Lesbrief Crisis Hoofdstuk 1

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas havo | 261 woorden
  • 27 oktober 2011
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
31 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Besteding = uitgaven aan goederen en diensten

Consumentenvertrouwen = het vertrouwen wat de consument in de economie heeft

Koopkracht = de hoeveelheid goederen/diensten voor een bepaalde hoeveelheid geld

Consumeren = het kopen van goederen en diensten

Investeren = Opoffering in tijd, geld of mankracht voor een doel dat pas op lange termijn wordt behaald

Behoeften = wat je wilt kopen

Schaarste = de spanning die bestaat tussen oneindige behoeften en beperkte middelen. Een product is schaars als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het te maken

Vrije goederen = goederen die in zo grote hoeveelheden beschikbaar zijn dat iedereen er vrij over kan beschikken


Middelen = waarmee je in je behoeften kunt voorzien

Opofferingskosten = de opbrengst van het beste, niet gekozen, alternatief

Alternatief aanwendbaar = midden kun je voor verschillende zaken gebruiken


* Wanneer het consumentenvertrouwen daalt, gaan mensen hun geld oppotten en dus minder uitgeven. De bestedingen dalen dus. Er moeten dan dus ook minder goederen geproduceerd worden, waardoor er minder arbeidsplaats is en de werkloosheid stijgt.

* Schaarse goederen zijn goederen waarvoor een offer of een inspanning moet worden geleverd om het te maken, vrije goederen zijn voor iedereen beschikbaar. Een voorbeeld van een schaars goed is brood, een voorbeeld van een vrij goed is regenwater.

* Consumeren is het kopen van goederen/diensten voor direct eigen gebruik. Investeren is geld in goederen of diensten stoppen voor een doel wat pas op lange termijn wordt behaald.

* Er zijn oneindige behoeften, en maar beperkte middelen. Daarom moet je kiezen.

* Wanneer je twijfelt tussen een fles cola en een fles water, en je kiest voor het water omdat je daar meer zin in hebt, zijn de opofferingskosten de fles cola.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.