Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Asbest

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 6733 woorden
  • 29 oktober 2006
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
95 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Onderzoeksvraag:
Hoe bijzonder is een zo gevaarlijke stof, dat deze zo vaak gebruikt en nu verboden is?

Wat is asbest?

Asbest in het algemeen.
Asbest is een verzamelnaam voor meerdere vezelachtige stoffen, die in chemisch en fysisch opzicht veel op elkaar lijken. De verschillende soorten asbestvezels hebben verschillende kleuren en kunnen in twee hoofdgroepen, namelijk de serpetijnen en de amfibolen, worden ingedeeld. Deze verschillende kleuren zijn alleen in de ruwe vorm zichtbaar, als de asbest is verwerkt, kan alleen een microscopisch onderzoek uitsluiten welke soort er is gebruikt.
We zullen in dit hoofdstuk de soorten asbest de verschillen ertussen behandelen.


De verschillende soorten asbest.
Zoals we net al zeiden, kunnen de verschillende soorten asbest ingedeeld worden in twee hoofdgroepen, namelijk de serpetijnen en de amfibolen. Chrysotiel behoort tot de serpetijnen, en crocidoliet, amosiet, anthophylliet, tremoliet en actinoliet vormen samen de amfibolen.
Chrysotiel wordt ook wel witte asbest genoemd en is verreweg de meest gebruikte asbestsoort. Zoals wel te verwachten is, is deze soort wit van kleur, alhoewel de kleur ook goudgeel en groen kan zijn. Het heeft de formule Mg3(Si2O5)(OH)4. Omdat deze variant zoveel gebruikt is, zullen we ons hier vooral op richten.
Crocidoliet heeft een blauwe tot donkerblauwe kleur. Het heeft de samenstelling Na2FeIII2FeII3Si8O22(OH)2. Deze stof maakt maar een klein deel uit van de totale asbestproductie, zo’n 4%. Men denkt wel dat dit de gevaarlijkste variant is, en sommigen beschouwden crocidoliet zelfs als de enige gevaarlijke asbestsoort. Uiteindelijk zijn wel alle soorten asbest verboden. Crocidoliet werd vooral gebruikt in spuitasbest. Later wordt er dieper ingegaan op de toepassingen van asbest.
Amosiet is beter bekend als bruine asbest. De formule van amosiet is (Mg,Fe)7Si8O22(OH)2.
Anthophylliet wordt ook wel gele asbest genoemd, alhoewel het gesteente een witte, grijsgroene of groene kleur heeft. De naam grijze asbest is dan ook beter op zijn plaats. De Latijnse naam is anthophylum, dat "kruidnagel" betekent. Hier komt het gele weer in terug. De formule van anthophylliet is hetzelfde als die van amosiet, namelijk (Mg, Fe)7Si8O22(OH)2. Het verschil tussen de stoffen zit hem in de verhouding tussen de magnesium- en ijzerionen.
Tremoliet bevat ook calcium als metaal. De formule ervan is Ca2Mg5Si8O22(OH)2. Tremoliet heeft een witte, bruine of lichtgroene kleur en is soms kleurloos. Het is vernoemd naar de Tremolavallei in de Alpen, waar het voor het eerst is beschreven. Tremoliet is maar weinig gebruikt. Als het is verwerkt, zit het in kit en laatmateriaal. Als asbest wordt het grijze asbest genoemd.
Actinoliet tenslotte wordt groene asbest genoemd. De kleur ervan is grijsgroen tot groen of zwart. Alhoewel ook deze soort niet veel is gebruikt, is het wel de meest voorkomende soort van de amfibolen. De naam actinoliet is afgeleid van het Griekse woord aktinos, dat straal betekent, dit vanwege de vezelige structuur die actinoliet heeft.

Verschillen tussen de soorten asbest.
Er zijn enkele chemische en fysische verschillen aan te wijzen tussen de verschillende asbestsoorten. Het duidelijkste verschil is het kleurverschil. Omdat je de ruwe soorten asbest hier zo goed door kunt herkennen, worden ze vaak aangeduid met hun kleur. Een ander fysisch verschil is dat de amfiboolasbesten minder buigzaam zijn dan chrysotiel en minder goed kunnen isoleren.
Het belangrijkste chemische verschil is, dat er verschillende metalen voor kunnen komen in de asbestsoorten. Zo bevat chrysotiel alleen magnesium, maar ook ijzer, calcium en natrium kunnen in asbest voorkomen. Daarnaast variëren de aantallen van de ionen nog.


De vorming van asbest.

De grondstoffen.
Asbest ontstaat niet in één keer. Diep in de aarde worden de grondstoffen van asbest gevormd, en er zijn verschillende reacties en processen nodig voordat asbest uiteindelijk gedolven kan worden. Deze grondstoffen, diep in de aarde, zijn mafische en ultramafische gesteenten. Deze gesteenten zijn ontstaan uit kristalliserend magma. Mafische gesteenten bevatten zware metalen/mineralen als ijzer en magnesium (mafisch is een samentrekking van magnesium en ferrum). Daarnaast zit er ook silicium in. Het verschil tussen mafische en ultramafische gesteenten zit hem in het siliciumgehalte. Het gesteente met de minste silicium erin, is het ultramafische gesteente en dus is het gesteente met meer silicium erin het mafische gesteente. Voorbeelden van deze gesteenten zijn peridotiet, basalt en pyroxentiet. Deze (ultra)mafische gesteenten zijn harde, massieve gesteenten en zijn meestal donker van kleur. Ze bevatten magnesiumsilicaten zoals olivijn en pyroxeen. Deze stoffen reageren tot de volgende stap: serpentiniet.

