Scheikunde
PW Hoofdstuk 1
1.1 Zwart goud
aardolie is ontstaan uit plantenresten uit de grond. Aardolie wordt ook wel zwart goud genoemd. Dat komt omdat een groot deel van onze welvaart te danken is aan aardolie. Aardolie is een mengsel van meer dan 100 duizend verschillende stoffen.
In een olieraffinaderij wordt de olie gesplitst in zeven mengsels van een kleiner aantal stoffen. Zo kunnen ze beter gebruik maken van de olie. Die mengsels heten aardoliefracties en het proces wat hiervoor wordt gebruikt heet gefractioneerde destillatie.
1.2 Veilig onderzoeken
Veiligheidsregels:
1. Draag altijd een bril en laboratoriumjas
2. Bind lange haren bij elkaar
3. Neem zo min mogelijk spullen mee
4. Werk rustig en geconcentreerd
5. Houd je stipt aan de proefvoorschriften
6. Twijfel? Raadpleeg docent
7. Richt een reageerbuis nooit op een persoon of jezelf
8. Proef niet van stoffen
9. Raak stoffen niet met je handen aan
10. Als je moet ruiken aan stoffen, ruik voorzichtig
11. Eet en drink niet in practicumlokaal
12. Was je handen na afloop goed
Gele vlam à ook wel pauzevlam genoemd. Kan niet gebruikt worden om stoffen mee te
verhitten.
Kleurloze vlam à als je een kleine hoeveelheid stof voorzichtig moet verwarmen
Ruisende vlam à heeft een blauwe kern. Gebruik je als je een grote hoeveelheid stof moet
verhitten.
1.3 Stoffen en hun eigenschappen
Een stofeigenschap is een eigenschap die bij een stof hoort. Bijvoorbeeld de smaak, kleur, oplosbaarheid, fase bij kamertemp. Dat zijn allemaal eigenschappen die een stof maken hoe het is.
Massa
Volume
Stofconstanten à stofeigenschap(pen) die je met een getal kunt aangeven met een eenheid,
bijv. smeltpunt, kookpunt of dichtheid.
Dichtheid = à de dichtheid is de massa van 1 m3 stof
De eenheid die je hiervoor kunt gebruiken is kg/m3 of g/cm3
Sommige stofeigenschappen maken dat de stof gevaarlijk is. Daarom is het belangrijk dat er dan gevarentekens op het potje van de stof staan.
Naast pictogrammen zijn er ook waarschuwingszinnen voor bijzondere gevaren (‘risk’): R-zinnen
Verder bestaan er ook veiligheidsaanbevelingen (‘safety’): S-zinnen
1.4 De bouwstenen van stoffen
Er zijn 2 verschillende soorten stoffen:
· Zuivere stoffen à één stof, bestaat uit één soort moleculen.
· Mengsels à meerdere stoffen met elkaar gemengd à twee of meer moleculen.
Molecuultekening à hieronder staat een molecuultekening van een alcoholmolecuul
zuurstofatoom
koolstofatoom
waterstofatoom
Atomen à moleculen bestaan uit atomen. Elk atoom wordt voorgesteld als bolletje, dit heeft
Dalton bedacht rond 1805. Elk atoom zijn verschillend van grootte en van massa.
Er waren rond die tijd nog maar een paar atomen bekend, maar nu zijn dat er ong.
110.
Witte atoom à waterstof
Rode atoom à zuurstof
Zwarte atoom à koolstof
1.5 Fasen, faseveranderingen en scheiden van mengsels
Een stof kan in 3 fasen voorkomen:
- Vaste fase à (s) van solid
- Vloeibare faseà (l) van liqiud
- Gasvormige faseà (g) van gas
De letters s, l en g noemen we een toestandaanduiding.
Bij elke fase van een stof zijn de moleculen hetzelfde, alleen de afstand en plaats van de moleculen veranderd. Hieronder zie je een fasedriehoek van de stoffen:
Temperatuurà soms wordt de temp aangegeven in ˚C. Maar meestal wordt de eenheid kelvin gebruikt, met het symbool K.
Hieronder staat hoe je het het beste kunt omrekenen:
Vanderwaalskrachten à grootte van de aantrekkingskracht tussen de moleculen
Wanneer meerdere stoffen met elkaar zijn gemengd spreek je van een samenstelling. Bijvoorbeeld melk.
Een stof heeft een bepaald smeltpunt en een kookpunt. Spreek je van een mengsel dan heet het een smelttraject en een kooktraject.
Scheiden van een mengselà
- Extraherenà bijv. water toevoegen bij zand (zout is oplosbaar in water en zand niet)
- Fitreren à het filteren van het zand waardoor het water met zout door de filter
heengaat.
- Indampen à het scheiden van het water en zout door het water te laten verdampen
1.6 Atoomsoorten, elementen en verbindingen
Elke atoomsoort heeft een eigen naam en een eigen symbool. In het tabel hieronder staan de symbolen die je moet kennen.
Metalen
Niet-metalen
Naam
Symbool
Naam
Symbool
aluminium
Al
argon
Ar
barium
Ba
broom
Br
calcium
Ca
chloor
Cl
chroom
Cr
fluor
F
goud (aurum)
Au
fosfor (phosphorus)
P
kalium
K
helium
He
kobalt
Co
jood (iodum)
I (i)
koper (cuprum)
Cu
koolstof (carboneum)
C
kwik (hydrargyrum)
Hg
neon
Ne
lood (plumbum)
Pb
silicium
Si
magnesium
Mg
stikstof (nitrogenium)
N
mangaan
Mn
waterstof (hydrogenium)
H
natrium
Na
zuurstof (oxygenium)
O
nikkel
Ni
zwavel (sulfur)
S
platina
Pt
radium
Ra
tin (stannum)
Sn
titaan
Ti
uraan
U
wolfraam
W
ijzer (ferrum)
Fe
zilver (argentum)
Ag
zink
Zn
Periodiek systeem
Het periodiek systeem is een overzicht waarin de symbolen van alle atoomsoorten zijn gerangschikt. De verticale rijen in het periodiek syteem noemen we groepen.
De horizontale rijen heten perioden.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden