Chinese astrologie

Hoe het is ontstaan. Volgens de legende had Boeddha verlichting gevonden onder een vijgenboom, om zijn blijdschap te delen nodigde hij alle dieren uit. Er kwamen maar 12 dieren, dit zijn de dieren uit de dierenriem. Elk dier heeft zijn eigen jaar. Boeddha leefde van 563 voor Christus tot 483 voor Christus, de Chinese astrologie dus erg oud en het wordt nog steeds op dezelfde manier gebruikt met dezelfde jaren. De dieren horen niet alleen maar bij een bepaald jaar maar ook bij een maand en het tijdstip waarop je bent geboren. Deze drie tekens maken je uniek. Het jaardier is je buitenkant, het deel wat je aan de buitenwereld laat zien. Het maanddier ben je in je relaties en in de liefde, het innerlijke dier van het hart. Het tijd-van-de-dag-dier dat ben je werkelijk, het donkere geheime dier dat je niet aan de rest van de wereld laat zien. Elk dier is Yin of Yang, de eigenschappen van Yang zijn: heet, droog, actief, dag, positief, rechts, zuid, zomer, vuur, vol; Yin is koud, nat, passief, nacht, negatief, links, noord, winter, water, leeg. Deze twee tegenpolen hebben hun eigen teken, elke helft heeft een kleine stip van het tegenovergestelde in zich om te laten zien dat elk zich ontwikkeld tot zijn tegenpool. De dieren hebben ook hun eigen element, water symboliseert het noorden, communicatie, gevoeligheid en intuïtie, metaal het westen, nuttig, sterk en betrouwbaar, hout het oosten, verzorging, creativiteit en groei, vuur staat voor het zuiden, hartstocht, intelligentie en beweging. De aarde staat in het midden en hoort niet bij een dier, de aarde staat voor het midden, evenwicht, betrouwbaarheid en grondbeginselen. Er zijn in totaal 8640 combinaties van horoscopen, 5 elementen x 12 dieren x 12 maanden x 12 tijden van de dag. Zo zie je dat iedere horoscoop uniek is.