Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 1-3
1.1 Het leven van jager-verzamelaars
Het grootste deel van de geschiedenis leidde de mensheid een zwervend bestaan. Ze hielden zich dan in leven door te jagen en voedsel te verzamelen. In Europa verscheen de moderne mens rond 45000 v.C.
Geschreven teksten zijn de belangrijkste bronnen over het verleden. Maar in de prehistorie was er nog geen schrift. De kennis over de prehistorie hebben we daarom van ongeschreven bronnen zoals: botresten, potscherven, voetafdrukken, grotschilderingen, versteende voedselresten.
Tot 10.000 v.C. leefde de hele mensheid in een samenleving van jager-verzamelaars. Eerst hadden ze grove stenen werktuigen en ze maakten vuur, maar uit deze periode zijn geen kunstvoorwerpen gevonden. Pas rond 50.000 v.C. gingen ze ingewikkelder werktuig maken. Een van de dingen die ze maakten was kleding en tenten en hutten die ze naaiden. Hierdoor waren ze beter bestemd tegen de kou en konden de mensen zich vanaf 45000 v.C. over Europa verspreiden. Bij de jager-verzamelaars joegen mannen op dieren en verzamelde de vrouwen bessen en andere dingen, en ze zorgden voor de kinderen. Jager-verzamelaars leefden in groepen van hooguit enkele tientallen mensen. Ze waren nomaden= mensen die zwerven en trekken om aan voedsel te komen.
De jager-verzamelaars leefden voor het grootste deel in de laatste ijstijd. In sommige periodes was het nog kouder en was Noordwest-Europa een poolwoestijn waar nauwelijks iets groeide en geen mens kon leven. De meeste Europese jager-verzamelaars woonden echter in Zuid-Europa, cromagnonmensen (grot in Dordogne). In deze streek en andere delen van Zuid-Frankrijk zijn grotschilderingen gevonden. Ze waren dus niet alleen bezig met voorwerpen maken maar ook met kunstuitingen.
1.2 Het ontstaan van landbouw
Vanaf 10.000 v.C. veranderde de leefwijze van mensen door de ontwikkeling van de landbouw, landbouwrevolutie. De landbouw ontstond het eerst in de vruchtbare maan (Zuidwest-Azië). Het begon met erwten, tarwe en gerst. Toen kwam de veeteelt, dieren werden getemd. Eerst schapen, geiten en varkens. Daarna ook runderen en paarden. Later werd de akkerbouw steeds gevarieerder, met bijvoorbeeld druiven en olijven. Het begon bij West-Azië en Zuid-Europa, toen kwam China en veel later kwam Amerika.
Oorzaken: onderzoekers vermoeden dat het te maken heeft met klimaatsveranderingen. Ook namen de aantallen van dieren waarop veel werd gejaagd af. Daardoor ontstond veeteelt, dat leverde op den duur meer vlees op. Mensen veredelde dieren en planten. Ze gebruikten dieren niet meer alleen voor het vlees maar ook voor de melk en het wol en voor bewerkingen van het land.
Dankzij landbouw konden meer mensen worden gevoed dus de bevolkingsdichtheid nam toe, door de landbouw ontstond een nieuw soort samenleving, de agrarische of landbouwsamenleving. Mensen trokken niet meer rond maar bleven bij hun akkers. Ze bouwden stevige huizen, sedentaire leefwijze. In deze tijd werden ook graven gemaakt, waarschijnlijk omdat ze nu meer tijd hadden om zich op andere dingen te specialiseren. Graven van stenen, voorouderverering.
1.3 De eerste steden
De Soemeriërs ontwikkelden de eerste stedelijke beschaving in het gebied tussen de Eufraat en de Tigris in Irak(mesopotamië). Ook vonden ze het schrift uit. Eind prehistorie in dit deel van de wereld.
Aan de rivieren Eufraat en Tigris ontwikkelden dorpen zich tot steden met stadsmuren, tempels, bestuursgebouwen en pakhuizen. De steden konden ontstaan doordat de landbouw in de vruchtbare rivierdalen genoeg opleverde om een deel van de bevolking vrij te stellen van het boerenbestaan. Ook was er samenwerking nodig voor het leven op de rivieroevers, ze moesten dijken, dammen en kanalen bouwen. Zo ontstond een landbouw stedelijke samenleving.
De Soemeriërs deden belangrijke uitvindingen: productie van brons, het schrift( was nodig voor de organisatie van steden). Dankzij het schrift zijn de Soemeriërs en Egyptenaren de eerste volkeren waarvan we de godsdienst kennen. Hun godsdienst was polytheïstisch. Voor hun contact met de goden bouwden de mensen tempels en stelden ze priesters aan.
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Griekenland bestond in de oudheid uit onafhankelijke stadstaten. Filosofen ontwikkelden daarin vanaf de 6e eeuw v.C. een wetenschappelijke manier van denken. Ze probeerde alles met hun verstand te beredeneren. Er ontstonden aparte takken van de wetenschap. Archimedes en Pythagoras ontdekten natuurkundige en wiskundige wetten. Hippocrates werd grondlegger van de medische wetenschap. Goden speelden geen rol in hun beschrijving. De belangrijkste filosofen zijn Socrates, Plato en Aristoteles. Volgens Plato is alles op aarde een afspiegeling van een hoger idee, zijn filosofie wordt idealisme genoemd. Aristoteles legde de nadruk op de zichtbare werkelijkheid.
De Grieken leefden niet in een groot rijk, maar in onafhankelijke poleis(stadstaten). Veel stadstaten waren begonnen als monarchie en waren later een aristocratie of oligarchie geworden. Sommige werden een tirannie doordat één aristocraat de macht greep. In Athene kreeg de volksvergadering in 507 v.C. de hoogste macht, daarom werd Athene de eerste democratie. Athene had eerst een monarchie, toen een aristocratie en in 560 v.C. greep een tiran de macht. In 510 v.C. joeg Cleisthenes met steun van het volk de laatste tiran de stad uit. Daarna stichtte hij de democratie.
Niet alle Grieken vonden de democratie het beste politieke systeem. Volgens Aristoteles moest het kiesrecht afhankelijk zijn van verstand en bezit. Plato vond dat filosofen de macht moesten krijgen. De Atheense democratie hield bijna 200 jaar stand. Het stopte toen in 338 v.C. Griekenland werd onderworpen door de vader van Alexander de Grote.
2.2 Het Romeinse imperium
Vanaf 350 v.C. onderwierp Rome in een lange reeks oorlogen het grootste deel van Italië. Daarna, in 264 v.C. begon de expansie buiten Italië. Rome verklaarde de oorlog aan Carthago. In een langdurige oorlog werd Sicilië veroverd. Toen begon de Carthaagse leider Hannibal een tweede oorlog. Carthago werd verslagen. De romeinen vielen in 149 v.C. Carthago opnieuw aan, Carthago werd met de grond gelijk gemaakt. Ondertussen begon Rome ook veroveringsoorlogen in het oosten. Ze veroverde eerst Griekenland, toen Turkije, toen de oostkust van de Middellandse Zee. Tussen de generaals van de Romeinen braken burgeroorlogen uit, na tientallen jaren kwam Julius Caesar als overwinnaar tevoorschijn daaruit. Hij werd dictator. In 44 v.C. heeft hij de senaat vermoord en er begon een nieuwe burgeroorlog die werd gewonnen door Octavianus (achterneef van Caesar). Hij maakte een eind aan de republiek en stichtte het Romeinse keizerrijk. Er begonnen ruim twee eeuwen van rust en vrede binnen het Romeinse imperium: pax Romana.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden