Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vogels

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 2905 woorden
  • 2 december 2002
  • 519 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
519 keer beoordeeld

1. Waarom over vogels. Ik doe mijn werkstuk over vogels omdat. Het leuke dieren zijn. Ze zijn in allerlei soorten en maten. De een kan vliegen de ander zwemen en weer een andere kan goed lopen. Ik vind vooral roofvogels erg leuk. Omdat ze op een prooi jagen. En omdat ik hun vliegstijl erg mooi vind. 2. De bouw van de vogel. Geschiedenis. Omdat je vogels bijna overal op de wereld ziet. Valt het niet meer op dat vogels eigenlijk heel bijzondere wezens zijn. In museums staat nog wel eens een oud vogel skelet uitgestald
Het skelet lijkt op een dinosaurus daar stammen de vogels dan ook van af. Pas als het skelet met vlees en veren wordt aangekleed is het pas een echte vogel.
Vogels algemeen. Er is veel variatie tussen groot en klein bij de vogels. Want de kleinste vogel op aarde weegt maar 1,6 gram. En hij heet de dwerg kolibrie. Hij is zelfs kleiner dan de kleinste vlinder in het zelfde regenwoud. De grootse vogel van de wereld is de struisvogel. Hij kan wel 125 kg wegen en is wel 80.000 maal zwaarder dan de dwerg kolibrie. De andere vogels van de wereld zitten tussen deze twee vogels in. De buitenkant. Het hele lichaam van de vogel op de snavel en de poten na. Is bedekt met veren. Alleen bij gieren is de kop kaal. Het spijsverteringskanaal. Omdat vogels geen tanden hebben moet de hele afbraak van het voedsel
plaatsgevonden in het spijsverteringskanaal. Bij de plantenetende vogels wordt in de spiermaag het voedsel tot pulp vermalen. De ademhaling. Bijna een vijfde deel van de vogellichaam is gevuld met luchtzakken. Die verbonden zijn met de longen. Die vertakkingen van deze luchtzakken strekken zich uit tot in de vleugelbeenderen. De botten. Vogels kunnen vliegen omdat hun geraamte van heel licht materiaal gemaakt is. Als je een kippen botje doorbreekt zie je dat die van binnen hol zijn. In een vogellijf zitten longen en luchtzakken die ook niet zwaar zijn. Zo weegt een reiger in de winter wanneer hij honger heeft en al zijn vet bijna allemaal kwijt is maar 1 kg. En in de zomer wel drie keer zo zwaar. Een lange nek. De enige plaats waar vogels meer beenderen hebben dan andere gewerveldedieren is in de nek. Een reiger bijvoorbeeld moet een zeer flexibele nek hebben om zijn voedsel te kunnen vangen en om met de snavel zijn lichaam vol veren glad te strijken. Een reiger heeft 16 tot 17 halswervels en een zwaan kan er wel 25 hebben. Terwijl alle andere gewervelde dieren zoals een giraf er maar 7 hebben.
3. De veren. De bouw van de veren. Bij vogels kan het aantal van veren bij elke soort heel verschillend zijn. Een kolibrie heeft maar rond de 1000 veren en een zwaan wel meer dan 25000 veren waarvan viervijfde alleen al de kop en nek bedekt. Net als haren klauwen en hoorns zijn veren opgebouwd uit het eiwit keratine. Het ontstaan van een veer. Een veer begint als een kleine papil binnenin een buis [de veerschede]. Het uiteinde van een veer komt geleidelijk te voorschijn uit de groeiende veerschede. De zijtaken spreidden zich en vormden de vlakke vlagen aan weerszijden van de schacht. Ten slotte verdwijnt de veerschede en heeft zich een volledig ontwikkelde veer gevormd. Donsveertjes. Zachte fijn verdeelde veren die een hoeveelheid lucht vasthouden. En voor warmte zorgen. Lichaamsveren . De veren die het lichaam de gestroomlijnde vorm geven. Staartpennen. Staartpennen worden gebruikt bij het sturen baltsen
en om in evenwicht te blijven. Vleugeldekveren. De veren die het gladde oppervlak geven waar de lucht overheen strijkt. Slagpennen. De stevigste veren die een vogel heeft. Zij schaffen de kracht die nodig is voor het vliegen. De zorg voor de veren. Veren kunnen door het dagelijks gebruik zware beschadigingen op lopen. En bovendien vuil worden en geïnfecteerd raken met parasieten zoals luizen. De meeste veren worden elk jaar tijdens de rui afgeworpen maar niettemin

moeten vogels veel tijd besteden aan luchtwaardige houden van hun verenkleed. Dat doen ze door gladstrijken waarbij ze er met de snavel er voor zorgen de baartjes weer netjes aan elkaar sluiten. 4. Vliegende vogels. De vleugel Maar weinig dieren zijn in staat om te vliegen. Alleen vleermuizen insecten en vogels. Want om te kunnen vliegen heb je vleugels nodig. Maar er zijn een paar uitzonderingen maar bij die dieren lijkt het meer op zweven. De vliegende vis de vliegende eekhoorn de vliegende kikker. De opbouw van de vleugel. Eerst komen de kleine dekveren. Deze veren vormen het deel van de vleugel dat het eerst in aanraking komt met de tegemoetkomende luchtstroom. Dan komen de grote dekveren. Deze staan op een rij dwars op de gehele vleugel en vormen het gebogen vlak dat opwaartse stuwing geeft. Dan komen de binnenste armpennen. De binnenste armpennen geven de aanhechting van de vleugels aan het lichaam vorm en voorkomen wervelingen tijdens de vlucht. Dan komen de armpennen. De armpennen aan de binnenkant van de vleugel zorgen voor de gebogen lijn die hefkracht geeft. Dan tot slot komen de handpennen. De tien handpennen zorgen er voor de neerwaartse slag van de vleugels. De buitenste worden gebruikt voor het sturen net zoals de kleppen van een vliegtuig. De bouw van de staart. Eerst komen de stuit veren. Die maken de verbinding tussen de staart en lichaam van de vogel. Het dons van de stuitveren net boven aan de staartbasis bij vogels geeft een perfecte isolatie. Daar onder zitten de staartdekverven. De basis van de staart van een vogel draagt dichte rijen staartdekveren die ervoor zorgen dat de lucht over een glad oppervlakte strijkt. Onder aan de staart zitten de staartpennen. Bij de meeste vogels zijn dat 12 staartpennen. Waarvan de uiteinde vrij snel rafelig worden door de slijtage tijdens het vliegen. Waar wordt de staart voor gebruikt. Alle vogels hebben een staart behalve de fuut. De meeste vogels gebruiken hun staart om te sturen bij het vliegen. Of als ze zitten op een tak om in evenwicht te blijven. De specht gebruikt zijn staart als steun als hij tegen een boom staat geklemd. Bij sommige vogels ziet de staart van het mannetje er veel mooier uit als het vrouwtje. Bvb bij de pauw en vele tropische vogels. Die hebben dan ook veel meer moeite met vliegen dan andere vogels. Die mooie staart wordt ook gebruikt om een vrouwtjes vogel te verlijden om met haar te paren.
Zweven zeilen en bidden. Als een vogel met zijn vleugels slaat verbruikt hij veel energie ongeveer 15 maal zo veel dan als wanneer hij stilzit. Maar sommige vogels hebben een manier van vliegen ontwikkeld die veel minder inspanning kost. Bij grote vogels is dat zweven of zeilen waarbij ze gebruik maken van de zon en wind. Diametraal daartegenover staat het bidden waarbij vogels zonder van hun plaats af te komen constant met hun vleugels slaan. Dat is net zo als bij een zwemmer als die boven water wil blijven en op ook op de zelfde plek moet die keihard watertrappelen en dat kost ook veel energie. 5. Poten en loop vogels. Poten. Een vogel heeft poten die bij zijn leefgebied passen. Als je in moerassige gebieden woont zitten er zuignappenjets op de poten van de vogel. Dan kan hij beter zwemmen en zakt hij niet weg in de modder. Als een vogel veel op een tak zit en ook slaapt op een tak bvb een uil of papegaai. Hun hebben poten die ze hele maal kunnen fijnknijpen en dan zit de teen helemaal om de tak. Vogels die vaak zwemmen bvb de wilde eend. Die hebben zwemvliezen tussen de poten. Maar daar kunnen ze niet goed mee lopen. De meeste vogels hebben 3 of 4 tenen. Maar sommige vogels hebben er 2 bvb de struisvogel. Bij roofvogels staan de tenen ver uit mekaar. Dat komt omdat roofvogels een prooi moeten kunnen grijpen. En als de tenen dan dicht op mekaar staan dan gaat dat niet. Er zijn ook vogels die nauwelijks poten hebben bvb de stormvogel en de gierzwaluw. Hun hebben nauwelijks poten omdat hun zelden op een tak zitten of lopen. Dus die vogels zitten bijna de hele dag constant in de lucht. Ze zeggen dat vogels lopen maar dat is niet het goede wordt de kleine vogelsoorten komen hippend vooruit dus met kleine sprongetjes. Bij grotere vogels gaat dat dus niet. Hun hebben een andere manier van lopen. Ze zetten het gewicht van de ene voet naar de andere. Loop vogels. Loopvogels zijn vogels die niet in staat zijn om te vliegen. Loopvogels hebben ook hele andere veren dan vogels die goed kunnen vliegen. Een loopvogel bvb een struisvogel hij heeft vleugels met veren waar de lucht dwars doorheen gaat. Dat geldt ook voor emoes nadoe kiwi’s. Pinguïns kunnen ook niet vliegen maar hun vleugels zijn gemaakt om mee te zwemmen. Struisvogels kunnen wel erg goed lopen ze hebben hele lange poten en maar 2 tenen. Ze kunnen wel 50 km per uur. De struisvogel is dus de snelste vogel op aarde. Hij is ook de grootste dan komt de emoe en de nandoe. De struisvogel is ook de zwaarste vogel op aarde hij weegt wel 120 tot 130 kg. 6.Water vogels. Bij de voortbewegingen in het water worden door sommige soorten vogels ook de vleugels gebruikt. Bvb bij alken stormvogels en pinguïns dat zijn uitstekende vleugelduikers. Bij het duiken worden de korte vleugels niet geopend. Op het water wordt de voortbeweging mogelijk gemaakt door voeten met zwemvliezen of lobben ertussen. Sommige watervogels hebben een nest op het water bvb de fuut. Bij sommige watervogels broed het paartje omstebeurt. Het mannetje overdag en vrouwtje snachts zo gaat het bvb bij de wilde eend het mannetje overdag omdat het mannetje blauw en groenkleurig is het vrouwtje snachts omdat ze bruin kleurig is. 7.Snavels en het voedsel. Vogels hebben een snavel die is aangepast aan hun leefgebied. En het voedsel wat ze eten.
Zaadeters. Vogels die zaden eten hebben een korte en stompe snavel. Bvb vinken merels groenlingen huismussen rietgorzen fazanten en patrijzen. Die kleine en stompe snavel is er voor om het omhulsel van het zaadje te verwijderen. Planteneters. Planteneters hebben een brede en platte snavel om het gras af te scheuren. Bvb ganzen zwanen en eenden maar die eten niet alleen planten. Fruiteters. Fruiteters hebben hakjes aan het eind van de snavel om het fruit in stukken te scheuren. Bvb papegaaien parkieten koperwieken en kramsvogels. Insecteneters. Insecteneters hebben langere snavels dan zaadeters en het einde is veel spitser om tussen stenen en rotte bommen naar insectenlarven te zoeken. Bvb spechten roodborstjes grasmussen goudhaantjes koekoeken spreeuwen pimpelmezen boomklever boomkruiper staartmezen graspiepers en de koolmees Viseters. Viseters hebben een lange en dikke snavel met een zeer scherp einde. Die lange snavel is er voor dat hij de gehele vis in zijn bek kan houden. En zonder te kouwen kan doorslikken. De grote van de vis wordt bepaald door de lengte en gewicht van de vogel zelf. Bvb bij de ijsvogel ooievaar blauwe reiger zeearende en pelikanen. Vleeseters. Vleeseters hebben een niet al te grote snavel met een enorme haak eraan. Die haak is om het vlees in stukken te schuren maar daar gebruikt hij ook zijn klauwen bij. Als de prooi maar klein is eten ze hem met bot en en al op. Van die botten en haren wordt in zijn lichaam een braakbal van gemaakt. Dat is een bal die bestaat uit haren en botten van zijn eerder opgegeten prooi. Bvb valken buizerds arende uilen en de kiekendief. Er zijn ook vogels die aaseters worden genoemd. Dat zijn vogels die dode dieren eten. Bvb gieren eksters en kraaien.
