Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 8

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 4597 woorden
  • 18 maart 2004
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
30 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1. Ontwikkeling § 1.1 Recherche werk * Bloedonderzoek, schoenmaat, zoolprofiel en vingerafdrukken zijn bewijzen * Vingerafdrukken, halverwege de 19e eeuw ontdekt. Eind 19e eeuw pas gebruikt als identificatiemiddel. De conclusies waren: - lijnpatronen van je vinger blijven altijd gelijk (je hele leven lang) - Het aantal lijntekeningen dat kan voorkomen is zeer groot. Er moeten twaalf punten overeenkomen voordat de rechter het geldig verklaart. Betrouwbaarheid = 100% * Hoe maak je een vingerafdruk zichtbaar: Je gebruikt poeder dat zich vast kleeft aan vocht en dat dan daarna aan een plakbandje blijft hangen of kleurstoffen, een laserlicht, bij plastic in gouddamp, dat blijft aan plastic plakken. De rest kun je met door vallend licht zien. * DNA fingerprint: In 1985 door professor Jeffreys uitgevonden. Uit het DNA molecuul en bloedcellen haalde hij een kenmerkend stukje. DNA is een stof die voorkomt in de kernen van alles waaruit mensen, dieren en planten zijn opgebouwd. Sommige stukje DNA bevatten erfelijke informatie.Het DNA profiel is een soort streepje code. Het bestaat uit een verzameling streepjes op fotografisch papier. Bij 5 DNA stukjes is het een goed bewijs. Vingerafdrukken zijn betrouwbaarder. § 1.2 De pil. * Oestrogeen  hypofische= - eirijping afremmen - transport door de eileider afremmen - slijmvlies van de baarmoeder onder ontwikkelen * Progestageen  “taai” maken van slijmprop tussen de vagina en de baarmoeder. Dat stopt de zaadcellen

21 dagen slikken
7 dagen (stopweek) 1e generatie pil > 50 mg oestrogeen in de pil
2e generatie pil = 50 mg oestrogeen in de pil
3e generatie pil < 50 mg oestrogeen in de pil * Morning after-pil: Hoge dosis hormoon. Baarmoederslijmvlies wordt acuut afgestoten  geen innesteling * Nadelen: - 1x vergeten maakt onbetrouwbaar - helpt niet tegen soa’s * Een van de eerst voorbehoedsmiddelen was de condoom. In veel landen waren voorbehoedsmiddelen verboden en in sommige nu nog steeds. In de pil zitten stoffen die lijken op het vrouwelijk hormoon. Deze noemen ze oestrogeen en progestageen. De normale werking van de menstruatiecyclus raakt daardoor buitenwerking. Bij de 3 fase pil neemt het aantal hormonen toe  minder bijwerkingen. § 1.4 Ruimtevaart * Satellieten: 1. Geen wrijving. 2. De verhouding tussen de voorwaartse kracht en de zwaarte kracht is zo dat hij om de aarde heen draait. Hoe hoger boven de aarde, hoe langer hij om een rondje doet. Geostationairebaan: Op 36000 km blijft de satelliet op dezelfde plek boven de aarde staan. Boven of evenwijdig aan de evenaar. Hij doet dus ook 24 uur over zijn rondje * 100 jaar geleden  mensen wilden de achterkant van de maan zien. Begin 20e eeuw  proeven vuurpijlen = onbestuurbaar. 2e Wereld oorlog  V2 raket = bom (opbrandstof) die kon vliegen * VS en de SU race om de beste wapens 1975 Russen 1e satelliet  VS veel geld aan ontwikkeling ruimtevaarttechnologie. 1969 1e mens op de maan. * Raket moet aan andere eisen voldoen als er een persoon mee gaat. Bemanning moet kunnen ademen + veilig terugkomen. Na lange tijd van gewichtloosheid gaan je spieren verslappen en kunnen ze zelf je botten gaan ontkalken  fitnessapparatuur aanwezig. Kunnen vaak niet meer lopen + ze zijn ziek, ook in de ruimte door gewichtloosheid + evenwichtsstoornis (duizeligheid + lusteloosheid) + concentratie moeilijkheden. Hoofdstuk 2 Techniek § 2.2 Toilet en riolering * Waarom gaan we naar het toilet? ● bevolkingsstatistieken
1e helft 19e eeuw  bevolkingsgegevens bij gehouden => in de ene plaats veel mensen ziek en in de andere plaats niet? 1850-1900  arbeidswijken vuil buiten gedumpt + ook in grachten. Waar het water ook werd gebruikt om te drinken. ( tyfus, cholera) Belangrijke conclusie: betere hygiëne zorgt voor gezondere mensen en dus een betere volksgezondheid. ● Hygiënische oplossingen. Niet iedereen zag het nut van hygiëne in. Bovendien: wat kon en moest gedaan worden? Probleem: hoe kon je uitwerpselen op halen en buiten de stad brengen? Kiebelton: uitwerpselen opgevangen. 1x per week opgehaald en verkocht op het platteland. Closetpot: aangesloten reservoir onder de straat. Met machines pompen ze het op en verkopen het als mest. 1880: er kwamen leidingen voor het water en zo ontstond het riool. * Door spoelen en dan..? ● Riolering
Nodig: wc pot + water + aansluiting naar het riool. In Nederland 10.000 km riool buizen ↨ ↔ 2 meter. Naar een gebied buiten de bebouwde kom => gereinigd  milieu ● Zuivering van afvalwater

1. rooster  verwijdering grootte dingen. 2. bezinken  zand (30 % gezuiverd) 3. Beluchtingtank  bacteriën dodend en afbraak van resteren de organismes. 4. Nabezinkingsbak  bacteriën zakken naar de bodem. = 99 % geschoond = terug naar het oppervlakte water. ● Nieuwe problemen
1. Door zware regenval riool overbelast waardoor: een deel van het water ongereinigd wordt geloosd in het milieu. 2. regen water wordt ook vervuild
3. regenwater komt niet in de grond. (grondwater)  geen afvoerscheiding door hoge prijs. * Hoe werkt het toilet ● Een regelsysteem
1. afvoerpijp stortbak geopend
2. stortbakleeg
3. stortbakvol = kraandicht
regelsysteem: Een systeem dat een bepaalde waarde zo constant mogelijk houdt, door te meten en de waarde zo bij te stellen. ● De wc - afvoerpijp: uit de stortbak naar de wc laten lopen - Stortbak: Er is kracht nodig om alles weg te sturen - Aanvoer: voert water aan de stortbak - Vlotterkraan: Hij opent en sluit de aanvoer. - Drijfarm: Verbind de drijver en de vlotterkraan. - Klok: afsluiting - Drijver: Hij meet het waterniveau en bedient de vlotterkraan - Ketting: Bedient de klok - Waterslot: om stank te verkomen. § 2.3 Techniek op menselijke maat. * Wat is gebruiksvriendelijkheid? ● Verschillen tussen mensen
Verschillende doelgroepen. Een ontwerper moet zorgen dat een product voor zo veel mogelijk mensen bruikbaar is. ● Gebruik  Op wat voor manier wordt het product gebruikt  Lichaamsafmeting  moet het makkelijk te bedienen zijn ● Gebruiksvriendelijke computer.  muis * Welke rol spelen menselijke maten? ● Dik en dun lang en kort. Je moet mate hebben waarvan iedereen gebruik kan maken, ● P5 en P95
P= percentiel. P45 = 45% > dan die maat

P50 = 50%, lengte of breedte
P95 = langer dan 95 % van de mensen. ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ P1 P50 P95 ● Belang van P-waarde
gewicht/kracht/waarnemingsvermogen
P-waarde hoog of laag hangt af van het product. ● Ontwerpstrategie  laagpercentiel-strategie: (brievenbus ook voor kinderen)  hoogpercentiel-strategie (deur)  Gemiddelde als maatstaf (wc pot)  verstelbarestrategie (fiets zadel)  variantestrategie (auto met handmatige / automatische versnellingen
Ergonomisch: aangepast aan het lichaam. Hoe ergonomisch een product is hangt af van de economische afweging. § 2.4 Ontwerpen * Wat is ontwerpen ● Nieuwe kennis, nieuwe producten
Ontwerpers  nieuw of verbeterd
1820 Qrsted stroom + magneetnaald = beweging
Michael Faraday 1831 grondslag dynamo = elektrometer ● Chips
20e eeuw elektriciteit zorgde voor veel uitvindingen
Chip  jaren ’60 ! kleiner + krachtiger
Computer  compact en meerdere mogelijkheden. (walkman + afstandbediening) Ontwerpers zetten wetenschappelijke kennis en technische kennis om in producten. * Waar moet een ontwerper rekening mee houden ● soorten eisen
1. Functionele eisen: welke taken moet het apparaat kunnen uitvoeren? 2. Ergonomische eisen

3. milieu eisen
4. Vormgevingseisen: design
5. Financiële eisen: hoeveel mag het ontwerp kosten? ● Een mengeling van eisen
Hangt heel erg af van de doelgroep Elk ontwerp kent zijn eigen mengeling van eisen * Hoe verantwoordelijk is een ontwerper. ● Ontwerp en ethiek. Ontwerpers kunnen niet met alles rekening houden. (ethische verantwoordelijkheid en maatschappelijke wensen) Veel producten hebben sociaal ethische gevolgen. Ontwerpers mogen hun ogen daar niet voor sluiten. Hoofdstuk 3 Gezondheid en ziekte. § 3.1 Ziek en gezond. * Wat is ziek en gezond? ● De vage grens
Gezond = is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk wel zijn. De dokters: iemand is pas ziek als ze de afwijking kunnen zien, voelen of meten. Pijn, jeuk, depressief, gespannen en moeheid =>persoonlijk, valt niet te meten. ● Het raadsel van vermoeidheid. Moe het gevoel dat je niet meer verder kan.  Meestal kan een dokter niets tastbaars vinden: Chronische infectie, baarmoeder kanker. ME = Chronische moeheid ziekte  ellendig voelen, hoofdpijn, krampen spierziekte. * Hoe kijken mensen tegen ziekte aan? ● Anders kijken, anders denken. Elke cultuur denkt anders aan een ziekte en kijkt er ook anders naar. ● Gezondheid als evenwicht. In oosterse landen = even wicht belangrijk. Yang = mannelijke energie  actief, creatief (vuur) Yin = de vrouwelijke energie  passief, ontvangend (water) ☯ ● Winti (wind kun je niet zien maar wel voelen) Winti = een religie waarbij geesten van voorouders een belangrijke rol spelen. * Hoe ziet de natuurwetenschap gezondheid? ● Meten is weten
Voeg  dokters: een ongrijpbare levenskracht bestuurd ons lichaam. Rond 1800  Friederich Wöhler  maakte ureum (stof uit urine) Moderne dokters  gaan het liefst af op feiten. ● Het hart als pomp

Hart: meest romantische orgaan. Dokter: bloedpomp + motor
Hartslag  slagader  haarvaten  aderen (Binnen 30 sec. weer terug bij het hart) Meer zuurstof is sneller kloppen. 1 Hartslag 30-60 gram bloed door je slagader. Mensen hart = varkens hart. ● Een kwestie van tellen. Gewone dokter weet niet of iets helpt of beschermt. Broadstreet Londen  John Snow  kwam erachter dat epidemieën veroorzaakt werden door vervuilt drinkwater. ● Alles heeft een prijs. Moderne geneeskunde  spectaculaire resultaten. Ze onderzoeken niet meer heel je lichaam  wel bij alternatieve geneeskunde. = populair. § 3.2 Ziekte als raadsel. * Wat onderzocht Semmelweis? ● Kraamvrouwenkoorts
1846  ziekenhuis in Wenen = sterfhuis
Vrouwen hadden : 1. koorts
2. dorst
3. zwakke polsen
4. paarse, blauwen plekken ● Geheimzinnige oorzaak. Semmelweis zoekt oorzaal. Soms slaat de oorzaak heftig toe
Afdeling 1. Meeste doden (studenten) Afdeling 2. Minder doden (vrouwen) ● De feiten op een rijtje
Hij gaat niet uit van onbewezen verklaringen, maar hij ordent cijfers en feiten. * Hoe ontdekt Semmelweis de oorzaak? ● De dagelijkse routine (dagboekfragment) ’s Ochtends snijden in vrouwen in het lijkenhui en daarna naar de kraamafdeling (bij de studenten). Semmelweis onderzoekt de ziekte. ● Mogelijke oorzaken. Februari 30% van de vrouwen dood aan kraamvrouwenkoorts.  misschien overbevolking  misschien ruwheid en hardhandigheid van de mannelijke studenten  misschien in plaats van op de rug op de zij bevallen. ● Semmelweis gaat zelf ook uit op onderzoek. April 1847 hypothese: Vrouwen moeten misschien op de rug liggen in plaats van op de zij => NEE. Verbazing: Vrouwen die op straat bevallen krijgen bijna nooit kraamvrouwen koorts. ● Het kwartje valt. Mei 1847: Overleden mensen zijn de oorzaak. ● De natuurwetenschappelijke methoden. Bij goed onderzoek test je of een hypothese klopt. Experimenten en resultaten spelen daarbij een belangrijke rol. Hypothese verwerpen ↕ ↕ probleem  hypothese  voorspelling  experiment  resultaat  Hypothese bevestiging * Wat gebeurde er na de ontdekking van Semmelweis? ● De eerste conclusie
1. Handen wassen met zeep en chloorwater

2. Kraamvrouwen koorts komt ook van levende mensen met etter:  na ieder onderzoek je handen wassen ● Een tragisch eind
Semmelweis wordt 2x ontslagen en gaat in Boedapest werken 1865 stort hij geestelijk in. Deskundige zijn Semmelweis dankbaar en denken dat nu nog steeds meer ziektes kunnen worden voorkomen door goede hygiëne i.p.v. dokters ingrepen. ● Het vervolg
Vragen bij het ene onderzoek roepen vragen op bij het andere onderzoek. § 3.3 Ziektekiemen. * Wat ontdekt Pasteur en Koch? ● Waarom niemand Semmelweis wilde geloven. Dokters snapte niet dat Hygiëne noodzakelijk was. Drinkwater uit het riool. Etter is een gezond teken van genezing. ● Spontaan leven
