Bij haar geboorte werd Raponsje ontvoerd door een heks.
Die liet haar vanaf haar twaalfde leven in een toren.
Iedere keer als de heks naar Raponsje ging gebeurde er iets geks,
Raponsje stapte dan bij het raam naar voren.
En met een grote zwaai hing Raponsje haar vlecht naar beneden,
De heks klom dan via de vlecht langs de toren omhoog.
En omlaag werd ook langs de vlecht gegleden,
Het is echt, ik zweer je dat ik niet loog.
Ook een prins heeft het zien gebeuren
En klom ook eens naar boven
Om de prinses te gaan keuren.
En wat er toen gebeurde, je zult het niet geloven
De prins werd verliefd op haar
En wilde nog veel vaker langs komen.
Maar door een sluw plannetje van de heks was dat snel klaar
Want de prins was zo’n slome.
Hij had niet door dat de heks een plan had bedacht
En klom weer eens via de vlecht de toren in
Maar de heks had de vlecht afgeknipt en had daarmee de prins in haar macht
Daardoor viel hij in een doornstruik met zijn kin.
De val in de doornstruik maakte hem blind
En weken kon hij niet lopen in rechte banen
Totdat Raponsje hem vindt
Toen kon hij weer zien door haar magische tranen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden