The railway children door Edith Nesbit

Onderdeel A: het voorblad

The Railway children

E. Nesbit T2C

Stage 3 27-10-‘12

Onderdeel B: de vragenlijst

B1

1. Nee, want er zit ook best vaak fantasie in, en ze kunnen er niet zo dichtbij staan.

2. Het speelt zich af in 1971.

3. The adventurous children zou ik kiezen, omdat de kinderen op avontuur gaan.

4. Ik zou niet zo dicht bij de trainmen willen staan als ze rijden of in de tunnel. En wat ik ook zou doen is dat ik elke dag naar de tuin ga om te kijken of naar het treinstation.

5. Ik vind het wel een leuk boek, omdat er ook veel fantasie in komt en wat die kinderen allemaal beleven als je zo dicht bij een treinstation woont en wat er kan gebeuren als je iets verkeerds doen als je bij een treinstation bent.

6. Ze schrijf het boekje wel leuk. Ze heeft nog meer van dezer boekjes geschreven. Ik vind dat ze ook zo schrijf dat als je het lees, dat het net lijkt dat je ook in het verhaal zit en dat je alles meemaakt.

B2

1. Waarom wil Peter zo graag bij de treinen zijn?

Hij vind treinen mooi gebouwd. En hij wilt er later ook een trein bouwen zoals die wat hij elke dag ziet.

2. Waarom heeft Jim iets aan zijn been?

De kinderen waren bij het spoor en gingen de tunnel in, maar ze hadden geen licht of iets anders en Jim viel over een steen. En daarna had hij zijn hele been vol bloed.

Onderdeel C: personages en verhaallijn

C1

De hoofdrolspelers die het avontuur zoeken op het treinstation:

Peter

Roberta

Phyllis

Jim

De zieke mensen:

Moeder

Jim

De mensen die de zieken hielpen:

Peter

Roberta

Phyllis

Opa

De treinwachter

C2

Dat is in de klas.

Onderdeel D: verrijkingsdeel

D1

Kies één van de personages uit het boek en schrijf een interview met deze persoon met 5 vragen en antwoorden. Ik doe dit interview met Peter.

Vraag 1. Vind je het leuk om mee te doen aan een film met treinen?

Ja, ik vind het heel leuk om mee te doen. In het begin vond ik het wel een beetje eng om zo dicht bij een trein te komen die nog rijdt of in een tunnel te zitten. Maar dat viel na der hand nog wel mee.

Vraag 2. Vind je het ook leuk om met andere mensen zo’n film te spelen?

Ja, dat vind ik wel leuk maar in het begin was het wel een beetje wennen omdat ik nog nooit in een film had gespeeld.

Vraag 3. Vind je het jammer dat de film nu klaar is en dat je nu meer vrije tijd hebt?

Nee, ik vind het niet jammer want ik kon heel lang niet naar school omdat ik aan die film moest werken, en nu kan ik mijn opleiding afmaken en dan kan ik alles doen wat ik wil en heb ik meer tijd.

Vraag 4. Wie vond de leukste actrice?

Ik vond Roberta wel leuk. Zij was op de set een soort moedertje voor ons omdat zij ouder was dan ons en al in meerdere film had gespeeld, legde ze ons veel uit.

Vraag 5. Hoe vind je de film geworden, en heb je hem zelf ook thuis?

Ik vind de film heel leuk geworden, maar ik heb hem zelf niet thuis.

D2

A = de plaatjes passen erbij want er komen veel oude treinen in voor en de kinderen ook.

B = voor de plaatjes heb ik internet gebruikt, en voor het interview heb ik me een beetje in die persoon verdiept en zelf antwoorden gegeven. En ik had een boekje van de bieb maar daar stond niet zoveel in.