Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Gedichten top3

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 4e klas vwo | 2245 woorden
  • 13 februari 2003
  • 99 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
99 keer beoordeeld

1. Mijn top 3. Vuilniszakken door: Victor Vroomkoning
Zoals ze daar ‘s morgens
Op de stoep tegen elkaar
Aangeleund warmte zoekend
In hun plastic jassen
Staan ze te wachten, grijs, Vormeloos, vol van afgedankt
Leven, tegelijk broos
En weerloos. Je zou ze weer naar binnen willen
halen, je ouders
wachtend op de bus. Ziekenbezoek door: Judith Herzberg
Mijn vader had een lang uur zitten zwijgen bij mijn bed. Toen hij zijn hoed had opgezet
zei ik, nou, dit gesprek

is makkelijk te resumeren. Nee, zei hij, nee toch niet, je moet het maar eens proberen. De discman door: José Borghuis
Driemaal probeerde zij
Met uiteenlopende
Handgebaren zijn
Aandacht
Te vangen
Plukte toen voorzichtig
De plugjes uit
Zijn oren
Vroeg beleefd of zij
Hem even mocht storen
Voor de uitleg van
Het huiswerk en
Nog enkele andere feiten
Waarop hij haar luidkeels
Beschuldigde van
Ongewenste intimiteiten
En een pistool
Op haar slaap drukte. Naslag werk van de schrijvers. Victor Vroomkoning Victor Vroomkoning studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en filosofie te Nijmegen. Tot 1995 was hij werkzaam in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Hij is medewerker van het Kritisch Literatuur Lexicon. Behalve een paar andere publicaties, publiceert hij uitsluitend gedichten. Zijn werk werd/ wordt opgenomen in een groot aantal Vlaamse en Nederlandse literaire tijdschriften. Vroomkoning schrijft over de kleine, intieme dingen des levens, over ouders, kinderen, liefde en dood, over wat zich tussen mensen ontwikkelt, wat ze ontroert, wat hem daarin ontroert. Het meest belangrijke voor Vroomkoning is dat de werkelijkheid bestaat uit een beperkt aantal relaties, die alle datgene in zich dragen wat de dichter in een interview, de onontkoombare breking' noemt. Dichten is dan wel een creatieve daad maar een die het leven stolt; wat was, blijft; wat is, moet eerst verleden worden, verwerkt, totdat het wordt ingelijfd bij wat blijft. De dichter put doorgaans uit eigen ervaring. Wat hij niet uit eigen of afgeleide ervaring kent, krijgt nauwelijks plaats in zijn verzen. Judith Herzberg Achternaam: Herzberg

