Thema 3 Mens en Milieu

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2360 woorden
  • 17 oktober 2007
  • 84 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
84 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Basisstof 1, de relatie mens en milieu

Milieu:
-beïnvloed organismen, zoals de mens.
-levert de mens voedsel, zuurstof, water en energie.
-levert grondstoffen waarvan allerlei producten worden gemaakt.
-ten slotte is het milieu belangrijk als plaats voor recreatie.

Omgekeerd wordt het milieu ook beïnvloedt door de mens:
-elementen toevoegen
-elementen verwijderen
-milieu veranderen

Milieuproblemen ontstaan als het natuurlijk milieu door het ingrijpen van de mens ernstig wordt verstoord:
vervuiling->-elementen toevoegen

uitputting->-elementen verwijderen
aantasting->-milieu veranderen

Oorzaken van milieuproblemen:
-enorme bevolkingstoename gekoppeld aan de wijzen van leven van de huidige mens

Verandering van het leven van de mens sinds de industriële revolutie:
natuurlijke energiereserves putten sneller uit, afvalstoffen komen vrij->-gebruik van machines
-opkomst produceren van kunstmatige producten,->van de chemische energie waarbij bij vervaardiging hiervan ( giftige ) afvalstoffen voorkomen.

Verandering van de landbouw:
-steeds meer mensen moeten van voedsel worden voorzien.
-landbouwbedrijven werken nu met grotere machines.
-er is ruilverkaveling ontstaan door grote bedrijven.

Verandering van de infrastructuur:
-door de goede verkeersvoorzieningen tussen landen is het mogelijk producten snel over grote afstanden te verspreiden.

Verandering voedselproductiemethoden:
-veel van de producten die wij consumeren worden op heel andere plaatsten geproduceerd.

Infrastructuur en gewijzigde voedselproductiemethoden:

-zorgen ervoor dat de mens steeds minder afhankelijke is geworden van zijn natuurlijke omgeving en zo heeft de mens overal kunstmatige ecosystemen zoals weilanden en akkers kunnen vormen.

Gevolg van deze infrastructuur en voedselproductiemethoden:
-de enorme groei die de wereldbevolking heeft kunnen doormaken.
-de bevolkingsdichtheid word in de meeste landen nauwelijks meer beïnvloed door de weersomstandigheden of het ter plaatste geproduceerde voedsel. Alleen in de armste landen sterven nog massaal mensen door voedselgebrek.

Gevolg van de bevolkingstoename en de veranderde wijze van leven:
-de hoeveelheid natuurlijk terrein en bos en de daar levende planten en dieren is verminderd.
meer landbouwgrond.->-veel grote gebieden landbouwgrond zijn in cultuur gebracht
nauwelijks nog leven mogelijk.->-veel giftige afvalstoffen zijn geloosd in het milieu

Basisstof 2, voedselproductie

Om voldoende voedsel te kunnen produceren, proberen mensen al eeuwen de opbrengst van voedingsgewassen en landbouwhuisdieren zo hoog mogelijk te maken.
Dit kan door de abiotische en biotische factoren voor de d.m.v.->groei en ontwikkeling zo optimaal mogelijk te laten zijn bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen.

Planten nemen het volgende op uit de bodem:

-water
zijn mineralen die door planten worden gebruikt als voedingsstoffen.->-ionen
worden gebruikt bij de vorming van de organische stoffen waaruit een plant bestaat.->
door het oogsten van voedingswassen en door uitspoeling worden-> mineralen aan de kringloop van stoffen op landbouwgrond ontrokken.

Uitspoeling:
-mineralen zakken met het regenwater naar diepere lagen.

Bemesting:
-er worden na de uitspoeling weer mineralen aan de bovenste bodemlagen van de landbouwgrond toegevoegd.

Kunstmest:
-bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat.
-hiermee kunnen precies die mineralen aan de bodem worden toegevoegd die de voedingsgewassen nodig hebben.

Stalmest:
-bestaat uit uitwerpselen en urine van dieren.
-wordt in vast of vloeibare vorm op het land gebracht en in de bodem afgebroken door reducenten, hierbij komen mineralen vrij.
-vaak is de mest vermengd met stro, wat ervoor zorgt dat de grond luchtiger en meer kruimelig wordt.


Voedingsgewassen worden vaak in monocultuur verbouwd.
Monocultuur:
-op 1 groot landbouwareaal word 1 soort gewas geteeld.
zo kan het land efficiënt worden bewerkt.->-voordeel
vergroten de kans op plagen, er is immers voldoende voedselaanbod.->-nadeel
ziekten van het gewas breiden zich sneller uit.->

De gewassen worden tegen ziekten en plagen beschermd d.m.v. chemische bestrijdingsmiddelen of op een biologische manier.

Chemische bestrijdingsmiddelen:
-zijn de laatste 50 jaar veel ontwikkeld om ziekten en plagen te bestrijden.
zijn effectief, ziekten en plagen worden meestal goed bestreden.->-voordeel
-nadelen de meeste pesticiden zijn niet soortspecifiek, ze doden dus ook onschadelijke organismen.->
bij de soort die wordt bestreden treedt vaak al snel resistentie op tegen het bestrijdingsmiddel.->
accumulatie; hierbij hopen de bestrijdingsmiddelen zich op in dieren-> die aan het eind van een voedselketen staan, doordat e bestrijdingsmiddelen steeds werden doorgegeven aan de volgende schakel.

Biologische bestrijding:

-hierbij maakt men gebruik van biologische verschijnselen.
-in een aantal gevallen is het gelukt plagen te bestrijden met natuurlijke vijanden.
-een andere methode is het lokken van bepaalde soorten schadelijke inscenten met geuren of gleluiden.

De voedselproductie verhogen door de erfelijke eigenschappen van voedingsgewassen landbouwhuisdieren te veranderen:
-bij uit een->het kweken van voedingsgewassen wordt verdeling toegepast nakomelingenschap worden de individuen met de meest gunstige erfelijke eigenschappen geselecteerd voor verdere kruisingen.
-d.m.v. de rec.-DNA-technieken kunnen voedinggewassen resistent worden gemaakt voor ziekten en plagen.

Kunstmatige inseminatie:
-een techniek die in de biotechnologie bij runderen al een tijd wordt toegepast.
-hierbij wordt sperma van een stier met gunstige eigenschappen opgevangen en ingebracht in de baarmoeder van koeien.

In-vitrofertilisatie:
-een techniek die wordt toegepast bij runderen.
-bij deze methode worden eicellen in een voedingsmedium bevrucht door zaadcellen.
De klompjes cellen die zich uit de bevruchte eicellen ontwikkelen worden ingebracht inde baarmoeder van “normale” koeien.
-op deze manier kunnen een koe en een stier met gunstige eigenschappen worden gekruist.






























Basistof 3, de lucht

Veel milieuproblemen hebben te maken met de uitstoot van gassen in de lucht.

Emissie:
-uitstoot van gassen.

Oorzaken van emissie:
vrijkomen van koolstofdioxide, zwaveldioxide en stikstofoxiden.->-verbranding van fossiele brandstoffen

samen met waterdamp en zuurstof ontstaat hieruit zwavelzuur.->Zwaveldioxide
hier uit ontstaat salpeterzuur.->Stikstofoxiden

Zure regen:
-de zure stoffen komen naar beneden met regen of mist.

Droge zuurdepositie:
-zo wordt het genoemd wanneer een deel van het zwaveldioxide en van de stikstofoxiden onveranderd in droge vorm neervalt.

Verzuring:
-door zuurdepositie worden de bodem en het water zuurder.
-dit leidt onder andere tot het oplossen van bepaalde giftige metalen in de bodem.

Effecten van verzuring (planten ):

-wortelharen worden beschadigd, waardoor de planten minder goed water en mineralen kunnen opnemen.
-bladeren ondervinden vooral schade van de droge zuurdepositie ( gas en stofdeeltjes ), waardoord e huidmondjes beschdigd worden en deze langer hierdoor neemt de verdamping toe.->open blijven staan
-de fotosynthese wordtr geremd en de groei van de planten neemt af.
-door verzouring verzwakken planten, zodat ze minder weerstand hebben tegen ziekteverwekkers.

Effecten van verzuring ( dieren ):
-vooral waterdieren gevoelig voor verzuring van het water en de giftige metalen die vrijkomen.
De helft van de zure regen in Nederland is afkomstig uit het buitenland.
Omgekeerd veroorzaken wij ook zure regen in andere landen.

Veroorzakers van zure regen:
meer dan de helft van het zwaveldioxide en een deel van de stikstofdioxiden zijn hiervan afkomstig->-industrie
worden gestookt met kolen of olie en zijn zo ook een belangrijke veroorzaker->-elektriciteitscentrales
het grootste gedeelte van de stikstofdioxiden zijn hiervan afkomstig.->-verkeer
verzuring van de bodem, o.a. door vrijkomen van ammoniak in de bio-industrie.->-landbouw











Andere vormen van luchtvervuiling


Niet alleen stoffen met een verzurende werking verontreinigen de lucht.
Door de chemische industrie worden allerlei giftige gassen in de lucht uitgestoten.

Naast de eerder genoemde afvalgassen stoten het verkeer en de industrie koolwaterstoffen en koolstofmono-oxide uit.

Koolwaterstoffen en koolstofmono-oxide:
-vooral de uitlaatgassen van slecht afgestelde automotoren bevatten deze stoffen.
-onder invloed van zonlicht gaan deze stoffen chemische reacties aan met stikstofoxiden waardoor onder andere ozon ontstaat.

Ozon:
-dieren en mensen tast dit het longweefsel aan.
-bij planten beschadigt dit de bladeren en remt het de groei.

Smog:
-een vettige mist die onder andere ozon, zwaveldioxide en roet bevat.


Het broeikaseffect:
-een milieuprobleem dat samenhangt met luchtvervuiling.

Het klimaat op aarde wordt voor een groot deel bepaald dor de atmosfeer.

De atmosfeer:
-bestaat uit een mengsel van verschillende gassen die de zonnestraling doorlaten naar de aarde.
dit voorkomt dat de aarde te veel warmte verliest.->-gassen hiervan houden de warmte-uitstraling tegen


Broeikasgassen:
-de gassen in de dampkring die het broeikaseffect veroorzaken.
-de belangrijkste natuurlijke broeikasgassen zijn koolstofdioxide, waterdamp en methaan.

->Doordat we steeds meer broeikasgassen aan de atmosfeer afgeven, wordt het broeikaseffect versterkt
de atmosfeer houdt hierdoor meer warmte vast en de temperatuur op aarde zal hierdoor stijgen.

Versterking broeikaseffect:
-wordt ook wel broeikasgevaar genoemd.
-wordt vooral veroorzaak door de stijging van de koolstofdioxideconcentratie in de atmosfeer.

Gevolgen van het versterkte broeikaseffect:
de zeespiegel stijgt.->-klimaatverandering
bij verhoging van temperatuur ontstaat er droogte of er valt juist meer regen.->
de voedselvoorziening komt in gevaar, landbouw wordt namelijk-> onmogelijk (volgens anderen heeft het broeikaseffect een gunstige invloed op de landbouw, voor de groei van gewassen)







Ozonlaag:

-bevindt zich hoog in de atmosfeer en absorbeert ultraviolette straling, zodat slechts weinig van deze zonnestraling de aarde bereikt.

Het gat in de ozonlaag:
-dit versterkt het broeikaseffect.
-bij aantasting van de ozonlaag kan meer UV-straling doordringen, deze straling kan veranderingen in DNA veroorzaken.

De ozonlaag wordt aangetast door chloorfluorkoolwaterstoffen ( CFK´s ):
-dit zijn gassen die van nature niet in de ozonlaag thuishoren.
-de chemische industrie maakte deze gassen om onder meer te gebruiken als koelmiddel.

Vrijkomen van CFK´s:
-het storten van oude koel- en vrieskasten op vuilnisbelten.
-het gebruiken van CFK´s als blaasmiddel bij de vervaardiging van schuimplastic, piepschuim enz.
-als drijfgassen in spuitbussen.

Maatregelen tegen het gebruik van CFK´s:
-in de westerse landen zijn de productie en import van de meest schadelijke CFK´s (harde CFK´s) verboden. –in de nieuwe koelinstallaties van bedrijven worden nu zachte CFK´s gebruikt.
-in de nieuwe koel- en vrieskasten voor huishoudelijk gebruik worden geen CFK´s meer gebruikt.

-afgedankte koel- en vrieskasten worden ingezameld om op een milieuvriendelijke manier te worden verwerken.
-het is verboden te handelen in oude koel- en vrieskasten.





























Basisstof 4, het water

Oppervlaktewater:
-het water in rivieren, kanalen, meren, de zee enz.

Bodemvocht:
-het grondwater en het water in de bovenste laag van de bodem.

Zelfreinigend vermogen van water:
-in het water zetten reducenten de organische afvalstoffen om in anorganische stoffen.
-de anorganische stoffen worden door producten in het water gebruikt bij de opbouw van organische stoffen.


Overbemesting:
-hier spreekt men van als door mestoverschot de landbouwgrond te veel bemest wordt met stalmest.

Eutrofiering:
-houdt de toename van mineralen in.
-het overschot aan mest spoelt voor een deel van het land af en komt in sloten terecht.
-door afbraak van deze organische afvalstoffen neemt de hoeveelheid mineralen ( onder andere fosfaat en nitraat ) in het water sterkt toe.

-dit wordt versterkt doordat een deel van de mineralen, die in de bodem vrijkomen bij afbraak van stalmest, uitspoelen naar het grondwater.
-deze mineralen kunnen via het grondwater uiteindelijk in het oppervlaktewater terechtkomen.

Ook het gebruik van kunstmest in de landbouw kan eutrofiering tot gevolg hebben.
Kunstmest bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen ( onder ander nitraat ) en fosfaat en deze mineralen kunnen op een vergelijkbare manier als bij stalmest via het grondwater in het oppervlakte water terechtkomen.

Voedselrijk of eutroof water:
-water dat veel mineralen bevat.

Gevolgen eutrofiering:
-veel voedselarme wateren in bodems in Nederland zijn voedselrijker geworden.
sommige soorten doorat ze alleen in een voedselarm milieu kunnen leven.->-veel soorten platen zijn verdwenen
ander soorten omdat zij overwoekerd werden door soorten die beter-> waren aangepast aan een voedselrijk milieu.
-sommige soorten waterplanten ( onder andere kroos en bepaalde soorten algen ) kunnen ->zich enorm uitbreiden, waardoor het water een groene kleur krijgt waterbloei.

Waterbloei:

-het water wordt hierdoor troebel.
-licht dringt hierdoor minder ver door in het water.
-doordat er minder licht doordringt sterven veel planten die onder water leven, waardoor de hoeveelheid organisch voedsel toeneemt.




Vervuiling met chemische afvalstoffen:
-is net zo erg als eutrofiering.
-deze stoffen worden in rivieren en kanalen geloosd.
-deze stoffen zijn voor veel organismen al in kleine hoeveelheden giftig, ook voor reducenten.

Geen afbraak van chemische stoffen
-chemische stoffen kunnen vaak niet door reducenten worden afgebroken.
-boven is industrieel afvalwater meestal zuurstofarm, waardoor het zelfreinigend vermogen van het oppervlaktewater afneemt.


Waterzuivering:
1. mechanische zuivering: uit het rioolwater word eerst het grove vuil gefilterd.
2. voorbezinking: in de voorbezintank stroomt het rioolwater te langzaam, waardoor veel afval naar de bodem zakt.
3. biologische zuivering: in de beluchtingstank wordt gebruik gemaakt van reducenten.

4. nabezinking: het water stroomt langzaam, zodat de laatste afvaldeeltjes kunnen bezinken.




































Basisstof 5, de bodem

Ontbossing:
-veel bos is de laatste duizend jaar in Europa gekapt.

Verkeerd gebruik van grond:
-de in cultuur gebrachte grond werd vaak slecht bewerkt en door gebrek aan stalmest raakte de bodem snel uitgeput.

Overbeweiding:
-graslanden werden overbeweid of verkeerd beweid, waardoor de oorspronkelijke plantengroei werd vernietigd.

Dit alles kan leiden tot erosie.

Erosie:
-op grond waar de plantengroei is verdwenen kan de bovenste, vruchtbare humuslaag wegwaaien of worden weggespoeld met de regen.
ontstaan en uitbreiding van woestijnen.->-veel vruchtbare grond is hierdoor verloren gegaan


Bodemvervuiling:
-is vaak een gevolg van het storten van afval.
-kan ook een gevolg zijn van het verkeer.


Storten van afval:
bodemsanering.->-vaak is de bodem hierdoor zo vervuild, dat de grond moet worden afgegraven of moet worden gereinigd

Verkeer:
-aan benzine werd vaak lood toegevoegd ( lood zorgde ervoor de motonderdelen werd gesmeerd, zodat de motor beter liep ).
-via de uitlaatgassen kwam het lood in de wegbermen terecht.


In Nederland wordt jaarlijks zo´n 6 miljard kg huishoudelijk afval geproduceerd.
Al dat afval moet worden ingezameld en verwerkt.

Methoden van afvalverwerking:
1. Recycling: afvalproducten worden gebruikt als grondstoffen voor nieuwe producten.
2. Composteren: omdat GFT-afval biologisch afbreekbaar is kan het worden gecomposteerd.
Het GFT-afval wordt op grote hopen gegooid. Reducenten breken het GFT-afval af.
3. Stoten: een belangrijk deel van het afval wordt gestort op vuilnisbelten. Is de makkelijkste en goedkoopste methode.
4. Verbranden: het verwerken van afval door het te verbranden in grote verbrandingsovens.








Basisstof 6, Milieubeleid en milieubeheer

Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat er maatregelen moeten worden genomen om het milieu leefbaar te houden, ook voor de generatie die na duurzame ontwikkeling van de relatie tussen mens en milieu.->ons komen

De overheid heeft een aantal maatregelen genomen om de uitstoot van koolstofdioxide, zwaveldioxide, stikstofoxiden en ander afvalgassen te berken.

Beperking van energieverbruik:
-de industrie en elektriciteitscentrales moeten zuiniger omgaan met energie.
-daarnaast stimuleert de overheid de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen.

Alternatieve energiebronnen/duurzame energiebronnen:
-deze energiebronnen zijn veilig voor het milieu en raken nooit op.
-bijv. zonne-energie en windenergie.

REACTIES

T.

T.

Barstens vol spelfouten/typefouten misschien handig om dit even te verbeteren?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.