De opstand in de Nederlanden

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1543 woorden
  • 3 mei 2006
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
42 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Amsterdammers, Middelburgers en Gentenaren. Karel V (1500-1558) was heerser over de Nederlanden. Het Habsburgse Rijk bestond uit: •Spanje; groot deel van Italië + Spaanse koloniën in Latijns Amerika •Oostenrijk; In die tijd ook delen van Hongarije en Tsjechië •De Nederlanden; BENELUX •Duitsland
Karel V kreeg met verschillende problemen te maken: •Op politiek gebied was de macht van keizer Karel V beperkt. Duitse vorsten deden wat ze wilden. 17 gewesten van De Nederlanden moesten niets van hem hebben. Franse koning beschouwde Karel V als dé grote vijand. Opmars van Islamitische Turken -> Veroverden Hongarije en bedreigden Wenen -> ook bemachtigden ze Noord-Afrika. •Op godsdienstig gebied was de positie van de Katholieke Kerk aangetast. Karel V = Katholiek. Mensen katholieke geloof gingen over op een ander geloof. Middeleeuwen -> iedereen in westerse wereld Katholiek behalve een (kleine) minderheid Joodse. 16e eeuw -> opvattingen van Luther, Calvijn etc steeds meer aanhangers. Vooral in Duitsland en de Nederlanden -> aantal protestanten groeide. Landsheer Filips. Karel V trad af, erfenis: •Karels broer Ferdinand kreeg Oostenrijks gebied en keizer van Duitsland •Karels zoon Filips II werd koning van Spanje+koloniën. Deel van Italië en Nederlanden. “De Nederlander” bestond niet. •Bewoners van de Nederlanden voelden zich niet met elkaar verbonden. •Bestond nog geen nationaal besef. •Slechte toestand van de (zand)wegen maakte de onderlinge contacten ook al niet makkelijker. •Geen taal die algemeen gesproken werd. •Elk gewest en elke stad eigen wetten en regels. Filips II wilde eenheid van bestuur en leiding geven vanuit één punt. (=centralisatiepolitiek) Bestuursprobleem duidelijk: Filips II moest gewesten om geld vragen (een ‘bede’) Hij kon geen belastingen opleggen. Conflict met de Nederlanden was voor een deel een conflict tussen modern en ouderwets. Filips II -> modern, centraal geleid bestuur
Gewesten en steden -> Oude privileges. Sociaal-economische ontwikkelingen

16e eeuw -> bevolking groeide en steden werden belangrijker. Belangrijkste voedsel -> brood. Goede havens Nederlanden -> deel van het benodigde graan werd ingevoerd uit gebieden rond de Oostzee. Gevolgen bevolkingsgroei en verstelijking in het westen: •Boeren -> gelegenheid toe te leggen op het leveren van producten die in de stad goed geld opbrachten. •Door de opkomst van nijverheid en handel waren diverse grondstoffen nodig. Tijd van het handelskapitalisme. Voor lange-afstandshandel was veel kapitaal nodig -> kapitaalkrachtige koopman werd centraal figuur. Behalve in landbouw verdienden de mensen vooral hun brood met: •Nijverheid •Visserij •Handel; vooral textielindustrie
Brabant (Antwerpen Brussel) en Vlaanderen, door gunstige ligging centra van handel en nijverheid. Standen en klassen
Opbloei van de economie -> andere maatschappijcultuur. Overgang van standenmaatschappij naar de klassenmaatschappij. In het oosten van het land anders -> landbouw bleef overheersende economische factor. Stijgende welvaart in het westen niet iedereen ten goede -> arm en rijk groter
Armoede
Mede door inflatie. De aanvoer van zilver uit de Spaanse koloniën in Latijns Amerika en de toenemende vraag naar goederen -> voortdurende geldontwaarding. Slechte oogst -> Mensen leden honger. Prijzen brood en boter stegen meer dan de lonen. Oorzaken hongersnood: •1563 en 1870 Denemarken en Zweden in oorlog -> leidde tot blokkering van de Sont -> graanimport stagneerde. •Afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen -> kwetsbare Nederlanden
Toch geen breed sociaal protest: Adel bleef hoog in aanzien en kon op politiek, militair en kerkelijk gebied grote invloed uitoefenen. Steden -> rijke burgers bestuursfunctie in handen (patriciaat) Religieuze ontwikkelingen
Veel kritiek op de Katholieke Kerk -> Luxe leventje, corruptie, geldhonger van de paus en van hoge geestelijken en meer bezig houden met eigen machtspositie dan met mensen. Tot 16e eeuw binnen perken, daarna successen Duitse Hervormer Maarten Luther groot. Ook Johannes Calvijn veel aanhang. Protestanten = allen die uit de Katholieke Kerk traden. Hervorming of Reformatie = de gehele protestantse beweging. Aanhangers van Luther en Calvijn waren het eens over een aantal zaken: •Grondslag geloof ligt in de Bijbel en niet in de aanvullingen daarop door de katholieke traditie •Aantal punten uit de katholieke leer moet worden veranderd of afgeschaft (kritiek op de mis, celibaat en het instituut van het kloosterleven) •Paus moet weg
Belangrijk verschil tussen Lutheranen en Calvinisten: Luther: slechte vorst = straf van God. Niet tegen hem verzetten
Calvijn: slechte vorst afzetten, als deze het ware geloof onderdrukte. Invoering inquisitie -> kerkelijke rechtbank van de RK kerk die gelovigen met afwijkende ideeën moest opsporen en veroordelen. Verbranding ketters -> gelovigen die hun van de RK kerk afwijkende ideeën over het christendom in praktijk brachten. Loop 16e eeuw -> Scheuring Katholieke kerk. Ongedaan proberen te maken: •Vernieuwing van de Kerk •Bestrijding van de Hervorming door de zogenaamde ContraReformatie
3 belangrijke punten: •Aantal calvinisten rond 1565 in de Nederlanden klein -> wel fanatiek. •Veel Katholieken twijfelde. Bezwaren tegen sommige opvattingen en toestanden in Katholieke kerk. Ketters niet zo streng vervolgd. •Bijna niemand dacht dat twee geloven in één land kon. De adel buitenspel. 1559 -> Filips II stelde Margaretha van Parma aan als landvoogdes. Zij regeerde vanuit Brussel en werd geholpen door drie adviesraden: •Raad van State; hoge edelen + rechtsgeleerden. Gaf advies over belangrijke zaken + plaatsvervanger landvoogd •Geheime Raad; juristen

Was betrokken bij wetgeving en bestuur •Raad van Financiën; mensen met verstand van geld
Hield toezicht op financiële situatie. Deze raden bestonden voor het grootste deel uit geschoolde mensen. Edelen studeerden niet -> verloren steeds meer terrein. Koning wilde zijn greep op de Kerk versterken ->1559 in overleg met Filips II kondigde de paus de kerkelijke herindeling af. Andere kerkelijke leiders. Van hen werd verwacht dat ze een opleiding hadden genoten (sloot adel uit want die studeerde niet) -> wekte woede op. Oprichting van de Liga
1562 oprichting Liga door hoge edelen. (Willem van Oranje etc.) De liga eiste het vertrek van Granvelle -> invloedrijkste adviseur van landvoogdes. Hoge edelen succes met hun verzet tegen van Granvelle -> vertrok uit de Nederlanden. Spanningen verdwenen niet, hoge edelen bleven zich verzetten tegen centralisatiepolitiek. Ook andere terreinen spanningen -> Filips II strenge aanpak protestanten (Inquisitie) Lage edelen gematigder optreden
Redenen waarom Filips II meer verzet opriep dan zijn vader Karel V: •Afwezigheid van Filips II -> persoonlijke contact ontbrak •Toenemende invloed Hervorming •Voorrang die Filips II gaf aan bestrijding van Turken en Noord Afrikaanse piraten. Filips richtte zich op positie van Spanje. •Economische problemen vanaf 1563. Engels uitvoerverbod op wol zorgde voor werkloosheid en afsluiting van de Sont veroorzaakte voedselgebrek. ‘Slechts een stelletje bedelaars’ 1565
1565 -> lage edelen sluiten het Compromis
April 1566 -> verbond ging naar landvoogdes Margaretha en bood een smeekschrift aan. Hierin werd gevraagd om een versoepeling van de aanpak van de ketters en het bijeenroepen van de Staten-Generaal. Aanhang calvinisten groeide -> terugkeer van veel ballingen die voor de inquisitie op de loop waren gegaan. Calvinisten -> geen eigen kerkgebouwen gingen ze hagepreken houden. Waren fel en zeiden dat alle beelden uit de K. Kerk weg moesten. Afgoderij. 10 augustus 1566 -> Aantal mensen uit Vlaanderen opgezweept door een hagepreek trokken naar het klooster en sloegen beelden tot puin. (Beeldenstorm) Godsdienstige oorzaken beeldenstorm: •Haat van calvinisten tegen de katholieke eredienst •Woede over het optreden van de inquisitie •Verlangen naar het recht om het eigen calvinistische geloof te mogen belijden in eigen kerkgebouwen
Sociaal-economische oorzaken beeldenstorm: •Grote werkloosheid •Veel armoede •Hoge graanprijzen -> honger. Toen Filips II hoorde van de beeldenstorm wou hij er direct een einde aan maken. Spaanse koning riep de hertog van Alva bij zich, en gaf hem 10.000 soldaten om schoon schip te maken in de Nederlanden. Taken waren: •Roei de ketterij uit en het verzet tegen het Spaanse gezag en herstel de Katholieke Kerk in volle glorie •Voer vast belastingen in zoals de tiende penning (soort btw) zodat de beden overbodig worden. Vreemde overheersers
Alva werd nieuwe landvoogd -> stelde Raad van Beroerten in, ook bloedraad genoemd, die mensen ter dood veroordeelde en mensen verbande uit de Nederlanden. De eerste aanvallen
Willem v. Oranje huurde in 1568 soldaten in om de Nederlanden binnen te vallen. Geen succes. Had geen geld en moest opnieuw naar Duitsland vluchten. Alva’s geldstroom droogde eveneens snel op. Door oorlogen (Spanje VS. Turken) was er voor Alva niet veel beschikbaar meer. Ook anderen probeerden de Spanjaarden te bestrijden. Felste -> watergeuzen. Deze vormden een groep opstandelingen die actief verzet pleegde tegen Alva. Willem v. Oranje had zich inmiddels bij de calvinisten aangesloten, maar was geen voorstander van vervolging van katholieken. 1572 -> Willem maakte nieuwe plannen voor invallen in de Nederlanden. Vanuit Duitsland en Frankrijk zouden legertjes binnenvallen. Franse protestanten (Hugenoten) zouden de prins helpen en ook de Franse koning had steun tegen Spanje toegezegd. Zelfde tijd -> watergeuzen een stad veroveren die als bruggehoofd moest dienen. 1572 -> watergeuzen geen gebruik meer maken van Engelse havens. Watergeuzen kwamen in storm terecht en per toeval veroverden ze Den Briel (te vroeg) Alva niet genoeg soldaten, omdat hij aanval uit Frankrijk verwachtte. Troepen geconcentreerd in Zuiden. Noorden dus ruimte voor verzet. Meer Hollandse en Zeeuwse steden geus- of prinsgezind. Erkenden Willen van Oranje als stadhouder. Alva kon de Opstand niet neerslaan. Sommige steden wel herovert maar andere steden gaf de moordpartijen hen de moed vol te houden. Behalve deze moeizame oorlog in de Nederlanden, voerde Filips II nog altijd een oorlog in het Middellandse-Zeegebied. Filips II riep Alva terug want het werd te duur en verving hem door Requensens. Nieuwe landvoogd moest strijd voortzettend, maar aan de andere kant door gematigd optreden onderhandelingen mogelijk moet maken. Ook hij kon het Spaanse gezag in de Nederlanden niet herstellen. Opstand kwam in impasse.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.