Het Marshallplan in Nederland

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 4570 woorden
  • 15 mei 2005
  • 118 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
118 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Dit profielwerkstuk gaat over het Marshall-plan in Nederland. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik op zoek was naar een onderwerp over de Tweede Wereldoorlog. Er waren heel veel onderwerpen over de oorlog zelf, zoals bijvoorbeeld de jodenvervolging en het verzet, maar dat vond ik veel te cliché. Ook pasten deze onderwerpen niet bij mijn gekozen profielvakken. Ik wilde namelijk de vakken economie en geschiedenis combineren. Uiteindelijk heb ik gekozen voor het Marshall-plan. Dit leek mij een ontzettend leuk onderwerp omdat ik er nog niet heel veel vanaf wist. We hadden het wel in de derde klas behandeld, maar nooit zo uitgebreid, daarom leek het mij wel interessant. Het paste ook prima bij de vakken die ik wilde combineren. De vakken die ik dus wilde combineren waren economie en geschiedenis. Ik vind dat het Marshall-plan hier perfect bij past. Het Marshall-plan was een hulpplan van Amerika in de geschiedenis, maar het ging vooral om de economie van Nederland en de andere West-Europese landen. Ook speelde de wereldeconomie een grote rol bij het verlenen van de Marshall-hulp. Met dit profielwerkstuk wilde ik veel meer te weten komen over het Marshall-plan. Ik wilde bijvoorbeeld weten hoe het plan in z’n werk ging en waarom dit plan in werking werd gesteld. Voordat ik aan dit profielwerkstuk begon wist ik al dat het Marshall-plan een groot succes was geworden, maar eigenlijk niet precies waarom. Dit heb ik daarom ook onderzocht in dit profielwerkstuk. Voor dit profielwerkstuk heb ik een aantal boeken moeten lezen over het Marshall-plan. Ook heb ik een aantal artikelen op internet opgezocht om meer te weten te komen over dit onderwerp. Voor dat ik aan het profielwerkstuk begon heb ik veel informatie, tabellen, plaatjes en spotprenten doorgenomen om een duidelijker beeld te krijgen van dit hele plan. Na veel lezen ben ik veel meer te weten gekomen over het Marshall-plan. De hoofdvraag die ik bij dit onderwerp heb verzonnen is: - Wat was de betekenis van de Marshallhulp voor de economie van Nederland? De deelvragen zijn: - Waarom moest het Marshall-plan in werking worden gesteld? - Waarom werd er Marshall-hulp door Amerika aan de getroffen landen gegeven? Wat was het Marshall-plan? Na de feestvreugde van de bevrijding had de Nederlandse bevolking weinig om zich over te verheugen. Het land kwam slecht uit de oorlog en stond voor de zware taak om de economie weer op te bouwen. De Duitse bezetters hadden het land zwaar beschadigd en grotendeels leeggeroofd. Treinen en bussen reden niet meer. Installaties en machines van bedrijven waren grotendeels geroofd. Brandstof, voedsel en kleding waren schaars. Praktisch alles was op de bon. Bovendien waren er te weinig woningen. De regering nam maatregelen om de oorlogsschade te herstellen. De Amerikaanse minister George C. Marshall (afb. 1) ontwierp een economisch hulpplan voor Europa. Dit plan werd naar hem vernoemd. Het Marshall-plan. Bij de wederopbouw kregen de Europese landen economische hulp van de Verenigde Staten. De Amerikaanse overheid steunde de nieuwe industrieën in Europa. Nederland ontving verspreid over een aantal jaren ruim één miljoen dollar om het land en vooral de economie weer op te bouwen. De Europese landen die Marshallhulp kregen hadden het voordeel dat ze in een veel sneller tempo konden opbouwen. De welvaart van nu is voor ons de gewoonste zaak van de wereld. Voor de welvaart van vandaag is gisteren en eergisteren hard gewerkt. Na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog heeft het Marshall-plan een grote rol gespeeld in de wederopbouw van West-Europa. Volgens de toenmalige premier Drees was het in de geschiedenis nauwelijks eerder voorgekomen dat ‘een volstrekt nieuw experiment in internationale betrekkingen een zo aantoonbaar succes is geworden…’ Nederland na de oorlog
Deelvraag I Waarom moest het Marshall-plan in werking worden gesteld? Nadat de Tweede Wereldoorlog was beëindigd, was het een puinhoop in Europa. Nederland was van de West-Europese geallieerde landen het zwaarst getroffen door de oorlog. In de oorlog waren 230.000 mensen omgekomen. Ook was er een enorme materiele schade aangericht. De industrie die niet was vernietigd, was door de nazi’s geplunderd. Wat niet weggevoerd of vernietigd was, was verouderd en versleten. De industriële productie bedroeg in 1945 nog maar dertig procent van het vooroorlogse niveau. Ook de energievoorziening was enorm gedaald. Voor het weinige dat geproduceerd werd, was nauwelijks vervoer. Van het vooroorlogse aantal vrachtwagens was nog minder dan de helft over, waarvan de meeste versleten waren. De wegen waren grotendeels verwoest. De Duitsers hadden veel bruggen opgeblazen. Van het spoorwegennet was door roof en vernietiging nog geen twintig procent van de vooroorlogse lengte over. Alle goederenwagons, alle elektrische locomotieven en bijna alle stoomlocomotieven waren naar Duitsland meegenomen. De binnenscheepvaart was ook zwaar getroffen: de hele Rijnvloot was verloren gegaan. De helft van de scheepvaart was in de grond geboord. Aan de havens was grote schade toegebracht. In Rotterdam was veertig procent van de kadelengte vernield en de helft van de havenuitrusting weggevoerd of vernietigd. De landbouw produceerde na de bevrijding nog niet de helft van de vooroorlogse hoeveelheid. Tien procent van de landbouwgrond stond onder water. De hele landbouwuitrusting was naar Duitsland vervoerd of helemaal versleten en verouderd. De veestapel was ingekrompen: van het pluimvee was slechts een tiende over, van de varkens iets meer dan een kwart en van de runderen iets minder dan driekwart. Het gevolg hiervan was dat alle producten nog op de bon waren, zelfs nu het geen oorlog meer was. De bevolking was ondervoed en voor een deel dakloos. Tien procent van de huizen was verwoest en 27 procent was beschadigd. Ook het geldvolume was tijdens de oorlog verviervoudigd, terwijl de hoeveelheid beschikbare goederen en diensten tijdens de oorlog juist sterk was verminderd. Het prijsniveau was tijdens de oorlog al verdubbeld. De totale oorlogsschade was ongeveer 25 miljard gulden volgens het prijspeil van 1945. Na de bevrijding werd het herstel voortvarend aangepakt. Verwoeste fabrieken werden weer opgebouwd, bruggen en wegen gerepareerd en de landbouw grond die onder water stond weer drooggelegd. Omdat bijna alles door de oorlog was verwoest, moest ook alles voor de wederopbouw worden ingevoerd. Al snel bleek dat er een tekort was aan dollars. Voor de wederopbouw waren veel investeringen nodig. Doordat de Verenigde Staten niet zoveel schade tijdens de oorlog had opgelopen, waren de Amerikanen de enige die aan de enorme Europese vraag naar grondstoffen, halffabrikaten en machines konden voldoen. Ook levensmiddelen moesten voor een belangrijk deel uit de Verenigde Staten worden geïmporteerd. Maar in de loop van 1946 raakten verschillende Europese landen door hun dollarreserves heen. Hierdoor konden onvoldoende investeringen gedaan worden, zodat tegen het einde van 1946 geen vooruitgang meer werd gemaakt met het economisch