Van olivijn en pyroxeen naar serpentiniet.
Voordat we de reactie van olivijn en pyroxeen tot serpentiniet gaan uitlichten, is het wel van belang om te melden dat er erg veel verschillende manieren zijn om serpentiniet te laten ontstaan. Als je je even verdiept in de vorming van serpentiniet, vind je zo meer dan een handvol verschillende reacties, die allemaal serpentiniet als reactieproduct hebben. Deze reacties verschillen behoorlijk van elkaar; de beginstoffen kunnen totaal anders zijn, maar ook het milieu en andere omgevingsfactoren hebben een belangrijke invloed. Zo is het van belang of er koolstofdioxide aanwezig is, op welke diepte de reactie plaatsvindt, enz. Als we al deze reacties hier behandelen, zijn we daar erg lang mee bezig en dwalen we een beetje af van ons eigenlijke onderwerp. Daarom beperken we ons tot één reactie, namelijk die van olivijn, pyroxeen en water. Deze reactie is goed te gebruiken omdat er alleen maar serpentiniet ontstaat, en hij niet moeilijk in elkaar zit. We zullen beginnen met een korte omschrijving van olivijn en pyroxeen.
Olivijn is een bijzonder gesteente. Het is een mengsel van twee verschillende gesteenten, namelijk forsteriet (Mg2SiO4) en fayaliet (Fe2SiO4). Olivijn ontstaat doordat forsteriet en fayaliet met elkaar mengen als ze afkoelen en van vloeibare naar vaste fase overgaan. Het heeft dan ook de formule (Mg,Fe)2SiO4. De verhouding, waarin forsteriet en fayaliet in olivijn voorkomen, kan verschillen. Olivijn heeft een olijfgroene kleur en is daar ook naar vernoemd. Naast deze groene kleur kan er door oxidatie van ijzer een roodachtige kleur ontstaan.
Pyroxeen is een zwart gesteente. De naam is afgeleid van de Griekse woorden pyros en xenos, die vuur en vreemd betekenen. Dit komt, omdat pyroxeen al gekristalliseerd is (en dus al een vast gesteente is) wanneer de lava uit een vulkaan wordt gespuugd. Het lava stolt door de snelle temperatuursverandering en vormt vulkanisch glas (obsidiaan), waar je stukjes pyroxeen in ziet zitten. Men vond dat die niet in het obsidiaan hoorden, en dus vreemd waren voor de lava.
Olivijn en pyroxeen veranderen niet zomaar in serpentiniet. Als ze diep in de aarde zitten, gebeurt er niets, maar wanneer er lagen met olivijn en pyroxeen door geologische processen omhoog worden geduwd, kan water met olivijn en pyroxeen reageren. De formule die bij deze reactie hoort is de volgende:
Men gaat er vanuit, dat hier de forsteriet van het olivijn reageert. Dit gaat natuurlijk het makkelijkst als de verhouding tussen forsteriet en fayaliet in het voordeel van het forsteriet is.
Nu is er serpentiniet ontstaan, maar nog geen asbest. Asbest ontstaat uit serpentiniet. In de volgende paragraaf zullen we de eigenschappen van serpentiniet, de vorming van asbest uit serpentiniet en alles wat daar bij komt kijken behandelen.


Serpentiniet en de vorming van serpentiniet tot asbest.
Serpentiniet is een groen gesteente met de formule Mg3Si2O5(OH)4. Het komt vaak in stroken van 100 tot 1000 km breed voor, die ‘greenstone belts’ genoemd worden. Het voorkomen in stroken heeft te maken met het feit dat de lagen met olivijn en pyroxeen omhoog zijn gedrukt. De lagen komen als een langgerekte bobbel omhoog, en zo ontstaat er een soort gebergtegordel, vandaar dus ook de naam greenstone belt.
Om de opbouw van serpentiniet duidelijk te maken, is het nodig wat te vertellen over silicaten en phyllosilicaten.

Serpentiniet bestaat uit twee lagen, die behoren tot de phyllosilicaten. ‘Phyllo’ betekent blad- of plaatvormig, en phyllo-silicaten zijn dan ook platen, opgebouwd uit silicaten. Deze silicaten zijn opgebouwd uit Si2O52- eenheden. Hierin worden de siliciumatomen omringd door evenwichtig verdeelde zuurstofatomen, waartussen polaire atoombinding voorkomt. Elk siliciumatoom heeft één zuurstofatoom helemaal voor zichzelf en deelt drie zuurstofatomen met andere siliciumatomen. Dit samengestelde ion bestaat uit twee Si4+-ionen en vijf O2--ionen, dus de totale lading is 2-. De Si2O52- eenheden vormen samen de phyllosilicaten, die de formule (Si2O5)n2n- hebben.
De phyllosilicaten vormen de twee buitenste lagen van de structuur van serpentiniet. Omdat tussen de silicaten een polaire binding heerst, zijn de siliciumionen licht positief geladen en zijn de zuurstofatomen licht negatief geladen. De bovenste laag wijst met het uitstekende zuurstofion naar beneden, en de onderste laag wijst met het uitstekende zuurstofion naar boven, zodat die ionen naar binnen zijn gericht. Er moet dus iets tussen de zuurstofionen zitten, omdat die elkaar afstoten. Dit is de stof bruciet. Uit de formule van serpentiniet blijkt dat het de formule Mg3(OH)42+ heeft. Het is dus positief en zou de silicatenlagen bij elkaar kunnen houden.
Dit lijkt te werken, maar het bruciet blijkt te groot om allebei de lagen goed vast te houden. Om dit op te lossen ontstaan er in de silicatenlagen soms dubbele lagen, waardoor er een golvende structuur ontstaat. In gunstige omstandigheden vormen beide lagen helemaal zo’n dubbele laag, waarin alle uitstekende zuurstofionen de zelfde kant op wijzen. Hierdoor kunnen de platen zich oprollen en ontstaan er chrysotielvezels. En zo is er uiteindelijk uit gekristalliseerd magma asbest ontstaan.

Delven van asbest.
Asbest wordt vooral gevonden in Rusland, Canada en Zuid-Afrika. Daarnaast wordt er ook asbest aangetroffen in Australië, de Verenigde Staten, Cyprus, Zimbabwe, Turkije, Siberië, Kazachstan en Italië. Als men een laag asbest heeft gevonden die rendabel gewonnen kan worden, wordt meestal de laag grond die over de asbestlaag ligt helemaal weggegraven, zodat de asbestlaag bloot komt te liggen. Deze vorm van delven wordt dagbouw genoemd. De vezels moeten soms nog uit het gesteente gehaald worden. Dit gebeurt door het los te slaan. Dit is een gevaarlijke bezigheid, omdat de asbestvezels hier in het rond vliegen. Als de asbest gedolven is, worden de vezels gesorteerd op grootte en opgeslagen voor transport. Bij het transport worden de zakken een paar keer overgeladen, waar beschadigingen kunnen optreden, en dus ook vezels vrijkomen. Bij de fabrieken kan het worden verwerkt. Op het verwerkingsproces van asbest zullen later dieper ingaan.

