Nu voor straks hfst. 1 t/m par. 6

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 632 woorden
  • 11 februari 2008
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
41 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Scheikunde Samenvatting t/m par. 6

Par. 1 Waar gaat dit hoofdstuk over?
* Twee stoffen bij elkaar --> stoffen mengen of een chemische reactie
* Chemische reactie --> Verdwijnen stoffen en komen er andere stoffen voor in de plaats

Par. 1.2 Stoffen bij elkaar: Wat kan er gebeuren?
* Suspensie --> Een mengsel van twee stoffen, waarvan de ene stof in hele kleine deeltjes is gemengd met de andere stof en het mengsel zich niet snel laat scheiden
Bijvoorbeeld bij:

Verf is een suspensie van kleurstoffen in water of terpentijn
Boter is een suspensie van water in vet
Roomijs is een suspensie van microscopische ijskristallen in room

* Homogeen mengsel --> Mengsel van een stof en een oplosmiddel, meestal water. De stoffen zijn door en door gemengd. Een oplossing is altijd helder.
* Heterogeen mengsel --> Mengsel van een vaste stof en een vloeistof. De stoffen zijn niet door en door gemengd.

Onthouden:

Stof A + stof B =
Niets
Mengen --> Heterogeen of homogeen?
Chemische reactie

* Moleculen --> Waaruit stoffen zijn opgebouwd, hele kleine deeltjes

Als de stoffen door en door zijn gemengd, en je een oplossing krijgt als bijv. suiker wordt opgelost in water, laten de suikermoleculen los van elkaar en verdelen ze zich tussen de watermoleculen. En wordt het dus homogeen.

Als stoffen niet door en door zijn gemengd, en je een suspensie krijgt als bijv. krijt en water bij elkaar doet, is het een heterogeen mengsel. Een suspensie is altijd troebel; je kunt er niet of moeilijk doorheen kijken.

* Gassen mengen altijd homogeen met elkaar

* Bij het mengen van vaste stoffen, krijg je nooit een homogeen mengsel

Par. 1.3 Nog meer heterogene mengsels
* Emulsie --> Heterogeen mengsel van twee vloeistoffen
* Emulgator --> Is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn. Op die manier wordt een emulsie gevormd.
*Vloeistof in gas --> Als je vloeistof, fijn verdeeld in gas, noem je dat nevel. Een nevel is bijv. mist.
*Gas in vloeistof --> Als je gas in vloeistof mengt krijg je schuim, bijv. op bier.
*Gas in vaste stof --> Krijg je ook schuim, bijv. piepschuim.

Onthouden:
Heterogeen mengsel van:
Rook Een vaste stof in gas
Emulsie Twee vloeistoffen
Nevel Een vloeistof in gas
Schuim Een gas in een vloeistof of in een vaste stof

1.4 Concentratie
*Concentratie --> Geeft aan hoe sterk een mengsel is.
Onthouden:
Concentratie (ook wel gehalte) is de hoeveelheid van een stof per hoeveelheid mengsel.
De concentratie wordt aangegeven in gram per liter, in volumeprocent of in massaprocent.

1.5 Rekenen met concentraties
Er zijn twee manieren om met concentraties te rekenen:

Met concentratieformule: Concentratie = Massa : Volume, maar als je de massa wilt weten doe je : Massa = concentratie x volume
Met verhoudingen: Met een tabel

Je kunt het ook bereken met LOPUC:
Bijv. : In een fles wijn van 0,75 L zit 75 mL alcohol. Hoeveel volumeprocent alcohol is dat?

Lezen: Lees de vraag goed door. Wat wordt er gevraagd?
Ordenen: In 0,75 L wijn zit 75 mL alcohol. Het volumepercentage alcohol is het aantal milliliters alcohol in 100 ml wijn.
Plan: Maak eerst de eenheden gelijk en bereken daarna met verhoudingen hoeveel mL alcohol in 200 ml wijn zit.
Uitwerken: 0,75 L wijn komt overeen met 0,75 x 1000 mL = 750 mL wijn.
Volume alcohol --> 75 mL : 750 = 0,1 mL x 100 = 10 mL
Volume wijn --> 750 mL : 750 = 1 mL x 100 = 100 mL

In 100 mL wijn zit 10 mL alcohol. De wijn bevat dus 10 volumeprocent alcohol.

Controle
De vraag is in de juiste eenheid beantwoord.

1.6 Meer over oplossen
*Onverzadigde oplossing --> Een oplossing waarin je nog meer stof kunt oplossen. *Verzadigde oplossing --> Bevat de maximale hoeveelheid opgeloste stof (oplosbaarheid)
*Oplossnelheid --> Zegt iets over de snelheid waarmee een stof oplost.


Onthouden:
Je kunt het oplossen van een vaste stof versnellen door te roeren, de stof te verpoederen en door te verwarmen. Alleen bij verwarmen verandert ook de oplosbaarheid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.