Samenvatting ANW hoofdstuk 1 Ziek en gezond
1.1 Ziek of gezond
Dokter standaard aanpak à inventariseert de gezondheidsklachten en op zoek naar symptomen à soms lichamelijk onderzoek à verklaring (diagnose) à behandeling (therapie)
Subjectieve klachten zijn niet meetbaar à hoofdpijn.
Objectieve gegevens meetbaar à bloedtest à belangrijk voor diagnose. Meestal is er meer nodig dan de verklaring. De dokter stuurt je door naar de reguliere gezondheidszorg.Er komt aanvullend onderzoek. Bijv bloedtesten en foto’s.
Ook zijn er mensen die zich laten behandelen met alternatieve geneeskunde. Dit wordt niet op een planmatige manier gewerkt die zijn getest op de werkzaamheid zoals de regulieren arts.
Bron: 1.4
Acupunctuur: naalden op plekken die samen hangen met yin of yang om in evenwicht te komen. Macrobiotiek: eten van Yinkarakter voedsel(lang gerookt of sterk verhit) of het eten van Yangkarakter voedsel (kort of niet gerookt) Homeopathie: buikklachten? àverdunt middel dat buikklachten veroorzaakt toegediend à over
Edelstenen voor uw gezondheid: Edelstenen hebben energietrillingen, menselijk weefsel heeft ook energietrillingen. Dragen zorgt dat de afwijkende frequentie weer goed wordt. Kan verdwijnen of verminderen.
Dubbelblind onderzoek: onderzoeken of medicijnen goed werken. Hierbij word elk niet-medische invloed stelselmatig uitgesloten. Alternatieve geneeswijze zijn niet onderzocht, ze bestaan al eeuwenlang.
Placebo = nepgeneesmiddel.
1.2 Ziekte als raadsel
19e eeuw à epidemieën à veel doden àvan god? à niet volgens arts William Farr. Die dacht dat het lag aan de miasma à mist die opstijgt uit adem van 2 miljoen mensen, open riolen, beerputten, graven en slachthuizen.
Arts John Snow: cholera verspreid zich door gif van het ene naar het andere slachtoffer à via vervuilt drinkwater. Als in 1853 weer een cholera aanval is gaat hij op onderzoek uit. Hij weet dat het zich uitbreidt vanuit bepaalde haarden. Hij zet de feiten onder elkaar en gaat naar nabestaande & vraagt: hoe de ziekte begon, wanneer eerste symptomen, waar drinkwater vandaan kwam. Het ligt aan een pomp. Als die word afgesloten neemt het aantal gevallen af.
Bron 1.6:
Cholera tast maag-darmstelsel aan. openbaard zich binnen 2 tot 5 dagen na besmetting. Dodelijk binnen enkele uren en dagen. Symptomen: diaree, braken zonder kramp, vochtverlies van soms 15 liter per dag à uitdrogen.
Snow word geholpen door het waterleidingbedrijf Lambeth Waterworks à plaatsen 40 km stroomopwaarts Theems een pompstation. Concurrenten: Southwark and Vauxhall Company niet maar leveren in zelfde gebied water. De wijk word ongemerkt gescheiden in mensen met schoon water en mensen met vuil water.
Bij het volgende cholera-epidemie kan Snow pas aanmelden dat het komt door vervuilt drinkwater. Wat ook het geval is!
Bron 1.9 Natuurwetenschappelijke methode:
Aanpak in het algemeen:
1. Welk probleem of verschijnsel wil je onderzoeken?
2. Oriëntatie: wat week je al. Porbeer verband te zoeken in die gegevens.
3. Je leidt een mogelijke verklaring, een hypothese af uit de oriëntatie
4. Met de hypothese maak je een onderzoeksvraag. Dan maak je een voorspelling: Als………dan
5. Ga na of hypothese juist of onjuist is. Door je stelling met een experiment te controleren (toetsen) 6. Je trekt een conclusie. Als het niet klopt moet je een nieuwe hypothese maken. In 1683 heeft Antoni van Leewenhoek in zijn microscoop kleine diertjes ontdekt. De eerste die een verband kon leggen tussen een ziektekiem en een ziekte was Robert Koch. In 1876 ontdekte hij de ziekteverwekker van miltvuur: de miltvuurbacterie. Men raakte er van overtuigt dat besmettelijke ziektes, infectieziekten, door bacteriën en virussen veroorzaakt worden. Het zijn micro-organismen . Postulaten van Koch = infectieleer. Hiermee kan je aantonen welke ziekteverwekker een bepaalde ziekte veroorzaakt. Bron 1.10 Robert Koch: Koch: haalde bacteriën uit bloed zieke beesten à vermenigvuldigen à inspuiten gezonde dieren à worden ook ziek
Postulaten van Koch om te bewijzen of een ziektekiem ook de oorzaak is van de ziekte: 1. de ziektekiem moet in ongewone grote hoeveelheden aanwezig zijn in de patiënt
2. de ziektekiem moet verder gekweekt kunnen worden
3. een proefdier dat met de gekweekte ziektekiem word besmet krijgt dezelfde ziekte
4. uit proefdier moet ziektekiem weer worden geïsoleerd en moet gelijk zijn met de ziekte kiem uit stap 1 1.3 Preventie Hygiëne: vermijden van contact met ziekteverwekkers. Was 100 jaar geleden al bekend. Hygiëne is voorbeeld van preventie: voorkomen van een ziekte. Volksgezondheid moet verbeteren à rioleringen aanleggen à gemeentelijk drinkwaterbedrijf. In 1901 nieuwe wet: Woonwet: aparte toiletruimte, aansluiting op riolering en waterleiding werden verplicht. Pasteuriseren: eten poosje en drinken poosje verhitten rond 70 oC blijft het langer houdbaar. Nu ook andere manieren. Nlers worden aardig oud omdat de sterfte aan besmettelijke ziektes is afgenomen door hygiënische maatregelen. In Azië al eeuwen uit pokkenpuisten vocht gehaald en bij andere in de huid gekrast. In 1721 brengt Lady Mary Montague dit naar Engeland. 1e keer een lichte vorm maar de 2e keer toch dood. In 1796 komt Jenner een Engelse arts achter een veiligere methode: koeienpokken à vaccinatie. 80 jaar later ontwikkeld Louis Pasteur een methode om vaccins te maken tegen andere infectieziekten. Oude ziektewekker verzwakt ziekte te veroorzaken maar actieveren wel verdedigingsreactie. Dit levert immuniteit op. Oude ziekteverwekker (kippencholera) à ingespoten à nauwelijks ziek à besmet met kippencholera à niet ziek
Er worden allemaal andere vaccins ontwikkeld. 1900 komt vaccin tegen cholera door Rus Waldemar Haffkine
Je afweersysteem zorgt ervoor dat je niet ziek wordt. Vaccinatie helpt je afweer systeem. Het zorgt ervoor dat je antistoffen aan gaat maken tegen ingebrachte ziektekiemen.
Sinds 1957 vaccinatie verplicht in Nederland. Sommige ouders wijzen af uit religieuze overtuiging of bang voor bijwerkingen. Als een ziekte uitbreekt in een niet ingeente groep verspreid het virus zich snel. Groepsimmuniteit. 90% van een groep moet zijn ingeënt om het niet te laten verspreiden.
Bron 1.13 en 1.14 lezen
Wanneer is iets gezond? Om hier achter te komen moet je naar en grote groep kijken bijv naar het verband tussen risicofactoren als roken en het ontstaan van longkanker. Dit onderzoekt een epidemioloog. Je kan alleen zeggen dat de kans op een aandoening groter is. In epidemiologie speelt kansberekening (statistiek) een grote rol. Ze toetsen hun hypotheses door het maken van berekeningen. Dat moet aantonen of het toeval is of niet. Vaak is het zo dat er geen oorzakelijk verband is. 1.4 Geneeskunde in ontwikkeling Afgelopen 100 jaar vooruitgang in geneeskunde. Dit dankzij technologische ontwikkelingen. Dit geldt voor klinisch chemisch onderzoek, beeldvormen technieken, zoals MRI-scan. Geen vaccin tegen AIDS mogelijk à het virus ziet er telkens anders uit à afweersysteem herkent het niet
Erfelijkheid van ziekte word bestudeerd à hopen op behandeling tegen sommige ziektes. Ouderdomsziekten worden bestudeerd door een: geriater
Waarom zou je in een gezond lichaam gaan snijden? Wie bepaalt dat? Wie betaalt het? Een werknemer gaat voor al is er een lange w8rij. Vele artsen krijgen te maken met situaties waarin moet worden beslist over leven of dood. In die situaties moet de arts de moeilijke afweging maken tussen wat er technisch nog mogelijk is en de wensen en verwachtingen van de patiënt en de familie. Bron 1.17 Medische behandelingen: Behandelingstechnieken: anesthesist houdt zich bezig met een veilige manier van verdoven van een patiënt. Geneesmiddelen: infectie met bacteriën is te verhelpen met antibiotica.