Alleseters. Alleseters hebben eigenlijk de perfecte snavel wand ze kunnen overal voor worden gebruikt. Bvb meeuwen stormvogels kokmeeuwen zilvermeeuwen. In de snavel van een alleseter zit van alles verwerkt van een zaadeter planteneter enzv. Waadvogels. Waadvogels hebben lange snavels en die zijn erg dun met uitzonderen de flamingo. Waadvogels hebben ook lange poten daarom noemen ze hun ook wel steltlopers. Waadvogels eten kleine beestjes of wormen. Uit moerassige gebieden zoet en zoudwaterplasen. De waadvogels zuigen de beestjes naar binnen en tegelijk hebben ze ook een hele lange tong. De flamingo is een uitzondering omdat ze een dikke snavel hebben met een zeefmechanisme. Dat mechanisme werkt zo de flamingo steekt zijn kop onderste boven in het water. En zeeft de voedzame waterdiertjes en planten er uit. De ondersnavel pompt in een op en neergaande beweging water tegen de bovensnavel. Waar een rij fijne plaatjes de voedseldeeltjes tegen houd. Andere waadvogels zijn bvb de wulp de kluut de houdsnip de lepelaar de grutto en de hop. 8. Nesten. Het bouwen van het nest. Het bouwen van het nest bestaat uit twee fasen. Het verzamelen van het martiaal om het nest te bouwen. En dan vervolgens het nest te gaan bouwen. Hoeveel tijd het verzamelen kost hangt af van de afstand waarover het martiaal moet worden aangesleept. Als de vogel het martiaal dicht bij zijn leefomgeving kan vinden bvb de rietzanger hij hoeft nauwelijks van zijn plaats te komen om dood riet te vinden voor haar nest. Maar een zwaluw moet op zoek gaan naar een poel met exact het type modder dat hij nodig heeft. Vogels gebruiken de gekste dingen bij het bouwen van hun nest. Dit gebruiken ze zoal. Bvb modder modder word vermengt met speeksel en vormt daarmee een kleverige pasta. Zaadpluis wordt veel gebruikt als isolerende binnen bekleding. Bladeren en naalden worden veel gebruikt als binnenbekleding voor komvormige nesten. Twijgjes en takjes worden gebruikt voor de structuur van grotere nesten gebruikt. Vogels gebruiken niet alleen natuurlijke materialen maar ook dingen uit de stad. Touwtjes bvb in veel nesten zijn kleine stukjes touw verwerkt. Zilverpapier wordt vaak verzameld door kraaien en eksters. Plastic draad is een geliefd martiaal bij de vogels die op het boerenland nestelen. Stukjes papier en lapjes worden in veel nesten van stadvogels te vinden. Vogels gebruiken ook haren van dieren bijvoorbeeld wol van een schaap dat aan het prikkeldraad is blijven hangen. Haar van koeien word ook als isolatie gebruikt voor het nest. Het grove paardenhaar uit de paardenstaard wordt vooral gebruikt voor komvormige nesten. Ook grassen en mossen worden gebruikt door vogels. Mos houd de lucht vast en verkomt warmteverlies heel belangrijk voor het beschermen van de jongen. Korstmossen worden geplukt van muren en boomstammen en wordt veel gebruikt voor camouflage. Grassen en aren worden gebruikt voor de structuur van het nest. En met deze materialen kan een vogel een aardig nestje bouwen. Verschillende soorten nesten. Nesten heb je in allerlei soorten en maten en ze worden op de gekste plekjes gebouwd door de vogels. Een nest kan een met speeksel bereid platvorm zijn dat tegen de zijkant van een grot is gebouwd. Maar het kunnen ook meterslange gangen onder de grond zijn of zoals bij sommige arende. Dat nest is gewoon een hoop taken en bladeren maar dat is ook geschikt als nest dat nest kan een gewicht hebben van een normale gezinsauto. Maar de bekendste en toch ook wel een van de mooiste zijn de komvormige nesten die nesten worden gebouwd door vogels die in bosgebieden of op het platteland leefden. Dat zijn bijvoorbeeld houdwallen zanglijsters de gekraagde roodstaart of de nachtegaal. Sommige vogels nestelen dicht bij de stad zwaluwen die bouwen hun nest onder de dakgoot. Er zijn ook vogel nesten die ook wel kunstwerken worden genoemd die nesten zijn heel slim uitgedacht. Bvb het nest van de touw hij wordt zo genoemd omdat zijn nest grotendeels uit touwtjes. De wevervogel is er zo een zijn nest lijkt op een trompetvorm en dat nest bestaat uit geweven naalden. Het nest van de kleine karekiet is gemaakt tussen een paar rietstengels. Dus nu zie je wel dat vogels maar slimme wezens zijn. 9. De eieren. Eieren heb in allerlei kleuren en maten. Zaadeters en insecteneters legen kleinere eieren dan loop en waadvogels. Sommige vogels leggen eieren die de helft van hun lichaamsgewicht. Het ei is aangepast aan de buurt van waar ze gelegd zijn dus als ze dat ei bij een moeras heeft gelegd heeft het een bruinige kleur dat noemen we camouflage. De kleinste eieren worden gelegd door kolibries. De grootse eieren worden gelegd door de struisvogel. Maar 700 jaar geleden was dat de madegascarstruisvogel hij legde eieren die wel groter waren dan het gemiddelde dinosauriër dat ei woog 12 en 15 kg.
10.Zintuigen. Vogels leven in een wereld waarin het gehoor en het gezicht de belangrijkste rol spelen. Deze zintuigen zijn zo belangrijk dat voor de meeste vogels de andere drie – de tastzin de reuk en de smaak – nauwelijks betekenis hebben. Een biddende torenvalk ziet veel meer details op de grond dan een mens vanaf dezelfde hoogte. Maar het is de vraag of hij iets proeft als hij zijn prooi gevangen heeft. Een mens heeft duizenden smaakpapillen de meeste vogels nog geen honderd. Vogels hebben echter een uitstekend gehoor. Zij kunnen tonen onderscheiden die voor het menselijk oor een te hoge toon hebben. Er is zelfs een vogel soort in Zuid – Amerika de vetvogel die net als een vleermuis kan navigeren op geluid. Maar met een hersenpan die zo vol zit met gevoelige ogen en oren is er weinig ruimte voor hersens. De hersenen zijn klein in vergelijking met zoogdieren de meeste vogels zijn slecht in staat om nieuwe vaardigheden aan te leren. Een vogel komt ter wereld met hersenen waarin een enorm aantal programma’s is ingebouwd. Deze programma’s besturen niet alleen simpele activiteiten als het gladstrijken van de veren en het zoeken van voedsel maar ook instincthandelingen zoals de trek.

REACTIES

S.

S.

goed zeg bedankt hee

21 jaar geleden

P.

P.

leuk werkstuk maar je hebt alleen heel veel verschillende vogels en jij hebt het over
VOGELS en je veel soorten

20 jaar geleden

N.

N.

he echt toppie man
cool man
echt je verdient een 10 ik meent het

19 jaar geleden

H.

H.

was prima goed gedaan

17 jaar geleden

M.

M.

Dag Tobbe

Mooi werkstuk!

Mijn zoontje, en zijn vriend, vragen zich af hoe oud je bent?

Je hebt volgens hen je best gedaan! Het is allemaal wijs.

Zorg goed voor jezelf

Mart
Papa Basquiat +vriendje Egon

16 jaar geleden

2.

2.

wat een (saai) leuk werkstuk

8 jaar geleden

B.

B.

ik heb een hele boel aan dit werkstuk gehad lekker 100%
plagiaat echt toppie voor mijn afraffel werk!

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.