Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

India

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 5028 woorden
  • 6 februari 2006
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
50 keer beoordeeld

Inleiding:
We moeten dit jaar een combywerkstuk maken. Dat lijkt me heel leuk. We moeten zelf een land kiezen. Ik heb voor het land: India gekozen. Omdat: het trekt mij heel erg, die arme landen en al die mensen. Het land is eigenlijk té overbevolkt en dat dan toch al die mensen daar blijven wonen. En dat ze dan ook nog trots zijn op alles wat ze hebben en alles was ze doen. Daardoor heb ik best wel veel bewondering gekregen, voor dat land en voor haar bewolking. Ook lijkt het me ikteresant om me te gaan verdiepen ik een land waar ik eigenlijk helemaal niets van weet. Want dat is zo, ik weet nog helemaal niet veel over India. Daardoor is het een grote uitdaging. Ik hoop dat ik het aan het eind nog steeds zo leuk vind als nu.

Het land en de ligging:

India ligt in zuid Azië. Het gehele land oppervlakte is 3.287,590 km2. Het is dus een enorm groot land.

In het noordelijke deel van India is het land af gesloten door de enorme bergketen: de Himalaya.
India grenst in het noorden aan China, Nepal en Bhutan. In het westen aan Pakistan en aan de Arabische Zee. En in het oosten aan Bangladesh en de Golf van Bengalen. Ten zuiden van India ligt de Indische Oceaan.
De Andaman-, Nicobar- en de Lakshadweepeilanden horen ook nog bij India.

De geologie:

In India komen heel veel verschillende landschappen voor. Zowel bergen als woestijn. Zowel bossen als zee. Het land wort ieder jaar weer getijstert door Moesons. Dat zijn regen bijen die in een keer vallen en die veel en langdurig aanhouden. Die veroorzaken dan ook elk jaar weer veel overlast. Met modderstromen en veel oogsten die mislukken. Daar heeft India elk jaar weer veel last van. Vooral de arme delen ven India. Omdat ze er daar veel stechter tegen bestand zijn. Dt is dus echt heel stom van die rijken. Die kunnen zichzelf daar tegen beschermen. Met het gevolg dat hun oogst wen lukt en ze daar weer veel geld voor krijgen. En de armen, waar de oogst vaak van mislukt die worden steeds armen.

Het klimaat:

Het klimaat in India is een tropisch moessonklimaat. Verder zijn er drie duidelijk verschillende seizoenen: zomer van maart tot mei, het regen seizoen van juni tot september als de zuidwestmoesson waait, en winter van oktober tot februari. Door de uitgestrektheid van het landen de variatie aan landschappen zijn er zeer veel verschillende weersomstandig heden. In de bergen, de Himalaya, komen de laagste temperaturen voor. Terwijl er in de woestijn heel tropische omstandigheden worden aangetroffen. De gemiddelde temperatuur ligt daar rond de 30 graden. Het wordt daar steeds heter, soms wel 46 graden.Dan jagen er flinke zandstormen over de woestijn. Alles en iedereen raakt uitgeput en het water voorzieningen zijn dan minimaal. De regen komt niet altijd op tijd maar de bevolking kan niets anders doen dan afwachten. Het water hoeveelheid die dan komt is te veel en de storm die ontstaat verwoest heel veel huizen en gebouwen.
De extreemste klimaatsverschijnselen zijn dus de zandstormen in de woestijn. De regenbuien die in het hele land voor komen en de enorme kauw in de Himalaya.

De bevolking:

In India heb je nog steeds het kasten sicteem. Dat betekend dat arme mensen arm blijven omdat ze niet hoger op kunnen komen. Het kasten sicteem hangt samen met het hindoeïsme. Het is ontstaan tijdens de emigratie van de blanken bevolking. De mensen met de donkere huidskleur waren uit de laagsel kaste.
De meerderheid van de indiaanse bevolking stamt af van de Dravdiërs, dat zijn de vroegere inwoners van het land. Deze Dravdiërs leven nu voornamelijk in het zuiden van Dekan. Die mensen zijn vrij donker van huidskleur. De mensen die in noord India wonen zijn de mensen die afstammen van de vele bevolkingen die zich later in India vestigde. Vanuit centraal Azië, Arabië en Griekenland. De mensen met een Mongolische afkomst leven voornamelijk in het noordoosten van India.