Acupunctuur: naalden op plekken die samen hangen met yin of yang om in evenwicht te komen. Macrobiotiek: eten van Yinkarakter voedsel(lang gerookt of sterk verhit) of het eten van Yangkarakter voedsel (kort of niet gerookt) Homeopathie: buikklachten? àverdunt middel dat buikklachten veroorzaakt toegediend à over
4. Met de hypothese maak je een onderzoeksvraag. Dan maak je een voorspelling: Als………dan
5. Ga na of hypothese juist of onjuist is. Door je stelling met een experiment te controleren (toetsen) 6. Je trekt een conclusie. Als het niet klopt moet je een nieuwe hypothese maken. In 1683 heeft Antoni van Leewenhoek in zijn microscoop kleine diertjes ontdekt. De eerste die een verband kon leggen tussen een ziektekiem en een ziekte was Robert Koch. In 1876 ontdekte hij de ziekteverwekker van miltvuur: de miltvuurbacterie. Men raakte er van overtuigt dat besmettelijke ziektes, infectieziekten, door bacteriën en virussen veroorzaakt worden. Het zijn micro-organismen . Postulaten van Koch = infectieleer. Hiermee kan je aantonen welke ziekteverwekker een bepaalde ziekte veroorzaakt. Bron 1.10 Robert Koch: Koch: haalde bacteriën uit bloed zieke beesten à vermenigvuldigen à inspuiten gezonde dieren à worden ook ziek
Postulaten van Koch om te bewijzen of een ziektekiem ook de oorzaak is van de ziekte: 1. de ziektekiem moet in ongewone grote hoeveelheden aanwezig zijn in de patiënt
2. de ziektekiem moet verder gekweekt kunnen worden
3. een proefdier dat met de gekweekte ziektekiem word besmet krijgt dezelfde ziekte
4. uit proefdier moet ziektekiem weer worden geïsoleerd en moet gelijk zijn met de ziekte kiem uit stap 1 1.3 Preventie Hygiëne: vermijden van contact met ziekteverwekkers. Was 100 jaar geleden al bekend. Hygiëne is voorbeeld van preventie: voorkomen van een ziekte. Volksgezondheid moet verbeteren à rioleringen aanleggen à gemeentelijk drinkwaterbedrijf. In 1901 nieuwe wet: Woonwet: aparte toiletruimte, aansluiting op riolering en waterleiding werden verplicht. Pasteuriseren: eten poosje en drinken poosje verhitten rond 70 oC blijft het langer houdbaar. Nu ook andere manieren. Nlers worden aardig oud omdat de sterfte aan besmettelijke ziektes is afgenomen door hygiënische maatregelen. In Azië al eeuwen uit pokkenpuisten vocht gehaald en bij andere in de huid gekrast. In 1721 brengt Lady Mary Montague dit naar Engeland. 1e keer een lichte vorm maar de 2e keer toch dood. In 1796 komt Jenner een Engelse arts achter een veiligere methode: koeienpokken à vaccinatie. 80 jaar later ontwikkeld Louis Pasteur een methode om vaccins te maken tegen andere infectieziekten. Oude ziektewekker verzwakt ziekte te veroorzaken maar actieveren wel verdedigingsreactie. Dit levert immuniteit op. Oude ziekteverwekker (kippencholera) à ingespoten à nauwelijks ziek à besmet met kippencholera à niet ziek
Er worden allemaal andere vaccins ontwikkeld. 1900 komt vaccin tegen cholera door Rus Waldemar Haffkine
Wanneer is iets gezond? Om hier achter te komen moet je naar en grote groep kijken bijv naar het verband tussen risicofactoren als roken en het ontstaan van longkanker. Dit onderzoekt een epidemioloog. Je kan alleen zeggen dat de kans op een aandoening groter is. In epidemiologie speelt kansberekening (statistiek) een grote rol. Ze toetsen hun hypotheses door het maken van berekeningen. Dat moet aantonen of het toeval is of niet. Vaak is het zo dat er geen oorzakelijk verband is. 1.4 Geneeskunde in ontwikkeling Afgelopen 100 jaar vooruitgang in geneeskunde. Dit dankzij technologische ontwikkelingen. Dit geldt voor klinisch chemisch onderzoek, beeldvormen technieken, zoals MRI-scan. Geen vaccin tegen AIDS mogelijk à het virus ziet er telkens anders uit à afweersysteem herkent het niet
Erfelijkheid van ziekte word bestudeerd à hopen op behandeling tegen sommige ziektes. Ouderdomsziekten worden bestudeerd door een: geriater
Waarom zou je in een gezond lichaam gaan snijden? Wie bepaalt dat? Wie betaalt het? Een werknemer gaat voor al is er een lange w8rij. Vele artsen krijgen te maken met situaties waarin moet worden beslist over leven of dood. In die situaties moet de arts de moeilijke afweging maken tussen wat er technisch nog mogelijk is en de wensen en verwachtingen van de patiënt en de familie. Bron 1.17 Medische behandelingen: Behandelingstechnieken: anesthesist houdt zich bezig met een veilige manier van verdoven van een patiënt. Geneesmiddelen: infectie met bacteriën is te verhelpen met antibiotica.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden