Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Biotechnologie

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 2944 woorden
  • 29 oktober 2003
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
32 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Onderdeel 1: lees de brochure. O.K.

Onderdeel 2: De samenvatting:

Er wordt al eeuwen gebruik gemaakt van biotechnologie, bv. bij het maken van kaas en alcohol. De moderne biotechnologie kennen we echter nog niet zolang, dit komt omdat men pas in de jaren 50 DNA ontdekten. Door stukjes DNA te kopiëren en te verplaatsten, kan men de erfelijke eigenschappen van dieren en planten heel direct veranderen. Als men bepaalde stukjes DNA verplaatst van bv. schimmel naar plant of van plant naar plant, kan de plant allerlei nieuwe eigenschappen krijgen :zo kan hij bv. resistent worden tegen bepaalde ziektes, krijgt hij een andere kleur, en produceert hij nieuwe dingen.
Ook bij dieren zijn er allerlei mogelijkheden met biotechnologie. Zo is er bijvoorbeeld in vitro fertilisatie. Een eicel wordt kunstmatig bevrucht in een reageerbuis en daarna in de baarmoeder geplaatst. Zo kun je zelf kiezen wie de moeder en de vader is. Daarnaast kun je het eitje genetisch veranderen in de reageerbuis. Is het eenmaal gelukt om een dier met de goeie eigenschappen te krijgen, zou je het kunnen klonen.

Ook bij micro-organismen maakt men gebruik van biotechnologie. Ze kunnen genetisch zo worden veranderd dat ze bijvoorbeeld een vitamine, een medicijn of een enzym gaan produceren. Zo’n enzym zorgt er dan bijvoorbeeld voor dat het brood langer vers blijft.

Zoals je ziet kun je de biotechnologie voor veel dingen gebruiken. Vier gebieden waarop de biotechnologie werkzaam is, zijn:
Voedsel.
-Men kan de productie verbeteren, gewassen worden resistent gemaakt tegen kou en ziektes, en hierdoor gaat de productie sneller en beter.
-Door het resistent maken van gewassen tegen bv. ziektes zijn er geen bestrijdingsmiddelen meer nodig en dit is beter voor het milieu.
-De voeding kan worden verrijkt, denk hierbij aan het toevoegen van calcium en vitamine.
-Biotechnologie op gebied van voedsel heeft belang voor ontwikkelingslanden. De witte rijst die daar zoveel gegeten wordt kunnen ze verrijken met vitamine a, waardoor het veel voedzamer wordt. Ook kan Men medicijnen toevoegen aan het voedsel.
Medisch
Op medisch gebied maakt men al langer gebruik van de biotechnologie. Zo maakte men insuline vroeger uit varkens, en nu uit genetisch veranderde micro organismen.
Men kan de genen in dieren zo veranderen dat ze bepaalde stoffen gaan produceren. De melk van een genetisch veranderde geit kan bv. helpen bij hemofilie.
Medicijnen kunnen dankzij de biotechnologie getest worden. Men geeft ratten genetisch een ziekte en voert dan tests met ze uit. Ook kijkt men of xenontransplantatie mogelijk is; Genetisch veranderde dieren zouden dan als donor kunnen functioneren voor mensen.
Industrie

Het bekendste voorbeeld van biotechnologie in de industrie is de enzymen in wasmiddelen. Enzymen worden gemaakt van genetisch veranderde micro-organismen en zorgen ervoor dat allerlei processen sneller verlopen. Zo verwijderen enzymen in wasmiddelen vlekken, daardoor kun je op een lagere temperatuur wassen en heb je minder water nodig. Dit is weer gunstig voor het milieu.
Er worden allerlei nieuwe technieken en producten ontwikkeld die het milieu ontlasten. Via biotechnologie kunnen we producten op milieuvriendelijke wijze produceren
Maatschappij
Biotechnologie heeft gevolgen voor verschillende delen van de maatschappij:
-Gevolgen voor natuur. Nieuwe gewassen kunnen bestaande gewassen overwoekeren. Als er planten gaan verdwijnen is dit een ramp voor onder andere de dieren wiens voedsel deze planten waren, ook zij kunnen dan uitsterven.
-Gevolgen voor mensen. De vraag is of het genetische voedsel wel veilig is. Het wordt weliswaar goed getest, maar vaak alleen op korte termijn.
-de ontwikkelingen in de biotechnologie hebben tot nu toe geen voordeel voor de consument. Maar als men de gewassen in de toekomst milieuvriendelijker gaat verbouwen zal dit wel zo zijn. Ook voor ontwikkelingslanden zijn er voordelen mogelijk.
Veel mensen hebben bezwaren tegen de biotechnologie vanwege hun godsdienst of gewoon zo. De overheid wil mensen zoveel mogelijk informeren over biotechnologie zodat ze een mening kunnen vormen, en ze gaan discussies aan met organisaties zoals greenpeace en de consumentenbond. Ook laten ze niet alles toe, maar wegen de voor- en nadelen af.
Om alle toepassingen die hierboven genoemd zijn mogelijk te maken moet er veel onderzoek verricht worden. Het ministerie van LNV vindt dit belangrijk om 2 redenen:
-we hebben een vooraanstaande rol in de wereld wat betreft ontwikkelingen in de landbouw. Willen we dit zo houden is verder onderzoek vereist.