In de berggemeenschappen leven nog miljoenen Tiebetaanen in banningsschap, die gevlucht zijn naar India voor het Chinese bewind in hun land.
Elke staat en etnische groepering onderscheiden zich door hun kleding. De mensen in het noorden dragen wollen boven kleding en katoenen broeken. Aan de stijl van de sari van de vrouw kun je zien waar een vrouw vandaan komt. Een sari is een peervormig snaarinstrument met een lange steel.
Hindoe-vrouwen dragen een bindi. Dat is een gekleurde stip op het voorhoofd. Vroeger was dit een teken dat een vrouw getrouwd is maar tegewoordig dragen ook ongetrouwde vrouwen een bindi.
De bevolking leeft daar in grote groepen bij elkaar. Het land heeft ook heel veel inwoners.
Er zijn in India vijf godsdiensten: het Hindoeïsme, de Islam, het christendom, het Boeddhisme en het Jodendom.
Ongeveer tachtig procent van de Indiaanse bevolking beoefent het hindoeïsme. Dat is dan ook een van de oudste godsdiensten van de wereld. Het Hindoes aanbidden veel goden en godinnen. Ze bestuderen godsdienstige teksten met legende die uitleg geven over de normen en waarden waaraan zij zich moeten houden.
In de tiende eeuw brachten Arabische handelaren de islam naar India. Tegenwoordig is ongeveer een tiende van de Indiase bevolking moslim. Zij vormen dan ook de grootste godsdienstige minderheid in India. Moslims bidden vijf keer per dag en vasten tijdens de ramadan. Dat is de negende maand van de moslim kalender.
Andere godsdiensten groeperingen in India zijn het christendom, de Sikhi en de Parsen, die afstammen van de groepering die Iran ontvluchten tussen de achtste en de tiende eeuw.
Dan zijn er ook nog jaïnisme. Dat is een godsdienst die ongeveer gelijk met het boeddhisme ontstond en meer dan drie miljoen aanhangers heeft in India. Hier volgt even een kort overzicht van alle talen van India:
- Taal Hindi 40 procent
- Bengali 8 procent

- Telugu 8 procen
- t Marathi 7 procent
- Tamil 6 procent
- Urdu 5 procent
- Gujarati 5 procent
- Kannada 4 procent
- Malayalam 4 procent
- Oriya 3 procent
- Punjabi 3 procent
- Assamese 2 procent
- Overige 5 procent Godsdienst Hindoe 82.0 procent
- Islam 12.0 procent
- Christendom 2.3 procent
- Sikh 2.0 procent
- Boeddhisme 0.7 procent
- Jain 0.4 procent Overige

Welvaart:

In 1947 werd India onafhankelijk van de Britten, en Jawaharlal Nehru werd minister president. De moslims willen echter een aparte staat en zo ontstond toen de nieuwe staat Pakistan. Er begon een enorme trek van moslims die naar Pakistan trokken. Daar werd toen enorm veel bloed vergoten. In 1950 werd India een democratische republiek. Het India van nu is een arm land. Al wonen er ook veel rijken. Er zijn heel veel mooie gebouwen en rijden er heel veel mooie auto’s enzovoots. Toch zijn er ook veel slobbenwijken. Ook een groot probleem in India is de kinderarbeid. In dat soort landen komt dat heel erg veel voor. Toch word er daar heel hard aan gewerkt en is er heel veel hulp van buitenaf. Nederland doet ook heel veel voor India en voor het “kinderarbeid probleem”.

Welzijn:

De rijkdom in India is niet erg goed verdeeld maar dat komt door van alles. Onderdanderen ook de kinderarbeid in India. Die mensen worden ook mee geteld in een dergelijke telling. Dus komt het gemiddelde ook laag uit.

