Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Fictiedossier

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 9648 woorden
  • 13 april 2004
  • 192 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
192 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Leesautobiografie Dit is mijn Leesautobiografie. Hier komt te staan wat ik allemaal heb gelezen door de jaren heen. Ik ben niet iemand geweest die heel veel heeft gelezen behalve op de basisschool. Toen las ik vaak boeken van de Schippers van de Kameleon. Hier heb ik vele boeken van gelezen. Ik interesseer me nu vooral op Fantasy en adventure boeken. Boeken zoals de Hobbit van tolkien en Lord of the rings. De echte Fictie boeken dus. Dit zijn wel dikke boeken die moeilijk te lezen zijn maar als je eenmaal opgang bent zijn het leuke boeken. Ook is het leuk dat dat soort boeken worden verfilmd. Ik kijk graag naar die films. 0-6 Jaar: OP die leeftijd kon ik zelf nog niet lezen dus werd ik door mijn ouders voorgelezen. Ik werd voorgelezen uit boeken zoals Jip en Janneke, Pluk van de pletterflat en nijntje. 6-10 Jaar. In deze tijd kon ik lezen en ik heb dat ook best vaak gedaan. Maar liever keek ik in de prenten boeken van toen over Dommel. Dat was vroeger altijd mijn favoriete boek. 10-13 jaar: Laatste paar jaar op de bassisschool las ik vooral boeken van de Kameleon. Over 2 friese jongens hielke en sietse die samen veel streken uit halen. Ik vond dit altijd fantasties om te lezen. Ik las minstens 1 keer in de maand 1 boek uit van de Kameleon. Toen ik in de eerste klas kwam was deze tijd over en ging ik Harry Potter lezen. Toen ik dit voor het eerst ging lezen leek het me niks aan. Toen ik verder was bleeken het heele leuke boeken te zijn en heb nu alle boeken van hem gelezen die tot nu toe uit zijn in het Nederlands. 13-15 Jaar. De laatste paar jaar op de middelbare school ging ik vooral Lord of the rings lezen ik vond dit hele leuke en spannende boeken. Ook heb ik de Hobbit gelezen van Tolkien dit was de voorloper van de Lord of The Rings. Ook heb ik de laatste paar delen van Harry Potter gelezen in deze tijd. Nu komt het er niet meer van om te lezen door de drukte die ik met school heb. Maar als het vakantie is lees ik altijd graag een leuk boek of een mooi tijdschrift over Formule1, Sk8en of over Muziek. Geschiedenis verhalen Ik vind het 2 saaie teksten omdat ik er niks mee te maken heb en het al helemaal niet herken. Ik vind het gewoon saai om het te lezen. Ik ben niet meer over “het onbekende’ te weten gekomen. Het is zo saai dat je niet eens onthoud wat de tekst over ging. Ik lees bijna nooit verhalen over mijn voor geschiedenis. Eigenlijk alleen tijdens de geschiedenis lessen. Dit doe ik alleen omdat het moet het interesseert me gewoon niet. Ik leef nu en niet toen.
Kort verhaal Het is een redelijk goed kort verhaal. Vooral omdat het onrealistisch is maar toch ook weer realistisch. Het is ook vooral grappig. Het is ook van deze tijd want 11 september 2001 wordt ook nog beschreven. Ik denk dat het verhaal zich in de toekomst afspeeld omdat het in het begin over toverspreuken en andere onwerkelijke dingen gaat. Het is redelijk herkenbaar omdat iedereen 11 september heeft meegemaakt en iedereen het op zijn eigen manier beleeft. Ook bestaat het spel Red Alert echt. Het heeft niet echt heel veel met mijn voorgeschiedenis te maken behalve dat ik 11 september 2001 ook heb meegemaakt. Inleiding Het verhaal Red Alert gaat over 2 jongens die en de toekomst leven, een van de twee jongens is een computer expert en repareert de computer van de ander. Ze gaans samen een nieuw computer spel spelen. Het blijkt dat het computer spel zich op 11 september afspeelt en dat ze het Pentagon moeten veroveren, later zouden ze ook het WTC gebouw moeten veroveren op 11 september. Slot Aan het eind van level 2 zijn ze nooit gekomen maar ze vinden het wel raar ondanks dat ze stoned zijn. Ze snappen er allebei niet veel meer van en hebben uiteindelijk level 2 nooit gehaald. Ze roepen iedereen op om te vragen wat er na level 2 komt want dat zou dan toch ook wel eens echt kunnen gaan gebeuren. Red Alert - een kort verhaal van D.C. Lama Met mijn computer in een Dirk van den Broektas was ik naar Rob gereisd. Rob is een door een hoger wezen gezonden computerexpert. Het schijnt dat hij eens iemand heeft geholpen, wiens computer was aangetast door het befaamde zoutzuurvirus, waarbij je hele harde schijf wordt opgelost. De eigenaar had de computer al vanaf de achtste verdieping naar beneden gegooid, maar door op tijd de zwaartekracht te draaien en vervolgens een aantal toverspreuken in te typen, wist Rob het apparaat toch nog te redden. Na zijn behandeling werkte het apparaat zelfs drie keer zo snel als voorheen. Ook mijn harde schijf leek gewist, maar dat bleek kinderspel voor hem. (Over een aantal jaar zal blijken hoe groot de invloed van Rob op de literatuurgeschiedenis is, maar dit terzijde.) Rob had tijdens het repareren wel geprobeerd uit te leggen wat hij aan het doen was, mr mdt h prgrmrtl sprk ws dt nt mkklk t vlgn. Ik hield mij dus voornamelijk bezig met de jointproduktie -een van Rob's belangrijkste arbeidsvoorwaarden- en deed of ik begreep waar hij het over had. "Dat is slim", zo zei ik zelfs regelmatig. Binnen een uurtje had Rob mijn computer zodanig gerepareerd dat ik niet alleen al mijn bestanden terug had gekregen, maar dat aan mijn roman in wording zelfs drie extra hoofdstukken waren toegevoegd. Rob keek tevreden van zijn computer op en vroeg: "Spelletje?" Rob had net Red Alert 2 gekocht, een spel dat bij gebrek aan koude oorlog hoogstwaarschijnlijk door het Amerikaanse Ministerie van Defensie is ontwikkeld. De legerpropaganda is in ieder geval niet mis te verstaan: Amerika is door de Sovjet Unie aangevallen en de speler moet zoveel mogelijk Rooien afschieten. Het spel kun je ook spelen met de Sovjet Unie als avatar, maar dat is niet echt de bedoeling. Wij speelden dus met rood. Het spel werd ingeluid met een speelfilm van C-kwaliteit, dat dankzij de gerookte jointjes nog wel enigszins acceptabel was. De acteurs gooiden alle stereotyperingen in de strijd om geloofwaardige generaals neer te zetten, die ons de eerste opdracht moesten geven. Tot onze grote verrassing - het was net 11 september 2001 geweest - luidde de eerste opdracht: Destroy the Pentagon. "Laten we een vliegtuig kapen en er op invliegen", stelde ik voor, maar dat was speltechnisch helaas niet mogelijk. Ik draaide jointjes en Rob speelde. Als extra regel hadden we ingebracht dat hij de joint kreeg als hij aan de winnende hand was; bij slachtoffers aan zijn kant was de joint voor mij. Een