-biotechnologie kan een grote bijdrage leveren aan de oplossing van een aantal grote maatschappelijke en sociale problemen.
Iedereen kan natuurlijk niet zomaar zijn gang gaan. Daarom zijn er een aantal regels:
Je moet toestemming vragen voor het genetisch veranderen van planeten en dieren en je moet ook toestemming hebben voor het verkopen van genetisch veranderde producten.
Het ministerie van LNV geeft geld aan het voedingscentrum zodat zij de mensen kunnen inlichten over biotechnologie en voeding.

Onderdeel 3: Het antibiotechnologie artikel

Bron: http://www.animalfreedom.org/paginas/opinie/5bezwaren.html

1. Ethiek en dierenwelzijn
Vrijheid is volgens Animal Freedom een grondrecht voor mens èn dier. Wordt dit grondrecht geschaad door dieren in extreme mate in hun vrijheid te beteugelen om natuurlijk gedrag te vertonen, dan wordt het welzijn van het dier geschaad. Door de intense verveling en het gebrek aan ruimte om elkaar te ontlopen worden dieren agressief.
Klik hier om te lezen hoe met name varkens, kippen en koeien (kalveren) maar ook andere minder voor de hand liggende diersoorten tekort wordt gedaan.
Als overmatig producent van onverantwoorde bio-industrie-producten (70% wordt geëxporteerd) dwingt Nederland andere landen om zich te verlagen tot dezelfde immorele en dierwelzijnsbedreigende bedrijfsvoering in de intensieve veehouderij


2. Volksgezondheid
Door het overmatige gebruik van antibiotica in het bio-industrie-voer loopt de mensheid gevaar dat er resistente bacteriën ontstaan waartegen geen medicijnen bestand zijn. Ook kunnen er resten van diergeneesmiddelen in vlees achter blijven en worden er nog steeds (weliswaar illegaal) groeihormonen gebruikt in de vleesindustrie.
Inhalatie van endotoxines leidt tot een verminderde longfunctie, vooral bij varkenshouders (1 op 3 heeft last van hoesten en pijn op de borst) en hun varkens (11% heeft longontsteking). Ook mycotoxines kunnen giftig zijn en leiden tot gezondheidsklachten als chronische verkoudheid, benauwdheid, verstopte neus, geirriteerde ogen, hoofdpijn enz..

3. Wereldvoedselproductie
Landbouwgronden in de derde wereld worden gebruikt voor voedselproductie voor dieren uit onze bio-industrie in plaats van voor de lokale bevolking. Lokale economie raakt verstoord. Door de sterke uitbreiding van de sojateelt (tbv veevoeder) zijn miljoenen boeren van hun land verdreven. Om te kunnen overleven hebben velen land moeten ontginnen in waardevolle natuurgebieden. Zo draagt de veevoederindustrie direct bij aan de verdwijning van o.a. tropisch regenwoud
De ammoniak in de mest kan via de lucht of het grondwater bij gewassen in nabij gelegen (moes)tuinen de groei negatief beïnvloeden of oneetbaar maken.
Koeien worden steeds meer binnen gehouden voor een hogere productie en voor opvang van de mest. Voergras moet worden gemaaid, wat het in het voorjaar aan legsels, jonge vogels en hazen het leven kost.
Zouden de koeien zelf buiten lopen dan wordt de mest gelijkmatig en over veel langere periode in geringe hoeveelheden over het land verspreid en blijven de jonge dieren die zich schuilhouden in de wei in leven.
In stallen opgevangen mest wordt slechts een paar keer per jaar uitgereden en in veel grotere hoeveelheden dan het land kan verwerken. Dit komt in het milieu en grondwater terecht door uitspoeling. Omwonenden kunnen last krijgen van klachten als ernstige irritatie van de luchtwegen. Mest mag al vanaf februari mag worden uitgereden op grasland via direct injecteren in de grond, zie het ministerie van LNV voor het uitrijschema meststoffen en onze site voor de uitrijregels.

De vis-industrie

Oppervlakkig beschouwd lijkt er aan de consumptie van vis weinig mis, tenzij je uit ethische motieven tegen het doden van levende wezens bent. Toch gelden soortgelijke bezwaren als bovengenoemd ten aanzien van de vleesproductie ook voor de vangst van vis.

Zonder de discussie "of vissen gevoel hebben" op te willen rakelen, kan gesteld worden dat de huidige visserij dieronvriendelijke vangstmethoden hanteert. Voor degene, die van het lijden van de vis door de wrede vangstmethoden en zaken als "strippen", "kaken", "laten stikken in de lucht", "doodkruipen" en levend de "onthuidmachine" in niet onder de indruk is, wordt gewezen naar de bijvangst. Zoogdieren als dolfijnen raken in de kilometerslange netten van tonijnvissers verstrikt en wachten niets anders dan een verdrinkingsdood.
Een ander punt is dat bij het gebruik van sleepnetten niet alleen gewenste vis wordt gevangen. Sterker nog, 70% van de vangst gaat weer overboord, omdat het door ondermaats zijn wettelijk verboden is deze vis aan land te brengen, of omdat het toegestane quotum reeds bereikt is, of omdat de vissoort commercieel oninteressant is. De overboord gezette vis is op dat moment ten dode opgeschreven, doodgedrukt, gestikt of anderszins overleden.
Ook voor het milieu is de methode van vissen ongunstig, om niet te zeggen desastreus. De sleepnetten ruïneren de zeebodem, waardoor het ecologische systeem volkomen verstoord en voor lange tijd verloren raakt. De zeeën worden leeggevist en kaal achtergelaten. De hoeveelheid vis op dit moment in de oceanen is de helft van wat het geweest is.
Vis wordt niet alleen gevangen, maar ook gekweekt. Sommige van nature trekkende vis, zalm bijvoorbeeld, wordt in enorme grote drijvende afscheidingen gehouden. Hierin worden net als bij de bio-industrie aan land, preventief grote hoeveelheden chemicaliën gegooid om ziekten te voorkomen. Andere vissen, als paling, meerval en forel, worden gehouden in vijvers en betonnen bakken. Zij ondervinden zeker stress bij het overzetten van de ene naar de andere bak en door te veel vissen op 1 plek.
Gezondheidsbezwaren, tenslotte, gelden ook ten aanzien van de visconsumptie. In de zeventiger jaren speelde de te hoge kwikconcentratie in vissen; door olievervuiling en dumping van allerlei, soms nucleair, afval in de wereldzeeën is de conditie van vis slecht en bevat schadelijke stoffen. Ook paling uit de rivieren bevat teveel PCB in hun vet. Toch wordt vis-eten aangeraden. Het is echter geenszins essentieel voor de gezondheid. Nu varkens-, koeien- en kippenvlees letterlijk besmet lijken, vallen veel consumenten - uit afkeer tegen de intensieve veehouderij - terug op vis. Die zou gezond zijn, omdat hij vers in zee wordt gevangen. De meeste mensen weten echter niet dat steeds meer vis afkomstig is uit een nieuwe tak van bio-industrie, `de intensieve viskwekerij'. Meer en meer boeren ruilen hun varkens in voor vissen. Maar leidt deze massale kweek op termijn niet tot dezelfde problemen als nu in de intensieve veehouderij?

4. Woongenot
De stank uit de stallen en van uitgereden mest en het lawaai van (koel)machines in de bio-industrie vergallen het woongenot van omwonenden.
Door overbemesting met name in het vroege voorjaar als de gieropslag wordt uitgereden over het bouwland, hebben aanwonenden te maken met (soms ernstige) prikkeling van de luchtwegen.
De geurhinder door de landbouw is sinds 1994 afgenomen van 18 naar 11% als gevolg van vermindering van de veestapel en het onderwerken van mest. Het beleid heeft momenteel geen specifieke doelstelling voor geurhinder vanuit de landbouw vastgesteld hoewel geurhinder lokaal wel als een probleem wordt ervaren. De doelstelling van maximaal 12% geurhinder in 2000 heeft betrekking op hinder door wegverkeer en industrie, waarbij landbouw onder industrie wordt gerekend (VROM, 1995).