Het onderwijs daar is wel heel goed geregeld. Daar is het namelijk zo dat heel veel mensen onderwijs niet kunnen betalen. Daar hebben ze het zo geregeld dat het in de armste staten gratis is voor de mensen die dat niet kunnen betalen.
Elke staat in India heeft zijn eigen systeem van lesgeven en examens afnemen. Voor alle kinderen is de basisschool gratis. In sommige staten is dat bij de middelbare school ook het geval. Dan is het ook gratis. Maar de kosten voor het schrijfgerij, de boeken en het schooluniform moeten de ouders wel zelf betalen. Ook al kunnen ze dat niet allemaal.
De grondwet in India schrijft leerplicht voor, voor alle kinderen tussen de vier en de veertien jaar voor. Al worden die wetten niet in alle provincies uitgevoerd. Het basisonderwijs en beginnende middelbare onderwijs duren tien jaar. Dan volgt er nog twee jaar middelbaar onderwijs. Na dat twee jaar middelbare onderwijs volgt er nog drie jaar beginnend universitair onderwijs tot aan de eerste graad, en dan volgt het hoger wetenschappelijke onderwijs dat word afgesloten met een academische graad.
Maar alleen de mensen met geld of met uitzonderlijke talenten kunnen worden toegelaten tot universitair onderwijs. De Indiase universiteiten zijn van zeer hoge kwaliteit. Mensen die daar hun geneeskunde behalen hebben groot aanzien overal ter wereld.
Omdat er zo veel verschillende godsdiensten zijn is er ook een beperkte vrijheid om daar voor uit te komen.
In India worden meer films gemaakt dan in welk land ook, meer dan achthonderd films per jaar. De meeste films wort wel alleen door het volk van dat land. Het zijn vaak erg onwerkelijke verhalen waarin traditionele waarden in ere word gehouden, en met vaak een moraal in het verhaal. Ook spelen de goden vaak een belangrijke rol. Maar er worden ook films gemaakt die het internationaal doorbreken. Hieraan kan je zien dat men nog heel veel in de traditie leeft. Dus word het niet veel gerespecteerd als je het daar niet mee eens bent. Dus is er geen spraken van een open vrijheid van mening uiting.
Het vertellen van verhalen is ook heel erg populair. Daar blijven die legendes en mythes bestaan. Dus zijn er geen nieuwe vorderingen.
De mensen die in India leven hebben het niet altijd even goed maar er zijn niet veel mensen die India uit vluchten. Meer mensen die naar India toe komen. Maar India is heel druk bevolkt. Dus kunnen er niet veel mensen meer bij.
Het grote probleem van India is de kinderarbeid en dus zijn er niet veel banen meer over voor de volwassenen. Dus zijn er ook heel veel mensen werkloos. Dat brengt ook altijd verveling met zich mee.

Buitenlandse relaties:

India is een op zich zelf staand land. Niet samen gekoppeld aan een ander.

India is lid van de Verenigde Naties, commissies en gespecialiseerde organisaties van de VN, het Colomboplan, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Gemenebest, de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de South Asian Association for Regional Cooperation (SAARC) en van het African Development Fund. Dit is heel belangrijk voor India, omdat ze daarmee ook haar sociale contacten behoud.
De Indiase vakbonden opereren niet als zelfstandige pressiegroepen: de vakbondsleiding is meestal helemaal in handen van partijpolitici. Grootste vakbond is de Indian National Trade Union Congress (INTUC, beheerst door de Congrespartij; ca. 5,4 miljoen leden in 1990), gevolgd door de All-India Trade Union Congress (AITUC, beheerst door de Communist Party of India [CPI]; 3,3 miljoen leden), de Bharatija Mazdoor Sangh (BMS, beheerst door de hindoeïstische Jan Sangh; 4,5 miljoen leden), de Hind Mazdoor Sabha (HMS, beheerst door de Janata; 4,8 miljoen leden) en de Centre of Indian Trade Unions (CITU, beheerst door de marxistische CPI-M; 2,5 miljoen leden). De Indiase arbeidswetten verbieden stakingen in ‘essentiële sectoren’ en stellen arbitrage verplichten. Het land is bestuurlijk ingedeeld in 25 deelstaten en 6 unieterritoria.
India importeert machines, ijzer, staal, aardolie(producten), katoen, chemicaliën, kunstmest en (vanwege wisselvallige oogsten en een sterk groeiende bevolking) voedselgranen en rijst. Belangrijkste leveranciers zijn de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland, Iran, Saoedi-Arabië en Japan. De belangrijkste exportartikelen zijn edelstenen, sieraden, textiel, katoen, jute, thee, ijzererts, huiden en vellen voor de leerindustrie, verse vruchten, noten en suiker. Een heel nieuw onderdeel is: spoorwegwagons, koelkasten, elektrische kabels en leidingen, dieselmotoren en auto's, maar de export daarvan nam aan het begin van de jaren tachtig af als gevolg van de recessie in de ontwikkelde landen. De belangrijkste afnemers zijn de Verenigde Staten, Japan, Groot-Brittannië, Hong Kong, de Verenigde Arabische Emiraten en de Benelux. De Indiase handelaren en ondernemers spelen in Azië een belangrijke rol (Midden-Oosten, Zuidoost-Azië); daarnaast werken vele Indiërs als gastarbeiders in de landen rond de Perzische Golf en hun verdiensten vormen een zeer belangrijke inkomstenbron voor het land.
Multilaterale hulp ontvangt India vooral in de vorm van leningen via de Wereldbank. Bilaterale hulp wordt hoofdzakelijk gegeven door de landen van de EU (m.n. Duitsland en Groot-Brittannië), de Verenigde Staten en Japan.
India is voornamelijk een “boeren” land. Ongeveer 75% van de bevolking woont op het platteland. De agrarische sector biedt aan ruim 65% van de beroepsbevolking werkgelegenheid en draagt voor ca. 30% bij aan het nationaal inkomen. De landbouwgrond wordt voor meer dan 80% gebruikt voor de verbouw van voedselgranen (rijst, tarwe).

Toerisme:

De toeristen die naar India toe gaan doen dat met allemaal verschillende redennen. Sommige mensen trekken er in een paar dagen door heen. Maar er gaan ook mensen naar toe die er maanden over doen en dan nog niet alles gezien hebben. Het is een land waar alles heel goedkoop is. En de bewoners zijn heel erg vriendelijk. Daardoor gaan mensen ook graag terug. Het is ook vrij toegankelijk. En zijn ook heel veel monimenten en oude steden die men kan bezoeken. Ook gaan mensen daar naar toe voor de dingen die Mahadma Gandi achter heeft gelaten. Ook zijn er veel mooie natuur gebieden en mooie bergen. Daardoor word het heel aantrekkelijk.

Beeldvorming en imago:

India staad bekent om zijn vriendelijkheid. Daardoor doen veel mensen hendel met dit land. Maar dat komt natuurlijk ook omdat daar de arbeiders heel goedkoop zijn. Daarom is het voor rijke landen heel erg aantrekkelijk om daat hun fabrieken neer te zetten. Dat is wel ten nadelen voor de bevolking. Omdat ze dan gewoon gebruikt wordt. Maar ze krijgen daardoor wel weer banen.
De bevolking is heel trots op hun land. De meeste zijn boeren en werken dus op het land en daar zijn ze heel trots op. Waar ze het wel moeilijk mee hebben, is het fijt dat de regels in hun land slecht na geleeft worden. Daardoor is er in dat land ook zo’n probleem met die kinder arbeid. De regels worden niet goed na gekomen en omdat nem zo arm is en toch geld moet hebben laten ze hun kinderen maar werken.

Mijn probleem stelling: Kinderarbeid:
1): De geschiedenis:

Kinder arbijd heeft een hele lange geschiedenis. Het komt uit het verre verleden. Door het kastensicteem. De oude traditie van slavenarbeid door gezinnen die kasteloos of van lage kaste zijn, is een van die oorzaken. Zoals we hebben gezien, is (kinder)slavernij nog volop aanwezig in India. Nog steeds worden vooral de kastelozen of 'paria's' en hun kinderen daarvan het slachtoffer. Veel mensen zien hen nog steeds als minderwaardig en 'onrein'.

