Wat?
Dyslexie is een leerstoornis dat 1 belg op de 20 heeft. Dat is 5% van de belgen. Je word met deze leerstoornis geboren, en je zit ermee heel je leven lang! Dyslectische mensen zien een beeld en proberen er een klank bij op te roepen. Dit lukt dan vaak niet. Het lijkt alsof de lettertjes beginnen te dansen en ze hebben het vaak ook moeilijk om de letters op 1 lijn te houden. Ze worstelen met de letters en woorden. Vaak als dislectische mensen proberen te lezen en een woord niet kunnen koppelen aan een klank beginnen ze te raden. Ze willen hun tempo verhogen zodanig ze evensnel kunnen lezen als andere mensen en daardoor lezen ze nog meer fouten.
Vb: moeite met volgorde: ‘Drop’ lezen ze als ‘dorp’.
‘Straat’ lezen ze als ‘staart’
Ook zie je dit bij het schrijven. Ze weten bijvoorbeeld niet goed of ze nu EU of UI moeten schrijven of ze gaan letters omwisselen zoals: EU en UE
D en B
Q en P
Naar mate de kinderen ouder worden krijgen ze het moeilijker: ze moeten meer leerstof verwerken en leren andere talen. Heel wat kinderen met dyslexie hebben het niet alleen moeilijk met letters maar ook met getallen. Dit komt omdat er onderliggend vaak een ruimtelijk probleem aanwezig is. Vb: richting, links of rechts, dagen van de week, maanden van het jaar, ... Bij cijferen krijgen ze het dan moeilijk bij het ruimtelijk inzicht. Hoe komt het? Hoe het komt is nog altijd niet bewezen ! Er zijn al 3 mogelijkheden gevonden die tot dyslexie kunnen leiden. Het is in elk geval uitgesloten dat mensen met dyslexie dom zijn, want als ze mensen met dyslexie een IQ test laten afleggen, blijkt dat ze hoog- of gemiddeld begaafd zijn. Het is ook uitgesloten dat dyslexie aan de ogen ligt. Uit onzerzoeken blijkt dat er niets mis is met de ogen. De oorzaak ligt dus ergens anders dan bij de ogen, het probleem is dat dyslectische mensen niet in staat zijn een beeld te koppelen aan een klank. Dit gebeurt op hersen niveau. Dit zijn de 3 mogelijkheden die kunnen leiden tot dyslexie : 1) Hersengebieden waar taal verwerkt wordt. De meeste mensen geloven dat het probleem ligt in de hersengebieden waar taal verwerkt wordt. 2) Beschadigde zenuwcellen. Ogen vangen beelden op die via bepaalde zenuwcellen worden doorgestuurt naar de cortex. De cortex is het gebied in de hersenen die beelden verwerkt. Via andere zenuwcellen gaan ze vervolgens naar de taalzones. Daar worden de beelden gekoppeld aan taal. John Stein beweert dat dyslexie ligt aan die zenuwcellen (de magnocellen.) die bij dyslectische mensen beschadigd zijn. Doordat ze beschadigt zijn worden de beelden niet goed overgebracht. De woorden worden wazig en letters worden gespiegeld. Andere magnocellen sturen geluiden door, ook die kunnen bij dyslectische mensen beschadigt zijn. 3) Cerebellum. Psycologe Nicolson legt de oorzaak dan weer een beschadigt cerebellum. Dit zijn de kleine hersenen. Met evenwichtsproeven proberen ze te achterhalen hoe de kleine hersenen van mensen met dyslexie werken. Mensen met dyslexie hebben problemen met het automatiseren van dingen. Door middel van evenwichtsoefeningen kan je beter leren automatiseren, daarom laten ze dyslectische mensen evenwichtsoefeningen doen. Zo denkt Nicolson de mensen af te helpen van hun dyslexie. Conclusie: Er zijn dus veel therapieën maar er is nog steeds geen deftig antwoord. Ooit hopen de wetenschappers een oplossing te vinden voor dyslexie. Universiteit van Groningen. In de universiteit van Groningen is er een team dat probeert dyslexie te voorspellen. Ze volgen er een meisje, Elizabeth al vanaf ze 5 maand oud was en willen haar nog onzerzoeken tot ze 9 jaar oud is. Haar moeder heeft ook dyslexie, dus is ze een risicokind. Maar zijn kinderen zoals Elizabeth niet te jong ? Neen, want bij kinderen met dyslexie is er iets mis met het gehoor- of waarnemingssysteem. Dit kan je al testen vanaf je word geboren. Ze kijken hoe Elizabeth haar hersenen reageren op beelden en geluiden. Ze gaan na of haar hersenen anders reageren dan kinderen die geen dyslexie hebben. Zo hopen ze afwijkingen te vinden waardoor ze kunnen zien of kinderen dyslexie hebben of niet en hopen ze kinderen te kunnen helpen vooraleer ze leren lezen en schrijven. Dit onzerzoek deden ze al bij 225 risicokinderen. Dit zijn kinderen die 2 of meer 1ste graadsverwanten hebben met dyslexie. Vb : broertjes en zusjes. Ook deden ze het met 120 controlekinderen. Dit zijn kinderen zonder dyslexie. Het onderzoek leverde resultaten op : - dyslexie heeft betrekking op waarnemen van spraakklanken. Vb : DAK / BAK. Risicokinderen reageren mindersnel als controlekinderen. - Hoe oud je ook word dyslexie blijft constant alleen wordt het verschil tussen controlekinderen en risicokinderen groter. Dyscalculie. Dyscalculie is een leerstoornis die ontstaat als gevolg van stoornissen in de cognitieve (het kunnen omgaan met de verwerking van informatie en kennis) ontwikkeling van het kind. Dit houdt het verwerken, organiseren, bewaren en weer ophalen van informatie in de hersenen in. Stoornissen in de cognitieve ontwikkeling kunnen het gevolg van een hersenbeschadiging of erfelijk van aard zijn. Daarnaast kunnen stoornissen optreden bij ernstige didactische en pedagogische verwaarlozing. Men spreekt van dyslexie als mensen blijvende en opvallende moeilijkheden hebben met rekenvaardigheden en wiskunde en dit ondanks een normale intelligentie. Eenvoudige automatimen als tafels en sommen geven blijvende problemen. Deze mensen moeilijkheden hebben met met het begrijpen van de wiskunde, maar de moeilijkheden uiten zich vooral in opvallend veel rekenfouten en een traag rekentempo. Ondanks deskundige remediëring maken leerlingen niet voldoende vorderingen. Zij maken meer fouten als zij onder druk staan en /of als zij hun aandacht moeten verdelen over verschillende taken. (Anny Cooreman) Deze term (dyscalculie) is minder bekend dan dyslexie. De letterlijke betekenis is: 'slecht kunnen rekenen'. Als een kind niet goed kan rekenen heeft dat in de basisschool minder consequenties dan als er met lezen iets aan de hand is, omdat rekenen een veel kleinere rol speelt bij de andere vakken. Waarom deed ik deze spreekbeurt? Vorig jaar na de examens vertelde de lerares wiskunde tijdens een oudercontact aan mijn ouders dat ik bij wiskunde dingen niet zag die andere kinderen wel zagen. De lerares vond het verstandig om eens naar het C.L.B. te gaan om me te laten testen op dyscaculie. Dit deed dit en na de testen bleek dat ik dyscalculie had. Ik wist nu al een beetje waarom ik zoveel moeite had met wiskunde, maar nog niet volledig en dit wou ik eigenlijk uitzoeken, maar aangezien er meer informatie te vinden valt over dyslexie en aangezien er een paar mensen in de klas zijn met dyslexie heb ik mijn spreekbeurt grotendeels gedaan over dyslexie.
Bronnen:
- internet
- een reportage van dyslexie bij het programma: overleven
- mijn eigen ervaringen met dyscaculie
D en B
Naar mate de kinderen ouder worden krijgen ze het moeilijker: ze moeten meer leerstof verwerken en leren andere talen. Heel wat kinderen met dyslexie hebben het niet alleen moeilijk met letters maar ook met getallen. Dit komt omdat er onderliggend vaak een ruimtelijk probleem aanwezig is. Vb: richting, links of rechts, dagen van de week, maanden van het jaar, ... Bij cijferen krijgen ze het dan moeilijk bij het ruimtelijk inzicht. Hoe komt het? Hoe het komt is nog altijd niet bewezen ! Er zijn al 3 mogelijkheden gevonden die tot dyslexie kunnen leiden. Het is in elk geval uitgesloten dat mensen met dyslexie dom zijn, want als ze mensen met dyslexie een IQ test laten afleggen, blijkt dat ze hoog- of gemiddeld begaafd zijn. Het is ook uitgesloten dat dyslexie aan de ogen ligt. Uit onzerzoeken blijkt dat er niets mis is met de ogen. De oorzaak ligt dus ergens anders dan bij de ogen, het probleem is dat dyslectische mensen niet in staat zijn een beeld te koppelen aan een klank. Dit gebeurt op hersen niveau. Dit zijn de 3 mogelijkheden die kunnen leiden tot dyslexie : 1) Hersengebieden waar taal verwerkt wordt. De meeste mensen geloven dat het probleem ligt in de hersengebieden waar taal verwerkt wordt. 2) Beschadigde zenuwcellen. Ogen vangen beelden op die via bepaalde zenuwcellen worden doorgestuurt naar de cortex. De cortex is het gebied in de hersenen die beelden verwerkt. Via andere zenuwcellen gaan ze vervolgens naar de taalzones. Daar worden de beelden gekoppeld aan taal. John Stein beweert dat dyslexie ligt aan die zenuwcellen (de magnocellen.) die bij dyslectische mensen beschadigd zijn. Doordat ze beschadigt zijn worden de beelden niet goed overgebracht. De woorden worden wazig en letters worden gespiegeld. Andere magnocellen sturen geluiden door, ook die kunnen bij dyslectische mensen beschadigt zijn. 3) Cerebellum. Psycologe Nicolson legt de oorzaak dan weer een beschadigt cerebellum. Dit zijn de kleine hersenen. Met evenwichtsproeven proberen ze te achterhalen hoe de kleine hersenen van mensen met dyslexie werken. Mensen met dyslexie hebben problemen met het automatiseren van dingen. Door middel van evenwichtsoefeningen kan je beter leren automatiseren, daarom laten ze dyslectische mensen evenwichtsoefeningen doen. Zo denkt Nicolson de mensen af te helpen van hun dyslexie. Conclusie: Er zijn dus veel therapieën maar er is nog steeds geen deftig antwoord. Ooit hopen de wetenschappers een oplossing te vinden voor dyslexie. Universiteit van Groningen. In de universiteit van Groningen is er een team dat probeert dyslexie te voorspellen. Ze volgen er een meisje, Elizabeth al vanaf ze 5 maand oud was en willen haar nog onzerzoeken tot ze 9 jaar oud is. Haar moeder heeft ook dyslexie, dus is ze een risicokind. Maar zijn kinderen zoals Elizabeth niet te jong ? Neen, want bij kinderen met dyslexie is er iets mis met het gehoor- of waarnemingssysteem. Dit kan je al testen vanaf je word geboren. Ze kijken hoe Elizabeth haar hersenen reageren op beelden en geluiden. Ze gaan na of haar hersenen anders reageren dan kinderen die geen dyslexie hebben. Zo hopen ze afwijkingen te vinden waardoor ze kunnen zien of kinderen dyslexie hebben of niet en hopen ze kinderen te kunnen helpen vooraleer ze leren lezen en schrijven. Dit onzerzoek deden ze al bij 225 risicokinderen. Dit zijn kinderen die 2 of meer 1ste graadsverwanten hebben met dyslexie. Vb : broertjes en zusjes. Ook deden ze het met 120 controlekinderen. Dit zijn kinderen zonder dyslexie. Het onderzoek leverde resultaten op : - dyslexie heeft betrekking op waarnemen van spraakklanken. Vb : DAK / BAK. Risicokinderen reageren mindersnel als controlekinderen. - Hoe oud je ook word dyslexie blijft constant alleen wordt het verschil tussen controlekinderen en risicokinderen groter. Dyscalculie. Dyscalculie is een leerstoornis die ontstaat als gevolg van stoornissen in de cognitieve (het kunnen omgaan met de verwerking van informatie en kennis) ontwikkeling van het kind. Dit houdt het verwerken, organiseren, bewaren en weer ophalen van informatie in de hersenen in. Stoornissen in de cognitieve ontwikkeling kunnen het gevolg van een hersenbeschadiging of erfelijk van aard zijn. Daarnaast kunnen stoornissen optreden bij ernstige didactische en pedagogische verwaarlozing. Men spreekt van dyslexie als mensen blijvende en opvallende moeilijkheden hebben met rekenvaardigheden en wiskunde en dit ondanks een normale intelligentie. Eenvoudige automatimen als tafels en sommen geven blijvende problemen. Deze mensen moeilijkheden hebben met met het begrijpen van de wiskunde, maar de moeilijkheden uiten zich vooral in opvallend veel rekenfouten en een traag rekentempo. Ondanks deskundige remediëring maken leerlingen niet voldoende vorderingen. Zij maken meer fouten als zij onder druk staan en /of als zij hun aandacht moeten verdelen over verschillende taken. (Anny Cooreman) Deze term (dyscalculie) is minder bekend dan dyslexie. De letterlijke betekenis is: 'slecht kunnen rekenen'. Als een kind niet goed kan rekenen heeft dat in de basisschool minder consequenties dan als er met lezen iets aan de hand is, omdat rekenen een veel kleinere rol speelt bij de andere vakken. Waarom deed ik deze spreekbeurt? Vorig jaar na de examens vertelde de lerares wiskunde tijdens een oudercontact aan mijn ouders dat ik bij wiskunde dingen niet zag die andere kinderen wel zagen. De lerares vond het verstandig om eens naar het C.L.B. te gaan om me te laten testen op dyscaculie. Dit deed dit en na de testen bleek dat ik dyscalculie had. Ik wist nu al een beetje waarom ik zoveel moeite had met wiskunde, maar nog niet volledig en dit wou ik eigenlijk uitzoeken, maar aangezien er meer informatie te vinden valt over dyslexie en aangezien er een paar mensen in de klas zijn met dyslexie heb ik mijn spreekbeurt grotendeels gedaan over dyslexie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden