Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kiezen of gekozen worden

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 19178 woorden
  • 18 januari 2017
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kiezen
&
gekozen worden
 
 Politieke verkiezingsprogramma’s  
 
Inleiding
 
Al sinds een jaar of 2 ben ik geïnteresseerd in de politiek en doe ik mijn best om zoveel mogelijk op de hoogte te blijven van de Nederlandse en Amerikaanse politieke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld door het volgen van het politieke nieuws en het kijken van discussie en praatprogramma’s als “Buiten Hof” en “Pauw”. Ook volg ik live debatten van de 2e  kamer en lees ik stukjes uit de partijprogramma’s van de Politieke partijen. De partijprogramma’s zijn vaak wel 100 kantjes lang en debatteren de politici vaak uren achter elkaar. Helaas heb ik naast mijn schoolwerk niet altijd de energie om dit te lezen of te kijken.
In het begin van de 11e klas ben ik met de excursie van school naar Den Haag en de tweede kamer geweest. Ondanks dat wij daar geen debat over een populair actueel onderwerp hebben kunnen bijwonen heeft het mijn interesse alleen maar vergroot. 

Ook heb ik in de 11e klas stage gelopen bij de griffie van de gemeente Groningen. De griffie is een groep ambtenaren die fungeren als adviseurs van de raadsleden in de gemeenteraad met wiens dagelijkse werkzaamheden ik mocht meelopen tijdens de stage. Tijdens de stage heb ik veel mensen gesproken die betrokken zijn bij de gemeentepolitiek van Groningen; onder meer een wethouder en een aantal raadsleden. Ook heb ik de commissies en raadsvergaderingen mogen bijwonen. Deze stage is een belangrijk onderdeel geweest in het verder ontwikkelen van mijn politieke ambitie. Juist omdat ik nu meer echt inzicht kreeg in de dagelijkse gang van zaken binnen het politieke bedrijf. 
Debatteren is iets wat ik leuk vind. Dat heb ik onder meer gemerkt tijdens de Nederlands lessen waarbij debatteren een spreekvaardigheid onderdeel is. Ook spreekt het mij aan dat je als politicus met veel interessante mensen in contact komt met verschillende functies, meningen, belangen en visies. Daarnaast vind ik het interessant om te kijken naar maatschappelijke problemen en ontwikkelingen en zo nodig met mensen te spreken en te debatteren. Nog leuker lijkt het mij echter om er werkelijk iets in te kunnen betekenen en zo nodig in goede banen te leiden of een oplossing te ontwikkelen. Naar mijn idee heb je dan in de politiek de meeste mogelijkheden en invloed. Ook lijkt mij het actuele deel van de politiek interessant. Het crisismanagement van actuele problemen die geanalyseerd en opgelost moeten worden. 
In mijn eindwerkstuk wilde ik graag een actueel politiek onderwerp behandelen. Vanwege de naderende verkiezingen van maart 2017 maken tijdens de periode die ik aangewezen gekregen heb om mijn werkstuk te maken, veel partijen hun nieuwe partijprogramma bekend. Wanneer ik naar politieke programma’s keek kreeg ik vaak het idee dat veel partijen handig probeerden in te spelen op actuele gebeurtenissen en dan in het bijzonder op het gebied van asiel en vluchtelingenopvang. Dat idee kreeg ik vooral bij een speech van VVD fractievoorzitter Zijlstra over de vluchtelingen en de multiculturele samenleving waarin hij sprak over een volledig gefaalde multiculturele samenleving en pleitte voor een strenger integratiebeleid. Ik kreeg het idee dat hij met zijn partij meer in de richting van de populistische PVV beweegt, omdat die omtrent de vluchtelingencrisis momenteel erg populair is. Ook viel mij op dat de grote stroom vluchtelingen, die de afgelopen tijd op gang is gekomen door de onrust en oorlog in het midden oosten, voor veel boze en of bange mensen zorgden. Op het nieuws verschenen beelden van mensen die boos en ongerust waren over bijvoorbeeld een asielzoekerscentrum bij hen in de buurt. Deze situaties lokte vaak veel politici uit tot ondiplomatieke uitspraken of twitterberichten. Dit bracht mij op het idee om te onderzoeken hoe zeer partijen hun standpunten vormen naar aanleiding van de ontwikkelingen in de maatschappij en de actuele gebeurtenissen. Tijdens de uitwerking van dit idee heb ik besloten om  heb het onderwerp te beperken tot de partijen VVD, D66 en GroenLinks. En alleen in te gaan op de onderwerpen vluchtelingen, integratie en immigratie, omdat rond dit onderwerp de situatie in Nederland de afgelopen 4 jaar sterk is veranderd. Tijdens het kiezen welke partijen ik wil onderzoeken voor mijn werkstuk heb ik gekeken naar partijen bij wie ik mij mogelijk in de toekomst zou willen aansluiten, dit zijn de VVD en de D66. Omdat dit twee rechtse partijen zijn leek het mij ook leuk om een linkse partij te betrekken namelijk GroenLinks.     
In het begin was ik ook van plan om de PVV bij mijn onderwerp betrekken in verband met de spraakmakende standpunten van die partij rondom vreemdelingenzaken. Helaas bleek het programma van 2017 van deze partij dit jaar maar uit één A4 te bestaan. Hierdoor was ik niet in staat om van de standpunten van de partij een volwaardige vergelijking te maken. 
In dit eindwerkstuk ga ik voornamelijk kijken naar de veranderingen van de standpunten van de partijen
D66, VVD en GroenLinks. Dit heb ik gedaan door de verkiezingsprogramma’s voor de periode 2012 tot 2017 te vergelijken met die voor 2017 tot 2021. In deze programma’s heb ik gekeken naar standpunten die in beide programma’s veranderde, maar ook naar de standpunten die er niet bij kwamen en de belangrijke standpunten die in beide programma’s gelijk bleven. Ook ga ik kijken naar beïnvloeding van standpunten over vluchtelingenbeleid door het electoraat. Keuzes van partijen om hun standpunten aan te passen ten behoeve van het electoraat dat ze daarmee aanspreken over de vluchtelingencrisis. Dit heb ik onderzocht door mensen te interviewen die met het beleid en het verkiezingsprogramma bezig zijn. Verder ga ik onderzoeken wat de veranderingen in de situatie in Nederland is rondom vluchtelingen, integratie en migratie. Om eventueel een link te leggen met de veranderingen van de partijprogramma’s
 
 1. Hypothese
 
Ik verwacht dat de grote stroom vluchtelingen, die in de afgelopen jaren naar Nederland op gang gekomen is en veel zorgen bij het Nederlandse volk teweeg heeft gebracht, redelijk tot veel invloed heeft op de standpunten van de politieke partijen in de verkiezingsprogramma’s van 2017. Ook verwacht ik dat politieke partijen onderzoek laten doen naar de publieke opinie van hun electoraat, om deze informatie vervolgens te gebruiken tijdens het opstellen van deze verkiezingsprogramma’s. 
 

1.1 Hoofdvraag
In hoeverre laten de partijen D66, VVD en GroenLinks zich tijdens het samenstellen van hun standpunten over migratie, integratie en vluchtelingen voor in het verkiezingsprogramma zich beïnvloeden door de behoefte van het electoraat?
 
1.2 Deelvragen 
Hoe is de situatie in Nederland veranderd sinds 2012 rondom migratie, integratie, vluchtelingen? 
Op welke manier is de publieke opinie verandert op het gebied van migratie, integratie, vluchtelingen en racisme in de afgelopen 4 jaar?
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van de VVD op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van D66 op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van GroenLinks op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
De uitwerking van deze deelvragen vindt u in de afzonderlijke en opeenvolgende hoofdstukken.
 

 2. Vluchtelingen in getallen
Hoe is de situatie in Nederland veranderd sinds 2012 rondom migratie, integratie en vluchtelingen? 
 
Het is ingewikkelder dan het lijkt om hier een antwoord op te geven. De hoeveelheid vluchtelingen in Nederland hangt namelijk af van de definitie die je gebruikt voor het woord vluchteling. En daarmee dus wie je wel meetelt en wie niet. Om toch tot een conclusie te komen heb ik een rapport van vluchtelingenwerk Nederland uit 2012 vergeleken met die van 2016. Hierin wordt dezelfde definitie voor het woord vluchteling gebruikt.
Veel mensen hebben de veranderingen in Nederland gemerkt omtrent vluchtelingen, migratie en integratie. Bijvoorbeeld doordat er een AZC bij hen in de buurt geopend is. Ook in het nieuws wordt er veel aandacht besteed aan de zogenoemde vluchtelingencrisis. In deze “crisis” gaat het vooral om mensen die vluchten voor het geweld in het Midden-Oosten en de vele mensen die met bootjes vanuit Noord-Afrika, Italië en Griekenland proberen te bereiken. Toch is dit zeker niet de eerste grote stroom van vluchtelingen naar Europa. Zo bracht in 1992 de oorlog in wat destijds Joegoslavië was ook al een grote vluchtelingenstroom met zich mee. In dit hoofdstuk beschrijf ik de feitelijke cijfers en statistieken rondom migranten en vluchtelingen in Nederland. Onder meer wordt er besproken hoeveel vluchtelingen er naar Nederland komen en waar zij vooral vandaan komen. Ook zullen de gegevens van 2016 vergeleken worden met die van 2012 om de veranderingen te constateren. In dit hoofdstuk heb ik voornamelijk geprobeerd alle cijfers en data uit verschillende onderzoeken door middel van grafieken en tabellen tot een begrijpbaar en leesbaar geheel samen te vatten. 
In Nederland worden vluchtelingen ingedeeld op 4 verschillende gronden. Zij worden in deze gronden ingedeeld op basis van de algemene of persoonlijke situatie in het land van herkomst. 
• A-grond: vluchtelingschap, iemand voldoet aan de voorwaarde van het vluchtelingschap.
• B-grond: Subsidiaire bescherming, iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijk of vernederende behandeling of bestraffing.
• C-grond: humanitaire gronden, er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (bijvoorbeeld trauma’s). 
• D-grond: Humanitaire gronden, de situatie in het land van herkomst is te slecht (er is een conflict ontstaan of verergerd, of er worden grootschalig mensenrechten geschonden).
 

 2.1 Tolerantie en asielaanvragen
 
In de bovenstaande grafiek is het aantal asielaanvragen dat jaarlijks in Nederland gedaan wordt weergegeven. Hierin is zichtbaar dat het aantal van deze asielaanvragen zeer snel gestegen is. Ten opzichte van 2012(Bron 1) is dit in 2015(bron 2) verviervoudigd. 
De stijging van de asielaanvragenkomt vooral door het grote aantal Syriërs dat naar Nederland en Europa gekomen is door middel van een grote migratiestroom (zie afbeelding 2). In 2011 was het aandeel Syrische vluchtelingen dat in Nederland asiel aanvroeg nog minder dan 2 procent terwijl deze groep in 2015 wel 47% van het totaal in beslag nam. Dit is een procentuele stijging van 2.350%. (bron 3)
In de periode van 2003 tot 2012 is het jaarlijkse aantal migranten dat in Nederland
   asiel aanvraagt redelijk stabiel met een
 Afbeelding 2    gemiddelde van 13.686. De grootste 
afwijking is in deze periode 2007 met 8679 asielaanvragen minder dan het gemiddelde. Ook 2012, het jaar vlak voor de enorme stijging begint komt net onder het gemiddelde met 239 aanvragen minder dan gemiddeld. 
In grafiek 1 is ook het gemiddelde van de periode van 2003 tot 2015 aangegeven. Dit gemiddelde is met bijna 5.000 meer, aanzienlijk hoger dan in de periode van 2003 tot 2012. Deze 3 jaar waarin de enorme uitschieter te zien is heeft dus grote invloed op het gemiddelde. (bron 1)
In grafiek 2 (volgende pagina) is in de periode van 2004 tot 2013 een dalende trend zichtbaar in de hoeveelheid autochtone Nederlanders die vindt dat er te veel mensen met een andere etniciteit in Nederland wonen. Ondanks dat, zoals in grafiek 1 zichtbaar is, de hoeveelheid vluchtelingen die asiel aanvragen in

Nederland gemiddeld gezien niet daalt. Volgens een onderzoek van Schneider uit 2008 komt dit, omdat deze Nederlanders steeds meer wennen aan mensen met een andere etniciteit en daardoor toleranter naar deze mensen toe worden. Toch valt op dat in de periode van 2013 tot 2015 de lijn weer stijgt. Opvallend is dat in die zelfde periode, zichtbaar in grafiek 1, ook het aantal asielaanvragen en daarmee het aantal mensen met een andere etniciteit in Nederland enorm stijgt. Aan de hand van deze gegevens kom ik tot de volgende conclusie: zolang de situatie in Nederland ongeveer gelijk blijft neemt de tolerantie in Nederland toe ten opzichte van mensen met een andere etniciteit door middel van gewenning aan deze groep mensen. Wanneer er een lange tijd van stijging of een zeer sterke stijging plaatsvindt, wordt de dalende trend van gewenning overstemd en worden mensen weer minder tolerant tegenover mensen met een andere etniciteit.  
 
  Grafiek 3
 
2.2  Herkomst van vluchtelingen. 
De herkomst van de migranten met een vluchtelingen achtergrond die in Nederland asiel aanvragen is de afgelopen jaren sterk veranderd. De verschillenden grote conflicten die in de wereld spelen schemeren door
 in de herkomst van de mensen die in Nederland een asielaanvraag doen.  
In 2011 komt het grootste gedeelte van de vluchtelingen uit Afghanistan. Dit land gaat al jaren gebukt onder  conflicten en oorlog. Basisvoorzieningen als medische zorg en scholing zijn er erg slecht. Ook is het er niet  veilig omdat er onder meer door VN troepen gevochten wordt met de Taliban (bron 5).Ook komt een groot deel  van de vluchtelingen uit Somalië. In dit land is in 2011 een conflict gaande tussen de streng islamitische  groepering Al-Shabaab en de regering van het land. De reg ering heeft maar in een deel van het land de macht. Veel burgers lijden onder dit geweld en de armoede die
er in het land heerst. Ook in Irak is er veel geweld door   verschillende groeperingen die tegen elkaar vechten om

de macht. Dat land is ook één van de  herkomstlanden van Cirkeldiagram 4 veel vluchtelingen in 2011.
 
 Een groot deel van de vluchtelingen die in 2012  aankomen in Nederland komen uit het Midden-
Oosten en vooral Syrië. In deze landen wordt er  door meerdere partijen gevochten in een bloedige
 
burgeroorlog. In deze oorlog vecht de Syrische regering tegen het rebellenleger dat tijdens de  Arabische lente in 2012 ontstond en tegen
Islamitische staat dat een deel van Irak en Syrië tot 
een nieuw kalifaat benoemde. Al deze partijen staan
            
erom bekend met enige regelmatig  mensenrechten
te schenden.          Boven: Cirkeldiagram 5, Onder: Cirkeldiagram 6  
Sinds de Turkije deal in mei 2016 komen er veel  minder vluchtelingen via Turkije naar Nederland.
 
Met deze deal is namelijk afgesproken dat Turkije meer vluchtelingen opvangt en de grenzen naar  Europa beter bewaakt. In ruil hiervoor krijgt het land geld om deze vluchtelingen op te vangen.  Toch zorgt deze deal niet voor de volledige stop
 

van  de  komst  van  vluchtelingen.  Meer vluchtelingen komen nu Europa binnen via andere  routes zoals in afbeelding 3 te zien is. (Bron 6)
 
 
 
De gevolgen die de Turkije deal heeft op de migratie van vluchtelingen naar Europa zijn nog beter zichtbaar in grafiek 5.
 
  Grafiek 7
In deze grafiek is ook zichtbaar dat de Turkije deal nog niet direct effectief was toen die in op 19 mei getekend werd. Pas vanaf november 2016 zijn de gevolgen van de deal zichtbaar in de afname van vluchtelingen naar Nederland. Hierbij speelt de komst van de winter ook mee die het minder aantrekkelijk maakt om via de mediterrane routes te reizen. Verwacht wordt dat de komst van vluchtelingen tijdens de zomermaanden weer toe zal nemen. (bron 7).
2.3 Nederland als land in Europa

Nederland is het niet het enige land waarin mensen merken dat er meer vluchtelingen onderweg zijn dan een aantal jaar geleden. In veel landen zitten ze met dezelfde problemen op het gebied van opvang en met bezorgde burgers. Ondertussen pleiten veel politieke partijen in Nederland en de Europese Unie voor een eerlijke verdeling van vluchtelingen over de Europese lidstaten. Maar wat is daarvan terecht gekomen? En welke positie heeft Nederland in het opvangen van vluchtelingen?
 De positie in de ranglijst van Nederland is niet  veranderd. Zowel in 2011 als in 2015 staat Nederland op de 8e plek met in 2011 4,2 procent  van het totaal aantal opgenomen migranten in de Europese Unie.  In 2011 staan op de eerste 3  plekken: Frankrijk op nummer 1 met 18,7  procent van de migranten,  Duitsland op 2 met 16,5 procent en Italië met 12,3 procent op  nummer 3. Het land dat in de ranglijst (grafiek 8) het meest gegroeid is is Hongarije. Terwijl het  land, dat relatief arm is ten opzichte van de rest van de landen op de ranglijst, in 2011 1,9%
 
vanvan de migranten opving is dit in 2012 meer 
grafiek 8  dan vertienvoudigt tot 13,9 procent.  
Dit maakt het land in één klap tot de nummer 2 in de ranglijst van 2015. Dit is extra opvallend omdat de omringende landen, zoals in kaart 9b zichtbaar is, in 2015 bijna geen vluchtelingen opvingen. Wel komen alle vluchtelingen door deze landen heen via de zogenaamde Balkanroute. Vanwege de armoede en slechte kansen in deze landen worden ze eigenlijk vrijwel alleen gebruikt als tussenstop op weg naar het rijke WestEuropa.
 
Kaart 9a            kaart 9b 
 
Ondanks dat de Europese Unie al sinds de vluchtelingenstroom begon pleitte voor een eerlijke verdeling van de vluchtelingen in Europa, is er in de kaarten 9a en 9b zichtbaar het tegenovergestelde gebeurd. In de top 3 van 2015 staat nu Duitsland met grote afstand tot de rest bovenaan, het land nam 35,5% van de migranten op (grafiek 8). Nieuw in de top zijn Hongarije met 13,9 procent en Zweden met 12,5 procent.  Samen nemen deze landen dus meer dan twee vijfde van de totale migratie stroom voor hun rekening. Frankrijk, die in 2011 nog de meeste migranten opnam heeft zich in de 4 jaar daarna duidelijk teruggetrokken en staat in 2015 op plek 5. Ondanks dat Nederland niet zakt in de ranglijst neemt het procentueel gezien wel minder vluchtelingen op dan in 2011. (bron 1, bron 2) 
De situatie in Nederland is erg veranderd. Zo zijn er in Nederland in 2015 bijna 4 keer zoveel asielaanvragen gedaan als in 2012. Dit heeft ervoor gezorgd dat de publieke opinie na jaren weer minder tolerant is geworden. Ook is de samenstelling van de vluchtelingen uit verschillende herkomstlanden veranderd. Vooral het aantal Syriërs is in de afgelopen jaren zeer sterk toegenomen. In 2015 waren de Syrische vluchtelingen bijna de helft van alle migranten die in Nederland asiel aanvroegen. Dit aandeel is in 2016 wel weer enigszins afgezwakt. In Europa blijft de positie van Nederland gelijk en neemt het de op 7 na meeste vluchtelingen op van de Europese Unie. 

  
Grafieken gemaakt met gegevens uit de bronnen 1, 2 & 3
3. Publieke opinie
Op welke manier is de publieke opinie verandert op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen in de afgelopen 4 jaar? 
 
Toen de economische recessie van 2011 de prioriteit meer op de economie legde inplaats van op integratie en immigratie, nam de spanning in de samenleving over dit onderwerp tijdelijk af. Het publieke debat verschoof van integratie en migratie naar de destijds actuele economische zorgen. Sinds het weer beter gaat met de economie is deze spanning weer helemaal terug in de Nederlandse samenleving. Het kan weinig mensen ontgaan zijn dat er de afgelopen tijd spanningen waren in het publieke debat rondom het onderwerp migratie, integratie en vluchtelingen. In het nieuws verschenen beelden van mensen die in opstand komen tegen de komst van AZC’s bij hen in de buurt (bron 3). Terwijl de hoeveelheid mensen op de vlucht voor oorlog en geweld naar Europa de afgelopen tijd explosief steeg lijkt het draagvlak steeds verder af te nemen. Ook in de politiek halen de nationalistische partijen nu een recordaantal stemmen. En vaak wordt de verharding van het publieke debat en de maatschappelijke polarisatie ook in verband gebracht met de problemen die de grote migratiestromen met zich mee brengen. In dit hoofdstuk bekijken we de publieke opinie en de spanning die Autochtone Nederlanders en Nederlanders met een migratieachtergrond ervaren rondom de etnische verschillen die de migranten met zich meebrengen. Ook kijken we naar de verandering die in de afgelopen jaren omtrent dit onderwerp hebben plaatsgevonden.
 
3.1  Autochtone Nederlanders
Onderzoek wijst uit dat de weerstand tegen migranten in Nederland afhangt van een aantal factoren. Volgens sommige onderzoekers hangt dit voornamelijk af van de economische factoren die migranten met zich meenemen. Bijvoorbeeld omdat mensen bang zijn dat ze niet kunnen concurreren met de goedkope migranten op de arbeidsmarkt. Ook de hoge kosten die de uitkeringen van de migranten met zich mee zouden brengen zou een factor zijn voor de weerstand. Hiertegenover staan ook onderzoeken die uitwijzen dat juist de dreiging en angst die mensen voelen de voornamelijk basis voor de weerstand is. Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat de Nederlandse normen en waarde of cultuur verloren zal gaan door de vele buitenlandse invloeden van de migranten. Veel mensen die de Nederlandse nationale eigenschappen erg belangrijk vinden staan voor een minder tolerant migratiebeleid dan mensen die dit minder belangrijk vinden. Onderzoekers stelden vast dat Nederlanders steeds meer wennen aan etnische diversiteit. Ook stelden zij vast dat de groep hoogopgeleiden, die over het algemeen toleranter is naar mensen met een andere etniciteit, groeit. Toch is er sinds 2012 na jaren van daling, weer een stijging te zien in de hoeveelheid mensen die vindt dat er te veel mensen met een andere nationaliteit in Nederland wonen. In 2014 is dat bijna veertig procent van de autochtone Nederlanders terwijl dat in 2011 vijfendertig procent is. Met de stelling “Nederland zou een prettiger land zijn als er minder immigranten zouden wonen” blijft de afgelopen jaren stabiel 40% van de Nederlanders het eens. (Bron 1) Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de Nederlanders vindt dat er te veel vluchtelingen naar Nederland komen. Slechts 19 procent vindt dat niet. Ook hier hebben hoger opgeleiden een positievere opvatting over de komst van vluchtelingen dan lager opgeleiden. Uit deze gegevens blijkt ook dat een grote groep Nederlanders zich zorgen maakt over migratie, integratie en vluchtelingen. Ondanks deze zorgen blijkt uit een onderzoek van de Survey Integratie Migratie uit 2015 blijkt dat nog steeds 70 procent van de autochtone Nederlandse bevolking een voorstander is van culturele diversiteit in de Nederlandse samenleving (Bron 3).
Uit een onderzoek over sociale afstand die autochtone Nederlanders prefereren ten opzichte van mensen met een ander etniciteit blijkt dat er nog een aanmerkelijke groep Nederlanders moeite heeft met acceptatie. In dit onderzoek zijn autochtone Nederlanders ondervraagd naar verschillende relaties van hun (eventuele) kinderen met mensen met een andere etniciteit. Een gestelde vraag was wat de ouders vonden van eventuele interetnische vriendschappen van hun kinderen. Sinds 2006 is het aantal mensen dat dit echt vervelend vond licht gedaald van 12%  naar 10%, maar ook het aantal mensen die aangeven het helemaal niet erg te vinden bleek licht gedaald. Meer mensen reageerden nu met het antwoord neutraal tegenover deze stelling te staan. Bij de vraag hoe de mensen stonden tegenover een mogelijk interetnisch huwelijk van hun kind bleek een groter deel van de mensen het vervelend te vinden. Met ongeveer 20% van de mensen die aangaf het erg vervelend te vinden en rond de 60% vind het helemaal niet erg. Ook hier is dezelfde lichte verandering te zien van meer mensen met een neutraal antwoord en minder mensen die het uitgesproken wel of niet vervelend vinden. 

Onderzoek naar de spanning die autochtone Nederlanders ervaren ten opzichte van mensen met een andere etnische achtergrond is een belangrijke indicator voor de houding van het Nederlandse ten opzichte van de multiculturele samenleving. Het geeft namelijk een deel van de angst weer die Nederlanders ervaren omtrent dit onderwerp. Uit dit onderzoek waarbij mensen de spanning rondom etnische verschillen in Nederland een cijfer mochten geven van 0 (Helemaal geen spanning) tot 10 (veel spanning), komt een gemiddeld cijfer van 6,1. Hiermee wordt duidelijk dat de gemiddelde Nederlander een vrij sterke spanning voelt tussen autochtone Nederlanders en migranten. Hierbij ervaren vrouwen meer spanning dan mannen. Zij geven gemiddeld 0,1 punt hoger. Wat opvallend is, is dat sinds 2006 minder mensen het idee hebben dat de interetnische spanningen toe zullen nemen in Nederland. Terwijl in 2006 nog 51% het idee had dat deze spanningen toenamen is dat nu nog maar 33%. Het aantal mensen dat verwacht dat de spanning helemaal niet toeneemt, blijft echter gelijk met ongeveer 12%. Meer mensen zijn nu neutraal. 
Aan de hand van deze informatie legt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een aantal verbanden. Namelijk dat mensen die de meeste waarde hechten aan de Nederlandse gewoonten, cultuur en eigenheid gemiddeld het meeste moeite hebben met de etnische verschillen in de maatschappij. Daarnaast is het opleidingsniveau vaak een belangrijke voorspelling voor de ervaring van spanning. Over het algemeen ervaren mensen met een lagere opleiding meer spanning en schijnen zij ook meer weerstand te hebben tegen de komst van migranten en het verblijven van migranten in Nederland. (bron 8).
 
3.2 Nederlanders met een migratieachtergrond.
Uit de resultaten van een onderzoek van de SIM (bron 3) blijkt dat het onderwijsniveau van niet-westerse migranten stijgt. Dat begint bij het basisonderwijs waarbij de niet-westerse kinderen hun achterstand op autochtone kinderen beetje bij beetje lijken weg te werken. Dit is onder meer zichtbaar door de steeds hoger wordende cito scores van de leerlingen met een migratieachtergrond. Terwijl deze score bij autochtone leerlingen al jaren stabiel is. Ondanks deze stijgende lijn zitten de migrantenjongeren in verhouding nog altijd meer in de lagere vmbo-leerwegen dan autochtone jongeren.  
Toch blijft de achterstand op de arbeidsmarkt voor mensen met een niet westerse achtergrond groot. De toegang tot werk blijft een groot knelpunt. De jeugdwerkloosheid is bijna 3 keer zo hoog als die van autochtone Nederlanders. Net als het aantal werkenden binnen de bevolking (netto participatie). Er is hier geen sprake van een verbetering sinds 2003. De cijfers van 2003 tot nu laten zien dat bij een laag economisch groeipercentage op de korte termijn de werkloosheid bij migranten toeneemt, net als het verschil in het werkloosheid gehalte tussen migranten en autochtone Nederlanders. Hieruit blijkt de kwetsbaarheid van de migranten en hun kinderen. Factoren die (mogelijk) een rol spelen in de achterstandspositie van de migranten zijn discriminatie (bron 14 & 15), het ontbreken van voor de arbeidsmarkt functionele netwerken en de oververtegenwoordiging van migranten in de verdachten statistieken (het aantal mensen dat verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit). Ondanks dat deze verdachten cijfers al sinds 2004 afnemen blijven migranten nog steeds fors oververtegenwoordigd. Het verdachten cijfer is nog altijd 4 keer zo hoog. 
Ook blijkt dat de sociale netwerken van migranten jongeren vooral uit jongeren met dezelfde herkomstgroep bestaat. De betekenis van de herkomstgroep blijft voor veel van deze jongeren groot. Ook blijkt de homo-acceptatie en de gelijkheid van vrouw en man bij veel niet westerse migrantengroepen achter te blijven. Zeker als het dichtbij komt, bijvoorbeeld als een eigen kind homoseksueel is. De verschillen ten aanzien van de opvatting van autochtone Nederlanders blijft groot. Terwijl de mening over de positie van de vrouw wel moderner lijkt te zijn geworden. 
In de periode van 2006 tot 2015 blijkt uit cijfers dat migranten minder positief gestemd zijn over het maatschappelijke klimaat in Nederland. De tweede generatie voelt zich niet meer thuis in Nederland als de eerste generatie. De jongere generatie is over het voorkomen van discriminatie en de inschatting van kansen en gelijkheid en acceptatie van migrantengroepen in Nederland juist somberder geworden dan hun ouders. Een deel van deze jongeren zou zelfs liever in hun herkomstland wonen. 
Uit het rapport dat de SIM december 2015 uitbracht blijkt dat veel Nederlanders met een migratieachtergrond een verharding van de samenleving ervaren, wat tot uitdrukking komt in de perceptie van uitsluiting. Het gevoel van uitsluiting die mensen ervaren heeft gevolgen op de manier waarop zij zich verhouden tot de autochtone Nederlanders en de samenleving. Veel mensen voelen zich gediscrimineerd. Uit onderzoek blijkt (bron 16) dat veel migranten teleurgesteld zijn in de Nederlandse maatschappij en dat zij wanneer ze proberen te integreren ze steeds tegen barrières aanlopen. Ze krijgen hierdoor het idee dat ze eigenlijk niet mogen integreren. Dit zijn vooral de jonge mensen uit de 2e generatie. Veel van deze jongeren komen na het behalen van hun diploma niet aan het werk. Hier geldt hoe hoger de genoten opleiding, hoe meer etnische spanning en discriminatie ervaren wordt. 

Autochtone Nederlanders worden in hun houding tegenover mensen met een andere etniciteit vooral beïnvloed door de culturele dreiging die zij ervaren. De culturele veranderingen onder invloed van mensen met een andere etniciteit, bijvoorbeeld de zwarte pieten discussie wordt als negatief ervaren. Dit gevoel uit zich in de vraag: blijft Nederland Nederland nog wel? 
Het terugtrekken van etnische groepen door een gevoel van uitsluiting kan bij autochtone Nederland voor een gevoel van dreiging zorgen. Maar ook het actief deelnemen en het aankaarten van het gevoel van uitsluiting bijvoorbeeld bij de zwarte pieten discussie, kan bij autochtone Nederlanders een gevoel van dreiging opwekken omdat zij denken dat hen iets afgepakt wordt.  Deze situatie leidt ertoe dat veel allochtonen somberder worden over hun plek in de Nederlandse maatschappij. Zo heeft een deel van hen steeds meer het idee “nooit Nederlander genoeg te zijn”. En dat leidt tot minder ondersteuning van de stelling dat Nederland een open en gelijkwaardig land is. Dit terwijl juist steeds meer Nederlanders wel het idee hebben dat Nederland een open en gelijk land is. Hieruit blijkt, dat anders dan de berichtgeving in de media zou doen vermoeden, waarin luidruchtige tegenstanders van de multi-etnische samenleving regelmatig te horen zijn, veel Nederlanders juist méér open zijn gaan staan voor etnische verschillen. Ondanks dit gegeven wordt er op de vraag welke spanningen in Nederland het grootst zijn de spanningen tussen etnische groepen verreweg het meest genoemd. (bron 3, Bron 9)
  
3.3 Conclusie
Na het lezen en bestuderen van de literatuur en de onderzoeken kom ik tot de conclusie dat de etnische spanningen in Nederland groter zijn dan ik had verwacht. Hierbij is het percentage Nederlanders dat vindt dat er te veel migranten in Nederland zijn beduidend hoger dan ik had verwacht. Ook het feit dat 20% van de Nederlanders het vervelend tot heel vervelend vindt als hun kind gaat trouwen met iemand van een andere etniciteit vond ik schokkend. Ik had niet verwacht dat er zoveel mensen in Nederland zouden zijn die op deze manier oordelen over mensen met een andere etniciteit. Ondanks dat er sinds 2003 in de meeste cijfers een stijgende tolerantie wordt aangeven van Autochtone Nederlanders ten opzichte van Nederlanders met een andere etniciteit, vind ik de cijfers tegenvallen. Het speelt hierbij waarschijnlijk een grote rol dat ik pas korte tijd bewust met dit onderwerp bezig ben en daardoor de verandering niet zelf heb ervaren en geen persoonlijk vergelijkingsmateriaal heb.
Ik ben van mening dat er in Nederland weinig ruimte en motivatie gegeven wordt aan mensen om te integreren. Terwijl bijna iedereen in Nederland wil dat migranten in Nederland integreren, wordt daar in de praktijk te weinig ondersteuning voor geboden. Er wordt verwacht dat deze mensen aan het werk gaan en volwaardig meedraaien in de samenleving terwijl de positie van etnische minderheden op de arbeidsmarkt erg slecht is. Ook het dunne lijntje waar migranten op balanceren op het gebied van succesvolle integratie en participatie in de Nederlandse samenleving vind ik onwenselijk. Aan de ene kant worden mensen met een andere etniciteit die zich uitspreken over de redenen dat ze zich soms buitengesloten voelen van de Nederlandse samenleving als ondankbaar neergezet. Terwijl aan de andere kant mensen die toegeven aan de ervaring van uitsluiting en zich terugtrekken verweten wordt dat ze niet integreren. 
Ik denk dat veel mensen zich onvoldoende realiseren dat de Nederlandse samenleving minder open en tolerant is dan zij denken. En dat veel mensen onbewust minder tolerant zijn dan zij denken. Dat blijkt voor mij na aanleiding van het feit dat 70% van de mensen voorstander is van een multi-etnische samenleving, maar dat 40% van de mensen vindt dat er te veel migranten in Nederland zijn en dat Nederland beter af is met minder.
  
4. Verkiezingsprogramma VVD
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van de VVD op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
 
 
4.1  2012-2017
In de inleiding zijn er 4 specifieke onderwerpen kort uitgelicht, dat zijn economie, de eurocrisis, veiligheid en integratie. Hierdoor is meteen duidelijk dat integratie een van de belangrijkste punten is voor de VVD. Het kopje ‘integratie’ in de inleiding is een korte samenvatting van de belangrijkste standpunten van de partij over dit onderwerp. Ze leggen in dit stukje de nadruk op het individueel beoordelen van asielzoekers en migranten en niet op de groep. Het is de bedoeling dat migranten op eigen kosten de Nederlandse taal leren, maar als je de Nederlandse taal niet spreekt heb je volgens de VVD geen recht op een bijstandsuitkering. Ook vindt de partij, dat als het gaat om het terugdringen van kansarme migratie, de regels van de Europese Unie op een lager pitje gezet mogen worden als deze het bereiken van het doel in de weg staan. Als laatste in deze alinea, is het volgens de VVD nodig dat migranten goed gescreend worden zodat er zo snel mogelijk vastgesteld kan worden of iemand een vluchteling is of niet. Als dat het geval is, is er plek voor opvang in Nederland en anders moet hij of zij zo snel mogelijk het land verlaten. Met onder meer deze standpunten zegt de VVD de economie en veiligheid in Nederland te willen verbeteren. 
Later in het programma volgt het volledige stuk over integratie. Hierin wordt duidelijk dat volgens de VVD iedereen die in zijn eigen land niet veilig is, hier in Nederland welkom is zolang hij of zij zich maar goed gedraagt.  

 
“De VVD sluit niemand uit. Bij ons staat niet afkomst, maar  toekomst centraal. Niet geloof maar gedrag. Niet de groep  maar het individu.”
 
Voor de migrant wordt er echter wel een hoge lat gelegd aan het begrip goed gedrag. Zo wordt er vanuit gegaan dat je als migrant op eigen kosten en eigen initiatief je inburgeringscursus haalt. Haal je de cursus niet dan is er geen plek voor je in Nederland en moet je terug naar het land van je herkomst. Het is belangrijk dat de inburgeringscursussen nieuwkomers stimuleren een volwaardig lid van de Nederlandse samenleving te laten zijn. Het is belangrijk dat inzicht in en acceptatie van de Nederlandse samenleving, centraal staat in de cursus. Mensen of organisaties die de integratie actief tegenwerken moeten worden aangepakt. Ook pleit de partij voor het opheffen van de “integratie-industrie” die er nu is. Daarmee worden de projecten- en immigratie subsidies bedoeld die door de overheid worden verstrekt. Volgens de VVD zijn deze neerbuigend en stigmatiserend. Het is volgens de partij belangrijk dat de migranten net als Nederlanders zelf kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. 
 
 Aan integreren door te werken, is een apart kopje besteed. 
 
“Het hebben van een baan is volgens de VVD de beste manier om te integreren. Werk je, dan leer je de Nederlandse taal, geef je het goede voorbeeld aan je omgeving en investeer je in jezelf en in de samenleving.”
 
In dit kopje wordt duidelijk aangegeven waarom volgens de VVD de integratie portefeuille het best ondergebracht kan worden onder het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Werken is volgens de partij de beste manier om deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. Het vinden van werk is hierbij wel ieders eigen verantwoordelijkheid. Mocht het niet lukken om passend werk te vinden moet men zich zichtbaar fulltime inzetten om deze achterstand weg te werken. Asielzoekers moeten niet snel door de verkeerde prikkels in de bijstand terecht komen. De VVD vindt dat nieuwkomers de eerste 10 jaar geen recht hebben op een bijstandsuitkering, omdat ze daardoor vaak veroordeeld worden tot een langdurige achterstandssituatie. 
Onder het kopje taalachterstanden wordt duidelijk dat de VVD er veel waarde aan hecht dat mensen de Nederlandse taal beheersen, dit begint al op jonge leeftijd. Om te voorkomen dat kinderen op de basisschool beginnen met een taalachterstand wil de VVD een verplichte taaltoets invoeren voor 3-jarigen om te kijken of een kind achterloopt. Als dat het geval is, dienen ouders op eigen kosten de achterstand van hun kind zoveel mogelijk weg te werken. Het motto is: als je aan het eind van groep acht nog een achterstand hebt kun je niet met een positief advies naar het middelbaar onderwijs. Het beheersen van de Nederlandse taal is echter niet genoeg om succesvol te integreren. Hiervoor is ook nog de nodige kennis en begrip voor de Nederlandse kernwaarden van belang. Als ouders hun kinderen dit onvoldoende bijbrengen kan er gekort worden op de kinderbijslag. 

In het stuk over religie geeft de VVD aan, respectvol maar neutraal tegenover religie te staan. Dat betekent dat ze geen voorstander zijn van het subsidiëren van bijvoorbeeld moskeeën, kerken en andere geloofsgemeenschappen. De VVD bemoeit zich over het algemeen dus niet met religie, tenzij onder de naam van een geloof inbreuk gemaakt wordt op de Nederlandse kernwaarden. Met als voorbeeld de sharia rechtspraak of ongelijkheid tussen mannen en vrouwen of homo’s en hetero’s. De VVD is geen voorstander van het dragen van gezicht bedekkende kleding. Ze vinden dat mensen elkaar in Nederland op een open manier moeten benaderen en daar hoort dat soort kleding niet bij. 
De VVD staat voor een eerlijk en restrictief vluchtelingenbeleid. Het aanvragen van een verblijfsvergunning in de context van huwelijksmigratie is toegestaan, behalve als het gaat om een familielid of als de partner onder de 24 jaar is. Ook mag het inkomen van deze persoon niet minder zijn dan 120% van het minimuminkomen in Nederland. 
De VVD vindt, om ruimte te maken voor echte vluchtelingen de instroom van economische en kansarme migranten beperkt moet worden. Als blijkt dat iemand niet aantoonbaar onveilig in het land van herkomst is, moet hij of zij terug. Ook illegale en criminele asielzoekers dienen zo snel mogelijk uitgezet te worden.
 
 4.2 2017-2021
 
Bij het lezen van de inleiding valt op dat er in het programma steeds in de wij vorm geschreven wordt, in de zin van “wij Nederlands”. Ook wordt er meerdere malen aangehaald hoe fantastisch Nederland en de Nederlanders zijn. En dat het vooral zo moet blijven zoals het is. 
 
“Omdat wij onszelf willen blijven. Omdat we willen dat Nederland Nederland blijft.”
 
Toch is volgens de VVD niet alles perfect in Nederland, maar alles wat mis gaat naar de overheid halen is volgens de VVD niet de oplossing. Ook het uitzetten van complete bevolkingsgroepen is volgens de VVD niet de juiste oplossing. 
 
“Het is geen daad van verzet. Het is opgeven.”
 
De VVD wil echter niet alleen de Nederlanders in nood beschermen maar ook mensen uit andere landen die vluchten voor oorlogsgeweld. Deze bescherming kunnen deze mensen volgens de VVD het best krijgen in hun eigen regio zodat ze snel weer naar huis kunnen als de oorlog voorbij is. De hoeveelheid vluchtelingen die nog wel naar Nederland komen moet beperkt en gereguleerd kunnen worden. Aan het verblijf als vluchteling in Nederland zitten ook bepaalde voorwaarden. Je mag je niet schuldig maken aan pesterijen, bedreigingen, criminaliteit en discriminatie. Doe je dit wel dat wordt er niet met je gesproken over verandering van gedrag, maar word je het land uitgezet. 
Onder de kop veiligheid en vrijheid schrijft de VVD dat vooral door de grote migratiestroom de binnenlandse en buitenlandse veiligheid met elkaar vervlochten raken. De VVD heeft begrip voor de mensen die vanwege de slechte veiligheids- of economische situatie in hun eigen land hun toekomst in Nederland proberen te zoeken. Maar ze stellen ook dat het onmogelijk is al deze mensen hier op te vangen. Volgens de VVD integreert het grootste gedeelte van de groepen migranten niet, en dat zorgt voor onhoudbare spanningen in onze samenleving. Hierover stelt de partij zichzelf een aantal vragen. 

 
‘’Blijft Nederland nog wel Nederland? Zitten tussen al die mensen die naar Europa  willen komen mogelijk ook terroristen die hier aanslagen willen plegen? Hoelang duurt  het nog voordat de intolerantie en haat uit het Midden-Oosten zich  ook in onze 
samenleving nestelt? En kan ik nog wel gewoon in vrijheid naar een groot sportevenement  of een concert zonder ieder moment wantrouwend om me heen te hoeven kijken?’’
 
Om deze onzekerheden weg te nemen en Nederland zo te behouden zoals het is, zijn volgens de VVD een aantal zaken nodig. Te beginnen met een realistisch buitenlands beleid waarin de Nederlandse belangen voorop staan. Hiervoor is een sterke krijgsmacht nodig, moet ontwikkelingshulp beperkt worden tot de kernthema’s en de Europese buitengrenzen moeten verder verstevigd worden. Ook moet er voor gezorgd worden dat jihadisten geen voet aan de grond krijgen door onverminderlijk onze normen en waarden uit te blijven dragen. Opnieuw wordt duidelijk gemaakt dat Nederland een heel gastvrij land is zolang je je aanpast en je aan onze normen en waarden houdt.
De manier waarop veel migranten met de grote migratiestroom naar Europa komen is volgens de VVD mensonterend. Aan de andere kant ziet de partij ook het draagvlak hier in Nederland voor de opvang van al deze migranten afnemen. Volgens de partij is het huidige migratie systeem onhoudbaar en kunnen we in Nederland niet alle problemen in de wereld oplossen. Na deze afweging zijn een aantal standpunten geformuleerd. Het is volgens de partij belangrijker dat de opvang van vluchtelingen zich verplaatst naar de eigen regio, daar kan het geld dat nu naar de opvang in Nederland gaat veel beter gebruikt worden. De VVD pleit voor het volledig stoppen van asielaanvragen van mensen buiten Europa met enkele noodgevallen daargelaten. Bij gezinshereniging moeten er geen mensen naar Nederland komen maar moeten de mensen in Nederland weer terug naar het land van herkomst. Asielzoekers die geen verblijfsvergunning krijgen moeten zo snel mogelijk uit gezet worden naar het land van herkomst 
 
“Voor migranten uit veilige landen is hier geen plek.”
 
Tegen vluchtelingen die zich in de Nederlandse opvangcentra misdragen wil de VVD hard optreden. Het wordt niet getolereerd en mensen die zich hier schuldig aan maken worden zo snel mogelijk het land uitgezet. Om illegaliteit te voorkomen moet het strafbaar worden om hier in Nederland illegaal te verblijven of illegaliteit te faciliteren. Op het gebied van integratie vindt de VVD als eerst het meest belangrijk dat mensen de Nederlandse taal goed leren. 
 

“Wie de Nederlandse taal niet beheerst heeft geen kans om een bestaan in ons land  op te bouwen.”
 
De VVD vindt dat je het Nederlanderschap moet verdienen. Je moet je zichtbaar actief opstellen om de Nederlandse taal en gewoonten zo goed mogelijk te kennen en te begrijpen. Volgens de VVD kan dit alleen uit mensen zelf komen en daar hoort eigen financiering bij. Het dragen van een boerka geeft volgens de partij geen blijk van goede inburgering en daarom pleit de partij ook voor een verbod. 
 
“In de openbare ruimte staat het belang van veiligheid en elkaar open tegemoet treden  voorop. Daarom willen wij een algeheel verbod op gezicht bedekkende kleding  in het openbaar”
 
Op het gebied van buitenlandse zaken is de bewaking van de Nederlandse buitengrenzen een belangrijk punt voor de VVD. Hiervoor moeten volgens de partij meer militairen worden ingezet. Vluchtelingen die tijdens hun reis worden onderschept worden niet langer ergens anders in Europa afgezet, maar dienen direct terug naar de Europese kust gebracht te worden. 
 
 4.3 Vergelijking van beide programma’s 
Het eerste grote verschil dat mij is opgevallen tussen de 2 verkiezingsprogramma’s van de VVD is de toon en de manier waarop het geschreven is. In het programma van 2012 wordt er erg feitelijk beschreven waar de partij voor staat en wat het van plan is met Nederland. Het is een droge opsomming van beleidsvoorstellen. In de inleiding van het nieuwe programma is er zichtbaar meer aandacht besteed aan het betrekken van de lezer. In het nieuwe programma is er zichtbaar meer aandacht besteed aan de leesbaarheid van het programma. Zo zijn de beleidsvoorstellen in plaats van in punten zoals in het oude programma nu in een verhaal beschreven. Dit verhaal is nu veel sterker gericht op Nederlanders. 
 

“De Nederlander, de nuchtere Nederlander die hard werkt en van zijn land houdt, maar  die zich ook bedreigd voelt door de grote migrantenstroom die de laatste jaren is ontstaan. 
De Nederlander die vooral wil dat Nederlander zo blijft zoals het is”
 
De trots voor Nederland en haar volk wordt in het nieuwe programma alles behalve onder stoelen en banken geschoven. Dat terwijl de trots in het programma van 2012 niet eens benoemd werd. Ook de verdubbeling van de lengte van de inleiding in het recentste programma valt op. Er worden veel meer voorbeelden genoemd van wat er in Nederland goed gaat, maar ook wat er minder goed gaat. Over het algemeen valt op dat het nieuwe programma een beter leesbaar verhaal is geworden. 
In het programma van 2017 komen een aantal onderwerpen niet meer terug die er in 2012 wel instonden. Zo pleit de partij niet meer voor het onderbrengen van de integratie portefeuille bij het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid. Deze portefeuille zit namelijk nu bij veiligheid en justitie. Ook de verplichte taaltoets voor 3 jarigen komt niet meer terug in het programma voor 2017 tot 2021. De VVD pleitte destijds voor deze toets om alvorens ze aan het basisonderwijs beginnen te kunnen constateren of ze een taalachterstand hebben. Deze achterstand moest volgens de partij voor het einde van de basisschool zijn weggewerkt door middel van topklassen of zomerschool om over te kunnen naar het middelbaar onderwijs. Hierover wordt in het nieuwe programma niks meer genoemd. Evenzo de begeleidende rol van ouders in het onderwijs is geen terugkerend onderwerp. In 2012 noemde de VVD nog kansen te zien voor hoogopgeleide kennismigranten om Nederland economisch te versterken. In het meest recente programma geen sprake meer van. Hierin wordt alleen nog voor het stoppen van kansarme migratie gepleit. 
Naast dat er een aantal onderwerpen niet terug zijn gekomen in het nieuwe programma zijn er ook een heel aantal bijgekomen. Zo concludeert de partij zelf als verandering, dat waar veiligheid voorheen ging om het weren van inbrekers, er nu ook zorgen zijn over extremisme en terroristische aanslagen die allemaal erg dichtbij komen. De VVD noemt de situatie rondom de vluchtelingenstroom onhoudbaar voor Europa en Nederland. Een vluchtelingenstroom van dit formaat was 4 jaar geleden nog niet aan de orde en is daardoor nieuw in het programma opgenomen. Wat ook nieuw is, is dat in het laatste programma geconstateerd wordt dat de grote groepen vluchtelingen die in Nederland terecht komen niet of nauwelijks integreren. Ook het terrorisme dat volgens de partij verband zou kunnen hebben met de migratiestroom is een nieuw probleem dat in het programma van 2017 erg belangrijk is. Dit zou veel angst teweeg brengen onder de bevolking. Om aanslagen hier in Nederland te voorkomen en de angst weg te nemen pleit de partij voor een veelzijdig inzetbare krijgsmacht. Ook nieuw is de blik naar de toekomst waarin de VVD verwacht dat de huidige migratiestroom niet snel zal stoppen vanwege de explosief groeiende wereldbevolking. Als mogelijke oplossing ziet de partij nu de duurzame opvang in de regio. Ook nieuw in het meest recente programma dat de partij nu pleit voor het verlengen van de naturalisatietermijn tot 10 jaar. De VVD is van mening dat een te hoog beroep op een uitkering zou moeten leiden tot afkeuring van naturalisatie. De partij in het nieuwe programma voor een strengere aanpak voor minderjarigen die ernstige misdrijven plegen en versterking van de Europese grenzen met militaire inzet. In het vorige verkiezingsprogramma werd daar nog niet over gesproken. 
Nieuw is de belangrijke rol die de VVD toekent aan effectieve ontwikkelingshulp. Deze hulp zou ervoor moeten zorgen dat er landen waar nu veel vluchtelingen vandaan komen weer stabiel worden. Zodat er minder vluchtelingen naar Europa en Nederland toe zullen komen in de toekomst. In plaats van de opvang van vluchtelingen in Nederland geeft de VVD liever geld uit aan ontwikkelingshulp voor opvang in de regio. Hiermee hoopt de partij dat de migratiestroom naar Nederland volledig opdroogt en dat Nederland dus geen kansarme migranten meer hoeft op te nemen. 
Over een aantal standpunten is de VVD de afgelopen 4 jaar verandert van koers. De belangrijkste verandering rondom het onderwerp vluchtelingen is de manier van opvang. Terwijl voor echte vluchtelingen in 2012 nog plek was in Nederland wil de partij nu toe naar uitsluitend opvang in de regio Om hiermee te zorgen dat er geen vluchtelingen meer asiel aanvragen in Nederland. Het behouden van Nederland zoals het is, is in het programma van 2017 veel belangrijker geworden dit is het antwoord van de VVD op de eerder beschreven angst .Verder verandert de partij het standpunt over alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Terwijl de partij eerst stond voor het zo snel mogelijk terugsturen als de situatie in het herkomstland weer veilig is, gaat de partij nu ook voor preventie. De partij keurt het af als vluchtelingen die zich verwijtbaar niet honderd procent inzetten om Nederland te worden. De partij was hier ook al niet blij mee in 2012 maar in het nieuwe programma zijn er een aantal concrete maatregelen gekomen. Onder andere het niet kunnen krijgen van een sterkere verblijfsstatus of uitkering. 
Belangrijke onderwerpen die in beide programma’s naar voren komen zijn onder meer de neutrale rol van de VVD ten opzichte van religie. Dit is in beide programma’s voor de partij belangrijk onder meer om ervoor te zorgen dat er niemand voorgetrokken of achtergesteld wordt. Ondanks deze neutrale rol blijft ook het weren van haat predikende imams volgens de VVD noodzakelijk. Net als het verbod op gezicht bedekkende kleding in het openbaar. Deze kleding zou de open houding die mensen met een ander geloof of cultuur moeten hebben als zijn in Nederland komen in de weg staan. Dat integratie een enorm belangrijk punt is voor de VVD als je Nederlander wil worden blijft ook onveranderlijk. Volgens de partij is goede integratie de enige manier om het verwerven van een plek in onze samenleving succesvol te laten zijn. Bij deze integratie is het leren van de taal volgens de VVD het meest belangrijk, maar niet genoeg. Hier hoort ook het kennen en accepteren van de Nederlandse normen en waarden bij. Verder wordt in beide programma’s kenbaar gemaakt dat mensen die na de asielprocedure niet in Nederland mogen blijven zo snel mogelijk het land moeten verlaten. 

 
volledige paragraaf gebaseerd op bron 10 & 11. Alle citaten aangegeven met de tekens “…” afkomstig uit bron 10 & 11.
5. Verkiezingsprogramma GroenLinks  
 
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van GroenLinks op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
 
 
5.1 2012-2017
Onder de kop Nederland wereldland begint het programma met een stuk over ontwikkelingshulp. Volgens GroenLinks moet ontwikkelingshulp mensen helpen in wiens land meer armoede en minder vrijheid van meningsuiting is. Volgens de partij blijft het belangrijk deze mensen te ondersteunen.
 
“GroenLinks staat  niet alleen op voor jouw vrijheid, maar de vrijheid van iedereen.”
 
Als er voor langere tijd mensenrechten worden geschonden moet volgens GroenLinks de internationaal gemeenschap ingrijpen. In eerste instantie diplomatiek en als dat niet lukt militair. GroenLinks stelt dat bijna alle vluchtelingen in kampen zitten in fragiele regio’s en wil daarom jaarlijks een groep vluchtelingen uitnodigt om een in Europa een nieuw leven op te bouwen. 
 

“Jonge migranten die als zo lang in Nederland zijn dat ze hier geworteld, moeten kunnen  blijven. Of het er nu 20 of 2.000 zijn, deze kinderen horen hier.”
 
Voor GroenLinks is het zeer belangrijk dat kinderen die hier in Nederland geworteld zijn, hier mogen blijven. Volgens de partij zijn deze kinderen net zo Hollands als jij en ik en hoort hun toekomst niet in Irak of Afghanistan. Samengevat in een standpunt staat GroenLinks voor een warm vluchtelingenbeleid met een kinderpardon. De partij vindt ook dat er een actieve voorlichtingscampagne gestart moet worden voor alle mensen die met vluchtelingen en andere ongedocumenteerden werken, welke rechten deze mensen hebben op basisvoorzieningen zoals toegang tot medische zorg en opvang. Ook worden er maatregelen getroffen voor vluchtelingen en migranten die de AOW leeftijd bereiken omdat zij momenteel een slechtere inkomenspositie hebben dan andere AOW’ers.
Bij GroenLinks is er ruimte voor verschil. Dat betekent dat mensen in Nederland tolerant moeten zijn naar mensen met andere ideeën, afkomst, religie, enz.
 
“Nareizende gezinsleden van vluchtelingen krijgen onmiddellijk toestemming om zich te  vestigen in Nederland.”
 
De partij vindt dat de inkomenstoets voor gezinsmigranten die van buiten de EU komen gelijk moeten worden gesteld aan die uit de EU. Ook moeten de recente aanscherpingen voor de eisen van gezinsmigratie teruggedraaid worden en houden ongehuwden hetzelfde recht op gezinshereniging als gehuwden. De toegelaten partners krijgen na een jaar onafhankelijk verblijfsrecht en na 2 jaar permanent. Ook moeten de kosten voor naturalisatie van niet EU-burgers gelijk worden aan die van EU-burgers. 
Het taalonderwijs dat in Nederland aan migranten, ook die al langer in Nederland zijn, moet volgens GroenLinks meer gericht zijn op participatie in de Nederlandse samenleving. Dit moet gebeuren via scholing, een eigen bedrijf en/of werk. In het onderwijs moet meer worden ingegaan op Nederlandse grondrechten als uitingsvrijheid en het gelijkheidsbeginsel. Migranten die tot inburgering verplicht zijn hoeven dit onderwijs niet zelf te betalen, maar migranten van bijvoorbeeld EU-burgers die niet inburgeringsplichtig zijn kunnen tegen betaling gebruik maken van dit onderwijs. Het niet slagen van het inburgeringsexamen heeft geen gevolgen voor het verblijfsrecht. Wel wordt een gebrek aan inspanning tegen gegaan met boetes. Ook worden er geen extra eisen gesteld aan het opleidingsniveau of inkomen voor de verkrijging van het Nederlanderschap. GroenLinks is tegen het boerkaverbod. 

De partij is van mening dat vluchtelingen beschermd moeten worden. Daarom ijveren zij in Nederland voor een betere naleving van het VN-vluchtelingenverdrag.  
 
5.2  2017-2021
GroenLinks wil in de komende tijd zorgen dat de samenleving verbindt in plaats van splijt en dat mensen weer vertrouwen krijgen in elkaar en in de toekomst van Nederland. De partij geeft meteen al aan de polarisatie waarin mensen onder ander de komst van vluchtelingen als een bedreiging zien aan te willen pakken. 
 
“Alleen samen kunnen we zorgen voor eerlijke belastingen, rechtvaardig sociaal beleid en een humane vluchtelingen aanpak.”
 
GroenLinks wil de grenzen niet sluiten voor vluchtelingen. Mensen die hun leven wagen om oorlog, geweld en vervolging te ontvluchten hebben in Nederland ook recht op een toekomstperspectief. En hiervoor moeten we in Europees verband samen de verantwoordelijkheid eerlijk verdelen, samen in Europees verband. De partij zegt te beseffen dat dit een grote uitdaging is voor de Europese samenleving. Het is voor GroenLinks belangrijk dat de vluchtelingenopvang fatsoenlijk is en dat wanneer een asielaanvraag niet goedgekeurd wordt de terugreis veilig is en mensen weer uitzicht hebben op een goed leven. Kinderen die geworteld zijn hier in Nederland worden niet uitgezet.
 

“Alle kinderen die in Nederland geworteld zijn en buiten hun schuld nog geen  verblijfsstatus hebben, mogen in Nederland blijven.
 
Vluchtelingen moeten bij aankomst in Nederland de Nederlandse grondwet, onze democratie en de bijbehorende vrijheden leren kennen en zich daaraan houden. Om te zorgen dat dit ook gebeurt begint integratie al vanaf de dag van aankomst, door middel van taalonderwijs en het mogen werken. Dit alles is vooral gericht op participatie in de Nederlandse maatschappij. 
 
“Zowel vluchtelingen als de Nederlandse samenleving hebben de plicht om integratie  te laten slagen.”
 
 
GroenLinks staat voor een individuele, eerlijke en zorgvuldige asielprocedure die binnen een jaar is afgerond. Alleen bij nieuwe informatie of bij verborgen feiten met als voorbeelden trauma’s of seksuele gerichtheid mag er een verlengde asielprocedure gestart worden. Tijdens de procedure wordt er veel rekening gehouden met het belang van kinderen. Als het aan GroenLinks ligt wordt dit in de wet vastgesteld. Alle kinderen die in Nederland geworteld zijn worden niet uitgezet. Ook wordt er meer geld vrijgemaakt voor de subsidie voor de scholing van vluchtelingenkinderen.  Wie uiteindelijk geen asiel krijgt in Nederland moet zo snel mogelijk terug naar het land van herkomst. Aan mensen die niet direct terug kunnen wordt een tijdelijke verblijfsvergunning verstrekt. GroenLinks geeft aan het belangrijk te vinden dat er tijdens de omgang met vluchtelingen en gedurende de asielprocedure gelet wordt op de Europese regels en richtlijnen. Ze hechten er waarde aan dat Nederland zich hier aan houdt.
De vluchtelingenopvang in Nederland moet kleinschaliger en via de gemeente georganiseerd. De hoeveelheid vluchtelingen die een gemeente moet opvangen wordt gebaseerd op het inwoneraantal. De gemeenten zorgen zelf voor opvang en de start met integratie. In bedreigende situaties worden kwetsbare groepen apart opgevangen en daders effectief aangepakt. Voor mensen die in de regio worden opgevangen komt meer geld beschikbaar, zodat er beter gezorgd kan worden voor faciliteiten en behoeften  als bescherming, veiligheid, onderwijs en zorg. 

 
5. 3 Vergelijking van beide programma’s
In het programma van 2017 is meer aandacht besteed aan de maatschappelijke tweedeling die volgens GroenLinks in Nederland plaatsvindt dan in het programma van 2012. De verschillen in het publieke debat zijn de afgelopen jaren ook een stuk groter geworden. En worden er ook geen doekjes om gewonden dat GroenLinks dit liever anders ziet. Regelmatig wordt dan ook benoemd dat GroenLinks staat voor een verbonden samenleving waarin iedereen respect voor elkaar heeft.
 
“Het is tijd om te kiezen voor één samenleving, een samenleving die mensen verbindt  in plaats van splijt. Waar iedereen deel van uitmaakt, op zijn of haar manier.”
 
In de manier waarop het programma is opgesteld en de indeling is weinig verandering te zien. Zo begint in beide programma’s ieder hoofdstuk met een stuk tekst waarin de beleidsplannen worden voorgesteld en eindigt het met deze plannen puntsgewijs samengevat. Ook valt op dat het programma op het gebied van vluchtelingen, integratie en migratie het programma niet heel erg is uitgebreid. 
In het nieuwe programma komen een aantal punten uit het programma van 2012 niet meer terug. Zo wordt er niks meer gezegd over de voorlichtingen die de partij wilde geven aan mensen van bijvoorbeeld de naturalisatiedienst en mensen die met migranten werken. Tijdens deze voorlichtingen zouden vooral de rechten van mensen zonder verblijfspapieren besproken moeten worden. Het voorstel om gezinsmigranten van buiten de EU dezelfde toets te laten doen als die van binnen de EU komt in het 2e programma niet meer terug. En ook het voorstel om de minimumleeftijd van de gezinsmigranten van buiten Europa te verlagen tot achttien jaar heeft het nieuwe programma niet gehaald. Verder pleit de partij in 2012 nog voor het plaatsen van zoveel mogelijk alleenstaande minderjarige vluchtelingen in pleeggezinnen en voor het beschikbaar stellen van gratis tolken voor de vluchtelingen bij bijvoorbeeld een dokters- of ziekenhuisafspraak. Beide punten zijn in het programma van 2017 niet meer opgenomen. 
 

In het programma van 2017 zijn ook een aantal nieuwe standpunten te vinden. Zo wil de partij nu vooral veel inzetten om het verbinden van de samenleving te stimuleren zodat er ruimte komt voor bijvoorbeeld mensen van andere culturen. Ook nieuw in dit programma is het standpunt dat asielzoekers die vijf jaar een permanente verblijfsstatus hebben het recht te geven om te kunnen stemmen tijdens de landelijke verkiezingen. Dit is bij de gemeenteraadsverkiezingen het geval. Verder stelt de partij in het nieuwe programma voor om vluchtelingen tegelijk met hun asielaanvraag ook een aanvraag voor gezinshereniging te kunnen laten doen. Dit zorgt er volgens de partij voor dat de asielprocedures sneller afgehandeld kunnen worden. In het programma van 2017 wil GroenLinks de regels van het kinderpardon eerlijker maken zodat alle kinderen die hier geworteld zijn gewoon een verblijfsvergunning kunnen krijgen. 
Over een aantal punten is GroenLinks in de twee programma’s van mening veranderd. Zo zag de partij het reguleren van de vluchtelingenstroom in de Europese Unie in 2012 nog als iets dat meer vanzelfsprekend was en wordt het in het nieuwe programma een grote uitdaging genoemd. Ook het begrip opvang in de regio is in het nieuwe programma belangrijker geworden. Terwijl de opvang in de regio in 2012 alleen fragiel genoemd werd, is de partij in het meest recente programma van mening dat er meer geld moet naar deze opvang, om ervoor te zorgen dat er in deze opvangplekken bijvoorbeeld medische zorg beschikbaar is. Over de vluchtelingenopvang in Nederland is in de standpunten van de partij een verandering te zien. Zo pleit de partij in het nieuwe programma nu voor kleinere opvangcentra waarbij de hoeveelheid vluchtelingen die een gemeente opvangt, afhankelijk wordt van het inwonertal. Ook wordt er voor het eerst voorgesteld om het regelen van opvang in het vervolg in overleg met de inwoners van deze gemeenten te doen. 
Verreweg het grootste deel van het GroenLinks partijprogramma is hetzelfde gebleven. Zo blijft de partij staan voor de rechten van asielzoekerskinderen en wordt er in beide programma’s voor gratis beschikbare scholing gepleit. Daar kunnen deze kinderen al vanaf het begin dat zij in Nederland zijn gebruik van maken. De voorlichting van de migranten over onze samenleving, democratie en de bijbehorende vrijheden blijft voor GroenLinks in beide programma’s cruciaal om integratie succesvol te laten zijn. De partij is van mening dat het niet slagen van de inburgeringscursus niet het intrekken van een verblijfsvergunning tot gevolg mag hebben. Ten slotte wordt in beide programma’s kenbaar gemaakt dat GroenLinks staat voor een individuele, rechtvaardige en zorgvuldige asielprocedure. 
 
volledige paragraaf gebaseerd op bron 12 & 13. Alle citaten aangegeven met de tekens “” zijn afkomstig uit bron 12 & 13.
6. Verkiezingsprogramma D66
Wat zijn de verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van 2012-2017 en 2017-2021 van D66 op het gebied van migratie, integratie en vluchtelingen?
 
 
6.1 2012-2017
Aan het onderwerp vluchtelingen, immigratie en integratie heeft D66 één aparte alinea gewijd met de kop; Een gastvrij Nederland, in het hoofdstuk vrijheid door recht. In deze alinea beschrijft D66 rechtvaardig, humaan en streng te zijn omtrent asielzaken, het liefst in Europese context. Integreren en meedoen in de samenleving staat in dit programma centraal, bijvoorbeeld door kinderen van vluchtelingen hun school af te laten maken en volwassenen te laten werken. Na 8 jaar in Nederland verbleven te hebben mogen asielzoekerskinderen in Nederland blijven. Volwassenen moeten zo snel mogelijk een baan kunnen krijgen om hun gezin te onderhouden.  
 

`Werken is de drijvende kracht achter geslaagde integratie`
 
Ook wordt er gepleit voor een snellere asielprocedure met een maximale duur van 3 jaar. Hierbij heeft het wel of niet slagen van de inburgeringscursus geen invloed op het proces en de uitkomst. Volgens D66 zijn er aan de hoeveelheid vluchtelingen die Nederland als land op kan nemen. Mede daarom zetten ze zich in voor Europese samenwerking rondom dit onderwerp. Hierbij is volgens D66 belangrijk dat asielzoekers verdeeld worden over de lidstaten. Als voorbeeld worden de Europese grenslanden Italië en Griekenland aangehaald als landen die overbelast worden door de grote vluchtelingenstromen die via deze landen Europa binnenkomen. 
D66 staat voor een duidelijke overheidsbeleid rondom de asielprocedure. Wanneer vluchtelingen geen recht hebben op een verblijfsvergunning worden zij teruggestuurd naar het land van herkomst. Wel staat tijdens de procedure centraal dat Nederland zich opstelt als een gastvrij land waarbij mensen die recht op bescherming dit krijgen en in de samenleving worden opgenomen. 
 
“Wij beoordelen mensen niet op basis van achtergrond, kleur en geloof, maar op grond van wat ze doen. Verdraagzaamheid is de sleutel.”
 
De alinea is feitelijk en duidelijk. Het is een opsomming van standpunten en beleidsvoorstellen. Naast de alinea “een gastvrij Nederland”, wordt in het hoofdstuk “kiezen voor Europa” migratie een paar keer aangehaald als een probleem dat het best in Europees verband opgelost kan worden, maar hier wordt niet verder op ingegaan.  
 
 
 
6.2  2017-2021
In het D66 verkiezingsprogramma voor 2017 tot 2021 wordt er uitgebreid ingegaan op de onderwerpen vluchtelingen, Integratie en Immigratie. Dit begint al bij het voorwoord, geschreven door lijsttrekker Alexander Pechtold, die al in een van de eerste zinnen van het programma de vluchtelingencrisis benoemd als een van de grootste problemen waar Nederland op dit moment mee te kampen heeft. Ook wordt er al meteen in de eerste alinea afkeurend gesproken over de manier waarop populisten met dit probleem omgaan. Volgens D66 gebruiken zij het probleem uit cynisch eigenbelang zonder mensen een oplossing te bieden en verder te helpen. Het wordt direct afgedaan als wegwerp politiek. Toch is volgens D66 het populisme in opkomst en gaat het hand in hand met de wedloop van wantrouwen in de samenleving. Hierbij wordt de Brexit in Groot-Brittannië en de presidentsverkiezingen in de Verenigde staten als voorbeeld gebruikt. Ook wordt er in het voorwoord beschreven dat vluchtelingen net als ouderen en laagopgeleiden gelijke kansen op de arbeidsmarkt verdienen. Politiek van vrijheid en verbondenheid is hierbij belangrijker dan politiek van verdeeldheid en discriminatie. 
 

“Om vluchtelingen menswaardig op te vangen is Europese  samenwerking onmisbaar.”
 
In het hoofdstuk over Europa wordt het vluchtelingenprobleem en immigratie genoemd als iets dat we niet als land alleen op kunnen lossen maar waar we Europa voor nodig hebben. Het is volgens D66 onzinnig om te denken dat we dit zelf kunnen regelen. De problemen moeten opgelost worden op plekken waar dit kan en dat is in Europees verband. Om de toestroom van vluchtelingen zo goed mogelijk te reguleren moeten de buitengrenzen van Europa zo goed mogelijk beschermd worden. Zodat de vluchtelingen vervolgens via legale routes naar Nederland en andere landen kunnen doorreizen. Een goede verdeling van vluchtelingen over de lidstaten is daarbij van cruciaal belang. Ook zet D66 zich in voor een gezamenlijk Europees terugkeerbeleid. 
Bij D66 is radicale kansengelijkheid een van de belangrijkste speerpunten. Dit houdt in dat iedereen die in Nederland verblijft dezelfde rechten en kansen heeft, bijvoorbeeld in het onderwijs of op de arbeids- of woningmarkt. Dit geldt voor lager opgeleiden en ouderen maar ook voor vluchtelingen en mensen met een niet-westerse achtergrond. D66 wil daarom bijvoorbeeld veel extra sociale huurwoningen bouwen om onder meer de achterstanden rondom vluchtelingenhuisvesting weg te werken zonder dat er sprake is van verdringing.
 
“De vrijheid en economische voorspoed zijn momenteel zo groot dat zij  aantrekkingskracht uitoefent op andere delen van de wereld.”
 
Onder het hoofdstuk “vol vertrouwen in de wereld” worden de plannen van D66 het meest uitgebreid toegelicht in meerdere alinea’s. Het begint met het kopje “betrokken bij en realistisch over vluchtelingen`. Onder dit kopje wordt gesteld dat er sinds de 2e wereldoorlog niet meer zo’n groot aantal vluchtende mensen is geweest. Dit onder meer veroorzaakt door de grote brandhaarden in Syrië en Eritrea. En deze migratiestroom zal de komende jaren nog voortzetten. Volgens D66 zegt die grote migratiestroom niet alleen wat over de landen waar deze vluchtelingen vandaan komen maar ook over Nederland. Namelijk dat de welvaart en economische voorspoed een zeer grote aantrekkingskracht uitoefent op landen uit andere werelddelen. Bij dit voorrecht hoort ook een verantwoordelijkheid, namelijk die om zoveel mogelijk mensen de kans te geven op een menswaardig bestaan. 
“het recht op individuele vrijheid is immers niet gebonden aan de plek  waar je wieg  gestaan heeft”

 
Daarom staat de deur voor mensen die hun leven in eigen land niet zeker zijn altijd open als onderdeel van onze dure medemenselijke plicht. D66 geeft aan trots te zijn op de mensen met verschillende afkomst in Nederland, deze mensen hoeven net als Nederlanders in het buitenland niet hun oorspronkelijke nationaliteit op te geven.
Voor D66 is opvang in de regio een belangrijk onderdeel van de oplossing, maar ze geven wel duidelijk aan dat al 95% van de mensen die op dit moment op de vlucht zijn, zich al in omringende landen bevinden. Daarom is het belangrijk dat de opvang verbeterd door flinke verhoging van de noodhulp en door structurele partnerschappen aan te gaan met de regeringen daar. Ook moeten deze landen waar nodig verplicht worden door naast reguliere asielaanvragen aan onze buitengrenzen vluchtelingen veilig naar Europa te laten komen. 
Naast opvang voor de regio staat D66 ook voor het aanpakken van de oorzaken van de vluchtelingenstroom. Dit moet gebeuren door een steviger investerings- en hulpbeleid, om de economische en rechtsstatelijke omstandigheden in de landen van herkomst te verbeteren.
 
“De asielprocedure moet zo worden ingericht dat het aantal verhuisbewegingen van  kinderen tijdens de procedure zo klein mogelijk is.”
 
Op het gebied van opvang vindt D66 dat de asielprocedure en opvangcentra zo moeten worden ingericht dat de asielzoekers en dan met name kinderen zo min mogelijk hoeven te verhuizen. Daarnaast vindt de partij het erg belangrijk dat de mensen die hier een verblijfsvergunning krijgen zo snel mogelijk kunnen meedraaien in de maatschappij. Hierbij is het belangrijk dat deze mensen de taal zo snel en goed mogelijk leren, bijvoorbeeld doordat er al in de opvang door de overheid gesubsidieerde taalcursussen gegeven worden. De diploma’s uit het land van herkomst moeten zo snel mogelijk erkend worden en er moet gekeken worden naar mogelijke aanvullende opleidingen of cursussen. 
 

6.3 Vergelijking van beide programma’s
Het eerst wat opvalt aan het programma van D66 is dat ten opzichte van 4 jaar geleden het huidige programma veel uitgebreider is op het gebied van vluchtelingen, migratie en integratie. Terwijl er in het programma van 2012 tot 2017 maar één alinea aan deze onderwerpen besteed was zijn dat er in het nieuwe programma meer dan 15. Opvallend is dat in het programma van 2012 het woord vluchteling geen enkele keer voorkwam en in het programma van 2017 wel 28 keer. Het is mede daardoor duidelijk dat het programma van 4 jaar geleden veel minder gericht is op de komst van veel vluchtelingen. Hierbij zijn in het nieuwe programma de standpunten niet zo zeer veranderd maar vooral uitgebreid. Ook zijn er heel wat nieuw kopjes en onderwerpen bijgekomen. 
Ook valt op dat het programma op een andere manier geschreven is. Zo worden er meer voorbeelden gegeven en worden bepaalde standpunten duidelijker in een context geplaatst. Dit zorgt ervoor dat het programma makkelijker leesbaar is en dat het makkelijker is om te begrijpen in welke situaties de beleidsplannen die worden voorgesteld van toepassing zullen zijn. Verder wordt er in het nieuwe programma nu ook kritiek gegeven op de manier waarop de populisten met de situatie rondom vluchtelingen omgaan. Zo zouden zij volgens de D66 de legitieme zorgen van de Nederlanders uitbuiten om er zelf groter van te worden.  Wat ook opvallend is, is dat het onderwerp vluchtelingen in het nieuwe programma bijna bij alle onderwerpen terugkomt. Bijvoorbeeld in het hoofdstuk over wonen, maar ook in die over onderwijs. 
In het programma van 2017 komen een aantal onderwerpen niet meer terug die er in 2012 wel instonden. Zo was de partij in 2012 nog van mening dat wanneer een asielprocedure langer duurde dan 3 jaar er boetes opgelegd zouden moeten worden aan het overheid, als prikkel om de procedure zo snel mogelijk te laten verlopen. Ook komt het stuk over het behandelen van de democratische grondrechten als respect voor en acceptatie van homo’s en gelijkheid van man en vrouw, in het programma niet meer terug. Verder stelde D66 in 2012 nog dat een kind na 8 jaar in Nederland te hebben verbleven niet meer weggestuurd mag worden. Deze leeftijdsrichtlijn komt in het nieuwe programma niet terug.  
Naast dat er een aantal onderwerpen niet terug zijn gekomen in het nieuwe programma zijn er vooral ook veel nieuwe bijgekomen. Er wordt in het nieuwe programma veel aandacht besteed aan de grote vluchtelingenstroom richting- en door Europa die er in 2012 nog niet was. Om deze stroom van mensen beter te begeleiden en op te vangen komt de partij met nieuwe voorstellen om dit zo goed mogelijk te doen. Nieuw in het programma van 2017 is de bewaking van de Europese buitengrenzen. Bij deze bewaakte buitengrenzen moet controle komen die het aantal vluchtelingen dat Europa binnenkomt beheersbaar moet maken. Dit moet er voor zorgen dat de vluchtelingen via legale routes verder Europa in kunnen trekken. Een andere nieuw standpunt is het bouwen van nieuwe woningen die ervoor moeten zorgen dat de vluchtelingen gehuisvest kunnen worden zonder dat er andere mensen in de verdringing komen. Naast het oplossen van de problemen in Nederland wil D66 ook zorgen dat de vluchtelingen- stromen stoppen vanuit de landen van herkomst. Dit moet volgens de partij gebeuren door het ondersteunen bij het opbouwen van de een democratie en een goed functionerende rechtelijke macht in deze landen. Ook opvang in de regio, wat een heel nieuw begrip is voor D66 in het programma van 2017, is volgens de partij nu een deel van de oplossing. Ook nieuw is dat D66 in het programma van 2017 stelt dat in een ideale wereld landsgrenzen niet bestaan. Omdat deze er wel zijn pleit de partij voor goede samenwerking met buurlanden in Europa. De partij wil dat de Europese Unie een groot gedeelte van zijn begroting besteed aan het in goede banen leiden van de vluchtelingencrisis. Een ander nieuwe wens van de partij is het instellen van een vluchtelingen eurocommissaris. De partij wil in het nieuwe programma meer vluchtelingen op een veilige manier naar Nederland laten overkomen in het kader van het UNHCR-hervestigingsprogramma. Verder wil D66 de opvang van vluchtelingen in Nederland radicaal anders vormgeven. Zo wil de partij meer kleinere permanente opvanglocaties. Er moet voor gezorgd worden dat vluchtelingen minder vaak hoeven te verhuizen en dan met name de kinderen. Dit komt volgens de partij namelijk ten goede van het onderwijs. Andere hele nieuwe thema’s die in het verkiezingsprogramma van 2017 behandeld worden zijn; bed, bad en brood en de bescherming van kwetsbare vluchtelingengroepen. Zo wil D66 de daders van het lastigvallen en of bedreigen van andere vluchtelingen hard aanpakken en de kwetsbare groepen als christenen of homo’s apart opvangen. 
Verder is D66 in het programma van 2017 ook op bepaalde punten in opvatting veranderd ten opzichte van 2012. Zo pleitte de partij in 2012 nog voor een maximale asiel detentie van 4 weken. In het programma van 2017 wordt er nog wel benadrukt dat deze detentie het best niet te lang kan duren, maar een termijn wordt er niet meer genoemd. Ook staat er in het programma van vier jaar geleden dat er aan het niet slagen van de inburgeringstoets geen consequenties verbonden mogen worden bij het krijgen van een verblijfsvergunning. In het programma van 2017 is de partij van mening dat als mensen verwijtbaar hun toets niet halen dit gevolgen kan hebben voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Verder is de partij het nog belangrijker gaan vinden dat vluchtelingen zo snel mogelijk onderwijs krijgen. Terwijl de partij in het programma van 2012 al vond dat vluchtelingen snel moeten beginnen met onderwijs, vindt de partij nu dat het noodzakelijk is dat dit al op de eerste dag na aankomst moet starten.
Belangrijke onderwerpen die in beide programma’s op dezelfde manier naar voren blijven komen zijn er ook. Zo is de partij er in beide programma stellig over, dat kinderen niet in de cel horen en daarom gespaard moeten worden voor asiel detentie. Ook blijft de partij in beide programma’s overtuigd van de grote rol van Europa rondom de vluchtelingenstroom. D66 is een absolute voorstander van een gezamenlijke Europese oplossing voor dit probleem. Ook vindt de partij onveranderlijk dat Nederland zich moet houden aan de verdragen die rondom de opvang van vluchtelingen gesloten zijn. Verder blijft de partij het belangrijk vinden dat mensen die hulp verdienen, dat hier in Nederland moeten kunnen krijgen. Hierbij vindt de partij nog steeds integratie een zeer belangrijk onderdeel en de enige manier om het verblijf hier in Nederland succesvol te laten zijn. Ook is het opvallend dat D66 in 2012, toen de vluchtelingenstroom nog niet in deze mate aanwezig was, al pleitte voor het verlichten van Europese grenslanden door Europese verdeling van vluchtelingen. 
Volledige paragraaf gebaseerd op bron 14 & 15. Alle citaten aangegeven met de tekens “….” zijn afkomstig uit bron 14 &15.
  
Volledige paragraaf gebaseerd op bron 14 & 15. Alle citaten aangegeven met de tekens “….” zijn afkomstig uit bron 14 &15.
7. Onderzoeksdeel
 
Inleiding
Voor mijn onderzoek heb ik twee mensen geïnterviewd. In deze interviews heb ik geprobeerd er achter te komen op welke manier een verkiezingsprogramma tot stand komt en hoe deze afgestemd wordt op de actuele publieke opinie van het Nederlandse volk. Ook ben ik benieuwd naar de manier waarop de tweede Kamerfractie, en dus de mensen die wij van D66 altijd op televisie en in de kranten zien, betrokken worden bij het samenstellen van het verkiezingsprogramma. Ik vind het interessant om naast het analytisch doornemen en vergelijken van de verkiezingsprogramma's ook te kijken naar hoe de mensen die de programma’s schrijven en zich in de dagelijkse rush van de politiek begeven, dit ervaren. 
 

7.1 Interview met Roel van den Tillaart
Onderwerp: Ontwikkeling van verkiezingsprogramma’s
Geïnterviewde: Roel van de Tillaart, secretaris van de programmacommissie van D66
Datum: 18 november ’16
Duur: 25 minuten ‘
Locatie: Hoofdkantoor D66, Hoge Nieuwstraat 30, Den Haag. 
 
Hoe lang bent u al actief voor D66 en wat zijn uw huidige werkzaamheden voor de partij.
Ik ben in 2004 lid geworden, in 2009 actief. Eerst in de Gemeenteraad van Nijmegen als fractievolger, dus ter ondersteuning van de fractie. Ik ben pas later naar Den Haag verhuisd, en pas sinds vorig jaar werk ik hier op het landelijk bureau. Hier werk ik bij de programma commissie. We hebben een permanente programmacommissie, dat is de commissie die over het programma gaat. Dat betekent dat als we niet bezig zijn met het verkiezingsprogramma we bezig zijn met allerlei projecten dat zijn de bouwstenen voor het volgende programma. Als op gegeven moment de verkiezingen eraan komen dan bereiden we de permanente programma commissie uit tot een verkiezingsprogramma commissie. Daarmee gaan we echt een programma schrijven met de informatie die we in de maanden daarvoor hebben verzameld. Er wordt namelijk permanent onderzoek gedaan.  
 

Hoe wordt de programmacommissies samengesteld?
De permanente programmacommissie is ook actief in de rustige periodes en bestaat uit een voorzitter en secretaris. Ik ben de secretaris dat is gewoon een betaalde baan, de voorzitter is een vrijwilligers functie. Het landelijk bestuur wordt gekozen door onze leden op het landelijk congres en die hebben het mandaat om een voorzitter aan te stellen. Die zijn dus ook formeel gemandateerd door onze leden.
De voorzitter zet de grote lijnen uit en de secretaris zorgt ervoor dat alles gebeurt. Verder laten we alles doen door vrijwilligers. Als voorbeeld hebben we vorig jaar in 2014 het project, Agenda 20/20, opgestart. Dat is een verzameling van ongeveer 20 onderwerpen waarop we werkgroepen hebben gezet. Een van die werkgroepen onderzoekt dan bijvoorbeeld “hoe kunnen we arbeidsgehandicapten betere toegang geven tot de arbeidsmarkt vanuit het ideaal van gelijke kansen”. Dan zoeken we daar leden bij die daar verstand van hebben. Meestal bestaat zo’n werkgroep uit ongeveer 50 mensen. Die gaan vrijwillig voor ons aan de slag en die komen uiteindelijk terug met een notitie. Uit die notitie schrijven wij dan weer een standpunt. Voorafgaand geven eerst altijd een briefing waarin wij uitleggen wat we willen weten en in welke vorm en op welk abstractieniveau. Op basis hiervan doen zij hun onderzoek.
 
Vergaderd de verkiezingsprogrammacommissie met elkaar om tussentijdse ontwikkelingen te bespreken?
We werken echt op project basis. Daarbij hoort eens start, een briefing en een eind. Het eind is de oplevering van de definitieve notitie. Tussendoor hebben we dan fysieke bijeenkomsten met de voorzitter van de programmacommissie, ik, mensen van de van Mierlo stichting (het wetenschappelijke bureau van D66) en de vrijwilligers die betrokken zijn. Dan nemen we de voortgang door en bekijken we waar we kunnen bijsturen. We hebben een aantal vaste bespreek momenten tot het eindpunt. Als de notitie is opgeleverd dan wordt het ook gewoon afgehecht
 
Hoe wordt het programma van vier jaar geleden als basis gebruikt voor het nieuwe?
Echt letterlijk. Het vorige programma heeft mijn voorganger nog gemaakt en ik heb het programma gemaakt van 2017. Het eerste wat ik gedaan heb toen ik hier kwam werken was het hele oude programma van de pdf waar het in stond in een Excel bestand gezet. Daarmee had ik alle standpunten onder elkaar. Dat was de basis voor het nieuwe programma. We hebben eerst gekeken naar wat al uitgevoerd is en wat niet meer speelt. Alle standpunten hebben we geclassificeerd, en vervolgens hebben we alle nieuwe standpunten vanuit de notities er in gezet. En dat was de basis waarmee we begonnen.
 

Waardoor is het programma van dit jaar zoveel langer geworden dan dat van vorige verkiezingsperiode?
Er zijn er veel bijgekomen en weinig weggegaan. ook heeft het te maken met de vorm waarin we het hebben gepresenteerd. In Word Is het huidige programma ongeveer honderd pagina’s en de vorige was 70.
 
Hoe zijn de Kamerleden en fractievoorzitter betrokken bij het maken van het programma.
De basis voor dit programma is het Agenda 20/20 project. En al vanaf de start van dit project hebben we samen met de programmacommissie en samen met de fractie gekeken naar wat de grote onderwerpen voor het volgende programma worden. We hebben de basis al samen neergelegd en vervolgens voeren wij alles uit. We beginnen met een gezamenlijke discussie. dan vragen we aan de fractie wat volgens hen belangrijke punten zijn. Zij weten ook veel meer van wat er speelt in de maatschappij, we hebben ze dus echt nodig. Zij hebben ook meer contact met experts en mensen die er verstand van hebben. We werken dus van begin af aan samen. We spraken dus al dezelfde taal toen we begonnen en dat was natuurlijk een groot voordeel. We hebben vanaf het moment dat de verkiezingsprogrammacommissie werd samengesteld, in november december vorig jaar, meteen Wouter Koolmees en Jelmer Alberts erbij gevraagd. Die werken allebei voor de fractie. Wouter koolmees is onze strategische en financiële man in Den Haag en Jelmer Alberts is degene die de hele fractie aanstuurt. Zij zitten formeel niet in de verkiezingsprogrammacommissie maar waren overal voor uitgenodigd, ze waren altijd aanwezig. Ook hielden zij de fractie op de hoogte over hoe het stond met het programma en wat er gebeurde. Zij zijn overal bij betrokken geweest. Al vanaf het begin toen de discussies over de belangrijke standpunten voor het programma plaatsvonden  en de kernwaarden en grote ambities en de rode draad besproken werden.
 
Hoe bepalen jullie de inhoudelijke vormgeving van zo’n programma.
We hebben in dit programma iets meer voorbeelden gezet. Bijvoorbeeld allerlei lokale dingen die we de afgelopen 4 jaar hebben zien gebeuren. Die hadden we er in het vorige programma niet instaan. Dit was bijvoorbeeld ook wel echt een wens van de fractie, om dit op die manier te verbeelden wat we bedoelen. We hebben structureel over allerlei onderwerpen voorbeelden gevraagd aan de fractie. Om het programma een beetje beeldender te maken.
 

Worden tijdens de vergaderingen alle onderwerpen met alle leden van de verkiezingsprogrammacommissie besproken?
De notities zijn echt het vormproces. dus op het moment waarop de verkiezingsprogrammacommissie bijeen komt zijn die notities opgeleverd. Notities zijn een soort kort onderzoekje door de werkgroepen gericht op een specifiek onderwerp. De verkiezingsprogrammacommissie stelt alleen echt de grote lijnen vast. Die schrijven ook niet zelf. In principe bepaald de programmacommissie de kernwaarde, grote ambities, wat de toon wordt en de boodschap. Deze boodschap is ook heel belangrijk in het programma. Daar gaan ook vooral de discussies in de verkiezingsprogrammacommissie over. Dit begint op meta niveau en vervolgens ga je dat bepalen per hoofdstuk. Bijvoorbeeld de hoofdstukindeling zelf dat is dus echt de grote structuur. Daar heb je een aantal mensen onder zitten en dat is eigenlijk de permanente programma commissie nog steeds dus de voorzitter en ik en de mensen om mij heen die het dan nog uitschrijven.
 
Hoe worden de onderzoeken in de werkgroepen uitgevoerd?
Dat verschilt heel erg en dat hangt een beetje van de vraag af. Dus als je echt met een hoogleraar zit die hoeft geen onderzoek te doen want die is al voldoende in de stof verdiept. Die citeert als het ware zichzelf. Maar wij werken bijvoorbeeld ook heel veel met consultants voor onze projecten dat zijn mensen die bijvoorbeeld bij BCG werken of McKinsey. Twee grote adviesbureaus die gespecialiseerd zijn in portfolio analyse. Zij weten precies hoe ze aan hun informatie moeten komen. Deze mensen gaan voor ons interviewen en die doen bronnenonderzoek. Alles word dus echt goed gedocumenteerd.
 
Is er een speciale werkgroep over het onderwerp vluchtelingen, integratie of migratie?
Nee, we hadden de hoofdstukken verdeeld op de basis van onze kernwaarde. Voor ieder hoofdstuk hebben we iemand verantwoordelijk gemaakt, dit was dan iemand uit de verkiezingsprogramma commissie die de grote lijnen bewaakte. Daaronder had je dan één penvoerder per hoofdstuk, dat kan ik zijn of een van mijn collega’s of de voorzitter van de permanente programmacommissie en. Die schreven dan het hoofdstuk uit
 

In het partijprogramma staat best een lang stuk over vluchtelingen, als daar geen werkgroep voor is hoe wordt daar dan onderzoek naar gedaan?
Dit komt dus niet van de permanente programmacommissie, veel dingen komen daar wel vandaan, dat zijn dus die notities. Dit was een onderwerp dat eigenlijk echt ging spelen op het moment dat wij al aan het voorbereiden waren op de verkiezingsprogrammacommissie. Dus dat kwam voor onze werkgroepen te laat.
Hiervoor hebben wij heel erg geleund op de 2e kamer. Die hebben ons input aangeleverd. voor een deel komt dat ook vanuit de lokale aanpak bijvoorbeeld in Amsterdam. Daar heeft wethouder Kajsa Ollongren een aanpak voorgesteld en uitgewerkt. Die aanpak is vervolgens naar het landelijk niveau vertaalt, omdat dat gezien werd als een goede aanpak. Voor een deel komt de informatie dus echt vanuit de lokale politiek.
 
Worden er ook specialisten ingehuurd?
Alles wat wij doen dat zijn allemaal vrijwilligers. Heel veel wordt gedaan door leden van de partij. Maar ook hoogleraren die niet verbonden zijn aan de partij zien het vaak als een professionele uitdaging om hun visie te geven over een bepaald probleem. Dat is het leuke als politieke partij, je hebt nooit geld maar dat heb je ook niet nodig want mensen willen heel graag iets voor je doen. voor een groot gedeelte is het mijn baan om die mensen te vinden en te enthousiasmeren.
 
Doet u ook onderzoek naar de Nederlandse opinie?
Wij doen daar zelf geen onderzoek naar, maar we weten het Natuurlijk ondertussen wel. Ik weet dat de tweede Kamerfractie zich daar wel mee bezig houd, met opinieonderzoek. dus wij gaan dat niet nog een keer doen. De tweede kamer geeft ons wel input over wat mensen bezighoud en wat er gaat spelen zodat wij op die manier wel op de hoogte zijn. Wat lastig is als je een programma schrijft is natuurlijk dat we eigenlijk voor de zomer al klaar waren. Dan duurt het dus nog bijna een jaar voordat daadwerkelijk de verkiezingen zijn. Dus je moet een beetje een inschatting maken over wat er in de komende driekwart jaar de belangrijke onderwerpen zijn. Het is lastig want je maakt zo’n programma natuurlijk gedeeltelijk ook om campagne te voeren. Maar campagne en programma zijn wel twee heel verschillende dingen. Een programma moet ook nog wat anders zijn namelijk wat vinden wij nou als politieke vereniging, over alles. In het programma moet in ieder geval staan wat we straks nodig hebben in de campagne maar nog veel meer.
 

Ik vind het vooral ook erg interessant hoe de programma’s van 2017 en 2012 ten opzichte van elkaar zijn veranderd. Kunt u daar iets meer over vertellen?
Het programma is vooral ook een stuk langer geworden. Er zijn natuurlijk een aantal onderwerpen waarover wij licht van standpunt zijn veranderd. Maar een aantal van de grote veranderingen die ik heb gezien tussen 2012 en 2017 is op de eerste plaats dat nu alles gaat om waarde. In 2012 zaten we natuurlijk als Nederland in de crisis en toen ging alles over geld. Dat was een onderwerp waar het toen ook over moest gaan, omdat dat gewoon bovenaan iedereens agenda stond. Het ging over de financiën en over hoe er slim bezuinigt kon worden. Nu gaat het vooral over wat je waarden zijn. Bijvoorbeeld de kansengelijkheid en verduurzaming. Dat is iets dat je heel erg terugziet. Je ziet bij ons ook dat we ook een stukje meer naar links zijn opgeschoven. De derde grote verandering die ik heb gezien en zelf ook interessant vindt is dat we iets minder bang zijn om de overheid een grote rol te geven. En dan met name bij de onderwerpen die we belangrijker vinden. Dus bijvoorbeeld duurzaamheid zie je nu toch echt wel stelligere teksten, over dat de overheid nu wel echt regie moet pakken. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan het oprichten van een nationale investeringsbank en het sluiten van kolencentrales. Dat zijn echt wel harde standpunten, als je echt klassiek liberaal bent zoals de VVD dan hou je daar niet zou van. Dat zie je bij ons wel en ik vind dat ook wel een goede ontwikkeling. Het wordt dus wat minder neoliberaal. We zijn natuurlijk altijd pro Europa geweest. Omdat we eigenlijk nooit ons programma daar over hebben verandert merken we toch dat we langzamerhand redelijk uniek aan het worden zijn. Ik weet niet of we daar blij mee moeten zijn, maar het geeft ons in de campagne wel een belangrijk onderscheidend punt. En daarbij past ook een anti-populistisch en positieve toon. Die positieve toon is iets dat we eigenlijk altijd al hadden, maar dat anti-populistische hadden we 4 jaar geleden nog niet. Dat is dus ook echt nieuw.
 
Waar zit de partij D66 precies in het politieke spectrum?
Ik vind links rechts altijd heel ingewikkeld. Progressief en conservatief is voor ons een stuk makkelijker, omdat wij natuurlijk echt een progressieve partij zijn. Ik denk dat wij op financieel gebied iets meer rechts van het midden zitten, maar op zelfbeschikking punten en misschien sociaal ook wel iets meer links van het midden. Ik ben er persoonlijk ook wel blij om dat we heel veel nieuwe sociale standpunten hebben. Bijvoorbeeld kinderarmoede bestrijden en laaggeletterdheid tegengaan. dat soort onderwerpen zijn allemaal nieuw in het programma gekomen.
 
Is het niet lastig dat jullie al zo vroeg het verkiezingsprogramma bekend hebben gemaakt, er kan in de tussentijd immers nog van alles gebeuren.
We zouden het programma nu ook bij wijze van spreken kunnen herschrijven. Alleen al dat Trump nu aan de macht komt wil al iets zeggen over de manier waarop wij nu naar de NAVO kijken, maar dat heb je altijd. Dat kun je ook niet echt voorkomen. We waren als eerste van de grote partijen. Dat kwam mede doordat ons congres al heel lang vast stond, want we hadden ook nog een 50 jarig bestaan georganiseerd en op dat congres moesten we ook het programma vaststellen. Op dit congres gaat alles democratisch er zijn een stuk of 400 amendementen aangenomen waarover gestemd is. We hadden eerst een online e-voting en als amendementen met meer dan 70% werden aangenomen gingen ze niet door naar het congres. en als ze minder dan 30% kregen werden ze automatisch verworpen. Op het congres kwamen dan alleen de meer fundamentele amendement aan de orde en daar moet gewoon over gedebatteerd worden. Daar is allemaal over gestemd door middel van het one man, one vote principe.
 

Aangezien ik hier volgende jaar graag wil studeren was ik benieuwd hoe het hier in den Haag geregeld is met jongere afdelingen van de politiek partijen.
Er is hier in Den Haag een actieve JD, Jonge Democraten. De andere jongere verenigingen ken ik niet maar die zijn hier ongetwijfeld ook heel erg actief. Den Haag is natuurlijk gewoon een politiek stad. We hadden vorig jaar best een goed JD bestuur, het nieuwe bestuur ken ik nog niet zo goed. Die hebben we dus ook echt wel betrokken bij het schrijven van het programma. Door ze in een klankbordgroep op te nemen. Ik ben  daar altijd wel een voorstander van, ze denken altijd net wat frisser, progressiever en vrijer.
 
Conclusie 
Uit dit interview viel mij vooral op dat ondanks dat de onderwerpen vluchtelingen, integratie en migratie een groot stuk van het verkiezingsprogramma in beslag neemt er geen concreet onderzoek naar de publieke opinie is gedaan voor het schrijven van het programma. Toch heeft het electoraat bij D66 zeer veel inspraak, namelijk door middel van het congres dat georganiseerd wordt. Tijdens dit congres wordt door de leden besloten welke amendementen in het programma worden opgenomen en welke worden verworpen. Dit zorgt ervoor dat het programma van D66 voor een groot deel onder invloed van het electoraat is samengesteld. 
Wat mij ook opviel was dat de informatie die gebruikt word, via verschillende bronnen binnen komt. Zo komt er een deel binnen via de tweede Kamerfractie en andere delen via de werkgroepen en bedrijven als BCG en McKinsey. Ook mensen uit de lokale politiek leveren hun bijdrage.
Het vroege bekendmaken van het verkiezingsprogramma zorgt ervoor dat er bij het schrijven van het verkiezingsprogramma niet te veel uitgegaan kan worden van de actuele publieke opinie van het Nederlandse volk. Omdat deze opinie in de tijd tussen het vaststellen van het programma en de verkiezingen nog sterk kan veranderen. Dit zorgt er ook voor dat partijen moeten inschatten wat de trends in Nederland zullen zijn. 
Concrete veranderingen in het nieuwe programma ten opzichte van 2012 is de anti-populistische toon. Een andere verandering is de lichte verschuiving naar links in het politieke spectrum, vooral door de nieuwe sociale standpunten. De laatste verandering ligt in het interessegebied, volgens Van den Tillaart is er in het oude programma veel meer focus gelegd op het verbeteren van de economische situatie van Nederland. In het nieuwe programma wordt er meer nadruk gelegd op normen en waarden van de burgers. 
  

7.2 Interview met Maaike Zeeuw,
Onderwerp: Opinie onderzoek en ontwikkelingen van verkiezingsprogramma’s
Geïnterviewde: Maaike Zeeuw, Beleidsmedewerker van de tweede Kamerfractie van D66.
Datum: 9 december ‘16
Interview duur: 13 minuten
Locatie: Tweede Kamer der Staten-Generaal, Plein 2, Den Haag 
 
Wat zijn uw werkzaamheden voor D66?
Ik werk al bijna 3 jaar voor de fractie in de 2e kamer van D66 en ik ben beleidsmedewerker. Dat houd eigenlijk in dat ik bij bepaalde portefeuilles de Kamerleden ondersteun. Mijn onderwerpen zijn Europese zaken, asiel, vreemdelingenbeleid en mensenrechten. Ik werk voor kamerlid en Europa woordvoerder Kees Verhoeven en voor Sjoerd Sjoerdsma die doet vluchtelingen en mensenrechten. Het is eigenlijk heel breed wat wij doen, je houdt eigenlijk alle kranten bij en alle stukken die vanuit het ministerie komen, je kijkt wanneer de debatten zijn en leest alle stukken. Ik ga samen met de Kamerleden kijken naar wat we gaan doen in het debat, waar we op gaan inzetten. Ik schrijf bijvoorbeeld ook de tekst en de moties. Ik stem af met collega’s van andere partijen, soms doen we samen iets met GroenLinks en dan heb ik contact met mijn collega van GroenLinks, van hé zullen we samen deze motie doen. eigenlijk is het dus heel breed, van echte droge inhoud analyseren tot echt de leuke plannetjes bedenken die wel de krant kunnen halen. En alles daar tussen in eigenlijk. 
 

Op welke manier wordt er onderzoek gedaan naar de publieke opinie van het Nederlandse electoraat rondom de onderwerpen vluchtelingen, integratie en migratie?
Wij doen zelf geen onderzoek naar de publieke opinie. Het is niet zo dat wij Maurice de Hond bellen en vragen hoe men in Nederland staat tegenover vluchtelingen. Maar je trekt je wel wat aan van wat er speelt, Als je bijvoorbeeld allemaal berichten ziet van hele boze burgers die in opstand komen tegen de AZC’s dan ga je natuurlijks wel daarmee in gesprek en bedenken we ons dat er heel veel onrust heerst in de samenleving. En dat kan je niet zomaar negeren. Wij zijn wel een partij met een hele open houding, mensen die op de vlucht zijn voor oorlog verdienen gewoon onze bescherming. En we hebben ook absoluut geen enkel respect voor mensen die bij AZC’s met varkenskoppen en vuurwerkbommen gaan lopen gooien. Dat is natuurlijk belachelijk, maar we zeggen wel dat het vervelende is dat die schreeuwers, de mensen overschreeuwen die wel gewoon legitieme zorgen hebben. En die inderdaad denken, er komt een AZC bij mij op de hoek en prima als mensen bescherming krijgen voor oorlog en dat verdienen ze ook, maar wat voor impact heeft het voor mijn dochter die er iedere dag langs moet fietsen. En hoe zorgen we voor dat deze vragen beantwoord worden. Dit is ook wel heel erg een rol van de lokale politiek en de gemeenteraad. Die moeten met de bewoners in de buurt in gesprek gaan. En dat is ook wel iets dat wij vanuit het landelijke meer proberen aan te sturen via de lokale bestuurders, want in de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 zijn we natuurlijk heel groot geworden. En hebben we heel veel nieuwe bestuurders gekregen die minder ervaring hebben en daarom proberen wij wel samen met  het landelijke bureau daar op aan te sturen. Bijvoorbeeld door sessies met onze bestuurdersvereniging te organiseren met de lokale bestuurders. Met de vraag “wat zijn nou jullie ervaringen en waar loop je tegenaan”. Dat is voor ons ook weer heel nuttige want dan horen wij ook wat er op lokaal niveau speelt. Dit zijn bijvoorbeeld dingen die toen ik 3 jaar geleden begon met deze portefeuille die toen nog niet zo waren. In die zin is het dus wel anders want het beslaat veel meer portefeuilles zeg maar. 
 
Constateren jullie de verandering van de situatie vooral ook uit het nieuws?
Ja, maar dus ook veel van onze eigen lokale bestuurders. Die dan ons bellen of Sjoerd onze woordvoerder bellen en zeggen, “hé er zijn protesten wat moeten we hiermee”. Of überhaupt er licht een verzoek of zelfs, er gebeurt hier niks maar we willen ook graag hier een asielopvang en wat doen. Juist ook wel door heel veel contacten met onze lokale bestuurders. Door de hele partij heen eigenlijk. 
 
Wat heeft u zelf voor veranderingen in de situatie in Nederland waargenomen rondom het onderwerp vluchtelingen, integratie en immigratie?
Het debat is heel erg gepolariseerd, Nederland was niet voorbereid op zo’n grote instroom. Het was duidelijk dat er geen concreet actieplan lag over wat we moeten doen wanneer er ineens tienduizenden mensen binnenkomen. En dan zie je dat het heel veel chaos opleverde. Dat mensen van de ene crisisopvang naar de andere worden gesleept en dat er tegen gemeentes worden gezegd “sorry maar er komen nu drie bussen met mensen aan en die gaan hier in de gymzaal slapen. Het maakt niet uit dat jullie de gemeenteraad hier niet bij hebben betrokken want daar hebben we geen tijd voor, anders slapen die mensen op straat.” Dit soort discussies levert natuurlijk heel veel polarisatie op. 
 

Hoe is D66 met deze plotselinge situatie met polarisatie als gevolg omgegaan? Bijvoorbeeld in het zich uiten in debatten. 
Wat we vooral afgelopen jaar hebben gedaan is het oproepen van een nationaal actieplan vluchtelingen, dat was vorig jaar 15 maart. Toen heeft Alexander echt een oproep gedaan en hebben we een bijeenkomst gehad met statushouders over vluchtelingenwerk, maar ook met allerlei lokale bestuurders van andere partijen. En daar hebben we gezegd “stop nou met al die polarisatie, iedereen is alleen maar bezig met de verschillen uit te vergroten maar laten we nou daar overheen stappen en gewoon gezamenlijk kijken hoe we dit kunnen oplossen”. Alleen is daar vervolgens niet echt op gereageerd. De PvdA was wel enthousiast, maar die kwamen eigenlijk ook met niks dus dat was wel jammer. In het verkiezingsprogramma hebben we inderdaad ook een breder verhaal. Sowieso om de paniek te nuanceren, want migratie is van alle tijden. Er zijn altijd vluchtelingen, nu zijn er evenveel meer dan normaal maar laten we niet doen alsof, omdat er nu een Turkije deal is gesloten er ineens geen vluchtelingen meer naar Nederland komen. Dat zal altijd blijven en het zijn niet alleen maar mensen uit Syrië, maar ook mensen die vanwege hun sexualitiet in landen als Uganda niet veilig zijn. En die verdienen ook bescherming. 
 
Hoe wordt de tweede Kamerfractie betrokken bij het schrijven van het verkiezingsprogramma? 
Het wordt eigenlijk door ons getoetst, we hebben natuurlijk de partij programmacommissie, die hebben eigenlijk de leiding en die schrijven echt. Het wordt dan af en toe bij ons neergelegd om te kijken. Officieel hebben wij geen rol. Het idee is eigenlijk dat zij dit wel onafhankelijk schrijven, maar er wordt ons wel af en toe wat gestuurd en gezegd van dit licht er, kunnen jullie hier mee leven? Wij weten ook beter wat er publiekelijk allemaal gedaan is, welke moties we hebben ingediend en waar we ons heel erg hard voor gemaakt hebben. Dat zie je ook wel heel prominent terug in het programma dat we taallessen vanaf dag 1 willen voor asielzoekers hier, echt een jaar lang zijn we ons daar al heel erg hard voor aan het maken. En dat is toch wel iets dat prominent in het programma terugkomt. Dat is ook wel leuk om te zien. Wat wij doen dat vindt de rest van de partij dus ook wel de moeite waard om voort te zetten. 
Hoe veel mensen zijn er op de fractie bezig met een portefeuille? 
Alleen ik, en natuurlijk het kamerlid. En ik heb ook een communicatiemedewerker die echt de voorlichting doet, maar ik ben de enige beleidsmedewerker op het gebied van asiel en vreemdelingenbeleid. Je merkt nu met deze hoge instroom dat het zo’n groot onderwerp is dat je er wel met meer mensen contact over hebt. Soms zijn het bijvoorbeeld fractievoorzitter debatten en dan is het bijvoorbeeld ook Alexanders woordvoerder die meedenkt. Het onderwerp beperkt zich niet alleen tot de Klaas Dijkhof, ministerie van veiligheid en justitie portefeuille maar het gaat ook over onderwijs en dan spreek ik met mijn collega die over onderwijs gaat. En het gaat over huisvesting en dan spreek ik met mijn collega die over huisvesting gaat. Het is een beetje speel over eigenlijk, maar dat maakt het ook wel heel interessant, want dan heb je ineens allemaal andere portefeuilles waar je je ook tegenaan mag bemoeien. 
 
Mijn onderzoeksvraag is: “In hoeverre laten de partijen D66, VVD en GroenLinks zich tijdens het samenstellen van hun standpunten over migratie, integratie en vluchtelingen voor in het verkiezingsprogramma, zich beïnvloeden door de behoefte van het electoraat.” wat weet u daarover? 
Ja dit is wel lastig want wij kijken natuurlijk deels naar wat mensen vinden, maar vooral ook naar de ontwikkelingen. En dan zowel de electorale als de politieke reactie daarop. Ik weet niet of je dit 1 op 1 zou kunnen zeggen. 
 

Onderzoeken jullie ook specifiek het electoraat? 
Voor de verkiezingen kijken we wel naar een aantal focusgroepen, dan kijken we bijvoorbeeld naar welke termen aanslaan bij mensen, maar dat is gewoon voor de verkiezingsposters. Maar het is niet dat we het hele programma toetsen op wat het electoraat vind. We kijken eigenlijk vooral naar de algemene peilingen. Dit soort dingen zijn ook wel lastig te onderzoeken. Ook omdat het heel dubbel is, heel veel mensen zeggen “ja natuurlijk verdienen vluchtelingen bescherming en mogen ze asiel aanvragen in Nederland”, maar die mening kan ook wel weer eens omslaan als het in hun eigen achtertuin blijkt te zijn. Het is ook wel een beetje een “not in my backyard” discussie af en toe. We zijn niet de hele tijd bezig met wat het Nederlandse volk vindt om daar vervolgens onze plannen op af te stemmen. Je handelt toch heel erg als gekozen volksvertegenwoordiger, ik dan niet maar ik ondersteun de gekozen volksvertegenwoordiger. En die is natuurlijk gekozen met een bepaald mandaat en een bepaalde gedachte en we proberen ook steeds heel erg te bedenken wat is nou een D66 lijn hierop. Denk aan handel internationaal, we kijken over de grenzen heen en verder dan alleen maar Nederland.  Het Respecteren van internationale verdragen is heel erg waar wij als D66 om bekend staan eigenlijk. Dus dat proberen we ook heel erg uit te dragen. En het sociaal liberale en geloven in de eigen kracht van mensen. En geef mensen ook die kracht en mogelijkheden dus stop mensen niet weg in een asielzoekerscentrum en laat ze daar zitten, maar zorg dat mensen de taal leren en dat ze aan de slag kunnen. Bijvoorbeeld doordat werk belemmeringen kunnen worden weggenomen. Dat is de basis van waaruit wij werken. Het is dus niet heel ad hoc als, de mensen vinden dit dus dan gaan wij dat ook vinden. We kijken vooral goed naar hoe het in ons gedachtegoed past. 
 
 Als er bijvoorbeeld rellen ontstaan bij een asielzoekerscentrum bent u er dan heel erg mee bezig op dat moment. 
Dat hangt ervan af of er lokale politici van ons bij betrokken waren. Maar bij zoiets bedenken wij ook hoe we hierop moeten reageren. Wij zijn natuurlijk een partij die de democratische beginselen heel hoog heeft.
En dan zeggen wij dus bijvoorbeeld “het is een aanval op de democratie om een raadsvergadering met vuurwerk te verstoren.”   
 
Conclusie
Tijdens het interview met Maaike Zeeuw wordt nogmaals het grote verschil benadrukt tussen de optredens van D66 Kamerleden in de tweede kamer en het verkiezingsprogramma. Hierbij valt op dat er voor de manier waarop de partij zich uit in debatten er veel meer gebruik wordt gemaakt van de actualiteiten dan van de punten die in het verkiezingsprogramma staan. 
Ook bij de tweede Kamerfractie wordt geen onderzoek gedaan naar de directe publieke opinie. Wel wordt er meer gesproken over wat er in de samenleving leeft. Bijvoorbeeld aan de hand van de gebeurtenissen die lokale bestuurders meemaken en ervaren en de berichtgeving in de media. Ook blijkt uit dit gesprek dat de polarisatie in de samenleving vooral het gevolg is van de plotselinge stroom vluchtelingen waar Nederland niet op voorbereid was. En dat dit er wel voor gezorgd heeft dat D66 hun standpunten heel erg zijn gaan uitbreiden op het gebied van vreemdelingenbeleid. Dit heeft bij de partij gezorgd voor het verder uitbreiden van de standpunten zowel in het verkiezingsprogramma als in het publieke debat. Deze standpunten zijn bij D66 heel erg gericht op het bieden van een veilige plek voor vluchtelingen in Nederland. Hierbij vindt de partij het niet alleen belangrijk dat mensen zich hier in Nederland veilig gaan voelen maar ook dat deze mensen een volwaardige plek in de maatschappij verwerven. Anders dan ik had verwacht blijkt ook in dit gesprek dat het landelijk bureau en de tweede Kamerfractie twee hele opzichzelfstaande onderdelen binnen de partij zijn die niet per definitie alles met elkaar bespreken. Zo wordt de Kamerfractie niet bij alles van het verkiezingsprogramma betrokken.
 

Eindconclusie
 
In de afgelopen 4 jaar is de situatie in Nederland rondom vluchtelingen heel erg veranderd. Zo is er een enorme vluchtelingenstroom ontstaan en is het aantal asielaanvragen verviervoudigd. Deze verandering zorgt ervoor, dat na jaren van toename, de tolerantie van autochtone Nederlanders ten opzichte van mensen met een andere nationaliteit weer af neemt. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders vindt dat Nederland beter af zou zijn met minder mensen met een andere etniciteit. 
Ondertussen bevinden vluchtelingen zich in een lastige positie. Met zowel het terugtrekken uit en minimaal participeren in de samenleving, als het volledig meedoen en je mening geven kun je als vluchteling irritatie oproepen bij autochtone Nederlanders. 
Ondanks dat het met een verkiezingsprogramma lastig is om in te spelen op actuele situaties, onder meer vanwege de vroege publicatiedatum ten opzichte van de verkiezingen, zijn er een aantal globale veranderingen tussen de programma’s van 2012 tot 2017 en die van 2017 tot 2021 waar te nemen . Zo is onder andere de toon in de verkiezingsprogramma’s veranderd. Het wordt meer toegestaan om trots te zijn op Nederland en het staan voor de Nederlandse normen en waarden. Dit is een reactie op de zorg die mensen hebben over of Nederland Nederland nog wel blijft en de angst dat de Nederlandse samenleving zal veranderen door de invloed van de vele vluchtelingen met hun eigen religie en gewoontes. 
Ook de manier waarop de programma’s geschreven zijn is veranderd. De plannen en beleidsvoorstellen in de programma’s zijn meer verwerkt in een verhaal en er worden meer voorbeelden genoemd om de standpunten en beleidsvoorstellen in een context te plaatsen. Dit maakt de nieuwe programma’s duidelijker,  makkelijker te lezen en te begrijpen. Het zijn in de programma’s niet de standpunten die het meest veranderen, maar vooral de toon en de manier waarop deze worden gebracht. 
Tijdens het schrijven van politieke partijprogramma’s wordt er geen onderzoek gedaan en rekening gehouden met de publieke opinie op dat bepaalde moment. Wel wordt er nauwlettend bijgehouden en bekeken wat er leeft in de samenleving en welke blijvende veranderingen er plaatsvinden. Aan de hand van die waarnemingen en met het oude programma als basis wordt er vervolgens binnen de kaders van de partijlijn een verkiezingsprogramma samengesteld.
 
 Nawoord 
 
Er zijn grote verschillen ontstaan in het publieke debat rondom het onderwerp vluchtelingen, migratie en integratie. Veel mensen stellen een verharding van het publieke debat vast. Ondertussen komen er grotere stromen vluchtelingen naar Nederland dan ooit tevoren. De invloed van deze veranderingen heeft natuurlijk zijn weerspiegeling in de Nederlandse politiek, maar is op veel punten duidelijk anders dan ik in eerste instantie had verwacht. 
In mijn hypothese gaf ik aan te verwachten dat de politieke verkiezingsprogramma’s van D66, GroenLinks en VVD redelijk tot veel beïnvloed zouden worden door de publieke opinie. Dit is in zekere zin ook wel het geval, maar er wordt niet, zoals ik verwachtte, echt onderzoek gedaan naar wat het Nederlandse volk wil en vindt. Wat er speelt in de Nederlandse samenleving wordt in de landelijke politiek vooral vernomen vanuit de media en via lokale bestuurders. Dit is tenminste hoe het gaat bij de tweede Kamerfractie van D66 en ik verwacht dat dit ook zo bij de andere politieke partijen gaat. 

Het interviewen van de D66 medewerkers vond ik erg leuk om te doen. Ik ben voor deze interviews zowel in de Tweede Kamer als op het landelijk bureau van D66 uitgenodigd. Ik vond het leuk om deze plekken een keer van binnen te bekijken en de mensen die hier werken in de politiek die ik normaal alleen op het nieuws en de televisie zie te ontmoeten. 
Tijdens het lezen en bestuderen van de onderzoeken over de publieke opinie in Nederland rondom de onderwerpen vluchtelingen, migratie en integratie was ik soms verbaasd over de grote groepen mensen die het bijvoorbeeld vervelend zeggen te vinden om een schoon- zoon of dochter te hebben met een andere etniciteit. Ook werd mijn eigen observatie bevestigd dat veel autochtone Nederlanders het migranten niet makkelijk maken om te integreren. Zo spreken zij zich uit tegen de mensen die zich niet geaccepteerd voelen in de Nederlandse samenleving en zich terugtrekken als zijnde slecht geïntegreerd. Maar ook als mensen met een migratieachtergrond wel besluiten om mee te doen in de samenleving en zich uitspreken over problemen die zij ervaren, dan worden ze door veel autochtone Nederlanders weggezet als ondankbaar en onbeschoft. Voorbeelden daarvan zijn de reacties die Sylvana Simons kreeg op haar aantreden in de politiek en de bijdrage van veel autochtone Nederlanders aan de zwarte pieten discussie. 
Toen ik er voor koos om een politiek onderwerp te gaan onderzoeken voor mijn eindwerkstuk, hoopte ik me op deze manier beter te verdiepen in de politiek. Om vervolgens ook een voorkeur voor een bepaalde politieke partij te ontwikkelen. Dit is helaas niet zo zeer gebeurd. Naast dat ik tijdens het lezen van de partijprogramma’s veel goede punten van de partijen ben tegengekomen zijn er bij iedere partij ook standpunten waar ik het minder mee eens ben. Na het afwegen van deze punten is er nog niet een programma die er heel erg uitspringt. Gelukkig heb ik voorlopig nog voldoende tijd om dit verder uit te zoeken en/of te onderzoeken.  
Tijdens het schrijfproces van mijn eindwerkstuk ben ik duidelijk van inzicht veranderd over de hoofdvraag. Terwijl ik het aanpassen van verkiezingsprogramma’s en partijstandpunten voorheen altijd zag als draaikonterij en blijk van weinig standvastigheid zie ik het nu vaak als een bewuste weloverwogen beslissing om je als partij goed voor te bereiden op een nieuwe politieke termijn. Ik ben tijdens het eindwerkstuk tot de conclusie gekomen dat het aanpassen van de partijstandpunten soms nodig is om de wensen van het electoraat te vervullen en de zorgen weg te nemen.
 
 
Bronnen en literatuur 
 
 Bron 1: n.n. , 2012, vluchtelingen in getallen 2012, geraadpleegd op 5 december ‘16, Vluchtelingenwerk Nederland. 
 Bron 2: n.n. , 2016, vluchtelingen in getallen 2016, geraadpleegd op 6 december ‘16, Vluchtelingenwerk Nederland.
 Bron 3: Andriessen Iris, Huijk Willem, 2016, Integratie in zicht?, geraadpleegd op 18 december ‘16, Sociaal en Cultureel Planbureau. 
 Bron 4: n.n, 2016, Trends in Nederland, Geraadpleegd op 16 december ‘16, Sociaal en Cultureel Planbureau. 
 Bron 5: n.n, Vrouwenrechten en vluchtelingen in Afghanistan, geraadpleegd op 17 december ‘16, Oxfam Novib
http://www.oxfamnovib.nl/wat-wij-doen/landen/vrouwenrechten-en-vluchtelingenin-afghanistan?gclid=CLyngpn3gtECFRITGwodBNEHOA
 Bron 6: n.n, Vluchtelingendeal tussen EU en Turkije (2016) geraadpleegd op 16 december ‘16, Europa nu,  ://www.europa-nu.nl/id/vk20gbq097wa/vluchtelingendeal_tussen_eu_en_turkije
 Bron 7: n.n, Aantal asielzoekers daalde in februari, geraadpleegd op 19 december ‘16 Redactie Trouw http://www.trouw.nl/tr/nl/36361/Vluchtelingen/article/detail/4265753/2016/03/18/Aantalasielzoekers-daalde-in-februari.dhtml
 Bron 8: Koster, W. de en J. van der Waal (2014). Botsende opvattingen over etnische diversiteit en sociale orde. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Geraadpleegd op 5 december ‘16 
 Bron 9: Nievers, E. (2007). Ervaren discriminatie en gedragsconsequenties. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Geraadpleegd op 5 december ‘16
 Bron 10: n.n. ,(2012), VVD Verkiezingsprogramma 2012, Den Haag. VVD programmacommissie, geraadpleegd op 30 november ‘16 
 Bron 11: n.n. ,(2016), VVD Verkiezingsprogramma 2016, Den Haag. VVD programmacommissie, geraadpleegd op  30 november ‘16
 Bron 12: n.n. ,(2012), Groenlinks Verkiezingsprogramma 2012, Den Haag. Groenlinks programmacommissie, geraadpleegd op 23 november ‘16 
 Bron 13:  n.n. ,(2016), Groenlinks Verkiezingsprogramma 2016, Den Haag. Groenlinks programmacommissie, geraadpleegd op  23 november ‘16

 Bron 14: n.n. ,(2012), D66 Verkiezingsprogramma 2012, Den Haag. D66 programmacommissie, geraadpleegd op 16 november ‘16 
 Bron 13:  n.n. ,(2016), D66 Verkiezingsprogramma 2016, Den Haag. D66 programmacommissie, geraadpleegd op  17 november ‘16
 Bron 14: Andriessen, I., E. Nievers en J. Dagevos (2012). Op achterstand. Discriminatie van nietwesterse migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Geraadpleegd op 18 december ’16
 Bron 15: Blommaert, L. en M. Coenders (2014). Discrimination of Arabic-Named Applicants in the Netherlands. An Internet-Based Field Experiment Examining Different Phases in Online Recruitment Procedures. Geraadpleegd op 18 december ’16
 Bron 16: Andriessen, I. en K. Wittebrood (2015). Groepen op grote afstand. Achtergronden van islamitisch radicalisme en extremisme. In: W. Huijnk, J. Dagevos, M. Gijsberts en I. Andriessen (red.), Werelden van verschil (p. 122-159). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Geraadpleegd op 18 december ’16. 
 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.