Voordelen en toepassingen van asbest.

Voordelen van asbest.
· Het grootste voordeel van asbest was de prijs ervan. Het was goedkoop om te delven en om te verwerken. Het delven gebeurde in open groeves, waardoor er voor relatief weinig geld snel veel asbest kon worden gedolven, en vaak konden oude machines gebruikt worden om asbest te verwerken, dus waren er geen nieuwe, dure, machines nodig.

· De manier van verwerken was het tweede grote voordeel. Asbestvezels zijn namelijk erg makkelijk te bewerken tot weefsels en kunnen ook goed in en met andere materialen worden verwerkt. Ook kan het goedafgewerkt worden door het te coaten, emailleren, kleuren en harsen. Over het verwerken kunt u meer lezen in het hoofdstuk “Toepassingen van asbest”.
· Naast deze grote voordelen voor de producent heeft asbest nog meer voordelen. Asbest brandt namelijk heel slecht en is bestand tegen hoge temperaturen. Ook grote temperatuur-schommelingen doen asbest niets. Het wordt daarom vaak gebruikt als brandwerend materiaal. Een asbestlaag houdt niet alleen hitte tegen, maar isoleert ook geluid en elektriciteit. Verder is asbest slijtvast en daardoor erg duurzaam. Het is ook bestand tegen zuren en logen.

Toepassingen van asbest.
Vanwege deze voordelen werd asbest al lang gebruikt. Zo is het bekend dat de Vestaalse Maagden lampenpitten van asbest hadden, en dat Karel de Grote tafelkleed van asbest had.
In Nederland kwam asbest rond 1900 op de markt, zij het op kleine schaal. Deze situatie bleef bestaan tot de Tweede Wereldoorlog, want tijdens de wederopbouw daarna explodeerde het asbestgebruik tot ongekende hoogtes. Vooral tussen 1950 en 1975 draaide de asbestindustrie op volle toeren en werd asbest veel toegepast in de bouw. Bijna niemand zag het gevaar van asbest in.
Ten behoeve van de bouw werd asbest gevormd tot o.a. platen, isolatiemateriaal en vloerbedekking door het te mengen met andere materialen als cement, kalk, gips en kunststoffen.
De meest gebruikte toepassingen in Nederland asbest zijn asbestcement, spuitasbest en asbestpapier.

Spuitasbest.
Spuitasbest is een mengsel van cement of een ander bindmiddel met zo’n 85% asbest. Hiervoor wordt meestal crocidoliet (blauwe asbest) gebruikt. Als dit mengsel nog nat is, wordt het op de plaats gespoten waar men het wil hebben. Er ontstaat een bros materiaal met een losse structuur, waar gemakkelijk asbestvezels uit vrij kunnen komen. Spuitasbest werd veel gebruikt op de wanden en plafonds van zwembaden, sporthallen, theaters, schouwburgen en zelfs ziekenhuizen om een brandwerende en isolerende laag te krijgen. Sinds 1977 is spuitasbest verboden.

Asbestcement
Van de asbest die in gebouwen is gebruikt, is verreweg het meeste verwerkt tot asbestcement. In asbestcement zit tussen de 10 en 30 procent asbest. Omdat asbestcement zo goed te bewerken is, kan het op veel verschillende manieren worden gebruikt. Enkele toepassingen zijn:

· Golfplaten (dakbedekking).
· Leien (dakbedekking).
· Systeemwanden.
· Gevelplaten.
· Tussenvloeren.
· Vensterbanken.
· Tafelbladen.
· Traptreden.
· Buissystemen.

Productieproces van Asbestcement.

Bij 99% van de abestcement-productie is gebruik gemaakt van de ‘Hatschek-methode’. Dit is een productiemethode om asbestcement te maken, die genoemd is naar de Tsjech Ludwig Hatschek. Hij heeft aan het eind van de 19e eeuw deze productiemethode heeft uitgevonden.
Er zijn drie grondstoffen: chrysotiel (witte asbest), cement en water. De asbestfabrieken kochten grote zakken met asbest in die in het land van herkomst al waren voorbewerkt tot losse vezels. De vezels werden opgeslagen in grote silo’s tot het moment waarop ze verwerkt zouden worden. Dit verwerken gebeurt in een zogenaamde ‘Hollander’, een meng- en maalwerktuig dat ook gebruikt werd voor de fabricage van papier.
De brij van asbest, cement en water werd constant in beweging gehouden tot het goed gemengd was en een soort zompig deeg was ontstaan. Dan werd het naar een draaiende cilinder gevoerd die was bespannen met kopergaas waar de brij omheen werd gewikkeld.

90% van het water uit de brij liep door het gaas weg. De asbestvezels zorgden er echter voor dat het cement niet weg kon. Het resultaat was het zogenaamde asbestvlies, dat werd weggeleid over een veelal wollen of vilten transportband. Deze band hield het asbestvlies vast door het als het ware een beetje op te zuigen. De transportband leidde het asbestvlies naar een zware vormwals waar het werd droog geperst. De wals nam het vlies over en het asbestvlies werd gewikkeld tot het de gewenste dikte had. De plaat werd weggevoerd en gesneden tot de juiste afmetingen. Ten slotte werden de platen te drogen gelegd.
Deze productiemethode vormde de basis voor veel toepassingen van asbest. Omdat de asbestcement-platen nog ‘week’ waren toe ze van de productieband afrolden, konden ze worden omgevormd tot eigenlijk iedere gewenste vorm. Om dakplaten van asbestcement te maken bijvoorbeeld, werd een golfpatroon in de platen gemaakt om de stevigheid te vergroten en het regenwater af te kunnen voeren.
Als bij het omvormen twee stukken op elkaar moesten aansluiten werden de naden bestreken met stijve asbestcementmortel. Zo ontstond er voor iedere toepassing de goede vorm.

Overige toepassingen.
Asbest werd ook verwerkt tot asbestvilt en asbestpapier, dat dient ter bescherming tegen schimmel en rot. Asbestvilt en asbestpapier werden daarom onder vloerbedekkingen gelegd.
Ook werd er asbesttextiel gemaakt, voornamelijk in de vorm van flexibele isolatie van elektrische leidingen. Daarnaast bestond er nog asbestkoord, dit werd vooral gebruikt als afdichting van bijvoorbeeld rookafvoerleidingen.

Hiernaast staat een overzicht van de verdeling van de asbestproductie in Nederland van 1890 tot en met 1988.
Hieruit blijkt dat asbestcement met 53,89% verreweg het meest is gebruikt, gevolgd door asbestpapier (25,76% en 8,81%)

Gezondheidsrisico’s.

Het is tegenwoordig duidelijk geworden dat asbest niet alleen maar voordelen heeft, maar ook dodelijk kan zijn. Hoewel de productie van asbest is stopgezet, zijn er nog veel gebouwen waar asbest in zit. Dit is echter niet meteen gevaarlijk. Zolang asbest namelijk gebonden is aan bijvoorbeeld cement, is er geen sprake van een gevaar voor de gezondheid. Asbest zelf is namelijk niet gevaarlijk; het geeft geen gevaarlijke straling of giftige gassen af. Er kan in een huis best een asbestplaat verwerkt zitten in de muur, dat maakt niet uit. Als er echter in deze plaat wordt gezaagd, of wanneer deze plaat breekt, kunnen er asbestvezels vrijkomen. Juist in de vezels schuit het gevaar van asbest.
Wanneer er losse vezels vrijkomen, kunnen deze worden ingeademd en in de longen terechtkomen. Het lichaam heeft in de luchtwegen wel een filtersysteem zitten, dat de kleine asbestvezels uit de lucht kan filteren met behulp van macrofagen. Deze opruimcellen kunnen de vezels opnemen, waarna ze opgehoest en doorgeslikt kunnen worden.


Asbestose.
Er zijn echter ook asbestvezels die te lang zijn om opgenomen te kunnen worden door de macrofagen. Zij kunnen door de longen gaan ‘wandelen’. Ze kunnen zich zelfs via de lymfebanen verspreiden en komen zo in het hele lichaam. Dit soort vezels is zeer gevaarlijk voor de gezondheid omdat het lichaam de vezels probeert in te kapselen, waardoor er asbestlichaampjes ontstaan. De kapsels rondom de asbestvezels bestaan uit littekenweefsel, dus hoe meer asbestlichaampjes zich in de longen bevinden, hoe meer littekenweefsel er ontstaat door de kapsels om de vezels heen. Hierdoor neemt de longcapaciteit af, waardoor kortademigheid kan ontstaan en bestaat de kans op overbelasting van het hart. Deze aandoening staat bekend als ‘asbestose’ en is te vergelijken met bijvoorbeeld de stoflongen die mijnwerkers opliepen. Bij deze ziekte is, in tegenstelling tot mesothelioom waar we later nog op terug komen, de hevigheid en de ernst recht evenredig met de blootstelling aan asbest. Asbestose is dus een aandoening die heviger en ernstiger voorkomt bij mensen die veel en vaak met asbest hebben gewerkt dan bij mensen die maar weinig in contact zijn gekomen met asbestvezels.

Mesothelioom.
Een andere mogelijke kwaal die door asbest wordt veroorzaakt is longmesothelioom, ook wel longvlieskanker genoemd. Dit is een tumor die meestal in de longvliezen zit (pleuraal mesothelioom), maar soms ook aan het buikvlies (peritoneum mesothelioom). Ook bij mesothelioom geldt dat als men vaker aan asbestvezels is blootgesteld de kans op de ziekte groter wordt. In tegenstelling tot asbestose kan overigens ook één enkele vezel al genoeg zijn voor het veroorzaken van de ziekte. Vooral crocidoliet (blauwe asbest) is een grote veroorzaker van deze ziekte omdat de vezels van deze asbestsoort lang en dun zijn. Als de vezels zich nestelen in de longvliezen prikkelen ze de cellen die het longvlies bekleden.
De prikkelingen kunnen genetische veranderingen en stoornissen in de celdeling veroorzaken, waardoor de cel zich ongeremd gaat delen. Normaal gesproken sterven cellen die zich zo snel delen af, omdat ze zichzelf vernietigen door een soort noodmechanisme dat in elke cel aanwezig is. Als echter dit noodmechanisme door een andere genetische verandering is uitgeschakeld, kan de cel overleven en zich overmatig blijven delen.
Hierdoor ontstaan kwaadaardige tumorcellen in het longvlies of het buikvlies. Doordat de ziekte soms pas 40 jaar na de blootstelling aan asbest opduikt, groeit het aantal patiënten nog steeds. Per jaar komen er in Nederland 400 nieuwe patiënten bij en pas na 2018 zal er een afname zijn. De daling die dan zal intreden is grotendeels het gevolg van de drastische ingrepen in de asbestwetgeving in de jaren ’90 (zie het hoofdstuk: ‘De Ommekeer’).
De symptomen van mesothelioom zijn in eerste instantie: pijn in de borstkas, kortademigheid door vochtophoping tussen de longvliezen en hoesten. De pijn ontstaat als de tumor ingroeit in de borstwand. Door deze ingroei ontstaat er een soort pantser rond de long met als gevolg dat deze niet meer goed kan functioneren. Hierdoor verergert de kortademigheid en wordt de borstkas misvormd. Hierna zal de tumor uitzaaien via de bloedbaan.
Tegen mesothelioom bestaat geen behandeling die tot genezing leidt, doordat de ziekte al in een ver gevorderd stadium is als het ontdekt wordt. Tot voor kort had zelfs chemotherapie geen effect op de ziekte, maar er is pas een nieuw geneesmiddel verkrijgbaar (Pemetrexed/Alimta) dat bij 41% van de patiënten voor een afname van de tumormassa zorgt. Als Pemetrexed de cel binnenkomt, verandert het een bepaald enzym. Dit enzym is nodig bij de aanmaak van nucleotiden, die na de verandering van het enzym niet meer gemaakt kunnen worden. Nucleotiden zijn nodig bij de DNA-replicatie, een essentieel onderdeel van de celdeling. Door het gebrek aan nucleotiden kan de cel zich dus niet meer delen. Helaas betekent dit middel alleen uitstel van executie, want uit de cijfers blijkt dat binnen één jaar na de diagnose 80% van de patiënten te overlijden komt. Heel weinig mensen overleven ook het tweede jaar.

Asbestpleuritis.
Een derde ziekte die door blootstelling aan asbest veroorzaakt kan worden is ‘asbestpleuritis’. Deze ziekte lijkt sterk op mesothelioom, maar ze is beter te behandelen en minder bedreigend. Door tot nog toe onduidelijke redenen kunnen er na langdurige blootstelling aan asbest vochtophopingen ontstaan in de pleuraholte. De pleuraholte is de ruimte tussen de longvliezen. Het vocht kan bloederig zijn. Soms is er zo veel vocht dat de werking van de long belemmerd wordt en er (herhaaldelijk) via puncties vocht weggezogen moet worden om verlichting te brengen. Bij onderzoek van dit vocht komen geen bijzondere kenmerken naar voren, waardoor het vaak moeilijk is de relatie met asbest te leggen. De verschijnselen van vochtophoping verdwijnen na verloop van tijd spontaan maar kunnen aan dezelfde of aan de andere kant van de long terugkomen. Als gevolg van de asbestpleuritis kunnen vergroeiingen tussen de longvliezen ontstaan en kan ook zogenaamde ‘zwoerdvorming’ met verschrompeling optreden. Wanneer dit in ernstige mate het geval is, kan een longfunctiestoornis ontstaan.


Asbest kan nog veel meer ziektes aan de luchtwegen veroorzaken, zoals bijvoorbeeld longkanker, maar alleen de hierboven behandelde ziektes worden bijna uitsluitend veroorzaakt door de blootstelling aan asbestvezels. We laten de andere ziekten, die niet specifiek door asbest worden veroorzaakt, buiten beschouwing.

Nu rest de vraag: waarom heeft men pas in de jaren ‘80 ontdekt dat asbest zo levensbedreigend is?
Het antwoord is eigenlijk zeer eenvoudig. Alle specifieke asbestziekten worden pas na jaren actief en gediagnosticeerd. Bovendien kunnen zijn de vezels die door de lucht zweven en de ziekten veroorzaken niet te zien. Ze zijn alleen zichtbaar met behulp van speciale microscopen. En als mensen ziek werden van asbestvezels, werd er nooit aan asbestvezels gedacht. Veel werklui droegen immers stofmaskers, niet wetende dat de kleine asbestvezels geen enkele moeite hadden om daar doorheen te dringen. Zelfs als in een ruimte miljarden vezels zouden rondzweven, zou het niet gemerkt worden. Asbestvezels zijn immers reukloos, smaakloos, onzichtbaar en ze veroorzaken niet eens moeite met ademen. Kortom: het heeft heel lang geduurd voordat men de gevaren van asbest begreep.

Toch waren er mensen die de gevaren van asbest al hadden voorzien. Jammer genoeg is er niet naar deze mensen geluisterd en is de productie van asbestproducten onverminderd doorgegaan, asbest was immers een ‘wondermateriaal’. Begin 1900 waren al de eerste gevallen van asbestose bekend, maar deze werden nog niet direct in verband gebracht met blootstelling aan asbestvezels. Toen men tot het inzicht kwam dat dit verband wel degelijk bestond, werd asbestose na de Tweede Wereldoorlog (in 1949 om precies te zijn) onder de beroepsziekten geschaard. Nu konden werknemers die ziek werden hun werkgever dan wel aanklagen, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De asbest productie ging onverminderd door, sterker nog, zij groeide nog veel harder dan voorheen.
Pas ver in de jaren ’50 werden ook longmesothelioom en longkanker als beroepsziekte erkend. Ondertussen had men wel in de gaten gekregen dat het werken met asbest en het vervaardigen van asbestproducten gevaren met zich mee bracht, maar nog steeds was er geen enkel verbod op het gebruik van asbest in bouwwerken of op wat voor een manier dan ook. In het begin van de jaren ’60 werd er wel gewezen op het gebruik van vervangende materialen, maar het was met name de arbeidsinspectie die hier op hamerde vanwege het gevaar dat de arbeiders liepen. Buiten de omstandigheden op de werkvloer werden er nog steeds geen gevaren gezien. Hoe het verder gaat, kunt u lezen in het hoofdstuk ‘de Ommekeer’.

De ommekeer.

Onderzoeken naar en maatregelen tegen de gevolgen van asbest.
Er is heel veel onderzoek gedaan naar de gevolgen die asbest kan hebben op de gezondheid van de mens, maar ook zijn er onderzoeken geweest naar de invloed van asbest op het milieu. Het onderzoek naar de gevolgen van asbest is echter langzaam op gang gekomen. Asbest is wel onderzocht op mogelijke straling, er is wel gekeken of asbest giftig is, maar er werd niet onderzocht of asbestvezels gevaarlijk konden zijn. Asbest werd gezien als een wonderstof: het had alleen maar voordelen en er waren geen nadelen te ontdekken.
Pas vele jaren nadat asbest geïntroduceerd werd kwamen er waarschuwingen dat asbest misschien toch wel gevaarlijk kon zijn. De onderzoeken waarop deze waarschuwingen werden gebaseerd kwamen eigenlijk veel te laat, omdat er toen al heel veel mensen ten dode op waren geschreven of zelfs al gestorven waren.

De reden dat deze onderzoeken pas zo laat werden opgezet heeft voornamelijk te maken met de lange tijd die asbestvezels nodig hebben om iemand te doden. Asbestose wordt gemiddeld pas na vijftien jaar vastgesteld, bij een mesothelioom duurt dit gemiddeld zelfs 35 jaar. Daarnaast was de link tussen asbest en de ziektes ook moeilijk te leggen. Allereerst verdacht men asbest er helemaal niet van schadelijk te zijn voor de gezondheid, dus zocht men daar ook niet naar een oplossing. Soms werkten de patiënten niet eens meer met asbest en was het moeilijk na te gaan dat ze door vezels die ze jaren terug hadden ingeademd nog ziek waren geworden. Vaak stelden artsen bij patiënten, die eigenlijk asbestose hadden, tuberculose vast, omdat deze longziekte redelijk dezelfde symptomen heeft.
In Groot-Brittannië had men het eerste door dat er is mis was met asbest. In 1924 staat er een artikel over asbest-longfibrose in het Britse vakblad “Medical Journal”. In 1927 komen er nieuwe publicaties waarin de naam asbestose wordt geïntroduceerd en wordt er een methode gevonden om asbestose vast te stellen met behulp van röntgenfoto’s. In 1929 heeft de arbeidsinspectie een grootschalig landelijk onderzoek gehouden. Omdat asbestose erg veel leek op de stoflongen van bijvoorbeeld mijnwerkers, waren de eerste adviezen van de inspectie erop gericht om de hoeveelheid stof in productiehallen te verminderen door ventilatie. Er komt in 1931 dan ook een wet, de “Asbestos Industry Regulations”, met daarin voorschriften om het stof te bestrijden. Verder wordt in deze wet asbestose als een beroepsziekte erkend. Het probleem van de asbestvezels werd door de wet niet echt verminderd. Er is echter wel aandacht voor asbestose ontstaan in andere landen, zoals Frankrijk, Nederland en België. In Nederland wordt jaren later, in 1951 pas, asbestose als beroepsziekte erkend.
De onderzoeken gingen verder en in de jaren ’30 en ’40 verschenen er nieuwe artikelen over asbestose en aantallen slachtoffers ervan. Ook werd er toen bericht van mensen met asbestose die niet met asbest hebben gewerkt, en werd er een mogelijk verband gelegd tussen asbest en longkanker en mesolithoom, maar er is niet zo veel aandacht voor de asbestziektes. Dit kwam mogelijk door de economische crisis en in ieder geval door de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog nam in Europa het gebruik van asbest en de interesse asbestziekten af. Er komen nog wel nieuwe onderzoeken uit Engeland en de Verenigde Staten. Daar worden in 1946 normen ingesteld voor het maximale aantal asbestvezels dat in een ruimte mag rondzweven. Deze normen werden steeds aangescherpt. In 1976 mochten er in de VS nog maar twee vezels per cm3 rondzweven. Dit lijkt al erg weinig, maar dat was het niet. Ten eerste is twee vezels per cm3 omgerekend 2 miljoen vezels per m3, en tijdens een werkdag van acht uur ademt een mens zo’n vijf m3 lucht (dus 10 miljoen vezels) in. De norm is teruggebracht tot 0,1 vezel per cm3 in 1994. In Nederland mochten er in 1977 ook nog twee vezels per cm3 voorkomen, in 1983 verscherpt de EEG-richtlijn de norm tot één vezel per cm3 en uiteindelijk is ook hier de maximale hoeveelheid 0,1 vezel per cm3 geworden.
Wat later worden er nieuwe bevindingen gepresenteerd. Rond 1955 wordt het verband tussen asbest en longkanker en mesothelioom bevestigd en er ontstaat het vermoeden dat er voor deze ziektes geen langdurige blootstelling aan asbestvezels nodig is. Dit was een belangrijke aanname, omdat toen duidelijk werd dat niet alleen de werknemers die lang met asbest werken risico liepen, maar ook anderen, zoals bijvoorbeeld hun gezin, buurtbewoners De werknemers namen op hun kleding namelijk asbestvezels mee, die de longen van hun familieleden konden bereiken en zo tot ziekte konden leiden. Dit vermoeden werd door de Amerikaanse arts Irvin Selikoff en de Nederlandse arts Dr. Stumphius in resp. 1964 en 1969 bevestigd.
Nadat dit duidelijk is geworden volgen de asbestregelingen elkaar snel op. In 1977 wordt het “asbestbesluit” ingevoerd. Deze wet verbood het verwerken en bewerken van crocidoliet (blauwe asbest) omdat deze soort als het schadelijkste asbest werd gezien. Crocidoliet werd meestal gebruikt voor spuitasbest. Het verspuiten van asbest werd verboden waardoor spuitasbest niet meer werd toegepast. Ook werden bepaalde producten waarin losgebonden asbest zit verboden. Het gaat om producten die voor akoestische en thermische isolatie en voor decoratieve en conserverende doeleinden werden gebruikt. We hebben hierboven al gezegd dat er ook een MAC-norm werd vastgesteld.
De vakbewegingen waren voor scherpere MAC-waarden en een geleidelijk verbod op alle asbest. Er kwam in 1983 een nieuwe wet: het “asbestbesluit (warenwet)”. Hierdoor werd het op de markt brengen van alle niet-hechtgebonden asbest verboden. In 1988 kwam er weer een nieuwe wet: de “Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet”. Deze werd in 1991 en in 1993 nog aangevuld met een sloopparagraaf en een Asbestverwijderingsbesluit, zodat men asbest moest melden en het door professionele mensen moest laten weghalen.
In juli 1993 wordt het Asbestverbod van kracht. Nu is het beroepsmatig in bezit houden, bewerken en verwerken van alle asbesthoudende stoffen verboden. Het was particulieren nog wel toegestaan om asbest toe te passen. Hier kwam in 1998 een eind aan met de Regeling Bouwbesluit.

Er wordt tegenwoordig gesuggereerd dat de uitkomsten van onderzoeken stil werden gehouden of afgezwakt werden door de asbestfabrieken, omdat ze schadeclaims van werknemers vreesden. Natuurlijk waren ze ook bang dat ze geen nieuw personeel konden vinden, als de mensen wisten dat ze in de fabrieken dood konden gaan. Zo bracht het US Bureau of Labor Statistics in 1918 al een boek uit, waarin het meldde dat grote verzekeringsmaatschappijen in de Verenigde Staten en Canada al geen levensverzekeringen meer wilden verkopen aan asbestwerkers.

Asbest verwijderen.
Asbest hoeft niet altijd verwijderd te worden. Soms kan het blijven zitten. Er kan dan wel gekozen worden om het asbest af te dekken, zodat er gen vezels vrij kunnen komen. In het geval van renovatie, verbouwing of sloop is het in ieder geval beter om de asbest te verwijderen. Vaak is het zelfs verplicht.

Er wordt bij asbestverwijdering verschil gemaakt tussen particulieren en bedrijven. Bedrijven moeten praktisch altijd de asbest laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf, particulieren wordt wel aangeraden om asbest te laten verwijderen, maar in bepaalde gevallen mogen zij het zelf doen.
Mensen die zelf asbest willen verwijderen moeten dit eerst aanvragen bij hun gemeente. De gemeente geeft hen ofwel een mededeling onder voorschrift ofwel een sloopvergunning. In het geval van de sloopvergunning mag men de asbest niet zelf verwijderen.
Als een particulier een mededeling onder voorschrift krijgt, mag hij de asbest wel zelf weghalen. Het asbest mag niet beschadigd of verweerd zijn. Het gaat vaak om vinyl-zeil of bouwmaterialen van asbestcement. Buitenshuis mag een particulier zelf tot maximaal 35 m2 asbesthoudend materiaal verwijderen. Het gaat dan meestal om dakbedekking zoals golfplaten van asbestcement. Dit zelf weghalen van asbest is natuurlijk niet zonder gevaar. Professionele asbestverwijderaars dragen tijdens hun werkzaamheden beschermende pakken om geen asbestvezels in te ademen. Een gewoon stofmasker is hiervoor niet voldoende. Ze dragen een pak met een zuurstoftoevoer en een overdrukmasker, zodat er geen vezels naar binnen kunnen komen. Als iemand dan zelf aan het klussen gaat, kan hij natuurlijk vezels inademen. Het wordt dan ook afgeraden om zelf asbest te verwijderen.
Asbest in 2006.

Waar is nog asbest te vinden?

Tegenwoordig is in Nederland nog zo’n 1.400.000 ton asbest te vinden, waarvan 700.000 ton in gebouwen en 700.000 ton als afval. 500.000 ton van de asbest in gebouwen bestaat uit asbestcement en is niet direct schadelijk, zolang het in gebonden vorm verkeerd. Verder zijn er nog leidingen met asbest geïsoleerd. Het totale gewicht aan asbest leidingisolatie bedraagt ongeveer 180.000 ton. De overige 20.000 ton bestaat voornamelijk uit vloerbed, vulmateriaal en overige producten.
Naast de asbest die in gebouwen aanwezig is, is er in Nederland ook nog zo’n 700.000 ton asbest gestort als afval. Steeds meer wordt in Nederland puingranulaat en gebruikt voor nieuw cement en andere bouwmaterialen. Zeer vaak wordt er op deze manier asbest verwerkt dat afkomstig is uit afgebroken gebouwen. Bij het verwerken van deze asbest tot een nieuw product is de kans zeer groot dat er veel vezels vrijkomen. Ook bij het transport kan dit gebeuren. Op dit moment variëren de concentraties asbest in puingranulaat van 0,1 tot een ontoelaatbare hoeveelheid van 200 milligram per kilo. Er is een verwaarloosbaar risiconiveau van 100 milligram per kilogram, maar dan moet erbij verteld worden dat van deze 100 mg minimaal 10 mg zich in hechtgebonden vorm moet bevinden. Onder dit verwaarloosbaar risiconiveau is de emissie (het vrijkomen van asbestvezels) zo laag dat het geen verhoogd risico voor de gezondheid vormt.
Vrijwel alle partijen puingranulaat met een asbestconcentratie groter dan 100 milligram per kilo, zijn afkomstig van kleine aannemers en van gemeentelijke inzamelingstations voor bouw- en sloop-afval. Meestal heeft er in deze gevallen illegale asbestsloop plaatsgevonden zonder dat er naar veiligheidsvoorschriften gekeken is.

Hoewel er dus toch nog emissie van asbestvezels plaatsvindt in Nederland, valt het risico voor de gezondheid in het niet als je het vergelijkt met andere (vooral derde wereld) landen. In India bijvoorbeeld liggen stranden bezaaid met oude sloopschepen, die door de plaatselijke bevolking massaal gesloopt worden en waarvan de bruikbare onderdelen verkocht worden. Onder de slopers bevinden zich niet alleen mannen, maar ook vrouwen en kinderen. Zonder bescherming halen ze de schepen tot aan de laatste klinknagel uit elkaar om maar zoveel mogelijk materiaal te bemachtigen. Ze zijn zich meestal niet bewust van de 7,5 ton asbest die de schepen gemiddeld met zich meedragen. Zelfs als ze zich hiervan bewust zijn, gaan ze onverminderd door, omdat ze simpelweg leven van het geld dat de schepen opbrengen. Vaak verkopen deze slopers niet alle asbestplaten, maar gebruiken ze deze platen voor het bouwen van hun huis. Zo staan deze mensen constant bloot aan asbestvezels.
Er wordt niet veel gedaan tegen de sloopschepen, simpelweg omdat het voor veel werkgelegenheid en grondstoffen zorgt. Zo is in India 15% van het staal dat gebruikt wordt als bouwmateriaal afkomstig uit sloopschepen. Het hergebruik van asbest in India is volgens de wet ook legaal, hoewel dat niet veel zegt. In China is hergebruik namelijk officieel verboden, maar desondanks wordt toch veel asbest hergebruikt vanwege de vele voordelen.


In Nederland is er nu veel te doen rondom tanker ‘de Otapan’. Dit schip ligt sinds 1999 in Amsterdam en bevatte veel asbesthoudende materialen. Niet alleen het schip bestond uit asbestmaterialen, maar ook had het een asbesthoudende lading. Op het bovendek alleen al lagen 3000 vuilniszakken met daarin 26 ton asbest. Het gaat hier om amosiet (bruine asbest). De Mexicaanse eigenaar wilde het tegen alle regels in laten verwijderen in 2001, maar gelukkig greep de politie in. In juni 2006 werd in opdracht van het ministerie van VROM de asbesthoudende lading verwijderd door gespecialiseerde bedrijven. Sindsdien heeft het stil gelegen in de Amsterdamse haven. In 2006 was de staat van het schip zo slecht, dat het zelf de haven niet meer kon verlaten. Sloop was de enige optie. De sloop zou plaatsvinden in Turkije door een gecertificeerd bedrijf dat asbesthoudende schepen mocht slopen.
In Juli 2006 werd het schip klaar gemaakt voor zijn laatste reis. Er ontstond echter een groot probleem; de Nederlandse overheid had opgegeven dat er 1 ton asbest in het schip verwerkt zou zijn, maar dit bleek bij aankomst in Turkije niet te kloppen. Er was namelijk 54 ton asbest verwerkt in het schip. Turkije wilde het schip niet binnenlaten en de Otapan bleef vlak buiten de Turkse wateren ronddobberen (in de buurt van het Griekse eiland Lesbos).
Omdat na het verwijderen van de asbesthoudende lading in Nederland het schip is toegewezen aan de Nederlandse overheid moest het terug naar Nederland. Op 23 september heeft het ministerie van VROM bevestigd dat de Otapan op de terugweg is naar Nederland.

Wat zijn de risico’s van de huidige aanwezigheid van asbest?

Er zijn zeer strenge regels voor de verwerking van asbestafval in Nederland. Zo moeten grote brokken asbest vervoerd worden in containers die luchtdicht zijn en gladde wanden hebben. Er moet ook een losklep zijn die bedient kan worden vanuit de cabine van het vervoermiddel (meestal vrachtauto). Er moet tevens een systeem aanwezig zijn dat het asbest direct in plastic folie wikkelt en tijdens het lossen moet er water gesproeid worden om de vezels uit de lucht te houden. Dit is slechts een voorbeeld van één van de vele regels die voor asbest gelden. Deze regels zijn opgesteld omdat de risico’s zeer groot zijn; blootstelling aan een kleine hoeveelheid asbest kan namelijk zeer grote consequenties hebben voor de gezondheid. Zo kan één enkele vezel al longmesothelioom (longvlieskanker) tot gevolg hebben (zie ook het hoofdstuk ‘Gezondheidsrisico’s’).
Nu nog worden er mensen ziek door toedoen van het asbest waar ze jaren geleden mee hebben gewerkt. Ook is de aanwezigheid van asbest in steden nog steeds merkbaar, zo is op het platteland de dagelijkse hoeveelheid ingeademde asbestvezels 1200 tot 12000 en in grote steden en industriegebieden soms wel 40 000.
Hoewel men tegenwoordig asbest zo zorgvuldig kan verwijderen dat het niet gevaarlijk is voor de gezondheid, laat men het zo mogelijk gewoon op zijn plaats zitten. Asbest (vooral in de vorm van asbestcement) dat nu nog in gebouwen aanwezig is vormt namelijk geen direct gezondheidsrisico. Toch schuilt er een gevaar in het niet verwijderen van asbest. Als er bijvoorbeeld brand uitbreekt kan een gebouw instorten, met als gevolg dat asbestplaten breken. Hierdoor kunnen asbestplaten die hechtgebonden waren en op het eerste gezicht ongevaarlijk schenen toch voor vrije asbestvezels in de lucht zorgen.
Vaak ook wordt het gevaar van asbest onderschat. Mensen die een stofmasker dragen kunnen denken dat ze hierdoor beschermd zijn tegen asbest terwijl dit niet zo is, asbestvezels dringen immers makkelijk door het masker heen.

Door de strenge regels die in de Westerse landen voor asbestverwerking gelden, kiezen bedrijven met asbestafval ervoor dit in Derde Wereldlanden te laten verwerken. Daar zijn de kosten veel lager en de ze landen hebben een soepeler (of soms géén) asbestwetgeving.

Samenvatting/Conclusie

Asbest is een heel bijzonder materiaal. Toen men het ontdekte leek het alsof asbest alleen maar voordelen had, waardoor het in grote hoeveelheden werd gebruikt. Het duurde lang voordat men in de gaten kreeg dat asbest wel degelijk een gevaar voor de gezondheid vormde. De vezelachtige structuur van asbest veroorzaakt met name in de longen ernstige aandoeningen. Asbestose, mesothelioom en asbestpleuritis zijn typische asbestziekten. Pas rond de jaren ’30 kwamen de eerste onderzoeken naar de eventuele schadelijke kant van asbest. Toen men erachter kwam dat asbest toch wel schadelijk was, werden enige tijd later wetten opgesteld die de veiligheid van mensen die met asbest werkten moesten garanderen en het gebruik van asbest langzamerhand moesten verminderen. Het duurde echter nog tot 1998 voordat er een algeheel verbod op asbest kwam. Tegenwoordig mag asbest niet verhandeld of hergebruikt worden. In Nederland is er nu nog zo’n 700.000 ton asbest verwerkt. Particulieren mogen asbest in bepaalde omstandigheden zelf verwijderen. Het gaat dan om kleine hoeveelheden asbesthoudend materiaal, dat relatief onschadelijk is. In andere gevallen moet het opruimen en verwijderen van asbest gedaan worden door professionele asbestverwijderingsbedrijven.


Bronnenlijst.

Boeken die we gebruikt hebben:

O. F. Pieren, Ludo. Chemie vwo bovenbouw, scheikunde 1 deel 1. Vijfde druk, uitgever Wolters-Noordhoff Groningen.

O. F. Pieren, Ludo. Chemie vwo bovenbouw scheikunde 2. Uitgever Wolters-Noordhoff.

Internetsites die we geraadpleegd hebben:

http://www-odp.tamu.edu/publications/prelim/209_prel/prel17.html

http://www.milieucentraal.nl/pagina?onderwerp=Asbest%20verwijderen

http://www.sp.nl/onderzoek/rapport_asbestdrama.pdf#search=%22onderzoeken%20naar%20gezondheid%20gevolgen%20asbest%22

http://www.ph.ucla.edu/ehs/student%20hazards/asbestos.pdf

http://www.senternovem.nl/mmfiles/Rapport%20Asbest%20in%20Kaart_tcm24-187269.pdf#search=%22productiemethode%20asbest%22

http://biologie.fali.nl/index.php/The/NatuurlijkeSilicaten

http://64.233.183.104/search?q=cache:raO7Mb_wgVUJ:www.verzekeraars.org/smartsite.dws%3Fid%3D1136+plaatsen+asbest+gedolven&hl=nl&gl=nl&ct=clnk&cd=5&client=firefox-a

http://www.allesoverasbest.nl/site/asbest.htm

http://nl.wikipedia.org/wiki/Asbest

http://en.wikipedia.org/wiki/Asbestos

http://en.wikipedia.org/wiki/Olivine

http://en.wikipedia.org/wiki/Serpentinite

http://www.sp.nl/onderzoek/rapport_asbestdrama.pdf#search=%22asbestdrama%20sp%22

www.dvl.nl/docs/2.doc

http://www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=6204

www.xs4all.nl/~contrast/publicaties/asbesteindrapport.pdf

REACTIES

H.

H.

Hallo

Zeer Interessant !!

16 jaar geleden

H.

H.

goede informatie, kan beter

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.