H3 water en lucht + H4 warmte

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 948 woorden
  • 30 mei 2017
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

H3 water en lucht + H4 warmte

H3

1. Fasen en faseovergangen

De faseovergangen zijn:

1. smelten

van vast naar vloeibaar

2 stollen

van vloeibaar naar vast

3. verdampen

van vloeibaar naar gas

4. condenseren

van gas naar vloeibaar

5. rijpen

van gas naar vast

6. sublimeren/vervluchtigen

van vast naar gas

http://www.4nix.nl/uploads/1/2/8/2/12822218/3391823_orig.jpgDe drie fasen zijn:

1. vaste stof

2. vloeistof

3. gas

 

Molecuultheorie:

De moleculen zijn bij een vaste stof tegen elkaar aan, bij een vloeibare wat losser en bij gas los van elkaar.

 

2. Thermometers

gevoelstemperatuur

de temperatuur die je voelt, is meestal niet de echte temperatuur

thermometer

meet je de temperatuur mee

meetbereik

het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur die je met een thermometer kan meten

 

vloeistoftermometer

http://romyzegthoi.files.wordpress.com/2011/12/58px-thermometer2.png

 

Stijgbuis met schaalverdeling

 

 

 

 

reservoir

 

Celsius heeft een schaalverdeling bedacht.

Het smeltpunt en vriespunt van water is 0 °C.

Het kookpunt van water is 100 °C.

Er bestaan tegenwoordig ook elektronische thermometers.

Water is een vreemde stof, als het vast wordt zet het uit.

 

 

4. zuiver water

hard water

water met veel opgeloste kalk

zacht water

water met weinig opgeloste kalk

Kalk is 1. gezond

2. veroorzaakt kalkaanslag/ketelsteen, dat sloopt apparaten

3. je hebt meer wasmiddel nodig

destilleren

water zuiver maken door het te laten verdampen en die damp te condenseren

destillaat

de opgevangen zuivere vloeistof

residu

de stoffen die achterblijven

zuiver water

water zonder opgeloste stoffen

oplosbaarheid

de maximale hoeveelheid stof die je per liter op kan lossen, als de temperatuur hoger is, kan je meer stof oplossen.

 

5. lucht en luchtdruk

dampkring/atmosfeer

een laag lucht rond de aarde

vacuüm

iets zonder lucht

Je verpakt dingen vacuüm als je wilt dat er geen schimmel bijkomt

luchtdruk

alle lucht die boven op je drukt

tegendruk

een druk die de andere kant op duwt, hierdoor blijf je leven

barometer

hiermee meet je de luchtdruk

In lucht zit: 1. Stikstof

2. koolstofdioxide

3. zuurstof

 

7. wolken

Als water verdampt, wordt de waterdamp opgenomen door de lucht. Daardoor bevat de lucht altijd wel waterdamp.

Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Als lucht erg afkoelt, kan de lucht de waterdamp niet meer vasthouden. De waterdamp condenseert dan en er ontstaat dauw. De temperatuur waarbij de waterdamp gaat condenseren heet dauwpunt.

Een wolk ontstaat door een bel warme lucht. Deze stijgt op omdat hij een kleinere dichtheid heeft dan de omringende lucht. Hoe hoger het wordt, hoe kouder. Zo koelt de bel warme lucht af, condenseert en vormt een wolk.

 

H4

1. warmtebronnen en brandstoffen

Soorten energie:

1. warmte

2. licht

3. bewegingsenergie

4. elektrische energie

5. zwaarte energie

6. chemische energie

7. geluid

Deze energie dingesen gaan in een apparaat, dan komen er ook weer energie dingesen uit. Bijv.

Elektrische energie gloeilamp warmte + licht

5. Aardgas verbranden

In een cv-installatie is er een verwarmingsketel. Daar wordt aardgas verbrand, daarbij ontstaan gassen. Die gassen stromen langs de warmte wisselaar. Die wordt heet en verwarmt het water. De pomp pompt dat water in de radiatoren.

Voor een verbranding is brandstof, zuurstof en de ontbrandingstemperatuur moet goed zijn.

Bij een reactie verdwijnen de stoffen waarmee je begint, er ontstaan nieuwe. Dit kan je weergeven in een reactieschema. Dat van de cv-ketel is:

Methaan(g) + zuurstof(g) water(g) + koolstofdioxide(g)

Als er niet genoeg verse lucht wordt toegevoerd, ontstaat er ook koolstofmono-oxide. Dit gas is giftig en doorzichtig.

 

3. Geleiding en stroming

Je hebt verschillende soorten warmtetransport:

1. geleiding

Bij geleiding verplaatst de warmte zich door een stof van de plek met de laagste temperatuur naar de plek met de hoogste temperatuur. Geen temperatuurverschil = geen geleiding.

2. stroming

Bij stroming verplaatst de warmte zich door de lucht van de plek met de laagste temperatuur(de grond) naar de plek met de hoogste temperatuur (de bovenkant). Er ontstaat luchtcirculatie.

3. straling

Lucht die een voorwerp uitstraalt. Staat er glimmend, bijna altijd straling.

 

5. Isolatie

De hoeveelheid warmtetransport van binnen in een huis naar buiten hangt af van:

1. temperatuurverschil tussen binnen en buiten

Hoe groter het verschil, hoe meer warmte er van binnen naar buiten gaat.

2. materiaal van de muur

Hoe slechter het materiaal, hoe meer warmte er van binnen naar buiten gaat.

3. Dikte van de muur

Hoe dunner de muur, hoe meer warmte er van binnen naar buiten gaat.

4. oppervlakte van de muur

Hoe groter de oppervlakte, hoe meer warmte er van binnen naar buiten gaat.

Je kan het warmteverlies beperken door isolatie materiaal aan te brengen.

Om aan te geven hoe goed een bepaald materiaal isoleert, gebruik je K-waarde. Hoe hoger de K-waarde, hoe slechter de isolatie.

 

7. Verwarming door de zon

Als de zon schijnt, wordt de temperatuur van de aarde hoger. Dat komt doordat de grond en planten zonlicht absorberen.

In een kas komt er zonlicht binnen en de temperatuur van de grond stijgt. Ze gaan stralen. Die straling kan door het glas niet naar buiten, daarom is het in de kas meestal veel warmer dan buiten.

Dit gebeurt ook in het echt met de atmosfeer als glazen overkapping en de aarde als gewassen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Dit gebeurt ook in het echt met de atmosfeer als glazen overkapping en de aarde als gewassen.

Gassen die de infrarode straling absorberen zijn broeikasgassen. Normaal gaat er evenveel temperatuur weg als bijkomt, maar door de verbranding van broeikasgassen is hier meer water.

Sommen

Wil je de concentratie weten van een stof in een stof bijv. bereken de concentratie van het keukenzout, 200 mg in het badwater, 160 L.

Dan doe je 200: 160

De eenheid van luchtdruk is Pa (pascal) en hPa (hecto-pascal)

1 hPa =100 Pa

1 Mb (millibar) = 1 hPa

 

Je meet elektrische energie, chemische energie en warmte in Joule (J).

Voorbeeld:

Berken de hoeveelheid warmte die er vrijkomt bij 2,5 kg droog hout.

Je weet: droog hout 16 mil. Joule/kg

2,5 x 16 mil. = 40.000.000 Joule

 

Rendement=kruistabel

 

Om aan te geven hoe goed een bepaald materiaal isoleert, gebruik je K-waarde. Hoe hoger de K-waarde, hoe slechter de isolatie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.