strijdvaardige tactiek: Rob vernietigde in een rustig tempo het Amerikaanse legerhoofdkwartier en wist een goede basis op te zetten. Bij het filmpje voor de volgende opdracht, was Rob dan ook zo stoned als een soldaat in Vietnam. Dezelfde Amerikaanse C-acteurs verschenen in beeld en verbaasden ons met de volgende opdracht: Destroy the World Trade Center. Het spelletje had tot dan toe zeer onschuldig geleken, maar hier was iets teveel toeval in het spel. Degene die op 11 september verantwoordelijk was, had zijn of haar inspiratie duidelijk uit dit spel gehaald. Wie weet zat Osama bin Laden op een avond Red Alert 2 te spelen en dacht toen "Dat kan ik ook!" Wie weet waren het op 11 september toch gewoon de Russen! Wie weet zijn de aanslagen gepleegd door Westwood Studios, de fabrikant van het spel. Verbijsterd vervolgden we het spel, heftig zuigend aan de joysticks. "Je moet dit level wel halen", zo moedigde ik Rob aan: "Als je het WTC weet te veroveren, krijgen we weer een nieuwe opdracht. En wie weet wat dat zal zijn? Dat is zonder twijfel het volgende wat de terrorist zal doen." Zonder van z'n beeldscherm op te kijken antwoordde Rob: Duck and hide in Afghanistan? Hoe grappig ik zijn antwoord ook vond: dat kon het nooit zijn. In dit spel werd slechts aangevallen, en niet verdedigd (laat staan: onderhandeld of begrepen). Maar hoe we het ook probeerden: het lukte ons niet het World Trade Center te veroveren. Misschien waren we te stoned, maar waarschijnlijk hadden die Amerikaanse programmeurs er gewoon voor gezorgd dat het veel moeilijker is om met de Russische spelvariant te winnen. Waarschijnlijk is Osama bin Laden -of wie het ook mag zijn- zelf ook nog steeds met dit level bezig. En wie weet hoe lang dat nog duurt? Mijn vraag is dan ook: Heeft iemand level drie van Red Alert 2 al gehaald? en Weet er iemand wat er met de wereld zal gebeuren? http://www.scholieren.com/ Uittreksel Thea BeckmanHet geheim van Rotterdam A. Samenvatting van de inhoud. Op 6 januari 1473 vindt Truitje Blasius een vondeling. Ze noemen hem Caspar, omdat het driekoningendag is. Hij wordt liefdevol in het gezin opgenomen en gaat naar school. Zijn pleegvader wil dat hij later de kuiperij overneemt. Op een dag ziet hij dat een paar kwajongens een onschuldig meisje proberen te beroven. Hij helpt haar uit de brand. Als Caspar zich voorstelt raakt ze helemaal opgewonden. Hij biedt aan haar terug te brengen naar haar huis. Het meisje heet Grietje en is de dochter van de chirurgijn Melchior van Capelle. Als ze bij het huis van Melchior arriveren, stelt Grietje Caspar meteen voor aan haar vader. Ze beginnen druk met elkaar te praten. Hier staan ook een jongen genaamd Balthasar en vrouw Hanna bij. Ze vragen zich af of “Hij” het is. Dan stelt Melchior voor hem elke zondag Latijnse les te geven. De pleegouders van Caspar vinden dit goed als hij maar wel bij zijn pleegvader hard in de kuiperij werkt. Caspar vraagt zich af waarom ze in hem geïnteresseerd zijn en denkt dat ze iets achterhouden. Op de dag dat Caspar 12 jaar wordt, vertelt hij aan Melchior, Balthasar en Grietje dat hij met de helm geboren is. Nu weten ze zeker dat Caspar degene is die ze zoeken. Hij wordt naar de kelder gebracht en dan wordt hem verteld dat ze alchemisten zijn en dat hij de derde persoon is die ze nodig hebben. Zo vormen ze met z’n drieën de wijzen van het “Westen”. Ook wordt gezegd dat Grietje de geest van heilige maagd Sophia is. Hun doel is om een levenselixer te brouwen, dat hen onsterfelijk zal maken en elk metaal in goud zal kunnen veranderen. Alle geschriften zijn in het Latijn geschreven. Hij moet zweren dat hij dit geheim niet doorvertelt. Verder is er nieuws dat de Hoeken (dit zijn edelen die tegen de handel zijn) weer in opstand zijn gekomen. Onder leiding van jonker Frans van Brederode wordt heel Zeeland geplunderd. Dit nieuws ontgaat Caspar een beetje omdat hij andere dingen aan zijn hoofd heeft. Hij vindt het niet leuk dat hij twee levens moet leiden. Een in de kuiperij van zijn vader en de ander in de kelder van de alchemisten. Maar op een dag willen de Hoekse opstandelingen meer en ze trekken Holland binnen en niet lang daarna valt de stad Rotterdam in hun handen. Ze besturen de stad heel slecht en daardoor stopt de handel en wordt Rotterdam straatarm, terwijl de Hoeken zich volproppen met eten en door blijven plunderen. Melchior is nog de enige chirurgijn in Rotterdam die voor alle patiënten moet zorgen, de anderen zijn allemaal gevlucht. Op een dag valt de Hoek Gerrit Rooftasch in de chirurgijns woning binnen en wil weten waar Melchior is. Hanna weet dat Melchior in de kelder bezig is en probeert de deur er naar toe te verbergen. Toch komt Rooftasch erachter waar ze zijn. Zo komt iedereen te weten dat Melchior, Balthasar en Caspar alchemisten zijn. Er wordt verteld dat ze goud kunnen maken. Jonker wil dat ze goud voor hem gaan maken en als ze dit niet lukt zullen ze de doodstraf krijgen. Ook komen veel burgers schreeuwen dat ze goud willen hebben en schelden ze uit voor gierigaards. Op deze manier komt de pleegvader van Caspar er achter dat hij alchemist is. Hij is zo woedend dat hij hem uit huis zet. Nu trekt Caspar in bij de van Capelles en zet het alchemistenwerk voort. Caspar zegt dat ze verkeerd bezig zijn en dat ze in plaats van een stinkend een lekker ruikend brouwsel moeten maken. Ondertussen gaat het steeds slechter met Rotterdam. De mensen moeten ratten eten, maar ook met de Hoeken gaat het slecht, want er komen Hollandse troepen aan. De Hoeken verzetten zich nog een keer en dan wordt Rotterdam bevrijd. Maar de mensen zijn er nauwelijks blij mee want ze zijn alles kwijt. Op een dag zegt de smid Hermansz dat hun alchemistenwerk hekserij is en dreigt dit aan de pastoor te vertellen. De pastoor komt langs en wordt bedwelmd door de heerlijke geur van het brouwsel. Hij vertrekt vol goede moed en geeft de burgers van Rotterdam weer hoop.De smid laat het hier echter niet bij zitten. Op het moment dat het brouwsel af is, stormt de smid samen met een groep dominicanen naar binnen om de alchemisten te arresteren. Balthasar probeert te vluchten met het brouwsel, maar een van de dominicanen breekt het vat en alle vloeistof stroomt weg. Op dat moment slaat de bliksem in en ontstaat er brand bij de buren. Iedereen moet nu helpen de brand te blussen, maar de chirurgijns familie en Balthasar vluchten. Caspar blijft echter en wordt de volgende ochtend gearresteerd en in de kerker gegooid, wachtend op het vonnis. Melchior redt hem door een bewaker om te kopen. Caspar wil niet met Melchior mee. Hij wil geen alchemist meer zijn. Hij bedankt hem en loopt weg.
B. Verhaalanalyse. 1. Titel. Uitleg en verklaring van de titel: De titel van het boek: ‘Het geheim van Rotterdam.’ Het boek heet zo omdat Caspar een meisje ontmoet op de markt die Grietje heet. Grietjes vader Melchior (Chirurgijn) houdt zich samen met zijn knecht Balthasar bezig met geheimzinnige dingen. Zij zoeken de steen der wijzen, maar zij moeten met zijn drieën zijn om die te kunnen vinden. Caspar blijkt de aangewezen persoon te kunnen zijn om Melchior en Balthasar te helpen met het genezen van de zieke metalen. (Daar bedoelen ze mee: Alle niet gouden metalen van goud maken want goud is het gezonde metaal.) 2. Soort verhaal. A. Tot welke genre behoord het boek? Dit is een avontuurlijk boek. B. en C. Is het een jeugdboek of een literair boek? Noem ook de kenmerken. Dit is een jeugdboek, want het boek heeft een makkelijke opbouw en niet veel personages. C. Welke kenmerken van literaire boeken kun je aanwijzen? In dit boek vind je maar drie kinderen en voor de rest alleen volwassen personen. 3. Gebeurtenissen: Probleem en hoofdlijn. A. Wat is het probleem van de hoofdpersoon? Caspar, een vondeling (werd op 6 januari 1473 gevonden op straat door Truitje Blasius) ontmoet op de markt een meisje nadat zij werd lastig gevallen door een paar jongens uit Delfshaven. Zij heet Grietje, nadat zij hoort dat hij Caspar heet neemt ze hem mee naar huis en zegt dat tegen haar vader. Hij geeft Caspar Latijnse lessen zonder dat hij weet waarom hij die lessen krijgt. Wanneer hij twaalf is blijkt dat hij moet meedoen met het maken van goud, oftewel hem wordt verplicht alchimist te worden. B. Schets de hoofdlijn van het verhaal in zes stappen. 1. Truitje Blasius vindt Caspar als baby op straat. 2. Caspar ontmoet na een gevecht met jongens uit Delfshaven een meisje die Grietje heet. 3. Grietje neemt hem mee naar huis. 4. Zij vertelt haar vader dat hij Caspar heet. 5. Hij krijgt van haar vader latijnse lessen omdat hij Caspar heet en op zijn 12e verjaardag moet hij Melchior en Balthasar helpen met het maken van goud. 6. Na de inname van Rotterdam door de Hoekers komt de bovolking van Rotterdam er achter wat ze doen, ze moeten in de gevangenis maar ontsnappen. C. Wat voor soort begin heeft het verhaal? Het verhaal begint in de winter van 1473 wanneer Caspar gevonden wordt door Truitje Blasius en Jan Blasius (een kuiper) toestemming geeft om hem op te voeden als hun eigen kind. D. Wat voor soort eind heeft het verhaal? Nadat ‘de drie wijzen’ (Caspar, Melchior en Balthasar.) hun geheimen ontdekt worden moeten ze de gevangenis in. Melchior en Balthasar ontsnappen en Caspar wordt alleen opgepakt. ’s Nachts wordt Caspar zomaar vrijgelaten omdat Melchior de bewakers had omgekocht. Melchior vraagt of Caspar mee gaat naar Kampen maar Caspar wil dat niet en neemt afscheid. E. Is het een spannend verhaal? Ik vind zelf dat het aan het beginteen beetje saai is. Nadat de Hoekers Rotterdam ingenomen hebben vind ik dat het pas spannend wordt. F. Waardoor wordt die spanning veroorzaakt? Door de inname van de Hoekers omdat zij ontdekken met welke mysterieuze dingen ‘de drie wijzen’ (Caspar, Melchior en Balthasar.) bezig zijn. 4. Personen. A. Welke personen komen erin voor? Caspar, Truitje Blasius, Jan Blasius, Eva Blasius, Melchior van Capelle, Hanna van Capelle, Grietje van Capelle, Balthasar, jonker Frans van Brederode, Gerrit Rooftasch, smid Hermansz, koning Maximiliaan, stadhouder Jan van Egmont, Gerrit Kanters, pastoor Egidus. B. Wie zijn de hoofdpersonen? Caspar, Melchior van Capelle, Balthasar en Grietje van Capelle. C. Welke personen zin round characters, welke zijn flat characters of types? Caspar is een round character, want het boek gaat grotendeels over hem. Aan het eind van het boek wordt hij verliefd op Grietje. Het begint bij de vondst van hem en het boek eindigt op zijn 16e. Truitje Blasius is een round character, zij krijgt een paar jaar nadat ze Caspar heeft gevonden een meisje dat Eva heet. Jan Blasius is een flat character, hij komt maar een aantal keren in het boek voor en dan zegt hij even wat. Eva Blasius is een round character, wanneer Caspar het huis uitgezet is ontmoet hij Eva regelmatig op de markt en aan het eind van het boek is ze een jaar of 11/12. Melchior van Capelle is een round character, hij ontdekt dankzij Caspar hoe ze Mercurius ‘die in de steen der wijzen zit’ kunnen bevrijden. Hanna van Capelle is een flat character, zij komt alleen in het boek voor als vrouw/moeder van Melchior/Grietje. Grietje van Capelle is een round character, zij ontmoet Caspar zodat hij Melchior en Balthasar meehelpt met het maken van goud. Aan het eind van het boek wordt ze verliefd op Caspar. Balthasar is een round character, hij ontdekt dankzij Caspar hoe ze Mercurius ‘die in de steen der wijzen zit’ kunnen bevrijden. Jonker Frans van Brederode is een type. Gerrit Rooftasch is een type. Smid Hermanz is een type. Koning Maximiliaan is een type. Stadhouder Jan van Egmont is een type. Gerrit Kanters is een type. Pastoor Egidus is een type. D. Bespreek van de hoofdpersoon: de leeftijd, het uiterlijk, het karakter, de verhouding tot de andere personages en de invloed op anderen, de veranderingen in de loop van het verhaal en het milieu (De gezinsomstandigheden). De hoofdpersoon Caspar is een betrouwbaar persoon. Hij helpt door de week iedere dag zijn vader in de kuiperswinkel. En op zondag gaat hij naar Melchior. Ook al heeft hij zo weinig vrije tijd hij komt altijd. Hij heeft ook een goed doorzettingsvermogen. Ook al wilde het steeds niet lukken met het brouwsel hij bleef het proberen. Hij is ook erg nieuwsgierig want eigenlijk vond hij die lessen Latijn helemaal niet echt interessant. Hij ging alleen naar dat huis omdat hij het zo mysterieus vond. Hij vond dat er een gek sfeertje hing. Na de ontdekking van de mysterieuze zaken die in het huis van de van Capelles gebeurden werd Caspar het huis uit gezet. 5. Tijd. A. Wanneer speelt het verhaal zich af? Het verhaal begint op 6 januari 1473, het speelt zich dus af in de Middeleeuwen. B. Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het eind? De tijd die verloopt tussen het begin en het eind is ongeveer zestien jaar. C. Is het een chronologisch of niet-chronologisch verteld verhaal? Dit is een chronologisch verteld verhaal. D. Bevat het verhaal terugblikken (Flashbacks)? Er zijn wel flashbacks in het verhaal, bijvoorbeeld als Caspar terug denkt aan zijn familie, maar die zijn verder niet belangrijk voor het verhaal. E. Bevat het verhaal veel terugverwijzingen of voorruitverwijzingen? Eigenlijk van beide helemaal niets. F. Zijn er veel sprongen in de tijd? Aan het begin van het boek is er een sprong van 4 jaar. Van Caspars 0e tot zijn 4e. Verder niet echt. 6. Vertelwijze. A. Door wiens ogen beleven we het verhaal? We beleven het verhaal door de ogen van Caspar. B. Is het een ik-verhaal? Dit is geen ik-verhaal. C. Is er een alwetende verteller? Dit is geen alwetende verteller. 7. Ruimte. A. Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in de stad Rotterdam. Meest in het huis van de familie ‘van Capelle’. B. Oefent de omgeving invloed uit op de gebeurtenissen? Ja, als Rotterdam niet was ingenomen door de Hoekers en dan hadden de Hoekers de alchimisten ook niet ontdekt zodat ze moesten vluchten. C. In hoeverre bepaalt de ruimte de sfeer van het verhaal. De ruimte bepaalt de sfeer van het verhaal bijna helemaal omdat de Hoekers degenen waren die de alchimisten ontdekten. 8. Thema. Wat is het thema (onderwerp) van het verhaal? De titel van het boek: Het geheim van Rotterdam. Het heet zo omdat het gaat over drie alchimisten. Zij proberen het zoveel mogelijk geheim te houden omdat de bevolking en de kerk het ziet als tovenarij. Maar doordat de Hoekers Rotterdam hebben ingenomen komen zij er achter en weet de Rotterdamse bevolking het al heel snel zodat Caspar, Balthasar en de familie van Capelle moeten vluchten. 9. Bedoeling/boodschap. A. Heeft de schrijver volgens jou een bedoeling met dit verhaal? Ik heb zelf geleerd dat als er iets ergs gebeurd is tot ik altijd de personen weer opzoek om het weer uit te praten. Caspar deed dat niet. B. Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Ja. C. Heeft dit verhaal je aan het denken gezet? Nee, ik vond dit een leuk boek om te lezen en meer ook niet. 10. Taal. A. Vond je het taalgebruik moeilijk, makkelijk of normaal? Waarom? Het verhaal is lekker om te lezen. Het leest lekker door. De verhouding tussen de beschrijving van de gesprekken en gedachten en gevoelens is erg goed. Je leest er zo doorheen. Je hebt niet eens in de gaten als het opeens overspringt. De taal past goed bij de personages. Als Melchior of Balthasar spreken krijg je een iets ander taalgebruik dan bij de andere personages. Dat komt omdat zij ouder en geleerder zijn. B. Bevat het verhaal veel beschrijvingen? In dit boek worden er niet zo veel personen beschreven. C. Bevat het verhaal veel dialogen? Er zijn er wel wat maar niet echt veel. C. Mening. Ikzelf vond dit boek niet echt leuk. Mijn broer en zus zeiden dat dit echt een mooi boek is dus ik wilde het lezen. Het boek vond ik ook erg slaapverwekkend. Zelfs als ik het ’s middags las. Ik zal dit boek nooit iemand aanraden. D. Informatie over de Schrijver. Thea Beckman is in 1923 geboren. Studeren was er voor haar niet bij. Ze wilde graag ontdekkingsreiziger of schrijfster worden. Eerst werkte ze op een kantoor. Later toen ze getrouwd was zorgde ze vooral voor haar kinderen. Maar ze schreef ook journalistieke stukjes en korte verhalen. Toen haar kinderen groot waren had ze meer tijd en begon ze met schrijven van boeken. Toen begon ze ook aan de studie sociale psychologie die haalde ze in 1981. Thea Beckman schrijft vooral kinderboeken en die gaan vaak over de geschiedenis. Maar ook schrijft ze boeken over de toekomst over Thule. Dit gaat over de wereld 10 eeuwen na de derde wereldoorlog en daar hebben de vrouwen de macht. De boeken gaan vaak over deze onderwerpen: De invloed die avonturen op een mens kunnen hebben, de positie van gewone mensen vroeger, kinderen die om de een of andere reden voor zichzelf moeten opkomen en de strijd voor meisjes en vrouwen voor gelijke behandeling als mannen. Thea Beckman heeft deze andere boeken nog geschreven: Voor volwassenen: 1958. Anjers voor Adèle. Jeugdboeken: 1957. De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder. 1964. Bertus en het wonderkrijtje. 1966. Mickey en de vreemde rovers. 1970. Met Korilu de griemel rond. 1972. Honderd verhalen om voor te lezen. 1972. Honderdéén verhalen om voor te lezen. 1972. Mickey en de Fiebeldewiebels. 1973. Heremetijd... wat een lastpost! 1973. Kruistocht in spijkerbroek. 1973. Nieuw verhalenboek. 1973. Verhalen uit de pimpelpaarse parasol. 1974. Mijn vader woont in Brazilië. 1974. Het vrolijke dierenvertelboek. 1975. Een schip vol verhalen. 1976. Geef me de ruimte! 1976. Verhalen voor alle kinderen. 1977. Triomf van de verschroeide aarde. 1977. Vertel eens een verhaaltje. 1978. Het boek vol nieuwe verhalen. 1978. Het rad van fortuin. 1979. Stad in de storm. 1980. Wij zijn wegwerpkinderen. 1982. De Gouden Dolk. 1983. Hasse Simonsdochter. 1984. Wonderkinderen. 1985. Kinderen van Moeder Aarde. 1987. Het helse paradijs. 1988. Een bos vol spoken. 1988. De val van Vredeborch. 1989. Het Gulden Vlies van Thule. 1990. Het geheim van Rotterdam. 1991. Het wonder van Frieswijck. 1992. De Stomme van Kampen. 1993. De verloren schat. 1994. De doge-ring van Venetië. 1996. Saartje Tadema. Geschreven door AlbertV_5, 4 Mavo. © Copyright 1997-2004 Scholieren.com
http://www.scholieren.com/ Internet Opdracht Ik vind het een goed uittreksel, vooral omdat het goed opgebouwd is maar wat wel jammer is dat de personages niet erg beschreven worden. Als je het boek niet gelezen zou hebben dan heb je hier heel veel aan want het verteld het verhaal erg goed. Je hebt er veel aan als je niet meer precies weet waar het verhaal over gaat. Opdracht bij Montyn Montyn is eerst in een Leger kamp waar hij wordt opgeleid om het leger in te gaan. In het kamp is de helft al afgevallen dus het is redelijk verlaten. Montyn wordt “Gedropt” in moet op eigen kracht terug komen. Hij wordt in de buurt van een berg gedropt die hij gaat beklimmen. Maar hij kan niet veel meer zien omdat het ondertussen nacht is geworden. Hij ziet niet hoe diep de afgrond is en heeft zelf geen grip meer met zijn voeten en handen. Toch haalt hij het en wacht tot het licht wordt. Dan loopt hij naar een boerderij toe waar hij brood met kaas krijgt. Dan gaat op met de boer mee op de kar richting een nabij gelegen dorpje. De belangrijkste functie van een ruimte beschrijving is dat je zelf een beeld kan maken van waar de hoofdpersonen zijn. De ruimte beschrijving maakt het verhaal spannender anders weet je niet waar hij is. En de is precies wat het zo spannend maakt. Ik stond daar in de eeuwigheid betekend dat hij daar voor zijn gevoel heel lang heeft gestaan. Hij staat boven op de berg waar een oud en verlaten boerderij is. Bij de boerderij staat een kar die volgeladen is met spullen die later die dag naar het dorp gaan. Naar het dorp toe is vooral land. Hij gaat naar het nabij gelegen dorpje hoe dichter hij bij het dorpje komt hoe meer huizen hij ziet. Dat hij bijna dood was gegaan, want als hij losgelaten zou hebben was hij er nu niet meer geweest. Zelf gelezen roman. Verklaring van de Titel De titel is "De Aanslag." Het boek gaat over Anton Steenwijk die in de tweede wereldoorlog, op dat moment is hij 12, een aanslag meemaakt op een NSB'er. Citaat:" In die stilte, die de oorlog ten slotte was in Holland, weerklinken op straat plotseling zes scherpe knallen: eerst 1, dan 2 snel achter elkaar, na een paar seconden het vierde en het vijfde schot. Even later een soort schreeuw en dan nog een zesde." Deze man belandt voor hun huis en daarom worden zijn ouders, broer en een aantal andere mensen vermoord. De titel heeft ook een figuurlijke betekenis, want behalve dat er een aanslag op de NSB'er wordt gepleegd is er dankzij deze korte gebeurtenis een aanslag op zijn leven gedaan; hoewel hij het probeert te vergeten blijft het hem zijn hele leven achtervolgen. Het Thema De schuldvraag staat centraal in deze roman. Uiteindelijk zijn alleen de Duitsers die de trekker overhaalden schuldig aan de dood van Antons ouders, maar de verantwoordelijkheid wordt al snel verschoven naar de aanstichter van het geweld, de man of organisatie die de NSB'er voor hun huis neerschoot. Iemand is slechts verantworrdelijk voor zijn eigen daden en niet voor de reactie van anderen daarop. de bepaling van de grens tussen goed en kwaad is zeker in de oorlog een gevaarlijke onderneming.
Beschrijving van de hoofdpersonen Anton van Steenwijk: 12 jaar ten tijde van de aanslag. Na de aanslag werd hij wees. En hij gaat na de oorlog studeren voor anesthesist. Hij heeft een rustig karakter en hij is niet haatdragend tegenover degenen die schuld hadden aan de dood van zijn ouders. Na de scheiding met haar ex-vrouw, hertrouwd hij maar hij krijgt ook meer last van migraine en nachtmerries. Truus Coster: Anton ontmoet haar in de cel op de avond van de aanslag. Ze vertelt hem dat het de schuld van de Duitsers was dat ze zoveel narigheden moesten doorstaan. Ze geeft om andere mensen. Saskia : De eerste vrouw van Anton. Ze ontmoet Anton in 1960 in Londen en ze trouwen in 1961. Samen krijgen ze een dochtertje, Sandra. Sandra was stewardess bij KLM. Ze scheiden in 1967, maar bleven wel vrienden. Cor Takes: Hij ontmoet Anton op een begrafenis. Het blijkt dat hij degene is die de aanslag heeft gepleegd samen met zijn vriendin Truus Coster. Hij is aan de drank en woont boven een voormalig hoofdkwartier van het verzet, een soort heiligdom. Liesbeth: Zij is de tweede vrouw van Anton. Ze trouwen in 1968. Ze krijgen een kind met de naam Peter. Zij geeft Anton, in tegenstelling tot Saskia, het gevoel los te kunnen komen van de oorlog. Karin Korteweg: Zij woont samen met haar vader in het huis naast de Steenwijks. De aanslag werd voor haar huis gepleegd. Ze legt samen met haar vader het lijk voor de deur van de Steenwijks. Ze is niet getrouwd. Ze heeft een erg schuldgevoel wat haar hele leven achterna zit. Ruimte beschrijving Anton is na de aanslag in A'dam gaan wonen en is daar blijven wonen. In de buurt van het ouderlijke huis staat nu een monument. Hij bezoekt Haarlem slechts 2 keer, namelijk in 1952 en in 1978 met zijn dochter. Tijd beschrijving De Aanslag begint in 1945 en eindigt in 1981. Het verhaal wordt chronologische verteld. Wel zijn er hier en daar wat Flash-Backs en Flash-Forwards. Het verhaal wordt verteld door een verteller maar ook worden er stukken door de ogen van Arnold gezien. Inhoud Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. Aan de kade lagen vier huizen: in Welgelegen woonden de familie Beumers, in Buitenrust Anton met zijn ouders en broer, in Nooitgedacht meneer Korteweg met zijn dochter Karin en in Rustenburg de familie Aarts. In januari 1945 zat de 12-jarige Anton met zijn familie een spelletje te doen. Plotseling klonken er zes schoten. De NSB'er Ploeg lag dood voor het huis van Korteweg. Meneer Korteweg en Karin legden het lijk voor Antons huis neer. Peter ging naar buiten om het lijk weer te verleggen. Toen de Duitsers eraan kwamen, vluchtte hij. De Duitsers onderzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het daarna in brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje dat hem troostte en met hem praatte. Na enkele uren werd Anton weer teruggebracht naar Haarlem, en vandaar ging hij met een konvooi naar Amsterdam. In Amsterdam haalde zijn oom hem op. Na de bevrijding bleek dat de ouders van Anton en zijn broer Peter op de avond van de aanslag waren neergeschoten. Anton bleef bij zijn om en tante wonen. Hij dacht niet vaak aan de aanslag. In 1952 ging hij naar een feestje in Haarlem. Hij ging op bezoek bij de familie Beumer. Aan het eind van de kade was een monument opgericht, waarop ook de namen van Antons ouders stonden. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen. Derde episode, 1956
Na zijn examen medicijnen ging Anton op kamers wonen. In 1956 kwam Anton zijn vroegere vriendje Fake Ploeg, de zoon van de vermoorde NSB-er tegen in een demonstatie. Anton nodigde Fake uit om binnen te komen. Fake verdedigde zijn vader en zei dat de communisten verantwoordelijk waren voor de dood van zijn ouders. Anton probeerde hem ervan te overtuigen dat zijn vader wel fout was geweest. Na Antons artsexamen trouwde hij in 1961 met Saskia de Graaff. Op een begrafenis in 1966 ontmoette hij een oud-verzetstrijder. Het was Takes, de man die de NSB-er Ploeg doodgeschoten had. Hij had het samen gedaan met zijn vriendin Truus Coster. Zij was het die Anton in de cel had ontmoet. Anton ging de volgende dag naar het huis van Takes waar hij een foto van Truus zag. Anton is later gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Gelderland en Toscane. Toen Sandra 16 jaar was ging hij met haar naar de duinen van Haarlem waar Truus Coster geëxecuteerd was. In november 1981 liep hij bij toeval mee met een vredesdemonstratie samen met zijn zoon Peter (uit zijn tweede huwelijk). Daar kwam hij Karin Korteweg tegen. Ze vertelde dat ze geëmigreerd waren naar Nieuw-Zeeland. In 1948 had haar vader zelfmoord gepleegd. Ze hadden het lijk van Ploeg verplaatst om de hagedissen van meneer Korteweg te sparen. Ze hadden Ploeg niet bij de familie Aarts neergelegd, omdat zij Joden in huis hadden. Anton vroeg zich af of iedereen tegelijk schuldig en onschuldig was. Hij had zichzelf weer snel in de hand. Anton was nu één van de laatsten die de oorlog had meegemaakt.
