8.5 - Eenheden van tijd.

Wiskunde                                                                                                                       

1. 1. – Eenheden van gewicht | Blz. 92 t/m 96

57. Verbind de horloges die dezelfde tijd aangeven.

58. Kijk naar de theorie en vul in.  

1. 07.20 uur betekent 10 voor half 8 in de ochtend.
2. 01.45 uur betekent kwart voor 2 in de nacht.
3. 18.10 uur betekent 10 over 6 in de

avond.

1. 10.35 uur betekent 5 over half 11 in ochtend.
2. 23.05 uur betekent 5 minuten over 11 in de avond.

07.55

19.55

11.30

23.30

08.15

20.15

 

 

 

 

 

 

59. De twee tijden die horen bij het eerste horloge zijn al ingevuld. Vul ook de tijden bij de andere horloges in.

 

Ned 3

17.45 Z@pplive

18.05 Amika

18.23 Het Klokhuis

18.45 NOS Jeugdjournaal

19.00 SpangaS

19.30 De Wereld Draait Door

20.25 Last man watching

22.30 PowNews

22.50 NOS op 3

 

 

 

60. A. Hoelaat begint het programma SpangaS?

Antwoord: Om 19.00

B. Hoeveel minuten duurt het programma?

Antwoord: 30 minuten (half uur)

61. Welk programma duurt langer dan een uur?
Antwoord: Last man watching.

62. Jerry vertrekt om 07.48 uur op de fiets naar school. Hij moet 25 minuten fietsen. Hoelaat kom hij dan op school aan?
Antwoord: 08.13

 

63. Leonie gaat met het vliegtuig naar Spanje. Ze vertrekt om 20.38 uur. De vliegreis duurt 2 uur en 45 minuten. Hoelaat komt zij in Spanje aan?

Antwoord: 23.23

 

64. Fanny gaat met de auto op vakantie. Ze vertrekt om 06.25 uur. De reis duurt 5 uur en 52 minuten. Hoelaat komt ze op de plaats van bestemming aan?

Antwoord: 12.17

 

65. Sam gaat naar de bioscoop. De film begint om 19.15 en duurt 1 uur en 55 minuten. Hoelaat is de film afgelopen?

Antwoord: 21.10

66. Matthias gaat op de fiets naar school. Hij vertrekt om 7.53 uur. Hij is om 8.25 uur op school. Hoeveel minuten heeft hij gefietst?

Antwoord: 30 minuten.

67. Gilbert komt om 5.30 uur op Schiphol aan. Zijn vliegtuig vertrekt om 7.45 uur. Hoelang moet Gilbert wachten?

Antwoord: 2 uur en 15 minuten.

 

68. Anouk moet om 08.35 uur op school zijn. Om 15.10 uur is ze vrij. Hoelang is zij op school geweest?

Antwoord: 6 uur en 35 minuten.

 

69. Een film begint om 20.30 uur. De film is om 22.23 uur afgelopen. Hoelang duurt de film?

Antwoord: 1 uur en 53 minuten.

70.         Vul in.

               A. 3 weken = 21 dagen.

              B. 2 dagen = 48 uren.

              C. 4 uren = 240 minuten.

              D. 6 jaren = 72 maanden.

              E. 8 jaren = 32 kwartalen.

              F. 3 minuten = 180 seconden.

 

71.         Vul in.

              A. 400 jaren = 4 eeuwen.

              B. 24 maanden = 2 jaar.

              C. 42 dagen = 6 weken.

              D. 180 seconden = 3 minuten.

              E. 8 jaren = 5 kwartalen.

              F. 3 minuten = 156 seconden.  

 

72.         Vul in.

A. 3 dagen en 5 uren = 77 uren.

B. 8 weken en 2 dagen = 58 dagen.

C. 6 uren en 25 minuten = 385 minuten.

 

73.         Vul in.

A. 100 minuten  = 1 uur en 40 minuten.

B. 150 minuten = 2 uren en 30 minuten.

Rinke gaat op de fiets naar het station. Hij doet hier 13 minuten over dan gaat hij met de trein naar school. De treinreis duurt 3 kwartieren. Van de trein loopt Rinke in 6 minuten naar school.

C. 85 uren = 3 dagen en 13 uren.

 

D. 25 maanden = 2 jaren en 1 maand.

 

73.         Vul in.

A. Hoeveel minuten is de reistijd van Rinke? 64 minuten

B. Dat is 1 uur en 4 minuten.

C. Rinke vertrekt om half acht van huis. School begint om 08.30, Is Rinke op tijd op school? nee