Honderde jaren geleden werkte bijna alle kinderen. Men vond dat heel erg normaal. De kinderen moesten zo snel mogelijk als volwassenen worden behandelt.
Kinderen van boeren werkte op het land van hun ouders en dat van andere. Meisjes werden toen al vlug aan genonen als schoonmaakster en moesten ze het huishouden doen. Daar was toen heel veel te doen omdat ze nog helemaal geen electrische aparaten. Veel jongens gingen bij hun vader werken of ze gingen bij iemand anders is de leer. Dat was meestal in een werkplaats in hun eige buurt. Het werk wat de kinderen moesten doen was zwaar, ongezond en onvijlig. Alleen de rijke kinderen konden naar school. En leerde lezen en schrijven.
Tweehondert jaar geleden ging men pas langzaan in zien wat het nut is van kunnen lezen en schrijven. En dat kindeen ook iets anders moeten kunnen inplaats van alleen maar werken. Er kwam voor het eenst een een paar schoolwetten. Daar stond in dat zo veel mogelijk kinderen naar school moesten voor hun algemene ontwikkeling. Leren lezen en schrijven is veel belangrijker dan veel werken voor een karig loon. Maar door de armoede konden heel veel kinderen niet naar school. Maar omdat er zo veel mensen op tegen waren moesten de lijders van India de wetten wel aan gaan nemen tégen die kinderarbeid. Er kwamen toen wel mensen die moesten gaan kijken of iedereen die wetten wel na leefden. Maar die werden heel vaak genegeerd. Toen in de 19e eeuw de stoommachine wert uit gevonden kregen heel veel mensen het zelfde werk. Daar door ontstond toen de ‘industriële revolutie”. Er zijn toen heel veel fabrieken gebouwd. Daar hadden heel veel werk maar het liep dagen nacht door. Veel mensen waren daar tegen omdat kinderen nu meer aan genomen werden inplaats van volwassenen. Maar kinderen komden daar helemaal niet tegen. Dat zwaren werk en dat dan dag en nacht door. Ook een gevolg van de kinderarbeid is dat heel veel volwassenen werkeloos werden. De kinderen namen hun werk over. Dat was voor allebei in het nadeel.
De kinderen konden ook niet ergens anders in de leer want voor de meeste beroepen was vaak basisonderwijs vereist. Als je als boer niet kunt lezen en schrijven, is het moeilijk een lening af te sluiten en de gebruiksaanwijzing van kunstmest te lezen. Als je als landarbeider of dienstmeid niet kunt lezen of rekenen, wordt je makkelijker bedrogen.
Op de vraag wat de belangrijkste oorzaak is van kinderarbeid volgt vaak het antwoord: armoede. Kailash Satyarthi, voorzitter van de Zuid-Aziatische Coalitie Tegen Kinderarbeid, draait de zaak om:'Kinderarbeid is niet het gevolg, maar een oorzaak van armoede. In India werken vijfenvijftig miljoen kinderen in dienst van bazen en zijn zestig miljoen volwassenen werkloos. Het is een draaiende cirkel. Als kinderen moeten werken en geen onderwijs volgen of een vak leren, zullen ze hun hele leven arm blijven. Hun gezondheid gaat er op achteruit. Misschien dat één op de honderd kinderen een vak leert, maar de rest blijft ongeschoold arbeider. Ze hebben geen enkele kans op ontwikkeling of groei en zullen de rest van hun leven het slachtoffer blijven van uitbuiting en misbruik. Waar kinderen worden ingezet, gaan ook de lonen voor volwassenen omlaag. Met als gevolg dat het gezinsinkomen eerder daalt dan stijgt, waardoor de kinderen helemaal niet meer gemist kunnen worden. Armoede heeft daar in zoverre mee te maken dat arme mensen het meest kwetsbaar zijn voor uitbuiting.
Als er geen wetten of organisaties zijn die bescherming bieden, dan moeten volwassenen elk (laag) loon accepteren dat hen wordt geboden. Of accepteren dat zij helemaal geen werk krijgen maar dat hun 'goedkopere' kinderen worden ingehuurd. Ook zullen mensen eerder hun kind uit werken sturen als hun inkomen laag en onzeker is, vooral als het onderwijs slecht is. Of ze houden de kinderen thuis om voor het huishouden, de kleine broertjes en zusjes of het vee te zorgen zodat ze zelf kunnen werken of werk kunnen zoeken.
Toch blijkt dat armoede op zich geen reden hoeft te zijn voor kinderarbeid. In een van de armere deelstaten (provincies) van India - Kerala - gaan wel bijna alle kinderen naar school. In Kerala is de verdeling van de inkomens minder ongelijk dan in de rest van India. De arbeiders zijn er beter georganiseerd en verdienen daardoor een beter loon. De wetten die hun belangen (en die van kinderen) beschermen, bijvoorbeeld de Kinderarbeidwet, wordt er beter uitgevoerd. De deelstaatregering steekt veel meer geld in het basisonderwijs. Het gevolg is dat in Kerala de meeste kinderen naar school gaan en bijna iedereen kan lezen en schrijven. Dat vind ik echt heel goed. Daar hebben ze er echt over na gedagt.
2): De wetten en de uitwerkingen hier van:
In de grondwet die India na zijn onafhankelijkheid in 1947 aannam, staat dat 'geen kind jonger dan veertien jaar in een fabriek of mijn mag werken, noch enige gevaarlijke arbeid mag verrichten'. India heeft sindsdien diverse wetten aangenomen om kinderarbeid te beperken in winkels, fabrieken en mijnen, op plantages en bij de productie van sigaretten en sigaren. In 1986 werden deze wetten vervangen door de Kinderarbeidwet. De wet verbiedt kinderen onder de veertien jaar om in zeventien soorten bedrijven en beroepen te werken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het rollen van sigaretten, het knopen van tapijten, het weven en verven van kleding, het werken in leerlooierijen, de bouw en de glas-, lucifer- en vuurwerkindustrie. In de meeste overige beroepen is kinderarbeid toegestaan voor maximaal zes uur per dag, inclusief een half uur rust en een vrije dag per week. Nachtwerk voor kinderen is verboden.
Er zijn veel gevaarlijke beroepen die niet voor kinderen zijn verboden zoals het slijpen van edelstenen, het schoonmaken van riolen en het rapen van vuil. Trouwens ook het werk van de vele jonge dienstmeisjes is gevaarlijk, omdat ze totaal afhankelijk zijn van de families waar ze werken en nogal eens lichamelijk of geestelijk worden misbruikt. Het verbod op kinderarbeid in sommige gevaarlijke beroepen en de regels voor werk dat wel is toegestaan, gelden niet voor kinderen die thuis meewerken. Dat heeft tot gevolg dat veel werk door een fabriek of door handelaren wordt 'uitbesteed' aan gezinnen. Op deze manier knopen bijvoorbeeld honderdduizenden kinderen de hele dag thuis tapijten, draaien sigaretten of maken wierookstokjes. Volgens de wet mag dat en is de handelaar die de producten opkoopt, vaak voor een schijntje, niet strafbaar. De Kinderarbeidwet is evenmin van toepassing op kinderen die meewerken in de landbouw of die het vee hoeden. Datzelfde geldt voor kinderen die thuis de hele dag huishoudelijk werk verrichten.

