De doelen van Gandhi

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1818 woorden
  • 24 mei 2001
  • 125 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
125 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Deelvraag 2: Wat waren de doelen van Gandhi en zijn deze gerealiseerd? Gandhi had een heleboel doelen die hij wilde nastreven. In deze deelvraag wil ik graag deze doelen bespreken en ook of deze gerealiseerd zijn. Ten eerste is het belangrijk te weten dat Gandhi al zijn doelen zonder geweld wilde nastreven. Dit kun je dus ook opvatten als een doel. Dit is hem zeker gelukt. Gandhi was namelijk een echte doorzetter. Als kind leerde hij van zijn ouders dat mensen van de laagste kaste, de paria’s, de onaanraakbare waren. “Een paria blijft een paria. Hij is geen lid van onze godsdienstige gemeenschap. Je mag een paria niet aanraken of je wordt zelf onrein. Het is zelfs beter dat zijn schaduw niet op je valt…” Zo klonken de woorden van zijn moeder. Deze woorden deden Gandhi nadenken over het feit dat het eigenlijk heel erg oneerlijk en onrechtvaardig was. Hij vroeg zich af waarom je deze mensen mocht behandelen naar wens, terwijl het verboden was een koe te slachten of een ander dier te laten lijden. Nadat Gandhi afgestudeerd was als advocaat, kreeg hij een mooie aanbieding. Hij werd gevraagd een rijk koopman te verdedigen, in Durban, een stad in Zuid-Afrika. Gandhi besloot deze opdracht aan te nemen en voor een paar maanden naar Zuid-Afrika naar te vertrekken. In Zuid-Afrika bemerkte hij dat men vaak neerbuigend naar hem keek. Ook zag hij dat vele Indiërs zware banen hadden en hard moesten werken. Hij had verschillende keren ondervonden, wat het betekende als Indiër in dit land te leven en hij wilde de mensen hier gaan helpen. “Ik zal de mensen helpen! Ik zal samen met hen een partij stichten en ze leren hun rechten af te dwingen.”, aldus Gandhi. “We zullen zonder geweld te gebruiken ons recht afdwingen.” Dit was zijn eerste doel. Hij wilde dat de Indiërs meer rechten kregen omdat ze op dat moment slecht behandeld werden. Gandhi richtte een politieke partij op, waarvan meteen duizenden mensen lid werden. De Engelse kolonisten zagen dit alles met argwaan gebeuren, maar hadden voorlopig genoeg andere zorgen aan hun hoofd. De Boerenoorlog was uitgebroken. Vier jaar na de oorlog vaardigde de regering van Transvaal, een Zuid-Afrikaanse provincie, een wet uit. Deze wet verplichtte alle Indiërs zijn vingerafdrukken te laten maken. Maar Gandhi wilde hier niets van weten. “We doen het niet. We weigeren gewoon, zonder enig geweld te plegen.” De Indiërs deden wat hen gezegd werd. Wie opgeroepen werd, bleef gewoon thuis. Tweeduizend rebellen werden opgepakt en ook Gandhi moest voor de rechter verschijnen. Hij werd uiteindelijk veroordeeld tot negen maanden celstraf. Dit doel van Gandhi is gerealiseerd. In 1914, kort voor het uitbreken van de Eerste wereldoorlog, schafte het Zuid-Afrikaanse parlement alle wetten af, waardoor de Indiërs zich vernederd konden voelen. Verder kregen de Indiërs politieke rechten. In 1915 keerde Gandhi terug naar Indië. Hij wist nu dat hij een volk kon leiden. Zijn volgende doel wist hij al. Indië moest zelfbestuur krijgen! Dit doel was natuurlijk erg moeilijk, maar Gandhi wilde er alles voor doen om dat doel te realiseren. Gandhi stichtte het ‘dorp van de geweldloosheid’. Een dorp met armzalige hutjes en mensen die zich aansloten bij de idealen van Gandhi. Ze beloofden allen te streven naar waarheid, vrijheid van vrees en natuurlijk geweldloosheid. Iedereen beloofde te werken voor een maatschappij waarin niemand meer onaanraakbaar zou zijn en waarin iedereen gelijk was. Hun leven verliep volgens een vaste dagindeling: spinnen, weven, bidden en de grond bewerken. Deze arbeid deden ze omdat ze weigerden producten te gebruiken die niet zelfgemaakt waren. Dit kun je eigenlijk ook wel zien als een doel van Gandhi. Hij wilde niet dat de mensen kleding droeg van de Engelsen, dus maakte iedereen zijn eigen kleding. Dit deed ook iedereen. Na de oorlog werd het de Britse regering steeds duidelijker dat Gandhi een gevaarlijk tegenstander geworden was. De Britten vaardigden wel een wet uit waardoor de overheid de macht kreeg om iedereen die van muiterij verdacht werd zonder meer op te sluiten. Gandhi had weer een nieuw idee. Hij wilde dat op zondag 6 april 1921 alle winkels, eet- en drankgelegenheden gesloten bleven. Hij vond dat alle rechtgeaarde Indiërs moesten bidden en vasten op die dag. En natuurlijk werd Gandhi, toen Mahatma genoemd, opgepakt. Hij keerde zich tegen het regime en de regels van de nieuwe wetten waren duidelijk. In de gevangenis hoorde hij over de rellen die uitgebroken waren. “Ik heb me vergist. En mijn vergissing is zo hoog als de Himalaya. De mensen hebben mij nog niet begrepen.” In februari 1922 kondigde de Mahatma hij in het district Bardoli de burgerlijke ongehoorzaamheid af. “Betaal geen belasting! Doe alsof de overheid niet bestaat. Maar gebruik geen geweld!” Iedereen probeerde dit zo goed mogelijk uit te voeren, maar dit was moeilijk. De politie gebruikte namelijk wel geweld, er vielen veel gewonden. Gandhi kon het niet langer aanzien. “We houden met de actie op. Ik zal boete doen en vijf gehele dagen volledig vasten.” De Mahatma reisde van dorp tot dorp. Hij was van mening dat je pas iets kon bereiken als je er persoonlijk alle dorpen bij betrok. En hij kreeg gelijk, want langzamerhand groeide het verzet tegen de Engelsen. Steeds meer mensen weigerden nog Engelse producten te kopen. Ze gooiden Europese kleren op hopen en verbrandden ze in het openbaar. Steeds meer mensen begonnen de khadi te dragen, die het herkenningsteken van het geweldloze verzet begon te worden. In 1930 besloot Gandhi een ander onrecht te bestrijden. Het was de Indiërs namelijk verboden zelf zout te winnen en de Engelsen mochten het wel. De Engelsen bepaalden dus de prijs, ze hieven er een hoge belasting op en de meeste armen werden hierdoor getroffen. Gandhi vond dit oneerlijk en vond dat er iets aan gedaan moest worden. Dit was dus ook een van zijn doelen. Op 12 maart vertrok hij met 78 vrienden om de zoutmars de lopen. Ze wilden een voettocht van bijna 400 kilometer gaan maken naar de zee, de plek waar je zout kunt maken. Al lopende werd de groep steeds groter en groter. De mars werd een echte triomftocht, de dorpen waar ze doorheen kwamen waren allen rijkelijk versierd met bloemen, slingers en vlaggen. Onderweg hield hij vaak toespraken. Vaak gebruikte hij zijn handen bij deze toespraak. Dan stak hij zijn linkerhand met gespreide vingers omhoog en met zijn rechterhand wees hij elke keer een vinger aan. Deze vijf vingers waren eigenlijk ook wel een beetje een symbool van zijn doelen. Hij begon altijd bij zijn duim en vertelde er het volgende bij. “De eerste betekent: gelijke behandeling voor iedereen, ook voor de onaanraakbare. De tweede betekent: zelf weven en spinnen. De derde herinnert je aan matigheid: geen alcohol, geen opium. De vierde betekent: vriendschap tussen Hindoes en Moslims. De vijfde en laatste betekent: gelijke rechten voor de vrouw. Alle vijf vingers worden ondersteund door de pols en die betekent: geweldloosheid!” Op 5 april, na meer dan 3 weken lopen, bereikte de enorme groep de zee. De volgende dag baadde Gandhi in de zee, daarna nam hij zeewater en kookte het, zodat hij een beetje zout had. Langs de gehele kust deden duizenden Indiërs hetzelfde. Natuurlijk moest Gandhi de gevangenis weer in, maar de Engelsen stonden het winnen van zout voor persoonlijk gebruik voortaan wel toe! Weer een van de doelen van Gandhi die geslaagd waren. Onder leiding van de vader van Gandhi, Nehroe, eisten de politieke volgelingen van Gandhi steeds meer poerna swaraj, volledige onafhankelijkheid. De Britten wisten niet meer wat te doen en riepen een rondetafelconferentie samen. De belangrijkste Indische voormannen werden uitgenodigd, dus ook Gandhi. Het duurde drie maanden, maar heeft uiteindelijk niets opgeleverd. De jaren gingen voorbij en de Engelsen begonnen in te zien dat ze hun Indische kolonie wel onafhankelijk moesten verklaren. De nieuwe staat heette India. Gandhi was natuurlijk zeer trots en tevreden met dat wat hij bereikt had, maar met de nieuwe staat waren de problemen nog niet opgelost. De Mahatma had zo lang vrede tussen de Hindoes, de moslims en de andere minderheden gepredikt en nu zijn grootste doel (de onafhankelijkheid) bereikt was, hadden deze groepen een enorme strijd. De moslims wilden graag een eigen staat: Pakistan. Dan pas zouden ze ophouden met vechten. Hun leider Mohammed Jinnah eiste daarbij ook nog eens een schadevergoeding. Gandhi ging akkoord, hij zag ook wel in dat dit het beste was. Beter dat dan nog meer geweld en gewonden. Maar vele Indiërs waren het er helemaal niet mee eens. Iedereen verhuisde naar Pakistan of India, waardoor er grote onrust was. Op 12 januari 1948 kondigde Gandhi aan weer te gaan vasten. Hij vertelde dat er maar één ding was, dat hij wilde: het geweld stopzetten. Dit besloot hij te doen door middel van vasten. “Ik zal vasten, desnoods tot de dood. Vrede is meer waard dan mijn leven.” En Gandhi begon met vasten. Hij dronk alleen lauw water en hij werd zwakker en zwakker. Op een dag verloor hij zijn bewustzijn en de mensen zagen in dat het fout kon gaan aflopen, wanneer de mensen geen vrede toonden. Overal in India trokken optochten door de straten. Mensen liepen met spandoeken, waarop geschreven stond: BROEDERSCHAP TUSSEN HINDOES EN MOSLIMS! SPAAR GANDHI! Overal dacht men aan Gandhi en werd openbaar voor hem gebeden. Maar Gandhi was nog niet tevreden. “Ik wil niet verder leven als de vrede niet in heel India en Pakistan terugkeert.” Een paar dagen later, Ganhi was er zeer slecht aan toe, tekende een vredescomité een overeenkomst. Het werd aan Gandhi voorgelezen, maar er ontbraken twee handtekeningen. De leiders van de twee hevigste nationalistische hindoepartijen wilden nog niet tekenen, maar de anderen verzekerden Gandhi dat ze dat morgen zeker weten zouden doen. Dat was niet genoeg voor Gandhi, hij wilde volhouden tot ook de laatste twee ondertekend hadden. Toen alle handtekeningen uiteindelijk onder de overeenkomst stonden, was Gandhi opnieuw bewusteloos. Met een natte doek, kregen ze Gandhi wakker en met geopende ogen zag hij alle verschillende leiders om zijn bed staan. Glimlachend stopte hij met vasten en nam hij voorzichtig een slokje sap, na ruim 121 uur vasten. Het leek wel of de vrede in heel India en Pakistan hersteld was, maar dat was schijn. Ondertussen was de nog erg zwakke Mahatma alweer bezig met een groots plan. Hij wilde een voettocht gaan maken door Pakistan, maar eerst moest hij nog aansterken. Op een avond, toen hij naar de binnenplaats ging voor zijn avondgebed, ontplofte er een tijdbom. Er ontstond paniek, maar er zijn geen doden gevallen. Dit was de eerste aanslag op Gandhi. De tweede aanslag op Gandhi was op een namiddag. Gandhi ging naar de binnenplaats voor het gebed toen er een man naar hem toe kwam. Hij hield zijn handen gevouwen en trok opeens zijn pistool. Er klonken drie knallen en de Mahatma zuchtte: “Rama!” en viel neer. De man die tientallen jaren tegen geweld was geweest, was om het leven gebracht door geweld.

REACTIES

L.

L.

haai k vind je werkstuk errugg goed
doegggxxxx lizet

22 jaar geleden

J.

J.

klasse !! dank je

20 jaar geleden

C.

C.

Dit ziet er niet goed uit das veel te veel tekst niemand vind da leuk om te lezen zenne

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.