Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5 en 6

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 732 woorden
  • 22 januari 2004
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 8
44 keer beoordeeld

Hoofdstuk 5 Poëzie. Verschillen poëzie en proza. -Proza is ingedeeld in alinea’s en in hoofdstukke, Poëzie in regels en strofen. -Proza regellengte van de bladzijde is het einde, bij poëzie mag je het zelf bedenken (ook enjambement). Gedicht:Poëzie spel met zorgvuldig gekozen woorden. Proza; verhaal. Enjambement: zin nog door gaat terwijl de regel stopt. Ik fietste
niet
naar school, ik ging met de bus. Kan in een gedicht voorkomen: 1: Beknoptheid: alle beelden kort en krachtig achter elkaar. 2: Momentopname: tijdsverloop, in een gedicht is er meestal alleen sprake van een ogenblik of één gebeurtenis. 3 Beeldspraak: metaforen: Als alleen het beeld van de vergelijking wordt genoemd en het object weggelaten wordt.(bijv: De hanenpoten van jou zijn onleesbaar, ond: slecht handschrift. 4 Herhaling: -woordherhaling (repetitio), - rijmherhaling (klankherhaling), -strofeopbouw (herhaling van het aantal regels, ongeveer even lange zinnen) en – analoge wijze (parallellisme). 5 Vertelsituatie: één persoon aan het woord. Gedicht vaak monologen. traditioneel modern
Strofen van gelijke omvang, regelmatige bouw sowieso. Wisselende strofelengte

Even lange versregels, zelfde regelmaat Wisselende regellengte
Eindrijm volgens een bepaald schema Geen eindrijm (vrije verzen) Normaal gebruik van leestekens Geen of weinig leestekens **Rijm ** Rijm komt voor in Poëzie en in Proza. Volrijm: Klinkers en medeklinkers rijmen op elkaar: - wond –hond: mannelijk of staand rijm. - wonde –ronde: vrouwelijke rijm. - wonderen –donderen: glijdend rijm. Halfrijm; alle klinkers rijmen op elkaar of de medeklinkers. Assonanties: klinkerrijm. Dravend hakend
Alliteratie: medeklinkerrijm. Warme water. Als de woorden aan het eind van een zin rijmen, dan is het een eindrijm. Dit is meestal geordend in een rijmschema. Slagrijm AAAA loop doop koop sloop
Gepaard rijm AABB loop koop raaf slaaf
Gekruist rijm ABAB loop slaaf koop raaf
Omarmend rijm ABBA loop slaaf raaf koop
Vrije verzen: Als er geen eindrijm is. **Ritme** - rijm, -afwisseling van beklemtoonde en minder beklemtoonde lettergrepen, vlug en langzaam, hoog en laag. - overeenkomst in de zinsbouw. - afwisseling van kortere en langere versregels en strofen. - opsommingen. Hoofdstuk 6. Gedichten lezen. Distichon: strofe van twee versregels. Terzine: strofe van drie versregels (onderdeel van een sonnetàterzet) Kwatrijn: strofe van vier versregels
Kwintet: strofe van vijf versregels
Sextet: strofe van zes versregels
Septet: strofe van zeven versregels
Octaaf: strofe van acht versregels
Poëzie naar de vorm
Sonnet: Veertien regels, vier strofen. Twee strofen van vier regels en twee strofen van drie regels. Kwatrijnen en Terzetten (tertzines). Tussen het sextet en het octaaf bestaan een soort tegenstellingen: de volta, de chute of wende. Bijv: Droom/werkelijkheid. Wending; Eerst twee kwatrijnen en dan twee terzetten. Daar tussen is de wending. Ballade: -redelijke ballade (refrein): Een lied van tien strofen, van elke strofe acht tot tien regels. Aan het einde een refrein één of twee gelijke regels. Later envoi of prince-strofe. - romantiek of liefdessmarten heldendaden. Epigram/ puntgedicht: Kort gedicht waar emotionele oordellen of invallende gedachten op puntige (soms ironisch,sarcastisch) wordt uitgedrukt. Grafschrift/epitaaf: Een dicht met vooral sarcastische of humoristische bedoeling. Limerick: Vijfregelig humoristisch gedicht. De eerste regelt eindigt meestal met een plaatsnaam. Pointe: verrassende slotopmerking. De regellengte wisselt af, lang,lang,kort,kort,lang. Met de lang, negen lettergrepen en bij kort vijf lettergrepen. Rijmschema: AABBA. Kwatrijn: Vierregelig gedicht, met levensbeschouwelijke tekst. Het rijmschema meestal AABA. Haiku: Japanse dichtvorm, karakteristiek zijn de vorm en het onderwerp. De vorm van een Haiku is strak en beknopt. Gedicht heeft zeventien lettergrepen. Over drie regels verdeeld vijf- zeven- vijf. De taalgebruik is eenvoudig. Haiku is natuur poëzie, de landschap komt er in voor. Haiku os bedoeld als meditatie poëzie. Meditatiepoëzie: maakten oorspronkelijk deel uit van de religieuze natuurbeleving van het zendboeddhisme. Visuele poëzie: Bijv: zie zeppelin. Het heeft eer de vorm van. Ook wel beeldgedicht of tekstbeeld. Visuele gedichten moet gelezen en gezien
kunnen worden. Poëzie soorten naar de inhoud: Lied: Meest voorkomende genre. In een beknopte vorm worden gevoelens en stemmingen aan gegeven. Gewone opbouw van strofen, het gedicht is eenvoudig en er is vloeiend taal gebruik. Soorten liedjes: volksliederen, psalmen, liefdesliedjes en protestsongs. Ode en hymne: Ode: is een plechtstatig loflied, meestal ter verheerlijking van een persoon. Hymne: is een plechtstatig loflied ter ere van een godheid. Elegie: Elegie: is een klaaglied, ter gelegenheid van het overlijden van iemand die dierbaar was voor de dichter. Hekeldicht: Hekeldicht: is een satirische poëzietekst vol spot, verontwaardiging of haatgevoelens. Hekelgedichten gaan voornamelijk over: Maatschappelijke en politieke toestanden, gebeurtenissen of personen.

REACTIES

M.

M.

Vet goe!!!!

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.