5. Landschap en soortenrijkdom

Grote industriëlen verdringen kleine boeren. Door het ontstaan van monoculturen (bijvoorbeeld voergras en voermaïs), het uitrijden van zware metalen in de mest en overbemesten in het algemeen, verarmt de natuur en het landschap en vervuilt bodem- en grondwater.
Nog meer bezwaren en uitwerking van bovenstaande op de site van Milieu Offensief Wageningen.
We hebben indringende foto's en korte video's van de misstanden in de bio-industrie. Hieronder gaan we meer in detail in op wat er mis is in de bio-industrie en de vis-industrie
Wat is er mis in de bio-industrie?
Een van de belangrijkste bezwaren tegen de bio-industrie is van ethische aard. Zelfs als alle milieuproblemen kunnen worden opgelost en zelfs al is de energie- en mineralenboekhouding van de veehouder in balans, dan blijft de manier waarop in de bio-industrie het respect voor dieren met voeten wordt getreden onaanvaardbaar.
Het houden van veel dieren in een kleine ruimte zonder bewegingsvrijheid en zonder mogelijkheden om natuurlijk gedrag te vertonen kan niet anders dan op een dier-onvriendelijke wijze gebeuren.
Omdat het stukje vlees uiteindelijk zo goedkoop mogelijk in de schappen moet komen, krijgen de dieren net genoeg ruimte om te staan en in leven te blijven. Mannelijke varkens worden zo snel mogelijk na de geboorte zonder verdoving gecastreerd. Als iemand dat met zijn hond of kat doet, kan hij een niet mis te verstane boete wegens dierenmishandeling krijgen. Maar voor huisdieren die voor de slacht gefokt worden gelden opeens andere regels. Voor een mestkip is het 23 uur per etmaal dag. Daardoor denkt een kip dat hij moet blijven eten. Het licht gaat maar één uur per dag uit en in die tijd mag de kip uitrusten.
Bij varkens is juist zoveel mogelijk het licht uit. Twee keer een kwartier tot een half uur per dag gaat het licht aan en voor de rest is het donker.
VPRO-radio 747 documentaire bekeek de nieuwe tak van bio-industrie, 'de intensieve viskwekerij'.
GreenPeace: "De visgronden langs de kust van West-Afrika zijn rijk en de controle op visactiviteiten is nihil. De arme landen hebben niet of nauwelijks de financiële en logistieke middelen om in hun wateren te patrouilleren en de stroperij tegen te gaan. In enkele gevallen ontbreekt zelfs de wil om te controleren. Piratenvissers weten dit en maken hier gebruik van."

Onderdeel 4: Het betoog

Go Biotechno!


Oplossingen tegen vrijwel veel ziektes, verbeteringen in het milieu, planten die bestand zijn tegen bestrijdingsmiddelen. Het zijn allemaal zaken die in de toekomst mogelijk kunnen worden en deels nu al zijn, door de bio-industrie.
Dit is natuurlijk zeer interessant, omdat men geld uit kan sparen en in een beter milieu kan leven. Daarom moet de bio-industrie dus ook niet worden afgeschaft.

Ten eerste zijn de medische toepassingen in de bio-industrie erg belangrijk. Door het gebruik maken van genetisch veranderde micro-organismen en dieren kunnen er nieuwe medicijnen op de markt komen. Een goed voorbeeld hiervan is insuline. Suikerpatiënten hebben deze stof nodig. We besparen zo’n vijf miljoen varkens per jaar met het behalen van insuline uit genetisch gemanipuleerde micro-organismen. Vroeger werd insuline namelijk uit varkens gehaald.
Niet alleen voor insuline, maar ook voor andere ziektes, zoals hemofilie, maar ook voor mensen die niet goed groeien, is de bio-industrie een uitkomst. Door de veranderen genen kunnen namelijk, zoals heiroven beschreven geneesmiddelen gemaakt worden.
Als laatste wordt gedacht over het gebruik maken van xenotransplantaties in de toekomst. M.b.v. de bio-technologie zou het mogelijk kunnen zijn dat het menselijke lichaam het orgaan van dat wordt getransplanteerd van bv. een varken, accepteert. Dit zou een goede oplossing zijn, aangezien er een tekort van menselijke donororganen is en op deze manier het orgaan van het varken niet afgestoten zou moeten worden.
Ten tweede kun je enzymen maken door micro-organismen genetisch te manipuleren. Normaal gesproken zijn micro-organismen moeilijk te kweken, maar door ze te veranderen zijn te makkelijker te kweken. M.b.v. deze enzymen kun je bv. ook het milieu een handje helpen. Er worden namelijk enzymen in wasmiddelen gebruikt, die ervoor zorgen dat vlekken worden verwijderd. Als je dan genetisch veranderde enzymen gebruikt, kun je op een lagere temperatuur gaan wassen en heb je minder water nodig. Dit is dus minder belastend voor het milieu. Niet alleen bij wasmiddelen kan de bio-industrie helpen, maar ook bij het maken van plastic. Men kan namelijk planten zodanig gaan manipuleren dat zij plastic kunnen gaan maken, zodat er geen aardolie meer nodig is. Ook dit is dus een bijdrage aan het verbeteren van het milieu.
Als laatste is de biotechnologie een goede zaak wat betreft voedsel. Men kan stoffen in voedsel worden toegevoegd die belangrijk zijn, omdat er maar weinig van zijn. Of bijv. omdat je er niet genoeg van binnenkrijgt. Een goed voorbeeld daarvan is het toevoegen van vitamine A in rijst. In ontwikkelingslanden, waar veel rijst gegeten wordt, kan dit verhelpen dat kindjes blind worden.
Echter als alle milieuproblemen kunnen worden opgelost, dan is er nog steeds bijna geen respect voor de dieren. Het houden van dieren in een zo klein mogelijke ruimte, met heel veel beperkingen geeft natuurlijk niet echt een diervriendelijk bestaan aan. Maar voordat men dieren gaat manipuleren of iets dergelijks heeft men toestemming van de overheid nodig. Dus als er regels worden vastgesteld over betere leefomstandigheden voor de dieren dan is de bio-industrie helemaal het einde. Bovendien lijden de dieren natuurlijk wel, maar van de andere kant hebben ze zo’n kort leven dat ze ook niet lang kunnen lijden.

Kortom, de bio-industrie moet zeker blijven. Het kan een goede uitkomst bieden op het gebied van medische toepassingen en milieu. Als ze nu ook zover komen dat de beesten heel snel gemanipuleerd kunnen worden, zonder een bepaalde tijd in een kleine ruimte gepropt worden, is er geen reden om deze technologie af te schaffen.


Onderdeel 5: De vragen

Welke onderdelen waren mij niet bekend:
Ik wist niet dat je planten zo kon veranderen dat je er plastic van kon maken. Dat had ik echt niet gedacht. Bovendien vond ik het leuk om te lezen dat je ook medicijnen kunt maken in de melk van koeien, geiten of konijnen. Verder zijn er veel dingen die wel heel logisch zijn dat ze kunnen m.b.v bio-industrie, maar die ik van tevoren niet op zou kunnen noemen als iemand me ze had gevraagd omdat ik er simpelweg niet op zou komen. Maar vooral nu weet ik dat je met biotechnologie heel erg veel kunt bereiken.
Welke toepassingen vind ik het meest interessant:
Ik denk de veranderingen in voedsel, zoals vitamine A toevoegen in rijst. Maar ook de mogelijkheden tot verbetering van medicijnen. Als er nu m.b.v. biotechnologie een medicijn konden vinden tegen kanker of AIDS e.d. dan zijn we toch heel ver gekomen. En die mogelijkheid is nog niet uitgesloten. Sowieso vind ik het gehele proces van manipuleren interessant. Dat dit al überhaupt mogelijk is.

REACTIES

D.

D.

bedankt voor je werkstuk.
We hebben het ingeleverd
en we hebben een 8.4

20 jaar geleden

S.

S.

hai loesje
leuk verslag, een mega fout!!!!
je hebt het over biotechnologie maar je schrijft de hele tijd over de bio industrie!?
Je promoot kistkalveren en kippen met afgeknipte snavels enzo..
niet heel erg snugger...

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.