Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Laagland Samenvatting Cursus 10, 11 en 12

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2696 woorden
  • 13 december 2017
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
25 keer beoordeeld

Cursus 10: 1900-1940

1.1: Eerste Wereldoorlog

Aan het begin van de 20ste eeuw leidden nationalisme en imperialisme tot spanningen in Europa. In 1914 begon de Eerste Wereldoorlog; dit veroorzaakte ontreddering (chaos). Sommige intellectuelen, schrijvers en kunstenaars waren negatief over de opkomende massacultuur.

1.2: Totalitaire steden

Door de Eerste Wereldoorlog ontstonden er totalitaire staten, bijv. de Sovjet-Unie, Duitsland en Italië. Totalitair wil zeggen orde en tucht, het antidemocratische karakter en het onderdrukken van het individu.

Rusland werd communistisch in 1917 en er ontstond een Russische Revolutie. In Italië kwam Mussolini aan de macht met zijn fascistische beweging, hij had alle macht. In Duitsland was Adolf Hitler de leider van het nationaal-socialisme, de beweging steunde op een grote groep ontevreden burgers. Nederland bleef neutraal in de Eerste Wereldoorlog. In 1917 werd een belangrijke grondwetswijziging doorgevoerd. Er kwam algemeen mannenkiesrecht en in 1919 ook voor vrouwen.

De spanningen en ontwikkelingen in Europa leidden uiteindelijk tot de Tweede Wereldoorlog (1939-1945).

2: hoeft niet

3.1: schrijver en publiek

In de tijd van het interbellum kwamen nieuwe lezersgroepen uit de opgenomen middengroepen, waaronder veel vrouwen. Boekenbedrijven werden groter en er ontstonden bestsellers: boeken waarvan meer dan 10.000 werden gedrukt en verkocht.

In de periode 1900-1940 maakte men onderscheid tussen twee typen schrijvers: de publieksschrijvers en de eliteschrijvers. Ina Boudier-Bakker (1875-1966) was een van de populairste publieksschrijvers. Eliteschrijvers als Menno ter Braak (1902-1940) en E. du Perron (1899-1940) zetten zich af tegen de romans van de publieksschrijvers. Die romans werden uitgemaakt voor ouderwets of geen echte kunst/literatuur. Romans hadden echter wel veel lezers. In de Nederlandse literatuur uit de periode 1900-1940 stonden traditie en vernieuwing naast elkaar.

3.2 Doorwerking traditie: Slauerhoff en Van Schendel

Slauerhoff (1898-1936) en Van Schendel (1874-1946) waren in staat de traditie van het romantische levensgevoel en romantische onderwerpen voort te zetten. Slauerhoff schreef over verlangen en het romantische lijden aan het leven. Van Schendel schreef historische romans. Van Schendel schreef een aantal historische romans. Het werk van Van Schendel wordt neoromantiek genoemd. Neoromantiek is dat de werkelijkheid als onbevredigend wordt ervaren, de hoofdpersonen worden gedreven door een bijna niet te vervullen verlangen.

3.3: vernieuwende dichtkunst: Van Ostaijen en Marsman

In Nederland en Vlaanderen waren Hendrik Marsman (1899-1940) en Paul van Ostaijen (1896-1928) dichters die hun gedichten niet (zoals in de romantische traditie) opvatten als directe expressie van hun gevoel. Zij beschouwden hun gedichten als een op zichzelf staand taalbouwsel en niet als weergave van een individueel gevoel of van de werkelijkheid. Een gedicht was een taalbouwsel.

Gedichten van Hendrik Marsman waren duidelijk vitalistisch, een verheerlijking van het leven, andere daarentegen somber of pessimistisch. Ook schreef Marsman in geconcentreerde vorm, dat wil zeggen dat leestekens ontbreken en de nadruk op de kernwoorden wordt gelegd.

3.4: traditie en vernieuwing: Martinus Nijhoff

De gedichten van Martinus Nijhoff (1894-1953) brengen je als lezer in verwarring. Deze gedichten lijken eenvoudig, maar zijn meerduidig en raadselachtig. Nijhoff streefde naar een autonoom gedicht. Bij een autonoom gedicht worden dingen herhaald. Hij zocht naar vernieuwing (de autonomie), zonder de band met de traditie (de vorm) te verbreken.

3.5: Bordewijk en de romanvernieuwing

In de periode 1900-1940 was de psychologische roman populair. Schrijvers van psychologische romans schonken veel aandacht aan de drijfveren van hun personages. Een psychologische roman gaat uitvoerig over gedrag, gevoelens en verlangens van de verhaalfiguren. Niet iedereen was enthousiast over de (dikke) realistische en psychologische roman. Een roman mocht niet in de ik-vorm geschreven worden en vooral geen gepsychologiseer bevatten. Een populaire roman van F. Bordewijk (1884-1965) is Karakter (1938).

3.6: rondom Forum

Van 1932 tot 1935 leidden Menno ter Braak en E. du Perron het tijdschrift Forum. In Forum werd het belang van het individualisme benadrukt, het keerde zich tegen de autonomieopvatting in de literatuur. Ook vonden ze dat de persoonlijkheid van de maker uit het werk moest spreken.

In de jaren '30 kwamen het fascisme en het nationaal-socialisme op. In de daardoor ontstane sfeer van dreiging en onzekerheid werd er in de kunst en literatuur meer gezocht naar engagement en maatschappelijke betrokkenheid. Ter Braak en Du Perron waren tegen het nationaal-socialisme. Forum had een voorkeur voor psychologische romans.

Forum zorgde voor de herwaardering van het werk van Willem Elsschot (1882-1960). Elsschot debuteerde in het begin van de 20ste eeuw, maar had geen succes. Maar door de steun van Forum begon hij weer te schrijven en is zijn werk niet meer weg te denken uit de Nederlandse literatuur. Kenmerkend van Elsschot was persoonlijkheid (vent) en levenshouding, sobere en eenvoudige stijl.

Personen

  • Ina Boudier-Bakker (1875-1966);
  • Menno ter Braak (1902-1940);
  • E. du Perron (1899-1940);
  • Slauerhoff (1898-1936);
  • Van Schendel (1874-1946);
  • Hendrik Marsman (1899-1940);
  • Paul van Ostaijen (1896-1928);
  • Martinus Nijhoff (1894-1953);
  • F. Bordewijk (1884-1965);
  • Willem Elsschot (1882-1960).

Belangrijke begrippen

Nationalisme

Sterke voorkeur voor alles van het eigen land.

Ontreddering

Chaos.

Publieksschrijvers

Schrijvers van bestsellers (Gericht op de middengroep en vrouwen).

Eliteschrijvers

Schrijver die zich afzet tegen een publieksschrijver, maar toch veel lezers heeft.

Neoromantiek

Kunststroming met als kenmerk dat de werkelijkheid als onbevredigend wordt ervaren. De hoofdpersonen worden gedreven door een bijna niet te vervullen verlangen.

Vitalistisch

Een verheerlijking van het leven.

Pessimistisch

Somber, negatief.

Geconcentreerde vorm

Leestekens ontbreken en de nadruk wordt op de kernwoorden gelegd.

Autonoom

Gedicht als op zichzelf staand taalbouwsel; geen weergave van een individueel gevoel of de werkelijkheid.

Psychologische roman

Roman waarin de drijfveren van de personages centraal staan. Een psychologische roman gaat uitvoerig over gedrag, gevoelens en verlangens van de verhaalfiguren.

Forum

Literair tijdschrift, opgericht in 1932, dat stond voor de persoonlijkheid van de maker (vent) en niet voor de autonomie (vorm) in een tekst.

Fascisme

Politiek systeem met autoritaire leider, zonder democratie.

Nationaal-Socialisme

De Duitse vorm van fascisme.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Engagement

Betrokkenheid van kunstenaars bij de maatschappij die terug te zien is in hun werk.

Cursus 11: 1940-1950

1.1: Koude Oorlog en dekolonisatie

In 1945 kwam de Tweede Wereldoorlog ten einde. De wereld raakte vrij snel verzeild in de Koude Oorlog. Het kapitalistisch blok van de VS stond tegenover het communistisch blok van de SU. De rivaliteit tussen de twee machtsblokken zorgde voor voortdurende dreiging en gevoelens van pessimisme en angst.

Na de Tweede Wereldoorlog begon het dekolonisatieproces, bijv. Indonesië in 1949.

1.2: wederopbouw

De jaren ’50 was een periode vol problemen zoals levensmiddelenschaarste en woningnood. De wederopbouw begon, naast fysieke wederopbouw streefde men naar herstel van vooroorlogse verhoudingen: de restauratie. Normen en waarden en verzuiling moesten blijven. Een rebellerende jeugdcultuur kwam voorzichtig tot ontwikkeling, ze verzetten zich tegen de braafheid.

In Nederland werd een maatschappelijke tweedeling zichtbaar. Het verlangen naar traditionele gezagsverhoudingen en rust en orde (de restauratie), stond tegenover het verlangen naar vrijheid en verandering.

1.3: consumptiemaatschappij en jeugdcultuur

Nederland werd in de jaren zestig welvarend. De ‘gasbel’ (vondst aardgas) en de Rotterdamse haven waren een economisch pluspunt voor Nederland. De welvaartsstijging leidde tot een consumptiemaatschappij waarvan de tv het symbool werd. In de jaren ’60 kwam een eind aan de verzuiling. Democratisering en individualisering zetten door. Emancipatie en gelijkheid werden belangrijke waarden.

Muziek was de uiting van een wereldwijde jeugdcultuur. Muzikanten werden de nieuwe helden. Het mondiale karakter van popmuziek werd groter en populairder.

2: hoeft niet.

3.1: schrijver en publiek

De Tweede Wereldoorlog was een breuk met de literatuur uit de vooroorlogse periode. Kenmerkend voor het wereldbeeld van veel schrijvers die na de oorlog debuteerden was een houding van verzet tegen verzuiling, restauratie, preutsheid en burgerlijke braafheid. Taboes, onder andere op het gebied van de beschrijving van seksualiteit, werden doorbroken. De vernieuwende literatuur werd niet altijd positief ontvangen. Soms was er heftige kritiek en afkeuring. Een belangrijk kenmerk van de naoorlogse literatuur is de verwerking van het oorlogstrauma.

Romans geschreven door W.F. Hermans (1921-1995), Gerrit Kouwenaar (1923-2014) en Harry Mulisch (1927-2010) gaan tegen het positieve beeld van de het zet en militaire acties van geallieerden in. Deze romans zijn kritisch tegenover de beeldvorming van de Tweede Wereldoorlog.

3.2: vernieuwing in het proza

In de jaren ’50 en ’60 debuteerde een nieuwe generatie prozaschrijvers. Louis Paul Boon (1912-1979), Hugo Claus (1929-2008), Willem Frederik Hermans (1921-1995), Gerard Reve (1923-2006), Harry Mulisch (1927-2010), Jan Cremer (1940-X) en Jan Wolkers (1925-2007) zijn de bekendste vertegenwoordigers van deze generatie. Angst en eenzaamheid zijn kenmerken van het nieuwe naoorlogse proza.

Het naoorlogse proza is geschreven vanuit een pessimistisch wereldbeeld. Dat pessimisme kun je als lezer herkennen aan de volgende kenmerken:

  1. De personages zijn alleen en voelen zich eenzaam en angstig.
  2. In een aantal romans, wordt gebruik gemaakt van meerdere vertellers om de eenzaamheid te benadrukken.
  3. Er komen taboeonderwerpen aan de orde.
  4. De werkelijkheid wordt ervaren als een chaos vol onduidelijkheden en misverstanden.
  5. De personages lijken geen moreel besef, geen echte normen en waarden te kennen.
  6. De personages zijn antihelden. Een antiheld is een personage dat geen richting kan geven aan zijn eigen leven. Vaak wordt alleen beschreven wat zo’n personage doet.
  7. Het pessimistische wereldbeeld wordt benadrukt door het verhaal in de oorlog te laten spelen.

3.3: vernieuwing in de dichtkunst

Onder de Vijftigers verstaan we Remco Campert (1929-X), Gerrit Kouwenaar (1923-2014) en Lucebert (1924-1994). Zij wilden de naoorlogse dichtkunst vernieuwen. De Vijftigers lieten traditionele dichtvormen los. Ze zetten vraagtekens bij vast overtuigingen.

“Een rivier kan ook van de zee naar de bergen stromen, als je er maar in gelooft.”

De werkwijze werkte verwarrend, het werd experimenteel genoemd. Ze gingen zeer intensief met de taal om.

Niet iedereen was blij met de Vijftigers, bijv. K. Schippers (1936-X). Zij vond dat de gedichten van de Vijftigers veel te dichterlijk, met te veel beeldspraak. K. Schippers is een van de dichters uit de jaren ’60 die op de Vijftigers reageerden. De gedichten van Schippers worden tot het neorealisme gerekend. Het neorealisme wilde zakelijk verwoorden wat was waargenomen. Neorealistische dichters verzetten zich tegen dichterlijk taalgebruik.

Personen

  • W.F. Hermans (1921-1995);
  • Gerrit Kouwenaar (1923-2014);
  • Harry Mulisch (1927-2010);
  • Louis Paul Boon (1912-1979);
  • Hugo Claus (1929-2008);
  • Willem Frederik Hermans (1921-1995);
  • Gerard Reve (1923-2006)
  • Jan Cremer (1940-X);
  • Jan Wolkers (1925-2007);
  • Remco Campert (1929-X);
  • Lucebert (1924-1994);
  • K. Schippers (1936-X).

Belangrijke begrippen

Emancipatie

Streven naar gelijke rechten en zelfstandigheden.

Mondiale karakter

Wat de hele wereld omvat.

Taboes

Iets waarvan veel mensen vinden dat het niet mag, of waarvan je niet mag praten. Verboden.

Prozaschrijvers

Schrijvers die verhalen in doorlopende teksten schrijven, zonder rijm. Angst en eenzaamheid kwam hierin voor.

Antiheld

Personage dat geen richting kan geven aan zijn eigen leven.

De Vijftigers

Groep dichters die met hun experimentele gedichten voor vernieuwing zorgde in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Neorealisme

Streven om waargenomen zaken zakelijk weer te geven (verzet tegen dichterlijk taalgebruik).

Cursus 12: 1950/1970-Heden

1.1: internationale ontwikkelingen

Het Midden-Oosten werd steeds meer centrum van de wereldpolitiek. Op 11 september 2001 waren er terreuraanslagen in New York en Washington. In 1989 viel de Berlijnse muur. Duitsland werd herenigd. De SU viel uiteen. De Koude Oorlog was definitief voorbij. In 1991 kwam er één munt in Europa; de euro. In 2004 traden tien voormalige Oostbloklanden toe tot de Europese Unie.

1.2: multiculturele maatschappij

Nederland kende een grote toestroom van asielzoekers en vluchtelingen. Door migratie ontstond de multiculturele maatschappij.

1.3: globalisering en ik-tijdperk

De globalisering wordt steeds omvattender. Toenemende mobiliteit en migratie, nieuwe media, wereldhandel en het vervagen van grenzen zijn kenmerkend voor de globalisering. Sommige mensen vrezen dat tradities verdwijnen. Ze zijn bang de eigen identiteit te verliezen. Er is een wereldomvattend communicatie- en informatienetwerk ontstaan: internet.

De globalisering wordt steeds omvattender. Toenemende mobiliteit en migratie, nieuwe media, wereldhandel en het vervagen van grenzen zijn kenmerkend voor de globalisering. Sommige mensen vrezen dat tradities verdwijnen. Ze zijn bang de eigen identiteit te verliezen. Er is een wereldomvattend communicatie- en informatienetwerk ontstaan: internet.

Vanaf de jaren ’70 hecht men steeds meer belang aan individualisme en innerlijke reflectie. Het ik-tijdperk was begonnen. Mensen zoeken naar zichzelf in therapie, in relaties of in zelfbespiegeling. Daarnaast werd het feminisme en de gelijke rechten van vrouwen en mannen steeds belangrijker.

2: hoeft niet

3.1: schrijver en publiek

De literatuur vanaf de jaren ’70 tot heden is geen uiting van verzet tegen de gevestigde orde, of taboedoorbrekend in de jaren ’50 of ’60. Veel literaire teksten uit het eind van de 20ste eeuw kun je in verband brengen met het ik-tijdperk, zoals individualisme. Daarbij past het gebruik van autobiografisch materiaal. Schrijvers waren vooral bezig met hun persoonlijke ontwikkeling of problemen en minder met maatschappelijke onderwerpen. Dat lijkt sinds de jaren ’90 te veranderen: Schrijvers kiezen steeds meer voor engagement: zij nemen thema’s en onderwerpen die maatschappelijk belangrijk of actueel zijn.

Er is een duidelijke commercialisering van het boekenbedrijf. Literaire uitgeverijen letten niet meer alleen op literaire kwaliteit. Literatuur moet in de markt worden gezet. Het boek is een product en de lezer een consument. De invloed van marketingmethoden en reclamecampagnes neemt toe.

De situatie in de kunst is de nieuwe onoverzichtelijkheid genoemd. Die typering kan ook voor literatuur gelden.

3.2: realisme en psychologie

Vanaf de jaren ’70 is de psychologische en realistische roman bij veel lezers populair, hierbij ligt de nadruk op innerlijke ontwikkelingen van de personages.­ De romans zijn soms autobiografisch. Het sluit goed aan bij het ik-tijdperk. Als lezer leer je de hoofdpersoon steeds beter kennen. Maarten ’t Hart en Dimirti Verhulst zijn schrijvers die voorbeelden zijn over dit onderwerp.

3.3: verbeelding tegenover realisme

Er zijn ook schrijvers die iets anders willen dan een realistisch verhaal met veel aandacht voor de psychologie van de personages. Zij vinden de idee waarmee je de werkelijkheid tegemoet komt treedt, belangrijker dan die werkelijkheid zelf. Wat de werkelijkheid is, is een reconstructie van met elkaar samenhangende herinneringen, gedachten en invallen dat met het begrip verbeelding wordt aangeduid. De nadruk ligt bij deze schrijvers niet op het realisme van een herkenbare werkelijkheid. Een verhaal maakt het mogelijk om verbanden te zien, om iets te ontdekken wat niet direct in de werkelijkheid waarneembaar is. J. Bernlef, Willem Jan Otten, Tomas Lieske en A.F.Th. van der Heijden zijn voorbeelden van schrijvers die verbeelding hadden tegenover het realisme.

3.4: feminisme

Het feminisme kreeg in 1976 een literaire verwoording in het autobiografische verslag van een persoonlijke bewustwording. Tijden het lezen van feministische verhalen word je geconfronteerd met actuele onderwerpen als pesten, incest of een postnatale depressie. Anja Meulenbelt en Renate Dorrestein zijn schrijvers die hier voorbeelden van zijn.

3.5: poging tot engagement

Sommige romans hebben een poging tot engagement, omdat het boek betrokken is op gebeurtenissen buiten de wereld van het boek. Joost Zwagerman, Arnon Grunberg, Adriaan van Dis, Robert Vuijsje, Tom Lanoye en Leon de Winter zijn schrijvers die hier voorbeelden van zijn. In een aantal boeken van Zwagerman, Grunberg en anderen herken je als lezer een streven naar engagement. De roman moet maatschappelijke onderwerpen niet uitsluiten.

3.6: historische romans en postkolonialisme

De historische roman staat bij schrijvers en lezers volop in de belangstelling. Schrijvers van historische romans beschrijven het verleden om een eigentijdse problematiek te beschrijven.

Postkoloniale literatuur gaat over de verwerking van de koloniale periode en naoorlogse dekolonisatie. Hella S. Haasse en Adriaan van Dis zijn schrijvers die hier voorbeelden van zijn.

3.7: multiculturele literatuur

Nederland is door de komst van gastarbeiders, immigranten, asielzoekers en vluchtelingen een multiculturele maatschappij geworden. Deze ontwikkeling had zijn doorwerking in de literatuur met het optreden van schrijvers als Kader Abdolah en Abdelkader Benali.

3.8: dichtkunst

In de jaren ’50 en ’60 verzetten de dichters zich tegen traditionele gedichtvormen. Ook in de periode ’70 tot heden zijn er dichters die geen vaste gedichtvormen hanteren. Er zijn echter ook dichters die juist met succes weer gebruik maken van traditionele gedichtvormen als bijvoorbeeld met sonnet. Een voorbeeld van een schrijver hiervan is Jean Pierre Rawie.

Personen

  • Maarten ’t Hart (1944-X);
  • Dimirti Verhulst (1972-X);
  • J. Bernlef (1937-2012);
  • Willem Jan Otten (1951-X);
  • Tomas Lieske (1943-X);
  • A.F.Th. van der Heijden (1951-X);
  • Anja Meulenbelt (1945-X);
  • Renate Dorrestein (1954-X);
  • Joost Zwagerman (1963-2015)
  • Arnon Grunberg (1971-X);
  • Adriaan van Dis (1946-X);
  • Robert Vuijsje (1970-X);
  • Tom Lanoye (1958-X);
  • Leon de Winter (1954-X);
  • Hella S. Haasse (1918-2011);
  • Kader Abdolah (1954-X);
  • Abdelkader Benali (1975-X);
  • Jean Pierre Rawie (1951-X).

Begrippenlijst

Multiculturele maatschappij

Nederland kende een grote toestroom van asielzoekers en vluchtelingen. Door migratie ontstond de multiculturele maatschappij.

Globalisering

Proces waarbij landen steeds meer met elkaar verbonden raken.

Individualisme

Je persoonlijke onafhankelijkheid het belangrijkst vinden.

Ik-tijdperk

Periode die gekenmerkt wordt door mensen die zoeken naar zichzelf in therapie, relaties of in zelfbespiegeling.

Feminisme

De overtuiging dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben.

Commercialisering

Marktgerichtheid binnen bedrijven; niet alleen de kwaliteit van een product is leidend, ook de behoefte van de klant moet worden bevredigd.

Verbeelding

Wat de werkelijkheid is, is een reconstructie van met elkaar samenhangende herinneringen, gedachten en invallen dat met het begrip verbeelding wordt aangeduid.

Postkoloniale literatuur

Literatuur die gat over de verwerking van de koloniale periode en naoorlogse dekolonisatie.

Sonnet

Een dichtvorm bestaande uit veertien versregels, verdeeld in een octaaf en een sextet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.