Al met al zijn de wetten tegen kinderarbeid maar op ongeveer 8% van alle werkende kinderen van toepassing. Voor de rest van de werkende kinderen zijn er eigenlijk geen wetten die hen beschermen.
De Kinderarbeidwet is niet alleen ongeschikt om het probleem echt aan te pakken, ook de uitvoering is slecht. Er zijn veel te weinig controleurs en ze worden heel vaak omgekocht. Als een zaak wel voor de rechtbank komt, dan blijft deze vaak jaren 'in beraad'. De straffen zijn zo laag dat de overtreders van de Kinderarbeidwet rustig met hun praktijken doorgaan. Veel werkgevers hebben goede contacten met lokale politici. Te actieve controleurs worden vaak onder druk gezet 'om het wat rustiger aan te doen'. De belangrijkste reden voor het voortduren van de omvangrijke kinderarbeid in India is het ontbreken van goed en verplicht basisonderwijs. Volgens de grondwet had de overheid al in 1960 moeten zorgen voor gratis en verplicht basisonderwijs voor elk kind tot vijftien jaar. De werkelijkheid is dat momenteel circa de helft van de kinderen tussen de zes en veertien jaar niet naar school gaat. Van de meisjes gaat zelfs 70% niet naar school. De meeste kinderen beginnen wel met school, maar de meerderheid houdt er al snel mee op. Minder dan een kwart maakt uiteindelijk de basisschool af. Een Indiaas kind brengt gemiddeld maar 2,4 jaar op school door. Voor de kastelozen ligt dat nog veel lager. In 1991 waren er in India dan ook 482 miljoen analfabeten. Dat is echt enorm veel en ik vind dat ze daar echt iets aan moeten doen. Anders kan dit probleem nooit opgelost worden.
Het is niet verbazingwekkend dat veel kinderen niet naar school gaan. Er zijn onvoldoende scholen, leermiddelen en onderwijzers. De kwaliteit van veel scholen, vooral op het platteland, is slecht. Van de 570.000 lagere scholen in India heeft 35% maar één onderwijzer. Onderwijzers komen regelmatig niet opdagen. Veertig procent van de scholen heeft geen schoolbord, 60% procent geen drinkwater, 70% geen bibliotheekje, 90% geen gebouw en elke onderwijzer heeft gemiddeld 63 leerlingen. De manier van les geven bestaat vaak uit klassikaal uit het hoofd leren en sluit weinig aan bij de ervaringen van kinderen. Vooral de kasteloze kinderen klagen regelmatig over discriminatie door onderwijzers van hogere kasten. Het onderwijs is gratis, maar de schoolboeken en meestal verplichte schooluniformen zijn dat niet. De regering besteedt veel te weinig geld aan het onderwijs en vindt al jaren dat de uitgaven eigenlijk moeten verdubbelen. Toch gebeurt dat niet. Ook gaat maar een derde van het onderwijsbudget naar het basisonderwijs. De rest gaat naar het voortgezet en hoger onderwijs, waarvan vooral de rijkeren en hogere kasten profiteren.
De reden dat India zo weinig aandacht en geld besteedt aan het onderwijs is niet omdat de mensen in India geen belangstelling voor onderwijs hebben. Eigenlijk is het, gezien de tekortkomingen van het basisonderwijs, verbazingwekkend dat nog zoveel kinderen naar school gaan. Ouders die het zich maar even kunnen permitteren, hebben er zelfs veel geld voor over om hun kind op de beste school te krijgen.
Volgens diverse onderzoekers en organisaties krijgen veel kinderen geen basisonderwijs, omdat de rijken en hoge de kasten niet erg geïnteresseerd zijn in onderwijs voor de armen en de lage kasten. Dat is echt schandalig, het zijn toch ook gewoon mensen. En het zijn zelfs mensen die het onderwijs nog harder nodig hebben als de rijken. De rijken kunnen ook veel doen met hun geld en omdat arme mensen dat al niet hebben, vind ik dat ze juist veel meer recht op onderwijs hebben. De hogere kasten vinden namelijk dat de kinderen van de armen zijn geboren om het zware en ongeschoolde werk te doen. Als ze onderwijs krijgen, worden ze opstandig en willen ze het vuile werk niet meer doen. Vaak zijn de armen zelf ook gaan geloven dat dit hun lot is.
Een land als India dan niet te arm om goed onderwijs voor elk kind te betalen want in de arme deelstaat Kerala en in andere arme landen zoals Sri Lanka is gebleken dat basisonderwijs voor elk kind best is op te brengen. Er is in India lang niet meer dan genoeg tegen kinderarbeid gedaan. Vooral de afgelopen vijf jaar hebben particuliere organisaties flink actie gevoerd tegen kinderarbeid en is de Indiase regering op dit terrein actiever geworden. Alle belangrijke organisaties tegen kinderarbeid pleiten voor goed, gratis en verplicht basisonderwijs.
Veel mensen hebben in de loop der jaren ongeveer 27.000 kinderen op verzoek van hun ouders uit onder meer de tapijt- en glasindustrie bevrijd. Zij bieden dan zoveel mogelijk van deze kinderen opvang en onderwijs in haar bij New Delhi. In de vuurwerk industrie werken duizenden kinderen onder zeer gevaarlijke omstandigheden. SACCS (dat is een bont die op komt voor kinderen die veel te vroeg al moesten werken)roept de consumenten en regeringen in het westen op om alleen producten, bijvoorbeeld tapijten, te importeren of te kopen die niet door kinderen zijn gemaakt. Dat viel erg slecht bij de Indiase regering, maar het heeft er wel mede toe geleid dat de vorige Indiase regering steeds meer vanuit het buitenland werd bekritiseerd om haar lakse houding tegenover kinderarbeid. In de VS is zelfs een wetsvoorstel ingediend om de import van door kinderen gemaakte producten te verbieden. Het Europees Parlement wil ook iets dergelijks. De angst om exportmarkten te verliezen heeft volgens de Indiase pers de regering sterk aangespoord kinderarbeid eindelijk serieus te nemen. Ik vind het echt heel goed dat mensen uit Europa en uit de VS zich met de situatie in India bemoeien. Wij zijn namelijk de mensen waar ze al die edelstenen, sigatetten en wierook maken. Ook vind ik het heel goed dat wij daarom serieus worden genomen. Maar echt veel is er daar niet mee op geschoten. Wel weten nu veel landen van het probleem. Maar een grootse verandering is er niet uit voort gekomen. Er zijn niet super veel kinderen meer door naar school gegeen. Wel wat natuurlijk maar niet genoeg om het hele probleem op te lossen. Ik vervacht dat we nog de komende tien jaar met dit probleem te maken hebben. Omdat het niet iets is wat je zo maar op kan lossen. Maar wij, uit het rijke westen zouden er wel meer bij moeten helpen. Dan zou het veel sneller gaan. Maar het is nooit goed te praten.

Conclusie:
India is een land dat nog veel hulp nodig heeft en wij moeten daar veel bij helpen. Ook omdat wij rijk zijn en veel inspraak hebben.
Het probleem kinderarbeid moet streng aan gepakt. Wat ook goed zou zijn is als het kasten sicteem wat minder extreem na gestreeft zou worden. Je kan het natuurlijk niet af schaffen. Het zijn hun gewoonten. En zou je het af schaffen zou de hele economie in storten omdat die rust op het kanten sicteem.

Mijn mening:

Ik vond het heel leuk om allemaal informatie te zoeken over een bepaald land. India is een heel interessant land. Er is veel over te ontdekken. Wel kon je niet over elk onderwerp of vraagstelling iest vinden. Dat was soms wel even moeilijk. Toch heb ik heer veel van geleerd. Ook ben ik achter dingen gekomen die ik anders (zonder dit werkstuk) helemaal niet geweten zou hebben. Zoals: ik wist eigenlijk helemaal niet dat er nu nog, ook in deze tijd, nog zo veel kinderalreid aan de gang is. Daarom heb ikhier over ook mijn probleem stelling van gemaakt. Het was best interessant. Wel was het soms wat veel omdat je ook nog gewoon ander huiswerk moet maken. Toch was ik op tijd begonnen. Omdat is geen geschiedenis doe had ik er wel meer tijd voor. Er gaat wel heel veel werk in zitten. Ook in het zoeken naar informatie. Ik heb er heel veel tijd en werk in gestoken. Het gaf ook een hele verdoening toen het eindelijk af was.


Bron vermelding:

Ik heb de meeste informatie uit boeken:
- Het boek: India van: Met het oog op. Dit is een heel duidelijkboek met veel fijten en weetjes.
- Het boek: India van: KIT Publishers dat is de engelse uitgaven. De Nederlandse editie is uit gegeven door: N(o)vib. Die hebben het vertaald in het nederlands. Dit is een heel degelijk en bruikbaar boek voor mij geweest.
Ook heb ik nog informatie van internet. Maar daar heb ik niet de site namen van opgeschreven. Ik ben toen naar google gegaan en heb daar heb ik gewoon India in getypt. Dan krijg je heel veel site’s. daar heb ik toen wel wat gebruik van gemaakt.
Voor mijn probleemstelling heb ik het boek: Dossier Kinderarbeid gebruikt. Dat is uitgegeven door: Kwintessens Uitgevers. Het is een goed boek. Je krijgt een goed beeld over hoe het er daar aan toe gaat. Maar de fijtelijke informatie is niet zo goed. Daarvoor heb is wel weer even op internet gekeken. Toen ben in op heel veel site’s gekomen. Waar ik de namen ok niet meer van weet.
Aan de boeken heb ik het meest gehad. Daar staat alles heel duidelijk in uit gelecht. Ook omdat ik thuis geen internet heb kon ik niet veel opzoeken. Het nadeel daar van was wel dat ik alles moest typen. Dat nam heel veel tijd in beslag. Het was voor mij veel werk ook omdat ik dyslectiesch ben. Daardoor had ik daar wel veel moeite mee. Maar het is naar mijn idee een heel mooi werkstuk geworden.

REACTIES

K.

K.

Het is misschien verstandig om dit document nog even na te kijken op spel- en grammaticale fouten

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.