Koude Oorlog

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1957 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 100 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
100 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Koude oorlog TOENEMEND WANTROUWEN TUSSEN OOST EN WEST Het wantrouwen bestaat al vanaf het ontstaan van de SU • 1917 communistische aanval in Rusland. 1918 probeerde de geallieerden dat ten val te brengen  mislukt. SU bleef het westen wantrouwen. • De Westerse regeringen waren bang voor een communistische revolutie, doordat de SU de Komintern had opgericht. • Wantrouwen tegen de SU werd sterker: Stalin met Hitler niet aanvalsverdrag, daarna verdeelden ze Polen, en daarna viel de SU Finland binnen
Toen Hitler in 1941 de SU aanviel, werden de SU en het Westen gedwongen om bondgenoten te worden. Na de Tweede Wereldoorlog groeit het wantrouwen

Na de bevrijding van de door DL bezette gebieden kwamen de tegenstellingen tussen Oost en West weer sterk naar voren: • het Westen wilde de democratie herstellen • Stalin dacht in de 1e plaats aan de veiligheid van Rusland. Hij wilde geen anticommunistische regering • Het Westen ging ervan uit dat de SU de hele wereld wilde overheersen. Stalin meende dat het Westen probeerde de macht van de SU zoveel mogelijk te beperken. Wantrouwen tussen Oost en West groeide: - Uitbreiding van het Communisme in Oost- en Midden-Europa - Onenigheid over de Toekomst van Duitsland - Burgeroorlog in Griekenland leidt tot de Trumanleer (President Truman verklaarde dat de VS zich vanaf het moment dat Griekenland streed tegen het communisme waarbij de VS hielp tegen ieder communistische aanval zou verzetten) - Marshallhulp wekt woede van Stalin op (Marshallplan: De VS gingen Europa financieel steunen, zodat de kans groter was het communisme in Europa te voorkomen - In Azië breidt het communisme zich uit
Door de groeiende spanningen tussen Oost en West ontstond de zogenaamde Koude Oorlog. De Koude Oorlog was een periode van vijandschap, waarin veel conflicten en oorlogen voorkwamen. Er was echter geen rechtstreekse oorlog tussen de VS en de SU. CONFLICTEN EN OORLOGEN De blokkade van West-Berlijn (1948-1949) De Duitse hoofdstad Berlijn lag in de Russische zone. De Grote Drie (leiders van VS, SU, Engeland) hadden echter besloten ook Berlijn in vier sectoren te verdelen. De drie sectoren van de Westerse geallieerden vormden samen West-Berlijn
Stalin was het niet eens met de politiek die de westerse geallieerden in hun zones en sectoren voerden. Hij wilde niet dat het een kapitalistisch reclamebord werd. Daarom greep Stalin in. Hij besloot tot een blokkade van West-Berlijn. In juni 1948 werden plotseling alle wegen naar West-Berlijn door Russische troepen afgesloten. Amerikaanse en Britse vliegtuigen begonnen een luchtbrug, die West-Berlijn van voorraden voorzag. Na bijna een jaar hief Stalin de blokkade op (mei 1949). Gevolg van de blokkade: Westen ging nog nauwer samenwerken: militair bondgenootschap: De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de NAVO. (april 1949) 1954 bondrepubliek toegelaten tot de NAVO. SU en overige communistische landen ook militair bondgenootschap: Het Warschaupact in 1955
De Koreaanse oorlog
Noorden van Korea door Rusland bevrijd van Japanse overheersing, Zuiden door de Amerikanen: - Noord-Korea: Gesteund door SU - Zuid-Korea: Gesteund door VS
1949 gingen de troepen van de SU en VS weg uit Korea. 1950 viel Noord-Korea Zuid-Korea aan. Verenigde Naties gingen het zuiden helpen. VN-leger dreef de Noord-Koreanen terug tot aan de Chinese grens. China ging zich er toen mee bemoeien, het VN-leger werd weer teruggedreven. In 1953 wapenstilstand. Deze oorlog vergrootte het wantrouwen tussen Oost en West nog meer. De Berlijnse muur
Na de dood van Stalin (1953) was de spanning tussen Oost en West minder. Toch kregen de SU en de VS ernstige conflicten: Berlijnse muur en de Cuba-crisis. In 1961 eiste Chroesjtsjov (opvolger van Stalin) dat het Westen zich uit West-Berlijn zouden terugtrekken. Kennedy ging daar niet in mee. Toen werd er een muur dwars door de stad gebouwd, zodat Oost-Duitsers niet meer naar het Westen konden vluchten. De Berlijnse muur bleef bestaan tot 1989
De Cuba-crisis (1962) Oorlog tussen Oost en West waarmee met kernwapens gedreigd werd was de Cuba-crisis. Fidel Castro voerde op Cuba het communisme in en kreeg steun van de SU. Castro kwam in conflict met de VS. In 1962 ontdekten Amerikanen raketinstallaties van Rusland op Cuba . Kennedy verklaarde dat iedere kernraket die vanaf Cuba op de VS zou worden geschoten, zou leiden tot een Amerikaanse kernaanval op de SU. Chroesjtsjov zou een blokkade op Cuba niet aanvaarden. Hij bracht de Russische kernmacht in staat van alarm. Op het laatste moment keerden de Russische schepen om. Chroesjtsjov en Kennedy kwamen tot overeenstemming. De Cuba-crisis had een positief gevolg. Tussen de SU en de VS werd een hotline aangelegd. Via deze directe telexverbinding konden de leiders van Oost en West bij een crisis sneller met elkaar overleggen. De oorlog in Vietnam (1960-1975) Vietnam was een kolonie van Frankrijk en werd in 54 verdeelt in Noord-Vietnam  SU en Zuid-Vietnam VS

In Zuid-Vietnam verzet tegen rijke politiek. Verzet door Vietcong geleid door communisten. De VS bleef soldaten sturen en Vietcong bleef groeien. Opvolger Kennedy Johnson zei dat als Vietnam communistisch zou worden de omringde landen, dat ook zouden worden  dominotheorie. President Nixon trok grondgroepen uit Vietnam terug en in 73 wapenstilstand. Twee jaar later viel noord zuid binnen en Zuid-Vietnam was veroverd. Oost en West in de rest van de wereld
Oost en West probeerden beiden hun invloedssferen in de rest van de wereld uit te breiden. Daardoor ontstonden overal spanningen en (burger)oorlogen. Nadat Afrikaanse landen onafhankelijk waren geworden probeerde China, Cuba en de SU daar de macht te krijgen. Het Westen probeerde dat te verhinderen. DE KERNWAPENWEDLOOP Steeds meer en steeds modernere kernwapens
Onder wederzijdse afschrikking wordt een situatie verstaan, waarbij men elkaar met behulp van kernwapens kon afschrikken. Degene die een kernoorlog zou beginnen, kon erop rekenen dat zijn eigen land ook verwoest zou worden
De VS en de SU bleven bang voor een verrassingaanval. Daarom wilde ze allebei steeds meer en steeds modernere kernwapens. Zo was er sprake van een voortdurende wedloop in de kernbewapening. Oost en West onderhandelen over kernwapenbeheersing
De regeringsleiders van Oost en West waren zich bewust van de gevaren van de kernwapens. Vooral na het beëindigen van de Koude Oorlog werden daarbij belangrijke vorderingen gemaakt. EINDE VAN DE KOUDE OORLOG De SU maakt een einde aan de Koude Oorlog
In de jaren 1988-1990 werd de verhouding tussen de SU en het Westen steeds beter dankzij concessies van de SU: - 89 liet Gorbatsjov toe dat in Oost-Europese landen het communisme werd afgeschaft. - 90 ging Gorbatsjov ermee akkoord dat de DDR uit het Warschaupact trad en zichzelf ophief
Er was een belangrijke economische reden om de Koude Oorlog te beëindigen. De economie van de SU was te zwak om de kernwapenwedloop voort te zetten. Voor de VS waren de grote kosten ook een reden. Zij hadden een ernstig tekort door te hoge militaire uitgaven. In 1990 besloten de NAVO en Warschaupact tot verminderingen van gewone wapens (conventionele bewapening) Beiden mochten ene gelijk aantal houden. De goede verstandhouding tussen de SU en het Westen kwam ook tot uitging in een nieuwe crisis: Irak veroverde Koeweit. West en Oost stonden voor het eerst naast elkaar. Het communisme heerst nog op of in Cuba, China, Noord-Korea en Vietnam. DE VN: OPZOEK NAAR BETERE TOEKOMST In 1945 werden de Verenigde Naties (VN) opgericht. Bijna alle staten werden er lid van

Doel VN: • Vrede en veiligheid in de wereld • Volken laten samenwerken bij oplossen van problemen • Gelegenheid bieden aan staten om met elkaar te overleggen
Alle staten ondertekenden de Verklaring van de Rechten van de mens. Daar werd van uitgegaan: Gelijkheid, vrijheid van meningsuiting, eerlijkheid. VN heeft 5 hoofdorganen: 1. Algemene Vergadering; doet voorstellen aan veiligheidsraad
2. De veiligheidsraad. 5 staten permanent lid: VS, Rusland, GB en China. Staten zijn verplicht zich aan de besluiten van de veiligheidsraad te houden. 3. De Secretaris-Generaal; woordvoeder VN: Kofi Anan
4. Economische en Sociale Raad; zet zich in voor welvaart, gezondheid en samenwerking. 5. Internationale Hof van Justitie; Behandelt rechtzaken. Vredespaleis Den-Haag
VN heeft ook nog verschillende organisaties met speciale taken: • Unicef • Unesco; wil eerbied voor de mensenrechten vergroten • FAO; wil voedselproductie verbeteren • WHO; wil gezondheidszorg verbeteren • IMF; regelt financiële samenwerking om welvaart te vergroten • GATT; wil internationale handel bevorderen door wegnemen van handelsbelemmeringen
Wat er van de doelstellingen terecht kwam
Er is geen nieuwe wereldoorlog uitgebroken. Wel andere oorlogen. Wel heeft de VN vaak troepen gestuurd naar gebieden om een nieuwe oorlog te helpen voorkomen. De VN hebben veel goed werk gedaan op gebieden van onderwijs, gezondheidszorg en voedselvoorziening. De VN heeft echter te weinig middelen om hongersnood en dodelijke ziekten te kunnen bestrijden. De VN is er niet in geslaagd de arme landen gelijke kansen te geven op economisch gebied. Er is heel wat door de VN tot stand gebracht. De organisatie om de toestand in de wereld te verbeteren is er. De mensen en hun regeringen zouden er alleen meer gebruik van kunnen maken. EUROPA: EENHEID EN VERDEELDHEID OOST EUROPA RAAKT GROTENDEELS BINNEN DE RUSSISCHE INVLOEDSSFEER Vlak voor en vlak na het einde van de oorlog hielden de grote drie conferenties over de toekomst van Europa: - In Jalta op de Krim, februari 1945: Churchill, Roosevelt, Stalin - In Potsdam bij Berlijn, juli 1945: Attlee, Truman, Stalin
De Grote Drie gingen ervan uit wie een bepaald gebied had veroverd, daar de grootse invloed had  invloedssferen. Het westen wilde overal vrije verkiezingen. Stalin vond dat de overwinnaars geen rekening hoefden te houden met de wil van de bevolking. In een aantal landen binnen de Russische invloedssfeer werden toch vrije verkiezingen gehouden. De communistische partijen haalden nergens de meerheid. Stalin greep in: Met behulp van leger kregen de communistische partijen toch overal de macht. Op deze manier ontstonden er in Oost-Europa invloedssferen. De SU sloot met de volksdemocratieën twee belangrijke verdragen: - Een verdrag voor economische samenwerking - Een verdrag voor militaire samenwerking
In drie volksdemocratieën greep de SU militair in: bij een opstand in Oost-Berlijn (1953), de Hongaarse opstand (1953) en hervormingen in Tsjecho-Slowakije (1968) Joegoslavië werd in WOII bevrijd door communistische verzetsbeweging onder leiding van Josip Tito. Hij voerde communisme in maar hield zich niet aan Stalin. Joegslavië sloot zich noch bij West noch bij Oost aan. Ook Albanië werd door een communistische verzetsbeweging bevrijd. Leider Enver Hoxa voerde een zeer strenge vorm van communisme in. Na de dood van Stalin en Mao Zedong verbrak hij de banden met de SU en China. Oostenrijk werd na WOII in vier bezettingszones verdeeld: VS, FR, SU, ENG

In 1955 sloten de Geallieerden een vredesverdrag met Oostenrijk. Het werd een onafhankelijk land, maar het mocht zich niet aansluiten bij Oost of West. Door het kerkelijk verzet tegen het communisme bleven in Polen veel meer mensen trouw aan de kerk. Dan in andere Oost-Europese landen. Ook Polen begon zich tegen het communisme te verzetten, met de vakbond Solidariteit
In Hongarije kwam een iets grotere vrijheid. In Tsjecho-Slowakije werden andersdenkenden door de politieke politie vervolgt. De Tsjechische industrie verouderde sterk. In Roemenië regeerde partijleider Ceausescu sinds 1965 als alleenheerser, zoals Stalin in de SU had gedaan. Wel stelde hij zich onafhankelijk op tegen de SU. Het wonderjaar 1989: einde aan communistische overheersing in Oost-Europa
In Polen kreeg de leider van Solidariteit, Lech Walesa, zoveel aanhang onder de bevolking dat hij de machtigste man werd van het land. Solidariteit eiste met succes vrije verkiezingen. Daarbij werd de communistische partij verslagen. Polen kreeg als eerste Oost-Europese land een niet communistische regering. In Bulgarije en Roemenië bleef het communisme nog bestaan. Door de verandering in Oost-Europa was aan de macht van de communisten grotendeels een einde gekomen. Het Warschaupact had weinig meer te betekenen. De belangrijkste oorzaken van deze snelle verandering in 1989 waren: • Gorbatsjov wilde een einde maken aan de Koude Oorlog. De SU had grote behoefte aan economische hulp van het Westen. Een betere verhouding met het Westen was dus belangrijk. Daarom wilde hij de communistische leiders in Oost-Europa niet meer steunen bij het neerslaan van oa opstanden • Oost-Europa raakte in welvaart steeds verder achter bij West-Europa. Daardoor hadden de communistische leiders hun zelfvertrouwen verloren. Toen de bevolking massaal ging demonstreren, konden de communistische leiders de situatie niet meer aan.

REACTIES

K.

K.

wel een goeie;p

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.