herstel. De economische productie nam begin 1947 af. De winter van 1946-1947 was een van de strengste winters sinds jaren in Europa. Het ijskoude weer betekende ook een extra rem op de investeringen, want de regeringen vonden dat ze genoodzaakt waren om hun deviezen aan brandstof uit te geven. Ook de voedselproductie leed onder de weersomstandigheden. Er was in Europa een gebrek aan voedsel, dat door de naoorlogse bevolkingsgroei nog erger werd. Na de oorlog groeide de bevolking van ruim negen miljoen in 1945 tot tien miljoen in 1945. De Nederlandse bevolking nam vier keer zo snel toe als de Belgische bevolking. Op verschillende plaatsen in Europa werd zelfs honger geleden. Er moest een ontwikkeling komen in de handel tussen alle Europese landen. Dit was alleen een groot probleem, omdat er geen oplossing werd gevonden om het deviezentekort te financieren. Hoe is het Marshall-plan ontstaan? In de middag van 5 juni 1947 sprak de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, George C. Marshall, een grote menigte toe in Harvard Yard. Hij kwam met een belangrijke boodschap voor de toekomst. ‘I need to tell you that the world situation is very serious’, begon Marshall zijn toespraak. De laatste maanden was duidelijk geworden dat de Europese economie veel ernstiger ontregeld was dan direct na de oorlog was voorzien. Het herstel ging te langzaam en de Europese landen zaten gevangen in een vicieuze cirkel: om de bevolking niet van honger en kou te laten omkomen, moesten regeringen hun kostbare deviezen aan voedsel en brandstof uitgeven, waardoor zij niet in de wederopbouw van het land konden investeren. Er dreigde een economische, sociale en politieke chaos in Europa te ontstaan waar de Verenigde Staten direct mee te maken zou krijgen. Door dit vertraagde economische herstel zouden de Europese landen in korte tijd niet meer in staat zijn Amerikaanse agrarische producten als graan en katoen te kopen. Het wegvallen van de export naar Europa zou de Verenigde Staten gevoelig kunnen raken en het land kunnen meesleuren in de economische malaise. Daarom vond Marshall dat de Verenigde Staten Europa uit de vicieuze cirkel moest bevrijden
De enige mogelijke oplossing was dus financiële steun aan de landen die daar dringend behoefte aan hadden. Aangezien Amerika zelf niet zo veel had geleden onder de oorlog, en door middel van de wapenindustrie tijdens de oorlog extra had verdiend, kon Amerika het opbrengen om financiële hulp te bieden aan de landen die door de Tweede Wereldoorlog waren getroffen
Op 3 april ondertekende Truman de Economic Cooperation Act. Drie weken later kwam het eerste schip met door de Marshall-hulp gefinancierde goederen in Nederland aan. Het was de Noordam (afb. 2), een schip van de Holland-Amerika lijn, dat vierduizend ton tarwe, tweeduizend ton stukgoed, driehonderd ton sojaolie, landbouwmachines, staal en auto’s naar de Rotterdamse haven gebracht. Het Marshall-plan was voor Nederland in werking getreden. Hoe werkte het Marshall-plan? In Washington werd tijdens de crisis in Europa een plan gemaakt door George C. Marshall. Hij wilde een hulpprogramma maken dat voor verschillende problemen tegelijk een oplossing zou bieden: voor de verslechterde sociaal-economische situatie in Europa, voor de groei van het communisme en voor de dreigende ineenstorting van internationale handel. De basis van het Marshall-plan werd gevormd door de verdragen tussen de VS en de hulpontvangende landen. In deze verdragen stonden de hulpvoorwaarden vastgesteld. Het plan van Amerika was om ervoor te zorgen dat er een economisch en politiek stabiel Europa zou ontstaan. Het was heel belangrijk dat de Europese landen samen zouden werken. De samenwerking zou er niet alleen voor zorgen dat het beter ging met de economische groei en dat de dollarsteun goed besteed zou worden, het was ook een goede oplossing voor de relatie tussen de verschillende landen in West-Europa, die door de oorlog was verslechterd. Samen zouden ze er veel sneller bovenop komen, dan ieder voor zich. Voordat de Marshall-hulp aan de West-Europese landen werd gegeven, werden er eerst overeenkomsten gesloten. Er werden contracten getekend die betrekking hadden op de voorwaarden en verplichtingen van het Marshall-plan. In de contracten stond o.a. dat er toezicht werd gehouden op het gebruik van de Marshall-hulp. Het was voor de landen ook verplicht om hun productie op te voeren. Want als een land veel produceert kan het goed in zijn eigen behoeften voorzien. Het was ook heel belangrijk dat Nederland producten ging exporteren naar andere landen, om zo weer geld te verdienen. Het is iedereen wel duidelijk dat Nederland en de andere West-Europese landen niet zomaar een zak geld van de Verenigde Staten kregen. Maar hoe werkte het Marshall-plan dan wel? De Verenigde Staten stelden dollars beschikbaar aan Amerikaanse leveranciers voor de export van bepaalde grondstoffen en kapitaalgoederen. Het was verboden om ingevoerde grondstoffen zonder bewerking weer door te verkopen aan andere landen. Het was de bedoeling dat Nederland eerst de grondstoffen zou bewerken en daarna pas weer door zou voeren, zodat Nederland er zelf werk aan had en niet alleen maar profiteerde van de Marshall-hulp. Het was immers heel belangrijk om weer veel werkgelegenheid te krijgen in Nederland. Ook was het verboden om met de Amerikaanse steun wapens of andere militaire goederen te importeren. De Amerikanen zagen er streng op toe dat de hulpgoederen op geen enkele manier aan de krijgsmacht ten goede kwamen. De Nederlandse regering zag hier dus ook streng op toe, maar soms ontsnapte er wel eens iets aan de strenge controle. In mei 1949 bleek bijvoorbeeld dat voor een groot bedrag autobanden bij het leger terecht waren gekomen. De particuliere ondernemers die de goederen in Nederland importeerden, betaalden met guldens aan De Nederlandsche Bank. Met die guldens, het zogenaamde tegenwaardegeld, werden weer allerlei projecten in Nederland betaald. Zo werden woningen gebouwd, de industrie uitgebreid en de landbouw gemoderniseerd. Van het tegenwaardegeld werden ook reizen betaald naar de Verenigde Staten. Deze reizen waren een vorm van geestelijke Marshall-hulp. Tijdens deze reizen werd veel kennis opgedaan in bijvoorbeeld de landbouw of de industrie. Deze kennis zouden de mensen dan later weer in het eigen land kunnen toepassen. Het grootste deel van de Marshall-hulp bestond uit schenkingen, maar eigenlijk was het plan veel meer dan een schenking van een heleboel dollars. Het plan zorgde er ook voor dat de landen in Europa met elkaar gingen samenwerken. Een Nederlandse boer verwoordde het zo: ‘Hoed af voor Marshall, maar jas uit om te werken.’ Een veel kleiner deel, dertien procent in het geval van Nederland, bestond uit leningen. Het totale hulpbedrag dat Nederland kreeg, bedroeg ruim één miljard dollar. Deelvraag II Waarom werd er Marshall-hulp door Amerika aan de getroffen landen gegeven? De hulp van de Verenigde Staten aan Europa was zeker geen liefdadigheid. Het is logisch dat de Verenigde Staten alles doen om te helpen zodat de normale economische situaties terugkeren. Alleen op die manier kan politieke stabiliteit en vrede in de wereld terugkeren. Onze politiek is niet gericht tegen een land of tegen een andere politieke overtuiging. Wel tegen honger, armoede, wanhoop en chaos. het doel is herstel van de wereldeconomie. Zo kunnen politieke en maatschappelijke voorwaarden ontstaan voor vrijheid. Hulp moet niet éénmalig zijn en niet alleen dan worden gegeven wanneer ergens crisis is. Alle hulp die deze regering in de toekomst zal moeten geven moet worden gezien als geneesmiddel, niet als lapmiddel. De Marshall-hulp aan de West-Europese landen was in eerste instantie bedoeld om de economie van de getroffen landen weer op te bouwen. Dit had natuurlijk een aantal redenen. Door de zware verwoestingen van de oorlog was de economie van de landen enorm ingestort. Het geldvolume was tijdens de oorlog verviervoudigd, terwijl de hoeveelheid beschikbare goederen en diensten tijdens de oorlog juist sterk was verminderd. Het prijsniveau was tijdens de oorlog ook al verdubbeld. Omdat het zo’n chaos was in de West-Europese landen moest er dringend ingegrepen worden. Door de ingestorte economie was de handel tussen Europa en Amerika flink gedaald. Doordat er een vertraagd economisch herstel was na de oorlog, zouden de Europese landen in korte tijd niet meer in staat zijn om Amerikaanse agrarische producten als graan en katoen te kopen. Wanneer Europa als afzetmarkt wegviel, zouden de Verenigde Staten met een groot overschot blijven zitten en in een recessie terechtkomen.De Amerikanen wisten dus dat de economische malaise wel eens over kon slaan op Amerika zelf. Om dit te voorkomen bedacht meneer Marshall het Marshall-plan. Amerika kon dit opbrengen omdat het land tijdens de Tweede Wereldoorlog extra geld had verdiend. Deze hulp was bedoeld voor alle landen, inclusief de communistische landen. Het plan had namelijk nog een bijgedachte; het zou ook een middel zijn tegen het dreigende communisme. Als de landen werden opgebouwd en de mensen weer in hun behoeften konden voorzien zou er weinig belangstelling zijn voor het communisme. Men probeerde dus ook te voorkomen dat het communisme de wereld zou overspoelen. Maar een deel van deze opzet mislukte: de Sovjet-Unie weigerde de hulp van Amerika. De Oostbloklanden zaten onder de invloedsfeer van de Sovjet-Unie. Het werd de Oostbloklanden dus verboden om de hulp te accepteren. Die landen moesten dus zonder extra steun proberen de gevolgen van de oorlog te boven te komen. De economische tegenstelling tussen Oost- en West Europa werd hierdoor ook groter. Het IJzeren Gordijn werd een scherpe afscheiding. Gelukkig waren de andere landen maar al te blij met het gulle gebaar van Amerika; hiermee zouden ze eigenlijk uit de put kunnen kruipen en hun economie en land weer kunnen opbouwen. De Amerikanen waren ook de dood dat het communisme, wat in de Oostbloklanden heerste, over zou slaan op Europa. Dit zou ernstige gevolgen hebben voor de economie en de handel tussen de Europese landen en Amerika. Om te voorkomen dat de landen werden overspoeld door het communisme, introduceerde Harry Truman(afb. 1 en 2) de Trumandoctrine. Op 12 maart 1947 vroeg hij aan het Congres 400 miljoen dollar voor militaire en economische steun. In een speech zei hij: ‘’Ik geloof dat het de politiek van de Verenigde Staten moet zijn om vrije volken te steunen die door gewapende minderheden of door dreigingen van buitenaf met onderwerping worden bedreigd’’. Truman wilde dus hulp geven aan de volken om vrij de blijven. Hij gebruikte hiervoor economische en militaire steun. De economische steun gaf hij d.m.v het Marshall-plan. De militaire steun werd gegeven d.m.v de NAVO (Noord-Atlantische Verdrags Organisatie). Deze organisatie werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog om het Noord-Atlantische Verdrag te ondersteunen dat op 4 april 1949 in Washington werd getekend. Het Noord-Atlantische Verdrag is een militair verdrag dat verdediging en samenwerking van de legers van de westerse landen regelde. Het was vooral bedoeld als tegenkracht tegen de landen in het Oostblok, waar het dreigende communisme heerste. Dankzij het Marshall-plan is dit allemaal niet gebeurd. De westerse landen zijn er stuk voor stuk weer bovenop gekomen, zonder het communisme een kans heeft gekregen. De communistische landen zelf hebben de Marshall-hulp niet geaccepteerd. Ze zijn er langzamerhand zelf bovenop gekomen, maar uiteraard veel minder snel dan de westerse landen die wel hulp van de Amerikanen kregen. Uit dit alles bleek dus dat het Marshall-plan zeker geen liefdadigheid was. Het plan was vooral bedoeld uit eigenbelang van Amerika. Amerika was bang om zelf onder de gevolgen van de oorlog te moeten lijden.
Hoofdvraag Wat was de betekenis van de Marshallhulp voor de economie van Nederland? Meer dan de helft van de Nederlandse invoer werd in 1949 en 1950 door de Amerikanen betaald. In 1949 werd meer van vijftien procent van de van de totale import in Nederland met de Marshall-hulp gefinancierd. In Nederland hebben ongeveer 4100 bedrijven goederen geïmporteerd met Marshall-hulp. Vooral de kleinere bedrijven hebben veel gehad aan de Marshall-hulp. Omdat er in Europa veel misoogsten zijn geweest in 1947 was er veel vraag naar de primaire levensbehoeften. De vraag naar graan was het grootst, doordat de oogsten in 1947 mislukt waren. Voor bakkers, meelfabrieken, de voedingsmiddelenindustrie en de tabaksindustrie was de hulp van de Amerikanen onmisbaar. De industrie Textiel De textielindustrie was na de Tweede Wereldoorlog erg verzwakt. Zonder de Marshallhulp zou deze meteen uit Nederland zijn verdwenen. Ruim de helft van de totale import van ruwe katoen werd in de periode 1948-1950 met Marshall-hulp gefinancierd. Katoen was na graan het meest belangrijke product dat werd betaald door de Marshall-hulp: bijna 120 miljoen dollar. Twee derde van de machines voor de textielnijverheid werd ook door het Marshall-plan gefinancierd. Daardoor kon de textielindustrie in 1948 als een van de eerste bedrijfstakken zijn productiepeil weer net zo hoog krijgen als voor de oorlog. Een half jaar na de invoering van het Marshall-plan konden de magazijnen weer gevuld worden, en er was weer werk genoeg in de textielindustrie. Scheepsbouw De helft van de scheepvaart was verloren gegaan in de oorlog, daarom was er veel nodig om dit weer op te bouwen. Veel belangrijke grondstoffen voor de bouw van schepen werden met de Marshall-hulp ingevoerd. In 1950 was de scheepsvaart weer van dezelfde omvang als voor de oorlog. Door de hulp konden belangrijke grondstoffen worden ingevoerd zoals scheepsplaat. De Amerikanen vonden dat de Rijnvaart naar het Duitse achterland vanuit Nederland weer tot leven gebracht moest worden. De Rotterdamse haven werd hersteld en ook de waterwegen naar Duitsland werden verbeterd. Industrialisatie De minister van economische zaken, Van den Brink, vond dat er jaarlijks 1,3 miljard gulden in de industrie geïnvesteerd moest worden. Dit moest zorgen voor genoeg werkgelegenheid voor de groeiende beroepsbevolking. Vooral de basisindustrie (chemische industrie en ijzer- en staalindustrie) moesten worden uitgebreid. Zo werd ervoor gezorgd dat de betalingsbalans in 1952 weer in evenwicht was. Uiteindelijk zijn alle plannen gerealiseerd. Er werd van 1948 tot 1953 in totaal voor ruim 6,8 miljard gulden in de industrie geïnvesteerd. Ook kwamen er veel nieuwe arbeidsplaatsen. De industrie heeft heel erg hard meegedragen aan een economische wederopbouw. Breedband

De industrialisatie werd ook bevorderd door de bestedingen in industriële projecten. De uitbreiding van de productiecapaciteit van de Eerste Nederlandse Cementindustrie (ENCI) werd voor zeventig procent betaald met tegenwaardegeld. Het industriële project waaraan het meeste geld werd uitgegeven waren de Hoogovens met een moderne breedbandwalserij. Dit was het perfecte project om de industrie uit de slop te halen. Men had hier als doel de export van staat te bevorderen. De plaatwalserij zou erg modern en een massaproduct leveren. De rollen met staalplaten waren erg in trek. Ook was de ligging aan zee erg gunstig zo konden ze gemakkelijk de grondstoffen over zee exporteren en importeren. Uiteindelijk werd er 96 miljoen gulden Marshall-geld aan het breedband-project besteed. Luchtvaart De Marshall-hulp was heel belangrijk voor het herstel van de luchtvaart, omdat bijna alle vliegtuigen en vliegtuigonderdelen in de Verenigde Staten verkrijgbaar waren. In de periode 1948-1950 werd bijna een derde deel van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen met behulp van de Marshall-hulp ingevoerd. Het grootste deel was voor de luchtmaatschappij KLM. Het was voor Nederland dan ook zeer belangrijk om de bedrijvigheid van de KLM op te krikken, omdat daarmee goed geld te verdienen was. Elektrificatie Hoogovens profiteerde ook van de invoer van grondstoffen onder het hulpprogramma. Bijna dertig procent van de totale import van ijzer, ijzererts en staal werd in de periode 1948-1950 met Marshall-hulp gefinancierd. Met het Marshall-plan werden ook de cokesfabrieken van de Hoogovens uitgebreid. Ook de auto-industrie in Nederland profiteerde van de Marshall-hulp. Zeventien procent van de motorvoertuigen en onderdelen werd van 1948 tot en met 1950 met Marshall-dollars betaald. DAF kreeg militaire vrachtwagens ter waarde van 175 miljoen gulden Marshall-geld. Een kwart van het koper en de koperproducten werd in de jaren 1948-1950 met Marshall-hulp ingevoerd. De invoer van koper was van belang voor de elektrificatie van Nederland. Men gebruikte het massaal voor de bovenleidingen van de NS en telefoonkabels van de PTT. Landbouw Omdat de bevolking in die tijd zo snel groeide was het heel belangrijk dat de landbouwproductie opgevoerd werd. Maar in de twee jaren na de oorlog ging dat niet zo makkelijk. Er was een groot gebrek aan kunstmest, zaaizaad en landbouwmachines. Door de strenge winter van 1946-1947 en de droge zomer van 1947 werd de productie nog meer geremd. Het Marshall-plan zorgde ervoor dat er voldoende kunstmest en machines konden worden ingevoerd. Er werd er voor 152 miljoen dollar aan graan ingevoerd onder het Marshall-plan. Dit is 13,5% van het totale bedrag wat aan Nederland is gegeven. In totaal werd ruim één miljard gulden in de landbouw geïnvesteerd. Aan het herstel van de landbouwgrond die beschadigd en het beter inrichten van de landbouw was in de oorlog werd ruim 230 miljoen gulden uitgegeven. De Noordoostpolder werd drooggelegd, waardoor er meer ruimte kwam voor boerenbedrijven. Tweehonderd miljoen gulden ging naar de mechanisatie van de landbouw. Door de uitbreiding van de landbouwgrond met vijf procent nam de landbouwproductie snel toe: in 1954 was de productie zestig procent groter dan in 1947. Landbouwreis Na een paar jaar Marshall-hulp was de landbouw goed georganiseerd in Nederland. Nu gingen boeren zelf een reis maken om kennis op te doen. Velen vonden dat Amerika sterk gemoderniseerd was ten opzichte van Nederland. Maar op gebied van fruitteelt en grondbewerking vonden de boeren dat Amerika nog wel wat van Nederland kon leren. In de periode van 1945 tot 1954 gingen veel Nederlandse boeren emigreren naar Amerika. De Nederlandse overheid stimuleerde de emigratie, want zo zou de kans op werkloosheid kleiner zijn. Misbruik van de Marshall-hulp: Natuurlijk werd er ook een enkele keer misbruik gemaakt van de Marshall-hulp door de landen die hulp ontvingen. Veel Amerikanen waren dan ook wantrouwend. Amerikaanse zakenlieden beschuldigden een Nederlands bedrijf ervan aluminium, die met tegenwaardegeld was gekocht, zonder bewerking te hebben doorverkocht aan de Verenigde Staten. In het contract dat was gesloten, stond dat het verboden was om ingevoerde grondstoffen zonder bewerking door te verkopen aan andere landen. Uiteindelijk bleek dat de aluminium niet was gekocht met Marshall-geld, maar met vrije dollars. Ook werd er ontdekt dat generaal Kruls, de chef van de generale staf, in een auto rondreed die gefinancierd was met Marshall-dollars. Kruls werd aangehouden en zijn auto moest worden terugbetaald. Het idiote van dit voorval was, dat er drie jaar later geen enkele militair meer in een auto rondreed die níet met Amerikaanse hulp was gefinancierd.
Dank voor het Marshall-plan: Als dank voor de grote steun van Amerika aan Nederland, bood Juliana tijdens haar staatsbezoek aan de VS in april 1952, een klokkenspel aan. Ze gaf de carillon, maar toen er in Amerika geen klokkentoren beschikbaar bleek gaf ze er ook een toren bij. Deze klokkentoren werd geplaatst op de erebegraafplaats Arlington bij Washington DC, waar ook Marshall begraven ligt. Nog steeds worden de klokken geluid en kan men het beieren horen. De klank van een eeuwige dank van het Nederlandse volk voor Amerika. Conclusie De Marshall-hulp is van onschatbare waarde geweest voor de wederopbouw van Nederland na de oorlog. Na de Tweede Wereldoorlog was het in Europa een grote puinhoop. Veel fabrieken, bedrijven, landbouwgrond etc. waren verwoest. Alles moest weer opgebouwd worden. De getroffen landen begonnen snel na het eind van de oorlog met de wederopbouw. Verwoeste fabrieken werden weer opgebouwd, bruggen en wegen gerepareerd en de landbouw grond die onder water stond weer drooggelegd. Omdat bijna alles door de oorlog was verwoest, moest ook alles voor de wederopbouw worden ingevoerd. Maar al snel bleek dat de landen door hun dollarreserves heen waren. Overal was een tekort en er moest een oplossing komen. Daarom werd door George C. Marshall het Marshall-plan bedacht. De Amerikanen wilden Europa er weer bovenop helpen en zorgen dat een gezamenlijk Europees verbond zou komen. De Verenigde Staten stelden dollars beschikbaar aan Amerikaanse leveranciers voor de export van bepaalde grondstoffen en kapitaalgoederen. Zo kon Nederland producten kopen uit andere landen en die bewerken om vervolgens weer door te verkopen. Met het tegenwaardegeld heeft Nederland veel investeringen gedaan om het land weer op te bouwen. Er is veel geld gestoken in o.a. de industrie, omdat dit de belangrijkste sector was. Doordat de industrie in korte tijd snel opgebouwd is, kwam er heel veel werkgelegenheid en konden ook veel producten geproduceerd worden. Die producten werden later weer doorverkocht om het geld weer in de wederopbouw te steken. De landen moesten ook samenwerken, zodat ze er sneller bovenop zouden komen. Het was daarom ook belangrijk dat er een harmonieuze samenwerking was tussen de overheid, werkgevers en werknemers. Ook de handel tussen de verschillende landen binnen West-Europa groeide heel erg. De Marshall-hulp was dus niet alleen direct, maar ook een indirect de betekenis voor het economische herstel. Het Marshall-plan werd een groot succes. Zowel Amerika als de hulpontvangende landen zijn er erg op vooruit gegaan: vooral op economische gebied. Het Marshall-plan heeft in de o.a. volgende sectoren gezorgd voor vooruitgang: de industrie, de landbouw, de textielindustrie, scheepsbouw, luchtvaart etc. Er werd niet alleen economische hulp gegeven, maar ook geestelijke hulp. Dit alles zorgde ervoor dat het Marshall-plan een nog groter succes zou worden. Het Marshall-plan is zo’n succes geworden omdat Nederland en de andere West-Europese landen goed meewerkten aan dit plan. Men hield zich strikt aan de regels en deed er alles voor om het land weer op te bouwen. Nederland is er in korte tijd weer bovenop gekomen, in tegenstelling tot de communistische landen in het Oostblok.

REACTIES

E.

E.

ik snap het niet echt maar het is echt heel handig als je hier iets over wilt weten


dankje xx

12 jaar geleden

B.

B.

Je werkstuk is erg mooi, maar heb je ook een bronvermelding?

11 jaar geleden

I.

I.

geweldig artikel !

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.