Voornaam: Judith
Doopnamen: Judith Frieda Lina
Geboren: 04-11-1934
Te: Amsterdam “Mijn gedichten komen voort uit mijn poging twee dingen, die op het eerste gezicht geen verband lijken te hebben met elkaar, toch te rijmen”. (Judith herzberg, geciteerd in NRC Handelsblad, 13-11-1992) Judith Herzberg schrijft in haar gedichten veel over gevoelens. Over de dingen om haar heen en de dingen die haar aangrijpen. Ook schrijft ze veel dingen over haarzelf, over wat zij heeft meegemaakt in haar verleden. Z3e schrijft ook over de zin van het leven. Ze vraagt in haar gedichten, ze vraagt dingen waar niemand een antwoord op heeft. Ze trekt conclusies waarvan je nooit weet of ze nou waar zijn of niet. José Borghuis José Borghuis heeft in de loop der jaren een groot aantal gedichten geschreven. Regelmatig komen daar nieuwe bij. José Borghuis-Blijlevens is geboren in Breda, ze groeide op in Arnhem en Zwolle, maar woont en werkt al sinds lange tijd in Almelo. José is werkzaam bij de afdeling Beeld en Media van het ROC Oost-Nederland te Almelo. José Borghuis schrijft veel gedichten in haar vrije tijd, ze is erg productief. Soms duurt het bij haar wel lang tot ze eindelijk weer nieuwe inspiratie heeft gevonden voor een nieuw gedicht. Ze probeert elke maand een nieuw gedicht te schrijven over een actueel onderwerp. José nam deel aan o.a.:  Dichterscollectief Almelo  Maat 84  Poëzienacht Almelo (1990)  Poëzieavond "Hommage aan Johnny van Doorn" (1992)  Poëzietheater "de Verpakking" (1993)  Almelo's boekenweekgeschenk (1994)  Poëziehuis "De 2-zits" (1995)  Poëzietheater in voormalig gerechtsgebouw (1998)  Internationale Vrouwendag (1998)  Literaire Salon Hengelo (1999) Gedichtbespreking van vuilniszakken, door: Victor Vroomkoning. Ond.1.>> Persoonlijke reactie. Gedicht: ‘Vuilniszakken’ door: Victor Vroomkoning - Het gedicht gaat volgens mij over het schuldgevoel van de schrijver, hij ziet zijn ouders als vuilniszakken die hij aan de kant heeft gezet wachtend tot ze opgehaald worden. - Ik kan mij goed inleven in het gedicht omdat ik het me precies kan voorstellen hoe de schrijver het ziet. Ook vind ik de gelijkenis in het gedicht heel mooi. - Het gedicht heeft een gevoel bij mij opgeroepen, ik had nooit bedacht dat je zo naar vuilniszakken kon kijken. - Ik denk dat de dichter heeft geschreven vanuit een soort schuld gevoel dat hij zijn ouders een beetje heeft afgedankt. Nou hij de vuilniszakken ziet staan herinnerd hij zich het en vergelijkt hij ze met zijn ouders en wekt zo een schuldgevoel op. - Er stonden geen onbekende woorden in het gedicht. - Ik begreep het gedicht de eerste keer dat ik het las niet helemaal. De laatste zin ging te snel. De tweede keer dat ik het las legde ik pas de link tussen de twee ‘delen’ in het gedicht. - Wat ik een erg mooi stukje vond uit het gedicht was hoe de schrijver de vuilniszakken omschreef. En deze later associeerde met ouders. Ond.2.>> Leesverslag
Gedicht: ‘Vuilniszakken’ door: Victor Vroomkoning - Gedicht: ‘Vuilniszakken’ door: Victor Koning - Het gedicht komt uit de bundel: de favoriete gedichten van Nederland en Vlaanderen. Verschijning: Januari 2000 - Drie kenmerken die dit gedicht tot een gedicht maken zijn 1. Beeldend taalgebruik 2. De tekst wekt een gevoel op 3. De zinnen hebben een bepaald ritme, toch rijmen ze niet. - De titel van het gedicht is Vuilniszakken. Dit is omdat het gedicht ook gaat over vuilniszakken, ze worden omschreven en vergeleken. - Het hoofdthema van het gedicht is de generatiekloof. - Het gedicht bestaat uit 11 regels exclusief de titel. - Er zitten geen verschillende coupletten in het gedicht verwerkt. Het gedicht bestaat uit een stuk tekst. - Uit het gedicht kun je opmaken dat de schrijver wel medelijden heeft met zijn ouders. - Naast de ouders van de schrijver zitten er geen andere personen in het gedicht alleen de vuilniszakken waar de schrijver de ouders dus mee associeert. - Het taalgebruik in het gedicht is hedendaags, er zitten geen moeilijke of bijzondere woorden in. - Het gedicht is geschreven uit een ik perspectief. - Het bestaat uit beeldspraak. De schrijver vergelijkt vuilniszakken met ouders. - Er zit geen rijm in het gedicht. Wel een soort ritme. - De vaste maat zit hem in de zinnen. Er zijn weinig zinnen, dit paar zinnen zijn in hetzelfde ritme geschreven, veel komma’s en bijvoeglijke naamwoorden.
Gedichtbespreking van Ziekenbezoek, door: Judith Herzberg Ond.1.>> Persoonlijke reactie. Gedicht: ‘Ziekenbezoek’ door: Judith Herzberg - Volgens mij gaat dit gedicht over dat mensen niet hoeven te praten om iets elkaar duidelijk te maken of een gevoel te geven. - Ik kan me heel goed in het gedicht inleven omdat ik zelf ook wel een seen moment heb meegemaakt dat je niets hoeft te zeggen en de ander toch weet wat je voelt of wat je wil zeggen. - Het gedicht roept bij mij geen speciale gevoelens op omdat ik het moment niet zelf meemaak maar het lees op papier. - Ik denk dat de schrijver dit gedicht heeft geschreven vanuit het gevoel dat het moment dat hij beschrijft heel zeldzaam is en heel bijzonder. - De schrijver heeft mij duidelijk proberen te maken dat mensen niet altijd woorden nodig hebben om te communiceren of zich te uiten. Maar dat dat ook kan ik stilte. - In het gedicht stonden geen moeilijke woorden of woorden die ik niet kende. - Het gedicht is een stuk tekst. Het is een groot moment beschreven in een paar regels. Ik begreep de tekst wel. - Wat ik een mooi stuk vond in de tekst was dat de vader van het kind in de tekst antwoord op de reactie van het kind (dit gesprek is makkelijk te resumeren) probeer het maar eens. Ond.2.>> Leesverslag
Gedicht: ‘Ziekenbezoek’ door: Judith Herzberg - Titel van het gedicht is Ziekenbezoek het is geschreven door Judith Herzberg. - Ik weet niet uit welke bundel het gedicht komt en dus ook niet wanneer de bundel is uitgegeven. - Er zijn 3 kenmerken die dit gedicht tot een gedicht maken zijn: 1. Er zit een ritme in, het is een parenrijm. 2. Het verwoordt een gevoel dat je ook kan spreken zonder woorden. 3. Het gedicht is een soort taalspel. - De titel van het gedicht is: ziekenbezoek. Ik denk dat de schrijver deze titel heeft gekozen omdat het een typisch moment is die er omschreven word voor een ontmoeting tussen bezoek en de patiënt - Ik denk dat het hoofdthema van dit gedicht communiceren in stilte is. - Het hele gedicht telt 6 regels. - Dit gedicht is een couplet. Er is dus geen speciale indeling. - De schrijver probeert duidelijk iets helder te maken. Het is een doorgedacht gedichtje. - Het gedicht speelt tussen twee personen. De vader en het kind. - Het taalgebruik is niet moeilijk. - Het perspectief is uit de dichter geschreven. - De dichter maakt in dit gedicht geen gebruik van beeldspraak. - Het gedicht rijmt, het is namelijk een parende rijm. - Het heeft een vaste maat het is een “aabb” gedicht. Gedichtbespreking van De discman, door: José Borhuis. Ond.1.>> Persoonlijke reactie. Gedicht: ‘De discman’ door: José Borghuis - Volgens mij gaat dit gedicht over de relatie tussen leraar en leerling. Alleen zijn de rollen omgedraaid. - Ik kan mij niet in het gedicht inleven want zoiets wat er beschreven word heb ik nog nooit meegemaakt. - Het gedicht roept wel gevoelens op. Ik voel me een beetje beet genomen. De dichter heeft de rol van de leraar en de leerling omgedraaid dit brengt verwarring en geeft een heel raar beeld. - De schrijver heeft het gedicht geschreven uit een beetje ironisch idee. - Ik denk dat de dichter met het gedicht wil zeggen dat ------------ - Er stonden geen woorden in het gedicht die ik niet kende of die ik moeilijk vond. - Als je het gedicht leest ontstaat er verwarring want er gebeurt iets heel onverwachts, de leraar in dit gedicht reageert heel anders dan dat je had verwacht. Je moet het laatste stukje nog een keer lezen om mee te krijgen dat de schrijver de rollen heeft omgedraaid. - Je hoort op school wel eens van ongewenste intimiteiten maar die klachten komen dan altijd van de leerlingen niet van de leraar. Ond.2.>> Leesverslag
Gedicht: ‘de discman’ door: José Borghuis - De titel van het gedicht is De discman. Het is geschreven door José Borghuis. - Ik weet niet uit welke bundel dit gedicht komt. - Er zijn 3 kenmerken die dit gedicht tot een gedicht maken: 1. Het is een hyperbool. 2. Het is dichtend en beeldend taalgebruik. 3. Veel woorden beschrijven een heel kort moment. - De titel is De discman. Ik denk dat de schrijver deze titel heeft gekozen om de lezer van het gedicht nog meer in verwarring te brengen want meestal heeft de leerling i.p.v. de leraar oordopjes in. - Het hoofdthema van het gedicht is denk ik --------- - De tekst telt 18 regels. - Het gedicht is niet opgebouwd uit verschillende coupletten. - Ik kan niets zeggen over het karakter van de schrijver dat in dit gedicht naar voren komt ik denk dat dat een beetje onduidelijk is. - Er komen 2 personen in het gedicht voor, de leraar en de leerling. Zij zijn de hoofdrolspelers van het gedicht. - Het taalgebruik van de dichter is heel makkelijk te begrijpen. - Het gedicht is geschreven vanuit een vertellers perspectief. - De dichter maakt ook gebruik van beeldspraak. Als je het gedicht leest krijg je echt een heel raar beeld voor je. Misschien wou de dichter dat wel duidelijk maken, waarom zou de leerling dit wel kunnen doen en de leraar niet? - Gedeeltelijk zit er ook rijm in het gedicht. Het laatste stukje rijmt, behalve de laatste zin die is er als het ware maar een beetje bij aan geplakt. - Het gedicht heeft wel een vaste maat de zinnen zijn van dezelfde lengte en dat leest goed. 2. Mijn “hekel-vers”. Rook Door: Jean Pierre Rawie
Wij zitten en roken en praten alsof
Dit leven niet ons maar een ander betrof, Alsof wat de wereld zo vreselijk maakt, De dood en de liefde, ons beiden niet raakt. De rook vult de kamer, het regent gestaag, En morgen en gisteren zijn als vandaag. Wij zitten en roken en zeggen niet veel, Wij hebben geen deel aan het groot geheel, Wij hebben geen weet van het reddeloos leed
Dat eindeloos omgaat op deze planeet. Wij zien langs het venster de tijd die verglijdt. Men is ons daar buiten al eeuwenlang kwijt. Mijn mening: Ik vind dit gedicht van meneer Rawie niet mooi. Het gedicht klinkt eerder als een excuus dan een gedicht. Al die losse regels onder elkaar vind ik ook niet echt fijn om te lezen. Het ziet er heel chaotisch uit. Ook word er een rare woordcombinatie gebruikt, er worden dagelijkse woorden gebruikt met daar tussen meer ‘oude’ woorden. Ik vind dat de parenrijm niet mooi is opgesteld, het is geen goed ritme om lekker te lezen. Ook wordt in het gedicht de wereld beschreven alsof het heel erg is om te leven daar ben ik het helemaal niet mee eens. De regels hebben niets met elkaar te maken en heeft daardoor het gedicht ook niet echt een inhoud. Het zijn net regels die heel graag wat willen zeggen maar zo slap zijn dat ze dat niet kunnen. Als je het gedicht leest krijg je een saai en beetje deprimerend gevoel. Ik krijg het gevoel dat de dichter dit gedicht in een hele sombere bui heeft geschreven, toen hij er helemaal niet bij was met zijn hoofd en allemaal losse zinnen heeft opgeschreven wat toch zijn gevoel beschrijft van hoe hij de wereld ziet.

REACTIES

R.

R.

hoi vet man!! echt goed

12 jaar geleden

R.

R.

Heel fijn om wat andere inzichten te zien op het gedicht van Judith Herzberg, die heb ik zelf ook geanalyseerd.

iets anders om over na te denken: misschien is haar vader wel overleden?

8 jaar geleden

A.

A.

Wat bal jij.
Het gedicht van Rawie is zo duidelijk als een klontje, je moet gewoon elke regel lezen.
Als je begint met analyseren moet je regel voor regel beschrijven wat je leest en waarmee het je interpreteert. Zo lijkt het gedicht te beginnen in een café waar mensen roken en zitten.
Daarna lees je dat het leven geen vat heeft op hen. (Huh? hoe kan dat nu?)
Om nog subtielere hints te geven beschrijft Rawie (geweldige dichter trouwens) dat vandaag als gisteren en morgen is, tijd lijkt geen vat op hen te hebben. De dagelijkse sleur van leed (regen) treft hen niet.
De 4e strofe geeft niet veel nieuwe informatie.
In de 5e strofe zeggen ze dat ze geen weet hebben van het leed op de wereld, ze zijn daadwerkelijk afgezonderd van de wereld. Zij zitten in een kamertje, niet denkend/ realiserend wat er omgaat in de wereld.
In de laatste strofe zie je dat er mensen zijn die hen kennen. Echter zijn ze al een hele lange tijd weg (in een kamer).
We kunnen stellen dat ze niet dood zijn: ze zitten in een kamer.
We kunnen stellen dat ze niet onder de mensen zijn, dus ook niet in een café.
Dan is het een inkoppertje dat ze stoned in een kamertje zitten. De rook komt van de marihuana, en voila, opgelost.

Ze maken zich los van de dagelijkse sleur, de dagelijkse pijn en de liefde, door in een kamer te smoken.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.