Nog veel geloof in: Generation Spontanea = het ontstaan van ziekte kiemen. Opvatting: Zelf ontstaan van ziekte kiemen = geen wassen van handen (geen zin) Pasteur en Koch rekende af met de opvatting. ● Infectieziektes ontstaan niet vanzelf. 1638  Antoni van Leeuwenhoek micro-organismes (= dierkens) (Geleerde + vorsten kwamen naar Delft) Dierkens kwam uit verrot voor. Pas 200 jaar later Pasteur en Koch ontdekten dat elke infectieziekte veroorzaakt werd door 1 bacterie. 1 soort ziekte kiem veroorzaakte maar 1 soort ziekte. ● Micro-organisme betrapt. De Franse Chemicus Louis Pasteur beweest dat micro-organismen gisting en bederf van voedingswaren veroorzaakten.  Verhitten  Luchtdicht afsluiten  vacuüm  Met zout
Overal zitten micro-organismen. (grond, lucht, huid) ● Koch ontdekt de oorzaak van TBC. 1876  hij ontdekte dat geheimzinnige smetstoffen beestjes zijn. Tuberculose  tuberkelbacil. ● De postulaten van Koch
1. In grote hoeveelheden aanwezig
2. Bij die patiënt met die ziekte gevonden. 3. Dier  ingespoten = zelfde ziekte. * Wat waren de gevolgen voor de maatschappij. ● Schoon operen
Engelse chirurg Lister  overal in de operatie kamer bacteriën  chemisch middel voor het schoonmaken van operatie middelen. 1885  alle instrumenten eerst gekookt
1887  steriliseren
1892  handschoenen
1897  mondkapje ● Schoon voedsel
Zout + suiker binden het water  bacteriën, virussen of schimmels komen om van de dorst. (drogen, doorstralen, conserveermiddelen) Verhitten + luchtdicht verpakken. Voedselbederf voorkomen  het interne milieu van de micro-organismen wordt grondig ontregeld waardoor ze uitgeschakeld worden ● Schoon water, schone huizen en rioleringen. Koch vertelde dat een patiënt met cholera zijn ziekte verspreiden door zijn ontlasting. 20e eeuw, de regering greep in. Maatregelen tegen het verspreiden van ziekte kiemen bevorderen de volksgezondheid. Bacteriën Virussen

Soms nuttig Nooit nuttig
Antibiotica helpt wel Antibiotica helpt niet
Zelfstandig voortplanten Niet zelfstandig voortplanten § 3.4 Vaccineren * Hoe kan een ziektekiem tegen ziekte beschermen? ● Pokken tegen pokken
Pasteur eerste die op wetenschappelijk basis een vaccines maakte tegen infectieziektes. Edward Jenner  1e dokter die inenten 1796 tegen pokken (koepokstof in een kind, later expres laten besmetten  gebeurde niets. 2 jaar later gepubliceerd, gekke reacties) ● Een geluk bij een ongeluk
Pasteur (1879) wilde alle kippen besmetten met cholera. Hij spoot in 1 kip bacteriën die al twee weken op tafel hadden gelegen. Zij waren te zwak om de kip ziek te maken, maar sterk genoeg om de productie van afweerstoffen te stimuleren. 1885 Pasteur redt een jongen van hondsdolheid.. Vaccines worden tot de dag van vandaag nog steeds zo beried als Pasteur dat deed, dus uit verzwakte of gedode ziektekiemen. ● Het afweersysteem
Bacteriën in je lichaam  witte bloedcellen in actie. Macrofagen (veelvraten, omhullen) T- en B-cellen
T-cellen herkennen geïnfecteerd lichaamsdelen en vernietigen ze en dan schakelen ze B-cellen in. B-cellen maken een antistof waarmee ze aangetaste lichaamsdelen kenmerken. Een gemerkte cel wordt aangepakt door macrofagen. Een B-cel herkent maar een soort bacterie. Antistoffen leven maar een paar dagen. T- en b-cellen hebben ook geheugencellen die daar nog enkele jaren voortleven. Wordt je dan weer geïnfecteerd dan zijn er snel antistoffen. Je bent immuun. Fouten: 1. geen goede t- en b- cellen gevormd
2. medicijnen tasten afweersysteem aan

3. virussen kunnen het afweersysteem vernietigen. * Is vaccinatie altijd zinvol?? ● Kinderziektes. DKTP-prik = difterie, kinkhoest, tetanus en polio
BMR-prik = Bof, mazzelen en rode hond. Nek krampprik sinds 1992. Nu nog wel polio = kinderverlamming  dodelijke spier longen verlamming. ● De polio epidemieën. 1929 1e polio epidimie. 1956 1.000 kinderen verlamd waarvan de helft de rest van hun leven in een rolstoel zit. Geen medicijnen 1957 vaccin. Soms nog epidemieën bij kinderen die niet ingeënt zijn wegen religieuze redenen. ● Bezwaren tegen inenten
Vaccines: vlug, veilig, goedkoop. Religieus: het past niet om je te verzetten tegen God. Aanhangers alternatieve geneeswijzen ● Het gevolg van inenten
Mensen die niet zijn ingeënt en onder elkaar leven lopen snel polio op. Niet onder elkaar levend hebben een schutting om hun heen va mensen die wel zijn ingeënt. * Waar blijft het vaccin tegen AIDS? ● Medicijnen tegen AIDS te duur
90% patiënten 3e wereld elke dag + 1000. Er zijn wel medicijnen geen vaccin. ● Geen proefdieren
Geschikt zijn de chimpansees, maar na besmetting orden ze niet ziek. ● Te zwak
Niet genoeg antistoffen aan gemaakt. Virus verander steeds net als het griepvirus. ● Geen geld
Hoop opgegeven, allen nog medicijn voor de rijke 10 % Hoofdstuk 4 Productie § 4.2 Een miljoen cola blikjes * Hoe werkt een blikfabriek ● Verschil tussen blikje en deksel
2 delen:  blikje staal  deksel aluminium ● Uit vertinde staalplaat
Middenstuk  rechthoek
Bodem + deksel  rond en dan er om heen geslagen
1. staalplaat 0.2 mm
2. rondjes uit vertinde staalplaat
3. matrijs duwt een holle vorm erin
4. Goede vorm  zijkant uitgerekt (dieptrekken) De wand wordt dunner dan de bodem. Wand dikte uiteindelijk 0.08 mm. Extra bescherm laag en dan wordt hij bedrukt. 1 minuut = 800 blikjes (automatisch) ● Waarom vertinde staalplaat

Gewoon staal  aangetast door water/zuur. Tin niet. 0.00025 mm tin
Hoogwaardige grondstoffen en geautomatiseerd maken de productie van grote hoeveelheden half fabriek en eindproducten met hoge constante kwaliteit mogelijkheden. * Hoe wordt een staalplaat voor blikjes gemaakt ● De productie van dunne staalplaten
1. vloeibare vorm
2. uitgieten + stollen = lange dikke plaat
3. gesneden 10 m2 en in water afgekoeld
4. walsen en soms tussendoor verwarmen voor dunne plaat. Afgelopen jaar is het gewicht gehalveerd en de sterkte is gelijk gebleven. ● Staal uit ruwe ijzer. Ruwijzer  hoogovens = niet stevig. Zuurstof blazen verwijder koolstof
Grondstoffen  reactor  Producten
Ruwijzer, schroot
Zuurstof, extra stoffen (metalen)  Staal
koolstofdioxide
Per keer tonnen ruwijzer. Voordeel schroot- en afvalstaal kan worden toegevoegd. 25% maximaal toegevoegd
Reactie duurt ½ uur en tussen door wordt steeds gecontroleerd. ● Ruwe ijzer erts
Grondstoffen  hoogovens  Producten
7.5 miljoen ton ijzererts 85 miljoen ton ruwijzer
3.7 miljoen ton steenkool 1.2 miljoen ton ruwslak
1 miljoen ton 5 miljard m3 hoogovengas

3 miljard m3 lucht 8 uur durend proces temperatuur 2300 ‘c. Telkens controle. De computer is onmisbaar
Voor ijzer en staalproductie zijn grote hoeveelheden nodig aan energie en grondstoffen. Bij productie van staal uit ruwe ijzer wordt staalafval herbruikt
Batchproces = dat het in porties gaat (jam) Continuproces = Waarbij voortdurend aanvoer van grondstoffen en afvoer van eindproducten plaats vindt. * Wel of geen blikje ● De consument kant. Steeds meer voordelen  steeds lichter. Je betaald ook voor het vervoerafvalverwerking en er komt veel milieu verwerking bij kijken. ● Blikje in de afvalstroom… Blik schadelijk voor het milieu. 3 delen worden herbuikt, wat erg lastig is. Tin kan worden terug gewonnen door elektrische stroompjes (onttiningbad). Door schroot  65% minder energie nodig als bij ijzererts (het is nog veel energie). Voor productie van blikje uit ijzererts is veel energie nodig en er ontstaat veel vervuiling. Recycling van blikjes tot nieuw staal vereist minder energie. § 4.4 Penicilline 1. Penicilline is een bacterie dodende schimmel
2. Penicilline werkt tegen bacteriën en niet tegen virussen. 3. Alexander Flemming ontdekte penicilline
4. In 1938
5. Het voor het eerst op een mens toegepast in 1942
6. Dat het zo lat gebeurde kwam door onder andere de oorlog, het was moeilijk om grote hoeveelheden penicilline zuiver te krijgen. 7. Antibiotica = een verzamelnaam
Penicilline = een onderdeel van antibiotica
8. resistentie = ongevoeligheid worden voor een geneesmiddel
9. een bacterie kan resistent worden als de kuur niet wordt afgemaakt of als de antibiotica vaak gebruikt wordt. 10. Nog meer nadelen zijn, je kunt er allergisch oor zijn en het kan ook nuttige bacteriën op eten zoals in je darmen Hoofdstuk 8 Geheimtaal van het leven § 8.1 De jacht op het DNA. * Waar zit erfelijkheid ● Het bouwplan: alles of niets. Het bouwplan erf je van je ouders. Veel mensen met dat bouwplan zijn een soort. Mensen verschillen, door mengtheorie zouden alle nakomelingen hetzelfde zijn zwart + wit = grijs. Grijs + grijs = grijs en zal altijd grijs blijven. 1860 Je erft alles of niets. Erfelijke eigenschap  gen. Alle gene samen = bouwplan. ● Het voorwerk

Er is veel bekend over DNA. Nog geen idee wat de functie was. In 1910 dachten ze dat het wel iets met erfelijkheid te maken had. Een informatie drager (boek cd-rom) ● Twee problemen
1. er zijn onwijs veel cellen. Als die cellen zich gaan delen moeten ze zich dus ook kopiëren. Maar hoe? 2. Hoe was de informatie opgeslagen? Oplossing in de typische structuur. De structuur van het DNA vormde de sleutel naar het raadsel van erfelijkheid. * Hoe zit DNA in elkaar? ● De jagers
Crick en Watson een berucht duo. Er was genoeg geld voor onderzoek. ● Modellen bouwen. Watson en Crick wilde modellen bouwen, Probleem: De foto was van Franklin
Gedachte Watson en Crick: DNA spiraal. Ze bouwde een spiraal met drie wentels. Gedachte Franklin: Dat is onzin, kopt chemisch net => flop. Watson en Crick werden van het DNA onderzoek gehaald. Rosy moest verder gaan. ● Toeval en emotie
Franklin presenteerde het model wat een blunder was van Crick en Watson. Op 21 februari 1953 vonden ze spelen der wijs uit dat het uit 2 wentels bestond. Tweetallen in de natuur komen nou eenmaal vaak voor. Basen waren de treden. A-T en C-G waren even groot en paste dus in de ladder. DNA is een chemische kopieer machine. In 1962 kregen Crick en Watson de Nobelprijs die ze deelde met de overleden Wilkins. Het DNA molecuul heeft de vorm van een dubbele spiraal. Beide helften van het spiraal worden aan elkaar gekoppeld. Door de vast basen paren. * Wat kan DNA verklaren? ● DNA kopieert zich
DNA = rits de tandjes zijn de basen
Cel gaat delen: DNA rits gaat open Koppeling  alle onblote ATCG tandjes hebben een nieuwe partner nodig. Zo wordt bouwsteen voor bouwsteen een halve rits gemaakt. Bij elke halve rits maakt de kopieermachine een nieuwe halve rits. DNA als drager van de erfelijke eigenschappen : DNA code maakt eiwitten: hormonen  besturen alle processen in het lichaam. Aminozuren: zoals verschillende kralen aan elkaar geregen. Voor elke eiwit een andere volgorde. Lang + kort. 1000 aminozuren soms lang ● Lezen en schrijven met DNA
In DNA staan alle instructies voor de opbouw van een volledig mens dier en alles wat leeft. Je
Kan zo dingen klonen door het DNA te kopiëren. En meer over de erfelijkheid te weten komen. § 8.2 Weten of niet-weten. * Wat is DNA-diagnostiek ● Afwijkend DNA veroorzaakt afwijkende eigenschappen. Geschat tussen de 50.000 en 100.000 genen. In je gen staan alle eigenschappen. Wijkt er iets af van je DNA dan gaan die cellen zich afwijken gedragen. Dokters kunnen aan je DNA aflezen of je een erfelijke ziekte hebt. Er zijn ongeveer 5000 erfelijke ziektes bekend. Bloedziekte (hemofilie) Syndroom van Down, en taaislijm ziekte. Je kan je er voor 200 laten testen. Over een tijd zal dat voor allemaal zijn. ● Genetische verschrijving
Mutatie: een fout in je DNA. Fouten door: kopiëren en door invloeden van buiten af . Zoals tabaksrook zon, radioactieve straling en chemische stoffen. Mutaties niet altijd nadelig. Door mutaties zijn we ontstaan. En sommige zijn voordelig en geven door aan ons nageslacht. ● Erfelijkheidonderzoek. In Nederland 200.000 kinderen geboren 5% aangeboren afwijkingen, kleurenblind / spierziekte. Soms gek omdat er in beide families niet zo’ ziekte voorkomt. Dokters kunnen bij de geboorte zien door chromosomen te tellen of DNA af te lezen of een Baby een afwijking heeft. ● Prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek: het onderzoeken van schrijffouten in de erfelijke code, gebeurt als je een embryo bent.  vlokkentest  vruchtwaterpunctie ● Waar kun je terecht voor een DNA-diagnostiek
Plaats  Klinisch Genetisch Centra (kgc) Normaal onderzoek = fl. 250,- uitgebreid = fl. 2.500,-. Door onderzoek wordt de geboorte jaarlijks verkomen van
1.000-1.200 kinderen. * Wat heb je aan DNA-diagnostiek? ● Huntington-dilemma
In DNA stotering van CAG-CAG-CAG. In Nederland ongeveer 6.000 mensen die het hebben. Gevolgen als je de ziekte hebt: Het treedt op tussen je 30e en 45e. Je gaat vervreemden en maakt gekke bewegingen, dementeert en overlijd na 10-30 jaar. Kan dat je het erft van 1 van je ouders is 50%. Als je de ziekte Huntington hebt, hebben alle twee je ouders het ook. ● Borsten laten weghalen om erger te voorkomen. 1 op de 12 vrouwen  borstkanker. 1 op de 4 vrouwen heeft het BRCA 1 (breast cancer) gen. Preventieve borstamputatie: Je borsten laten amputeren voordat je de ziekte hebt, maar uit voorzorg. * Wat zijn de maatschappelijke gevolgen. ● Het recht om niet te weten. Je hebt het recht dat je arts je vertelt wat je mankeert, maar je hebt ook het “om niet te weten”. Niet iedereen wil of die ziek is. ● Nieuwsgierige verzekeraars en werkgevers. “ De nieuwe keuringswet” : een wet die ervoor zorgt dat verzekeraars en werkgevers je niet eerst kunnen laten testen. Ze willen hun geld wel goed investeren en niet dat ze meer kwijt raken dan dat ze verdienen. ● Zomaar keuren kan niet meer. Een werkgever mag je alleen maar keuren als dat in beland is van het werk dat je gaat doen. § 8.3 Genetische manipulatie. Wat is genetische manipulatie ● Nuttige schimmels en bacteriën. Al heel lang gebruik gemaakt van micro-organisme om voedsel te bewerken. Voorbeelden: wijn, brood, bier, Franse kaas. (allemaal door gist). ● Goochelen met genen. * De taal van de erfelijkheid zijn voor alle levende wezen het zelfde. Genetische manipulatie = het opzettelijk wijzigen van DNA. Nuttigen cellen van planten en dieren worden met nuttigen cellen van ons gecombineerd. (recombinatie-DNA techniek). Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het afbreken van schadelijke stoffen. Wat kun je met genetische manipulatie? ● Gemanipuleerde Planten. Kruisen moet binnen een soort blijven. Er zij giftige stoffen in planten ingebracht die alleen schadelijk zijn voor diertje en niet voor mensen. Zo hoeft er in de landbouw minder gif gebruikt te worden. ● Het soja incident. Soja planten zorgen ervoor dat er geen onkruid maar kan groeien. Dat bespaart $25,- dollar. In Nederland is het verplicht om op de etiketten te zetten als er een soja plant bij te pas is gekomen. ● Herrie om Herman. Herman is een stier dat een menselijk gen in zich heeft, waardoor hij medicijnen produceert in zijn melk. Zijn dochter hebben dat ook, de hoeveelheid valt tegen. Nederland komt in opstand. Doel = koeien produceren die in hun melk elk gewenst medicijn uitscheiden. Dolly  gecloond schaap. Ook een muis met een menselijk oor en een kikker zonderhoofd is geproduceerd. Hebben wij wel het recht de levende natuur zo naar onze hand te zetten?! Door DNA modificatie kunnen erfelijke eigenschappen van dieren, planten en e men veranderd worden. * Hoe ver mag je gaan? ● De therapie van de toekomst: gentherapie
Dat is therapie waarbij mensen een gen in hun lichaam krijgen die zich verder moet ontwikkelen. Zo kan het zijn dat je van erfelijkeziektes af kunt komen. Er mogen geen zaad en eicellen gebruikt worden, omdat die misschien een slecht eigenschap kunnen doorgeven. ● Een discussie zonder eind. Ethisch: normen en waarde betreffend. Iedereen denkt anders over genetische manipulatie, daarom zal iedereen er altij over blijven discussiëren. Genethische manipulatie dwingt de samenleving tot het vaststellen van een nieuwe ethiek. § 8.4 Voorbij het jaar 2000 * Waarom wil de wetenschap alle genen kennen? ● Het Human Genome Project. Het menselijk genoom = menselijk DNA. Van groot naar klein: 1. cel
