H4: water

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 581 woorden
  • 19 juni 2017
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
88 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Paragraaf 4.2

Korte waterkringloop: het water verdampt uit de zee, maar bij neerslag komt het gelijk weer in dezelfde zee terecht.

Lange waterkringloop: na de verdamping kan de neerslag als sneeuw op een bergtop komen of als regen op het vasteland. Vanaf de berg komt het in een regenrivier, daarna in een gemengde rivier en dan weer in de zee. Dit kan soms miljoenen jaren duren.

70% van het aardoppervlak is bedekt met water. In de aardmantel zit vijftien keer zoveel water als al het water in de oceanen bij elkaar. Van al het water op de aarde is maar 1% zoet water. Ook is 69% van het zoet water landijs of gletsjer.

Oppervlaktewater: water dat je kunt ‘zien’, dus water in bijvoorbeeld de oceanen rivieren en meren.

Grondwater: water dat je niet met het blote oog kunt zien. Het water is dan in de bodem en de gesteentes getrokken.

Paragraaf 4.3

De hoeveelheid water die  een gebied binnenkomt en weer uit gaat, kun je zien op een waterbalans. In warme en droge gebieden verdampt veel van de neerslag meteen; hier is de nuttige neerslag (het water dat je kan gebruiken en dus niet is verdampt) vaak klein. De nuttige neerslag wordt gebruikt door alles wat leeft op aarde.

Door fossiel water (oud water) uit andere tijdvakken, beschikken veel gebieden over een aquifer (een waterhoudende laag in de grond). Virtueel water is geen echt water meer, maar zit verborgen in producten die je importeert. We moeten steeds zuiniger met het water gaan doen; hierbij is het onderscheiden van vernieuwbaar en niet-vernieuwbaar water erg belangrijk. Als je alleen maar vernieuwbaar water gebruikt, doe je aan duurzaam waterbeheer.

Paragraaf 4.4

Gebieden die een groot overstromingsrisico hebben zijn: rivier en kustvlakten, gebieden aan de voet van een gebergte, gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer, gebieden waar tropische orkanen voorkomen, gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt en gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.

De oorzaken van de wereldwijde toename van de watersnoodrampen zijn: minder infiltratie, opsluiten rivieren tussen dijken, bodemdaling door het oppompen van water en het stijgen van de zee spiegel door de klimaat verandering dus het smelten van het ijs veroorzaakt dat het water hoger staat. De maatregelen op korte termijn zijn hiervoor: dijken en dammen aanleggen; het weer in stroomgebied in de gaten houden; burgers voorlichten over bijvoorbeeld evacuatie; en drinkwater en voedsel veilig stellen. Maatregelen op lange termijn zijn: ruimte voor rivieren maken; versterkte broeikaseffect verminderen; en een vestigingsbeleid introduceren.

Paragraaf 4.5

Doordat de bevolking snel toeneemt, zal er uiteindelijk op veel plaatsen een tekort aan water zijn. Je spreekt dan van waterstress. Een extreem geval van waterstress heet waterschaarste. Je hebt een fysiek watertekort (te weinig water voor de wensen van de bewoners) en je hebt economisch watertekort (er is te weinig geld om het water naar de bewoners te brengen).

Bij ruzie over het water botsen de principes van territoriale integriteit (niemand heeft het recht om zonder toestemming van anderen in te grijpen in natuurlijke systemen) en territoriale soevereiniteit (men mag alles met de natuurlijke systemen doen, als het in de eigen staat ligt) met elkaar. Het tekort aan water kan later misschien wel eens leiden tot een wateroorlog.

Paragraaf 4.8

Er zijn vier soorten polders in Nederland: zeepolders, veenpolders, droogmakerijen en IJsselmeerpolders.

Kwel: ondergrondse aanvoer van water vanuit hoger gelegen gebieden.

Nederland gaat door deze manieren om met de bedreiging aan onze kust: harde kustverdediging, zachte kustverdediging, een brede duinenrij en het beschermen van het waddengebied.

REACTIES

M.

M.

Lol bij de beschrijving van grondwater... "Je kan t niet met t blote oog zien " ik ging stuk... Dat moet gewoon zijn kan je niet zien zolang het niet is aangeboord... Verder heel goed

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.