Hoofdstuk 3 en 4

Eldorado samenvatting hoofstuk 3 + 4: Je hebt verschillende soorten verhalen namelijk; -volksverhaal -legende -sage -mythe -sprookje -fabel -parabel -Anekdote= het kortse verhaaltype, humoristisch, alleen de kern van het verhaal. -Kort verhaal= meestal 1 hoofdpersoon, een gebeurtenis, eenvoudige opbouw, verrassend einde, geen inleiding. -Novelle= verhaalvorm tussen kort verhaal en roman in. Een plaats van hendeling, geen uitvoerige karakterbeschrijvingen, weinig verhaalfiguren. -Roman= uitgebreid verhaal waarin de daden en gedachten van de hoofdpersonen worden beschreven. Er zijn verschillende romantypen; ridderroman, avonturenroman, schelmenroman, psychologische roman, zedenroman, historische roman, streekroman, politieroman, misdaadroman, oorlogsroman, sciencefiction roman. Literatuur & journalistiek; Cursiefje; uitgewerkte anekdote, vooral in dag-en weekbladen, humoristisch, met weinig woorden veel zeggen, alledaags onderwerp à Simon Carmiggelt. Column; combinatie van cursiefje en journalistiek artikel, inhoud sluit nauw aan bij de actualiteit, bepaalde figuren of onderwrepen worden bekritiseerd à Youp van t Hek. Polemiek; pennenstrijd, aanvallende strijd op personen, opvattingen enz. Heftige toon, spottend, satirische stijl à Jeroen Brouwers
Reisverhaal; beschrijving van reis, indrukken, landschap, volkà Adriaan van Dis

Recensie; bespreking van literaire werken in kranten, tijdschriften, radio, tv enz..à Jam Cremer. Je hebt verschillende soorten strips; Tekstripà Ollie B. Bommel
Ballonstripà Donald Duck
Tekstloze strip. Cartoon, door overdrijving van karakter trekken/ uiterlijkheden iemand belachelijk maken. Overige vormen van literair proza; -Brievenboeken; verzamelde vrieven in een boekà Gerard Reve -Dagboekenà Anne Frank -Biografie en autobiografie, biografie; word het leven van iemand beschreven, autobiografie; schrijver zelf ondewrep van zijn levensbeschrijving. Paragraaf 4; Verhalen lezen. Basiselementen van een verhaal; 1. ruimte (plaats en tijd waarin de verhaalfiguren zich bewegen. 2. verhaalfiguren ( mense/dieren die een rol spelen in het verhaal) 3. situaties ( de verwikkelingen waarin de hoofdgiguren verzeild raken) situaties; wordt een bepaalde handeling volbracht is er sprake van een bepaald tijdverloop verschijnt of verdwijnt een (bij)figuur
vertelwijze/vertelperspectief; -ik-verhaal -auctoriaal verhaal -personaal verhaal (hij/zij- verhaal) -ik verhaal; in het verhaal is de ik-figuur de personage maar tevens ook de verteller van het verhaal. -auctoriaal verhaal; ook wel het perspectief van de alwetende verteller, hij presenteert het verhaal maar komt daarin zelf niet voor. Hij overziet alle gedachten, en gevoelend van de personages. -personaal verhaal (hij/zij verhaal); bij een personal verhaal wordt het verhaal niet direct verteld, de gebeurtenissen worden verteld door de ogen van een persoon, die meespeelt in het verhaal. Motieven en thema; -Het thema wordt duidelijk gemaakt door het geheel van verhaalfiguren (gedrag, gevoelens, gedachten), ruimtes en situaties. -Als lezer krijg je in de loop van het verhaal verschillende signalen die op het thema wijzen; bepaalde verschijnselen, gebeurtenissen of uitspraken. Deze signalen worden motieven genoemd. Zie ook pagina 43 & 44 van Eldorado hoofdboek.