Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1201 woorden
  • 21 januari 2018
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 10
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Geschiedenis samenvatting H1 & H2

H1 Paragraaf 1

 

Het leven van de jagers-verzamelaars

Rond 11.000 v.C. gingen de bewoners van Abu Hureyra aan landbouw doen. Maar pas tussen 9000 en 6000 v.C. ontstonden in het Midden-Oosten, in het gebied dat de Vruchtbare Halvemaan wordt genoemd, landbouwsamenlevingen. Rond 7000 v.C. verspreidde de landbouw zich naar Noord-Afrika en rond 6ooo v.C. naar Europa.

 

Voor de landbouw was er een andere bestaanswijze: jagen en verzamelen. Jagers-verzamelaars waren bijna altijd nomaden: wanneer hun leefomgeving niet meer genoeg voedsel bood, trokken ze verder. De jagers-verzamelaars leefden in groepen van 20/30 mensen. De sociale verschillen waren niet groot. Wel was er een verdeling tussen de mannen en vrouwen: mannen joegen en maakten gereedschap; de vrouwen verzamelden voedsel, hielden het vuur branden, letten op kinderen en maakten huiden schoon. De groepen dreven onderling handel en ruilden producten met elkaar. Deze mensen (eerst homo habilis en daarna de homo sapiens) leefden in de prehistorie, want zij kenden het schrift nog niet.

 

De agrarische revolutie

De overgang naar een boeren bestaan is een van de belangrijkste gebeurtenissen in de prehistorie geweest. THEORIE: Toen rond 12.000 v.C. de laatste ijstijd ten einde liep, begon het in het Midden-Oosten te regenen waardoor er een vruchtbare grond ontstond. Er groeiden veel wilde planten maar doordat het koud en droog werd, groeiden er minder eetbare planten à voedseltekort. Mensen wilden niet meer vertrekken uit hun nederzetting en dus gingen ze zelf graan produceren en gewassen verbouwen. De overgang naar het boerenbestaan had grote gevolgen = agrarische revolutie. Gevolgen:

  1. Mensen schakelden van zwervend naar gevestigd bestaan.
  2. Er ontstond een snelle bevolkingsgroei.
  3. Kleine gehuchten groeiden uit tot dorpen.
  4. Mensen gingen in 7500 v.C. voor het eerst aan het veeteelt doen.
  5. Er ontstonden nieuwe ambachten.

Er werden gereedschappen gemaakt van gepolijste stenen gereedschappen à nieuwe steentijd. Daarna werd er veel brons gebruikt bij gereedschappen à bronstijd. Later was men in staat harder ijzer te gebruiken à ijzertijd.

 

Er zitten ook nadelen aan de agrarische revolutie. Mensen waren namelijk minder gezond dan j-v’ers. Ze leden vaker aan ondervoeding, infectieziekten, misvorming van de ruggengraat (door het zware landbouwwerk) en de levensverwachting ging omlaag. De oorzaken tot deze gevolgen: eenzijdig voedsel; als een gewas mislukte kon er een hongersnood ontstaan; bevolking nam toe en mensen gingen dichter op elkaar wonen à kans op infectieziekten groeit; vee bracht veel ziektes met zich mee. Ook ontstond er een hiërarchie omdat er rijkdom verschillen ontstonden.

 

 

 

 

 

 

H1 paragraaf 2

De eerste steden ontstonden rond 3300 v.C. in Mesopotamië, wat te maken heeft met de vruchtbare grond. Dit kwam door overstromingen van de rivieren en zij lieten elk voorjaar een laagje slib achter. Omdat het in de zomer altijd lang, heet en droog waren moesten de boeren wel irrigeren. Ze legden kanalen en waterreservoirs aan naar de akkers en bouwden dijken. Door de overvloedige oogsten ging de bevolking groeien à steden ontstaan. Niet iedereen was nodig om voor voedsel te zorgen à mensen gaan zich specialiseren in andere activiteiten waardoor er handelswaar beschikbaar kwam à beroep koopman ontstond. De kooplieden vormden een welvarende en invloedrijke groep. Een andere groep specialiseerde zich in goden: priesters. Zo ontstonden er in de stedelijke samenleving sociale lagen. Boeren stonden onderaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)

De levenswijze van jagers-verzamelaars

Het grootste deel van de geschiedenis leefden mensen als nomaden in de samenleving van jager- verzamelaars. Ze kwamen aan hun voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen in de natuur. Omdat mensen nog niet konden schrijven is onze kennis over de prehistorie gebaseerd op ongeschreven bronnen.

 

Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

De levenswijze van mensen veranderde door de ontwikkeling van de landbouw die voor het eerst ontstond in het Midden-Oosten omstreeks 10 000 v.C. De overstap van jagen en verzamelen naar akkerbouw en veeteelt duurde duizenden jaren, maar had zulke grote gevolgen dat gesproken wordt van de landbouwrevolutie. De landbouwsamenleving ontstond waarin mensen in dorpen leefden. Uit gevonden graven weten we dat deze eerste boeren geloofden in een hiernamaals.

 

Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

In Mesopotamië, langs de vruchtbare oevers van de Eufraat en de Tigris, ontstond de eerste stedelijke beschaving omstreeks 3500 v.C. Door de gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond een landbouwoverschot, waardoor een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van nijverheid en handel. Om de bevloeiing van akkers in deze landbouwstedelijke samenleving te organiseren ontwikkelden leiders zich tot koningen, die met ambtenaren, priesters en soldaten heersten over een groot gebied. Voor de administratie van het bestuur werd het schrift uitgevonden. Mensen geloofden in machtige goden die alles bepaalden.

 

2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500)

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie. In de 6e eeuw v.C. ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen een wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren.

 

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere navolging.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere navolging.

 

De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
 

Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee. Het Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C. onder leiding van een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende landbouwstedelijke samenleving tot ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks-Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de Romeinse cultuur.

 

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest- Europa
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.

 

De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over het Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden om de Romeinse keizer als god te vereren werden ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom toegestaan; later werd het de Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten werden verboden.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.