
- Het plaatsen van haar handtekening onder alle wetten
- Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag
- Het benoemen van ministers en (in)formateurs
- Het voeren van regelmatig overleg met de premier over het kabinetsbeleid
- Ceremoniële functie van Nederland – Lintjes doorknippen, staatshoofdbezoek

Pressiegroepen:
- Belangengroepen = voor belangen van een bepaalde groep uit de samenleving. Bijv de
Consumentenbond en de vakbonden.

- Actiegroepen = zetten zich voor korte tijd in voor één duidelijke kwestie. Bijv tegen een
snelweg door de veluwe o.i.d.

- Actieorganisaties = zetten zich voor langere tijd in voor één duidelijke kwestie. Bijv
Amensty International of Greenpeace. Er worden protesten georganiseerd en plannen om aan te geven hoe het wél moet, waardoor ze meer invloed krijgen op de politieke besluitvorming.

Politieke functies van de massamedia:

- Informatieve functie = informeren omdat iets belangrijk is
- Spreekbuisfunctie = verschillende mensen aan het woord, beschouwen
- Onderzoekende- of Agendafunctie = journalisten ontdekken belangrijke dingen en dragen die aan naar de politiek
- Commentaarfunctie = er wordt commentaar gegeven over een kwestie
- Controlerende functie = het beleid van de verantwoordelijke minister, bedrijf of organisatie wordt kritisch bekeken

Standpunten van een ideologie:
- Waarden en normen die voor iedereen zouden moeten gelden
- Gewenste sociaal-economische verhoudingen
- Gewenste machtsverdeling

Socialisme Confessionalisme Liberalisme Rechts-extremisme Ecologisme Pragmatisme
Positie (meestal) Links Midden Rechts Rechts Links ~~
Overheidsbemoeienis Veel Soms Weinig ~~ Veel Verschillend
Kenmerkende Partij PvdA (& SP) CDA VVD PVV (& TON) GroenLinks (& PvdD) D66
Centrale waarde Gelijkheid Broederschap & Naastenliefde Vrijheid (persoonlijk & economisch) Ongelijkheid Milieu Waarheid
Gedrag Progressief (soms reactionair) Conservatief ~~ ~~ Verschillend

Rol overheid Sturend Aanvullend Terughoudend Sturend Sturend Verschillend
Belangrijkste grondrechten Sociale ~~ Klassieke Geen Sociale Klassieke
Oorspronkelijke rechtsstaat Verzorgings-staat ~~ Nachtwakers-staat Geen rechtsstaat Verzorgings-staat ~~

Functies van politieke partijen:
- Inrichting en het bestuur van de samenleving als geheel
- Meningsvorming = discussies binnen de partijen over maatschappelijke vraagstukken
- Informatie = partijen informeren de kiezers, ook buiten verkiezingstijd over hun standpunten
- Integratie = Alle verschillende opvattingen moeten worden verbonden tot één programma
- Participatie = Burgers te interesseren voor de politiek, en overhalen daaraan deel te nemen
- Kandidatenselectie = Mensen die in de politiek willen besturen, worden door een politieke partij voorgedragen

(Maatschappelijk probleem, invalshoeken? Zie begin boek.)

REACTIES

L.

L.

Heee,,
Ik zag je samenvatting op scholieren staan.. echt super chil!
gr, leonieke

14 jaar geleden

A.

A.

dit is een erg nette samenvatting
bij voorbaad dank
hoogachtend
met vriendelijke groet
abdraghmeniah

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.