2. chromosoom
3. gen
4. inwoners
Human Genoom Organisatie (HUGO) wetenschappers uit 30 landen doen onderzoek. ● HUGO: het onderzoeksplan
welke genen op 23 paar chromosomen, wat doen die genen? 1. Alle 80.000 chromosomen op de 23 chromosomen paren in kaart brengen. 2. Fysieke kaart om de 100.000 basen een vlaggetje zetten. 3. sequensen Bepaling van de juist basen volgorde. Begin 1995 en klaar in waarschijnlijk 2005.mens en mensenaap 90 % van de chromosomen zijn gelijk. ● De baten. Op medisch gebied verwacht men spectaculaire resultaten. De kennis van het DNA levert veel geld op. * Zijn we meer dan DNA? ● Aanleg en omstandigheden. Maken omstandigheden de mensen of bepaalt je erfelijke aanleg wie je bent? Wordt je als crimineel geboren of komt dat door de slechte levensomstandigheden van sommige mensen?? Daar zullen mensen jaren lang over discussiëren . ● Tweeling
Ze hebben hetzelfde DNA. Maar ze kunnen door een andere opvoeding toch heel verschillend worden. Door tweelingen kunnen mensen veel ziektes aantonen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien het verschil als de een veel drinkt en de ander niet. Ze hoeven niet de DNA letters te kunnen lezen, de afwijkingen zegt al genoeg over de ziekte. Zo kunnen ze over een paar jaar een schets maken van een persoon en verspellen wat er met hem/haar zal gebeuren. De ontwikkeling van een invidu is veranderlijk en onvoorspelbaar binnen de grenzen van de erfelijke mogelijkheden. * Mag alles wat kan? ● Dolly en het onbehagen. 1996 werd dolly geboren, het beroemdste (gekloond) schaap.stuk uier  kern eruit  stoppen in een leeg gehaalde cel van een 2e schaap. Daarna plaatste ze de cel in de afgebonden eileider van een 3e schaap  en daarna in de baarmoeder van het 4e schaap  na 150 dagen een gekloonde dolly. Eerste beest dat volwassen was dat gekloond werd, daarvoor alleen embryo’s. Dieren kunnen als organenbank dienen. ● Nieuw leven op bestelling

Zouden mensen van te voren op een boodschappen lijst je kunnen aangeven hoe hun kind precies moet zijn? Biotechniek heeft de mogelijkheid al het leven te manipuleren. Voor vele mensen een beangstigend toekomst beeld. Aant.: Iedere cel bevat een kern met daarin chromosomen. (23 paren = wenteltrap), die bestaan uit basen (A,T,C en G). De basen volgorde is van belang voor het bouwen van aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten en stukje DNA (= gelijk aan een chromosoom) dat codeert voor een bepaalde eigenschap noem je een gen. Alle genen samen heten het humane genoom. Belangrijke wetenschappers/ uitvinders in chronologische volgorde: 1683 Antoni van Leeuwenhoek Ontdekte het bestaan van micro-organismen. 1796 Edward Jenner Entte als eerste dokter een patiënt in
1800 Friedrich Wöhler
Ureum: belangrijk bestanddeel van urine
1850 John Snow
Drinkwater uit de Theems moet stroomopwaarts. Grondlegger van de epidemiologie. 1860 Gregor Mendel
Ontdekt dat je een eigenschap in z’n geheel of helemaal niet erft. Alles of niets. 1876 Robert Koch
TBC wordt veroorzaakt door de tuberkelbacil. Ontdekte samen met Pasteur dat één soort ziektekiem, één soort ziekte veroorzaakt. 1880 Louis Pasteur
Ontdekte dat micro-organismen gisting en bederf van voeding veroorzaken. Ook ontwikkelde hij een aantal vaccins. En ontdekte samen met Robert Koch dat één soort ziektekiem één soort ziekte veroorzaakt. 1920-1958 Rosalin Franklin
Werkte mee aan het onderzoek naar de samenstelling van DNA. Ze werkte in het laboratorium van het King’s College in Londen. 1928 Alexander Fleming
Ontdekte de bacteriedodende stof penicilline. 1940 Florey en Chain
Doen onderzoek naar bestrijding van infectieziekten. Florey verzameld 100 milligram onzuivere penicilline en doet proeven met muizen. Ongeveer 1945 James Watson en Francis Crick Ontdekken de structuur van DNA

1947 Ignaz Semmelweis Ontdekt de oorzaak van kraamvrouwenkoorts. 1862 Watson/ Crick en Wilkens Ontvangen de Nobelprijs. 1980 Huub Schellekens Nederlandse microbioloog.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.