Vier verhaalideeën A. De levensloop van een jongen van 14 tot 16 jaar. De jongen die van alles meemaakt wat iedere jongen van deze leeftijd mee zou maken. Middelbare school en alles er om heen. B. Een jongen van 14 tot 16 jaar oud en elke avond spoken en geesten ziet. Hij wordt meegenomen naar de andere wereld en beleefd daar spannende nachten. C. Een jongen van 14 tot 16 jaar oud met gescheiden ouders die veel problemen binnen zijn gezin. Deze jongen beland op straat en gaat stelen en zwerven. D. Een geest die elke avond terug in het zelfde huis komt en daar het hele gezin opjaagt. Hij probeert het gezin uit dit huis te jagen. Vragen over de Aanslag. A. Om te laten zien wat voor kleine verzetshaarden er in die tijd waren. Als je in die tijd een lijk voor je huis had liggen dan zouden de Duitsers denken dat jij dat hebt gedaan en zullen je vermoorden. Daarom word het lijk van huis naar huis gesleept zodat je zelf niet wordt vermoord. B. Hier word alleen het huis van de Familie steenwijk in de brand gestoken en worden geen represailles in de buurt uitgevoerd. C. Zijn betrapt door ’s avonds buiten te lopen wat in die tijd niet mocht. De Duitse soldaten zullen haar waarschijnlijk betrapt hebben en in de gevangenis gezet. D. Dat de beschrijving in het boek verzonnen was en niet echt bestond. De lezers hadden verwacht dat het oorlogsmonument echt bestond, wat Harry mulisch beschrijft in zijn boek. Ook de vier huizen op een rij waar de aanslag was gebeurt bestaan niet, dit zijn 7 villa’s waar Harry mulisch er 4 van heeft gemaakt, de zonnekade bestaat wel echt. E. Zoals ik al zij de zonnekade bestaat wel echt. F. Omdat alles zo precies wordt beschreven. Ook zou het echt kunnen zijn gebeurt het verhaal maar dat is niet zo. Gelezen Roman Gebr. Zakelijke gegevens Titel: Gebr. Auteur: Ted van Lieshout Eerste druk: Juni 1996 Gelezen druk: 2e druk, oktober 1996 Aantal pagina’s: 188 Beschrijving kaft: er staan allemaal letters van het dagboek op de kaft,en je ziet een foto van 2 jongetjes in een poort ofzo. Aantal leesuren: 4.5 uur Herkomst: het is in Nederland geschreven, geen vertaling ofzo. Uitleg waarom ik dit boek heb gekozen: Ik heb het boek Gebr. gekozen omdat ik er al eens een stukje van had gelezen in het Nederlandse boek van vorig jaar en ik dat stukje erg mooi vond. Het boek heeft ook een zilveren zoen (1997) gekregen en meestal zijn die boeken wel goed. Persoonlijke reactie Ik vond het boek best ontroerend omdat de ik-persoon naar zijn overleden broer schrijft. Het is ook heel origineel omdat er niet veel jeugdboeken zijn over dit onderwerp. Het boek is ook wel gemakkelijk want het is als een soort dagboek geschreven en dan lees je er gemakkelijk doorheen, en er staan weinig moeilijke woorden in. Ik vond het boek ook heel mooi, het is heel mooi in elkaar gezet. Het is ook realistisch omdat het in de werkelijkheid ook zou kunnen gebeuren. Samenvatting inhoud Belangrijkste gebeurtenissen De belangrijkste gebeurtenissen in het boek gebeuren nadat Luuk besluit om in het dagboek van zijn overleden broer te gaan schrijven. Maus is namelijk al een tijd dood en hun moeder wil Maus’ spullen morgen, op zijn verjaardag, gaan verbranden. Luuk vindt dit maar een vreemd idee maar kan haar niet tegen houden. Hij mag spullen van Maus’ kamer pakken die hij wil hebben, maar niet uit het bureau want daar liggen zijn persoonlijke spullen. Luuk pakt toch stiekem het dagboek van Maus uit het bureau. Op het begin zegt hij dat hij dat doet om Maus’ gedachten te bewaren maar later kom je erachter dat hij dat doet om zijn eigen geheim te bewaren. Luuk is namelijk homo en dat staat in het dagboek van Maus. Hij wil zijn ouders nu geen verdriet doen en wil het nog niet vertellen. Hij gaat in het dagboek van Maus schrijven zodat het dagboek ook van hem word en zijn moeder het daarom dus niet kan verbranden. Op een gegeven moment gaat hij het dagboek ook lezen en ‘terugschrijven’ aan Maus. Zo ontdekt hij dat zijn kleinere broertje ook homo was. Op de dag dat zijn moeder de spullen gaat verbranden wil hij haar het dagboek gaan brengen om haar te shockeren. Zijn moeder kijkt hier niet van op dus verteld hij dat hij homo is. Hij had verwacht dat zijn moeder boos op verdrietig zou worden maar zijn zorgen blijken onnodig geweest te zijn want ze accepteert het gewoon. Hoofdpersoon + probleem De hoofdpersoon is Luuk, het probleem is dat hij homo is maar dat hij dat nog durft te vertellen omdat hij bang is voor de reactie van zijn moeder. Verandering hoofdpersoon Aan het begin van het boek lijkt het alsof Luuk zelf nog niet accepteert dat hij homo is maar later begint hij het wel te accepteren en te begrijpen dat het niet aan hem ligt en dat het niet zo erg is. Belangrijke andere personen Maus, het overleden broertje van Luuk heeft ook een belangrijke rol in het verhaal. Luuk schrijft aan hem om zijn dood te verwerken maar ook om het voor zichzelf allemaal op een rijtje te zetten. De ouders van Luuk en Maus spelen ook wel een rol in het verhaal maar de moeder wel iets meer dan de vader. Plaats en ruimte Het verhaal speelt zich af in eindhoven Tijd Het verhaal begint op 4 maart 1973 Verhaal aspecten Spanning: Er worden in dit verhaal verschillende open plekken gebruikt. Er wordt vertraagd, je komt namelijk pas aan het einde van het boek te weten aan wat voor ziekte Maus is gestorven. Er zitten veel terugblikken en herinneringen in het verhaal, Luuk haalt veel jeugdherinneringen aan zijn broer op om iets duidelijker uit te leggen. Thema: Het thema is homoseksualiteit en omgaan met de dood of verlies van iemand. Titel: De titel is ‘Gebr.’, dit betekent gebroeders. Het verhaal gaat over 2 broers. Opbouw: Het verhaal loopt niet in 1 rechte lijn naar de toekomst omdat er verschillende terugblikken in voor komen. Vertelsituatie: Het is een verhaal wat verteld word door de ik persoon, Luuk. Hij vertelt wat er gebeurd en je maakt het mee vanuit zijn standpunt. Leeservaring Onderwerp Het onderwerp van dit boek sprak me best wel aan want ik had er nog nooit wat over gelezen en het leek me wel boeiend. Het boek heeft me wel nieuwe kanten laten zien over homoseksualiteit, maar niet echt over de dood. Ik ben niet echt anders over deze onderwerpen gaan denken. Ik vond de uitwerking van het onderwerp erg goed, want doordat je meeleest in het dagboek begrijp je het veel beter. Dat vond ik wel goed. Ik weet niet echt of je een mening over homoseksualiteit uit dit boek kan halen, maar het wordt wel geaccepteerd en daar ben ik het mee eens. Alle kanten van het onderwerp hebben wel voldoende aandacht gekregen vind ik. Gebeurtenissen Het verhaal bevat zeker voldoende gebeurtenissen om te blijven boeien. De gebeurtenissen volgen elkaar ook logisch op. Ik vond de gebeurtenissen boeiend, geloofwaardig en verrassend. De gebeurtenissen waren boeiend omdat ze over het algemeen elkaar snel opvolgden en interessant waren. De gebeurtenissen waren geloofwaardig het zo uit een echt dagboek lijkt te zijn. De gebeurtenissen waren ook verrassend omdat ik niet had verwacht dat de ouders van Luuk het zouden accepteren dat hij homo was. De gebeurtenissen hebben me wel aan het denken gezet, bijvoorbeeld wat ik zou doen als mijn zus zou overlijden. Ik vond het stuk dat Luuk het dagboek aan zijn moeder ging geven erg verrassend want ik had niet verwacht dat ze zo ‘koel’ zou reageren omdat ze eerst nogal boos was dat hij het had gepakt. Ik vond het ook goed omdat Luuk toen aan zijn moeder vertelde dat hij homo was, dat vond ik erg moedig. Personages Ik zou niet graag op de hoofdpersoon willen lijken omdat hij zijn broertje heeft verloren en dat lijkt me heel erg. Ik vind Luuk wel heel moedig, hij zegt tegen zijn moeder dat hij homo is terwijl hij denkt dat hij haar daar heel veel verdriet mee doet, en dat is wel moeilijk. Ik zou de personages ook in het echte leven tegen kunnen komen, ze leken op echte mensen en ze gingen ook echt voor je leven. Luuk reageert niet echt voorspelbaar maar dat vind ik juist wel leuk zo blijft het toch spannend en boeiend. Je komt het meeste te weten over Luuk, hij schrijft over z’n gevoelend en zo leer je hem steeds beter kennen. Ik ben het ermee eens dat hij het dagboek heeft gepakt, ik zou dat ook doen, want ik zou ook mijn geheimen geheim willen houden. Ik ben het er ook mee eens dat hij verteld heeft dat hij homo is, achteraf lijkt het me wel makkelijker als je ouders het weten. Bouw Alles is dit verhaal hangt goed met elkaar samen. Het is niet echt een heel spannend boek maar vooral boeiend. De bouw van het verhaal past goed bij het onderwerp, je komt langzaam te weten waar het echt om gaat en wat er gebeurd is. Er zitten wel terugblikken in het verhaal maar niet teveel, het is juist duidelijk dat Luuk af en toe een herinnering, daardoor snap je het beter. Het eind vind ik heel erg goed, ik zou alleen willen weten hoe Luuk z’n vader erop reageert dat hij homo is, dat wordt namelijk niet verteld. Taalgebruik Het verhaal was helemaal niet lastig om te lezen doordat het als een soort dagboek geschreven is. Daardoor lees je er snel doorheen. Er stonden geen moeilijke woorden in. De verhouding tussen beschrijving, gesprekken en weergave van gedachten of gevoelend zijn wel goed, je merkt duidelijk wanneer er een gesprek of gedachte word beschreven. De taal past goed bij dit boek, het is duidelijk en je leest het makkelijk. Informatie schrijver Geboren: 21-12-1955 Debuut: Raafs reizend theater (1986) Genres: Kinder- en jeugdliteratuur, poëzie, toneel, schrijven voor televisie Bijzonderheid: Ted van Lieshout is naast schrijver ook illustrator en graficus. Hij studeerde in1980 af aan de Rietveld Academie. Citaat: 'Je mag gerust iets lelijk vinden, maar dan moet je er wel verantwoordelijkheid voor nemen, je moet kunnen uitleggen waarom.' (Volkskrant, 13-2-1998) Recent werk: Mijn tuin, mijn tuin (1996), Kaatje Koe (1998), Stil Leven: een tentoonstelling (1998), Zeer kleine liefde (poëzie, 1999), Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik (2000) Gebr. A. Zakelijke Gegevens Titel van het boek: GEBR. Naam van de auteur: Ted van Lieshout
Naam van de uitgever: van Goor, Amsterdam
Jaar van verschijning: 1996 B. Samenvatting Het verhaal gaat over twee broers, Lucas en Maurius (Maus). Maurius heeft de ziekte van Wilson waardoor eerst zijn pink gaat trillen maar later ook heel zijn hand en kan hij ook niet meer lopen laat staan naar school gaan. Ook vallen er gaten in zijn herinneringen. De ziekte wordt pas opgemerkt op zijn 14e. Hij sterft in het ziekenhuis. Maus’ ervaringen heeft hij opgeschreven in zijn dagboek. De moeder van Maus en Luuk wil één jaar na het overlijden van Maus alle spullen van Maus verbranden op een groot vuur in de tuin. Lucas wil dat niet, hij wil de herinneringen aan zijn broer niet kwijtraken. Om toch nog iets te redden probeert hij het dagboek van Maus uit de handen van zijn moeder te houden omdat hij vindt dat je niet de gedachten van iemand kan verbranden. Als oplossing wil hij zijn eigen gedachten opschrijven in het dagboek van Maus zodat zijn moeder het niet verbrand. Hij begint op de eerste lege bladzijde. Als hij dit vertelt aan zijn moeder zegt ze dat ze gewoon Maus’ bladzijden eruit scheurt. Als oplossing heeft Luuk bedacht dat hij tussen de regels door een soort antwoord geeft op het stukje dat zijn broer geschreven heeft. Nu kan zijn moeder het wel vergeten om het dagboek te verbranden. Het vertellen van Maus begint heel gewoon met het vertellen van zijn verjaardag en de cadeaus die hij krijgt. Later word het steeds intiemer en vertelt hij dat hij er achter is gekomen dat hij homo is. Na het lezen van dit geeft Lucas antwoord dat hij ook homo is en dat nooit heeft durven zeggen. Nu is Lucas bang dat zijn ouders het niet zullen respecteren en boos zullen zijn omdat hij hun geen kleinkinderen kan bezorgen. Op een gegeven moment besluit Luuk het dagboek toch aan zijn moeder te overhandigen maar zijn moeder wil het niet verbranden. Nu vertelt Luuk dat hij homo is en hij verwacht dat zijn moeder heel kwaad zal zijn maar ze knikt en gaat rustig door met waar ze mee bezig was, ze wist het al. C. Tekstfragment Jammer genoeg heb ik geen glashard bewijs in handen gekregen om te bepalen of ik nog een broer ben of niet. Toch heb ik wel degelijk een antwoord gekregen dat me logisch lijkt. Bij toeval. Vannacht schreef ik per ongelijk: `Toen wij allebei nog leefden…’ Ik wilde het verbeteren, want jíj leeft niet meer, maar ík nog wel. Ik heb het niet gedaan. Het stond er goed. Er kwamen namelijk allerlei herinneringen boven waarvan ik dacht dat ik ze kwijt was. Jij kwam er in voor, als jongen van tien, van twaalf, van veertien. Maar ook ik kwam in die herinneringen voor, als jongen van elf, dertien, vijftien. En allemaal waren ze van 2 september vorig jaar of van daarvoor. Ná 2 september zijn er geen herinneringen bijgekomen waarin we broertjes waren. Er zijn geen herinneringen waarin jij vijftien bent en ik zestien. Die broers bestaan niet. Dat is een feit. Begrijp je wat dat betekent, Maus? Toen jij stierf, stierf ook de broer die ík was. Ik heb je verteld van de siddering die ik voelde toen mam zei dat je overleden was; dat zal het moment geweest zijn waarop het broertje in mij doodging. Maar daarmee is niet alles gezegd, want ík leef nog en de herinneringen die ik heb bestaan echt. En vannacht had ik heel duidelijk het gevoel dat er iets van jou in leven is gebleven. Ergens kwamen we elkaar tegen. Dat was niet in mijn kamer want daar was jij niet. Het was ook niet bij je graf of in de hemel want daar was ik niet. Het doet er eigenlijk niet toe waar het was. Desnoods kwamen we elkaar halverwege tegen op Nieuw Pangea, dat mooie eiland van ons alleen, waarvan niemand weet waar het ligt. Belangrijker: er is dus iets van jou in leen en ik denk dat ik wel weet hoe dat kan. Als het namelijk waar is dat met jou het broertje in mij is gestorven, dan is het even waar dat met míj het broertje in jóu nog leeft! En dat is wel zo logisch, want waar is het broertje in jou anders gebleven? Dat broertje in jou… ben ík. Dat broertje blíjf ik en dat gaat maar door, en door, en door, mijn hele leven lang. Daar heb ik dit dagboek niet voor nodig. Je hebt het toch allang over mijn schouder meegelezen. Dag lieve Maus, kus van

Je broer. Dit fragment heeft indruk op mij gemaakt omdat het een heel onroerend stukje is en omdat Luuk er achterkomt dat hij het dagboek niet nodig heeft om tegen zijn broer te praten. D. Eigen mening Ik vond dit een heel leuk boek, maar ook een mooi en verdrietig boek. Verder vond ik de gevoelens van Luuk en Maus erg goed beschreven. Wat ik heel erg mooi vond, was dat aan het eind van het boek Luuk en Maus elkaar weer ‘terugvinden.’ Ik begon in dit boek en kon niet meer stoppen met lezen. Dit boek laat je beseffen dat je echt blij moet zijn als je gezond en gelukkig bent en dat je voor je eigen mening en/of gevoelens uit moet komen. E. Verwerkingopdracht Informatie over Ted van Lieshout
Geboren: 21-12-1955
Debuut: Raafs reizend theater (1986) Genres: Kinder- en jeugdliteratuur, poëzie, toneel, schrijven voor televisie
Bijzonderheid: Ted van Lieshout is naast schrijver ook illustrator en graficus. Hij studeerde in1980 af aan de Rietveld Academie. Citaat: 'Je mag gerust iets lelijk vinden, maar dan moet je er wel verantwoordelijkheid voor nemen, je moet kunnen uitleggen waarom.' (Volkskrant, 13-2-1998) Recent werk: Mijn tuin, mijn tuin (1996), Kaatje Koe (1998), Stil Leven: een tentoonstelling (1998), Zeer kleine liefde (poëzie, 1999), Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik (2000) Gelezen Roman Ik heb het boek gebr. bij toeval gekozen omdat ik het had besteld samen met andere boeken en ik er achter kwam dat ik nog een extra boek nodig had voor deze opdracht, ik had De aanslag en Soldaat van oranje al van te voren uitgekozen. Ik wist voor dat ik ging lezen niet waar het over ging of wat voor soort boek het was. Het boek is me tegen gevallen. Ik had er meer van verwacht en vond het meer een meisjes boek. Ik vind de eerste samenvatting niet goed omdat er geen goede samenvatting bij zit, ook is de beschrijving van de hoofdpersonen erg kort. Er staan veel overbodige dingen in deze samenvatting waar je niks aan hebt. Een eigen mening word ook bijna niet gegeven waardoor je niet weet wat de schrijver van deze samenvatting er zelf van heeft gevonden. Ik vind de tweede samenvatting duidelijk beter dan de eerste, er staan bijvoorbeeld een beter samenvatting in en ook worden de hoofdpersonen beter beschreven. Wat beter was aan de eerste samenvatting is dat daar meer specifieke onderwerpen werden beschreven zoals: tijd, thema, titel, spanning en ruimte. De eigen mening van de tweede samenvatting is wel goed en goed onderbouwd met argumenten.
Beschrijving/beoordeling van Oorlog - Met dit gedicht verteld de dichter de realiteit - In dit gedicht gebruikt Wilmink rijm op de volgende manier: Eindrijm. - Het kostte niet veel moeite om het gedicht te begrijpen, want het is makkelijk geschreven - Het onderwerp spreekt me wel aan, want ik hou vaak van oorlogsverhalen en gedichten beschrijven dit soort dingen ook vaak mooi. - Ik vind dit gedicht leuk, want het is op een leuke en mooie manier geschreven Beschijving/Beoordeling van een gedicht Zoals je ogen bewogen - Met dit gedicht vertelt de dichter de liefde - In dit gedicht gebruikt de dichter tijm de de volgende manier: Eindrijm - Het kostte niet veel moeite om het gedicht te begrijpen, want het is niet moeilijk geschreven en een mooi kort gedicht. - Het onderwerp spreekt me niet aan, want ik heb op dit moment niet veel met liefde - Ik vind dit gedicht goed, want het is mooi geschreven. Gedicht of Liedtekst ELFSTEDENTOCHT Al voert de weg langs elf steden
Al kent het ijs oneffenheden
De zege wacht, en ik beknok'em
Daar is Dokkum
De kont omhoog, het hoofd wat lager
Ach, jij wint nooit wat, zei m'n zwager
Wat is die vent een zaniker
Kijk, Franeker
En zo passeer ik ongehavend
De krabbelaars die gisteravend
Laatdunkend aan de bar hingen
Hee, Harlingen
En kijk me gaan en kijk me zwenken
Ze mogen werkelijk niet denken
Dat ik alleen maar voor de lol start
En daar is Bolsward
Ik zie de camera's wel draaien

Maar ik verdraai 't om te zwaaien
Naar kijkers in Geleen of Gorcum
Want daar is Workum
De vijfde stad -en blijven glijden
De dunne plekken slijm vermijden
En op de juiste winden hopen
Hindelopen
Een korte stop, een kleine stempel
En snel weer verder, ja warempel
Geen flard van 'n minuut verloren
Hoi, Stavoren
En nu niet kijken naar de vrouwtjes
Maar sterk zijn en bedacht op foutjes
En sneller dan mijn tochtgenoten
Daar is Sloten
In volle looppas soepel klunen
Onder applaus van de tribune
Mijn god, hier is de wind het steilst
Maar daar ligt IJlst
En droom ik nu dat ik voorop lig
Dat ik, dat ik alleen aan kop lig
Dat kan haast niet, bedenk ik bleek

Jawel hoor, Sneek
De tiende plaats, nog één etappe
Nog eventjes naar adem happen
Dan kom ik bij de finish aan
Koog aan de Zaan. Koog aan de Zaan?? Dan is er toch iets fout gegaan. Lied tekst Al voert de weg langs elf steden
Al kent het ijs oneffenheden
De zege wacht, en ik beknok'em
Daar is Dokkum
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. De kont omhoog, het hoofd wat lager
Ach, jij wint nooit wat, zei m'n zwager
Wat is die vent een zaniker
Kijk, Franeker
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. En zo passeer ik ongehavend
De krabbelaars die gisteravend
Laatdunkend aan de bar hingen

Hee, Harlingen
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. En kijk me gaan en kijk me zwenken
Ze mogen werkelijk niet denken
Dat ik alleen maar voor de lol start
En daar is Bolsward
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. Ik zie de camera's wel draaien
Maar ik verdraai 't om te zwaaien
Naar kijkers in Geleen of Gorcum
Want daar is Workum
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. De vijfde stad -en blijven glijden
De dunne plekken slijm vermijden
En op de juiste winden hopen
Hindelopen
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. Een korte stop, een kleine stempel

En snel weer verder, ja warempel
Geen flard van 'n minuut verloren
Hoi, Stavoren
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. En nu niet kijken naar de vrouwtjes
Maar sterk zijn en bedacht op foutjes
En sneller dan mijn tochtgenoten
Daar is Sloten
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. In volle looppas soepel klunen
Onder applaus van de tribune
Mijn god, hier is de wind het steilst
Maar daar ligt IJlst
De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. En droom ik nu dat ik voorop lig
Dat ik, dat ik alleen aan kop lig
Dat kan haast niet, bedenk ik bleek
Jawel hoor, Sneek

De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. De tiende plaats, nog één etappe
Nog eventjes naar adem happen
Dan kom ik bij de finish aan
Koog aan de Zaan. Koog aan de Zaan?? Dan is er toch iets fout gegaan. De elfstedentocht
Wat een tocht. ’t is een lange reis
De hele weg over het ijs. Ik vond het geen moeilijke opdracht om te doen. Vooral omdat ik het me zelf makkelijk heb gemaakt door alleen wat refreintjes toegevoegd, en er zo een leuk liedje gemaakt. Verfilmd Roman Ik heb dit boek/deze film gekozen omdat ik veel van oorlogsboeken en films hou, ook heb ik veel goede berichten over dit boek gehoord. Ik had het boek thuis en de film heb ik kunnen huren dus dit was ook geen probleem
Het verschil tussen het boek en de film bestaat voornamelijk uit de sfeer de word gemaakt. Dit komt waarschijnlijk ook door dat je in een film ook beelden kan laten zien en in een boek moet je dit beschrijven. In de film zie je waar het verhaal zich afspeelt maar in het boek moet je dit voor je zelf schetsen in je hoofd en is het in de film heel anders. Op een moment in de film gaan Erik en Guus naar Engeland toe, in de film is dit een niet al te lange tijd maar in het boek word dit uitgebreid verteld. Voor de rest is de film bijna het zelfde als het boek. De overeenkomsten zijn voornamelijk de tekst die de acteurs zeggen en het realistische verhaal. Dit is zowel in het boek als in film het zelfde. Het is zo realistisch omdat het boek geen fictie is maar een waar gebeurd verhaal. De ik persoon uit het boek in Erik Hazelhoff, dit is tevens de schrijver. Ik denk dat de schrijver het zo mooi kan opschrijven omdat hij het zelf allemaal heeft meegemaakt. Het is een mooie film en een goed boek wat aan te raden is bij iedereen. De film sluit perfect aan op het boek en is bijna het zelfde.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.