Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Gedichten

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 4e klas vwo | 3178 woorden
  • 1 december 2002
  • 110 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
110 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gedicht 1: Voor wie dit leest
Gedrukte letters laat ik U hier kijken, maar met mijn warme mond kan ik niet spreken, mijn hete hand uit dit papier niet steken; wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken. O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen. Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid; verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit. Menige verzen heb ik al geschreven, ben menigeen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven: liefde is het enige. Liefde is het meestal ook geweest

die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende vooroverboog
over de woorden die Gij wakker leest. Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken naar uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn. Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken, zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven; en laat Uw blik hun innigste niet raken
tenzij Gij door de liefde zijt gedreven. Lees dit dan als een lang verwachte brief, en wees gerust, en vrees niet de gedachte
dat U door deze woorden werd gekust: Ik heb je zo lief. Leo Vroman, 262 Gedichten Verklaring van het gedicht: Als je dit gedicht leest krijg je eigenlijk bijna meteen medelijden met de persoon die dit geschreven heeft, omdat hij zo erg, eigenlijk met zichzelf, in de knoop zit. Hij wil iemand bereiken, maar op een of andere manier lukt dat niet, of hij durft dat niet. De schrijver wil iemand iets duidelijk maken, hij wil eigenlijk iemand spreken, of in ieder geval op zijn minst iets naar iemand schrijven, maar het lukt niet, het lukt hem niet om het te zeggen, daarom schrijft hij dit, maar hij wil liever degene spreken of in ieder geval kunnen aanraken. De schrijver is wanhopig, er staat in de eerste alinea ook: “wat kan ik doen”. De schrijver weet blijkbaar geen mogelijkheid om degene te bereiken. De schrijver legt zijn gevoelens in het gedicht. Daardoor wordt het gedicht eigenlijk de schrijver, er staat ook in de tweede alinea: “leg Uw hand op dit papier; mijn huid”. Doordat de schrijver zijn ‘ware’ gevoelens in het gedicht legt wordt hij het gedicht en het gedicht hem. Het papier wordt zijn huid, dus als degene voor wie dit gedicht bestemd is het papier aanraakt, staat diegene eigenlijk in contact met de schrijver. Dat staat eigenlijk in de eerste alinea ook als de wens van de schrijver, en door dit te zeggen komt als het ware die wens uit. De schrijver weet ook niet echt goed hoe die met andere mensen, vreemdelingen, om moet gaan. Hij weet zich niet echt een houding te geven. Daardoor is hij voor ‘menigeen’ een vreemdeling gebleven. Eigenlijk maakt hij met de derde alinea duidelijk dat degene voor wie het gedicht bestemd is de enige in het leven van de schrijver is, want het enige wat hij kan geven is liefde, en liefde geef je niet aan iedereen. Dit blijkt uit het volgende: “en wien ik griefde weet ik niets te geven: liefde is het enige”. (bijna) Het enige waarom de schrijver schrijft is eigenlijk liefde. Dit blijkt uit: “Liefde is het meestal ook geweest, die mij het potlood in de hand bewoog, tot ik mij slapende vooroverboog”. Hiermee maakt de schrijver eigenlijk nog duidelijker dat degene voor wie dit gedicht bestemd is echt het enige is waarom hij leeft, dus eigenlijk is diegene de enige zin in zijn leven. Als je de vierde alinea leest zou je denken dat dit gedicht is van iemand die met iemand anders brieven, in dit geval een gedicht, schrijft, en dat zij een relatie hebben, maar dat zij elkaar nog nooit hebben gezien of bijna nooit zien. Want er staat ook nog in de vierde alinea: “over de woorden die Gij wakker leest”. Dus hij schrijft uit liefde een brief naar iemand en hij schrijft door totdat hij erbij in slaap valt, en degene aan wie ze gericht zijn leest ze als ze wakker wordt, we denken tenminste dat de schrijver er zoiets mee bedoelt. De vijfde alinea maakt duidelijk dat de schrijver heel erg graag bij de persoon wil zijn aan wie dit gedicht is gericht, want er staat: “Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn, en door de letters heen van dit gedicht, kijken naar uw lezende gezicht”. Hij wil dus kijken hoe degene voor wie de brief is bestemd reageert. Maar hij wil toch niet dat diegene hem ook kan zien. Met de zesde alinea wil de schrijver duidelijk maken dat hij hoopt dat deze liefde niet tevergeefs is, want als dat zo zou zijn dan zou dit gedicht voor niets zijn gemaakt, dit maakt de schrijver duidelijk met: “Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken”. De schrijver hoopt ook dat er geen nieuwe liefde is verschenen in het leven van degene aan wie dit gedicht is geschreven, want in de zesde alinea staat ook: “tenzij Gij door de liefde zijt gedreven”. Dus met deze alinea maakt de schrijver duidelijk dat zijn liefde nog niet voorbij is en waarschijnlijk niet snel weg zal gaan en dat hij hoopt dat dit wederzijds is. Volgens de zevende alinea lijkt het net alsof de schrijver al een lange tijd niet meer heeft geschreven, waar hij ook spijt van heeft, maar dat hier dan toch eindelijk die brief is. Voor het geval dat degene voor wie het gedicht is geschreven niet dezelfde gevoelens voor hem heeft staat er: “en wees gerust, en vrees niet de gedachte, dat U door deze woorden werd gekust”. Hiermee maakt hij dus eigenlijk duidelijk dat hij degene nog steeds heel erg leuk vindt, maar hij wil diegene ook niet kwetsen of een schuldgevoel aanpraten. Dus eigenlijk kan degene voor wie het gedicht bestemd is hem ook niks kwalijk nemen door deze zin. Met de laatste zin van de alinea, die ook de laatste zin is van het gedicht, maakt de schrijver nog een keer duidelijk hoe veel degene voor wie deze brief is voor hem betekent. Zinvraag: Zoals in hoofdstuk 1 in van het boek ‘Zin Leren’ staat is er eigenlijk maar één zinvraag, alleen die zinvraag is voor iedereen anders te beantwoorden, zover als dat al lukt. De zinvraag is een samenvatting van levensvragen, en er zijn wel een heleboel verschillende levensvragen. Ook in dit gedicht zitten verschillende levensvragen. Die zullen we zo meteen bespreken. De zinvraag kun je op verschillende manieren formuleren, maar eigenlijk komt het altijd op hetzelfde neer. Een definitie van de zinvraag is: “ Is mijn leven uiteindelijk de moeite waard, is het leven van alle mensen de moeite waard, is het leven uiteindelijk de moeite waard?” De zinvraag vind je ook terug in het gedicht al moet je het gedicht daarvoor wel eerst goed bestuderen. Het gedicht maakt duidelijk dat voor de schrijver zijn leven eigenlijk maar uit een ding bestaat en dat is ‘zijn liefde voor degene voor wie de brief is’. Dus wil zijn leven de moeite waard zijn, dan moet zijn liefde de moeite waard zijn. Als je het zo bekijkt dan staat de zinvraag bijna letterlijk in het gedicht, er staat namelijk in de zesde alinea: “Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken”. Met die woorden is het gedicht geschreven en met het gedicht heeft de schrijver eigenlijk zijn liefde voor degene voor wie de brief is geuit, zijn liefde voor diegene is zijn leven, dus als deze woorden tevergeefs zijn, dan is het gedicht tevergeefs. En als het gedicht tevergeefs is dan is zijn liefde tevergeefs. En zijn liefde is zijn leven, dus is zijn leven uiteindelijk niet de moeite waard. Het is misschien een beetje ver gezocht, maar wij vonden het uiteindelijk toch wel kloppen. De zinvraag zit een beetje tussen een kleine en een midden zinvraag in omdat het gaat over een individueel persoon en zijn gevoelens maar ook over hoe iemand anders daarop reageert, dus het gaat ook een beetje over de hele mensheid.
Levensvragen: Er zijn een heleboel levensvragen, en iedereen heeft ook andere levensvragen. Dus ook dit gedicht heeft levensvragen, die gaan we nu even bespreken: - In de eerste alinea staat al een vraag, namelijk de vraag: “Wat kan ik doen?” Dit is eigenlijk ook de levensvraag van die alinea, want de schrijver vraagt zich af op welke manier hij degene voor wie de brief is kan bereiken. Deze levensvraag behoort eigenlijk tot groep 2 én 3 van de levensvragen, maar vooral tot groep 2, omdat het gaat over hoe de schrijver zin aan zijn leven kan geven, maar als hij zin aan zijn leven geeft, geeft hij waarschijnlijk ook een beetje zin aan iemands anders leven. - Uit de tweede alinea kun je de volgende levensvraag opmaken namelijk: “Hoe kan ik iemand toch bereiken zonder diegene te zien?” Omdat de schrijver je eigenlijk vraagt om het papier, dus zijn huid, aan te raken. Deze levensvraag hoort eigenlijk ook bij groep 2 en 3, omdat het gaat over hoe de schrijver het moet doen, maar als hij diegene bereikt is diegene er dus ook bij betrokken. - De volgende levensvraag kun je uit de derde alinea opmaken: “Wat is voor mij het belangrijkste, wat heeft voor mij de meeste waarde?” Er staat namelijk in de derde alinea eigenlijk dat degene voor wie de brief is het belangrijkste in het leven van de schrijver is, dus eigenlijk heeft de schrijver deze vraag al voor zichzelf beantwoord. Deze levensvraag hoort bij eerste groep, want eerste groep gaat over wat het belangrijkste is en daar gaat deze levensvraag ook over. - “Wat laat mij dit doen?” is de levensvraag van de vierde alinea. Ook deze vraag heeft de schrijver al beantwoord, want in de vierde alinea staat al dat liefde het enige is waarom hij schrijft. Deze levensvraag hoort bij groep 5, als je dingen doet en je weet niet waarom je dat doet, mag je toch wel aannemen dat je dat dan instinctief doet, dus dan wordt je eigenlijk geleid door de natuur. - De levensvraag die je uit de vijfde alinea kan afleiden is: “Hoe reageert iemand op mijn gevoelens?” Dit vraagt de schrijver zichzelf ook af, want er staat dat hij het lezende gezicht wil zien, hij wil dus weten hoe er op zijn gedicht wordt gereageerd. Deze levensvraag hoort bij derde groep, want het gaat hier over anderen. - De zesde alinea is een moeilijke alinea wat betreft het vinden van een levensvraag. Maar als levensvraag zou je kunnen nemen: “Is dit/alles vergeefs?” eigenlijk is dit meer de zinvraag, deze alinea geeft eigenlijk dus de zinvraag weer. Als je dit niet als zinvraag ziet zou je deze levensvraag kunnen plaatsten bij groep 2, deze groep gaat over de zin van je eigen leven. - In de zevende alinea zou je “Hoe uit je aan iemand je gevoelens?” als levensvraag kunnen nemen, want in deze alinea uit de schrijver heel duidelijk zijn gevoelens voor degene voor wie dit gedicht is. Deze vraag is moeilijk bij een groep van levensvragen te plaatsen, maar we plaatsen hem bij tweede groep, omdat het gaat over hoe jíj je gevoelens uit en niet over hoe anderen dat doen. Over het hele gedicht zijn ook nog levensvragen, we hebben nu alleen nog maar levensvragen per alinea behandeld. Hier zijn een paar levensvragen die gaan over het hele gedicht: - “Wat is liefde?” - “Is het mogelijk dat liefde wederzijds is?” Deze vragen zijn vrij duidelijk in het gedicht terug te vinden, want het hele gedicht gaat over liefde, en ook in een deel van het gedicht vraagt de schrijver zich af of deze liefde wederzijds. De levensvraag “Wat is liefde?” kun je eigenlijk bij alle groepen plaatsen. Bij groep 1, omdat in dit gedicht de liefde het belangrijkste is in het leven van de schrijver. Bij groep 2, omdat deze liefde zin aan het leven van de schrijver brengt. Bij groep 3, omdat deze liefde ook zin kan geven aan iemand anders zijn leven. Bij groep 4, omdat liefde tijdelijk kan zijn maar ook eeuwig kan voortduren, dit komt in het gedicht ook aan bod, want op een gegeven moment wordt gevraagd door de schrijver of er een nieuwe liefde in het leven van degene voor wie de brief is, is. Bij groep 5, omdat mensen zelf niet de liefde kunnen ‘beheersen’ dit wordt geleid door de natuur, je beslist niet zelf om verliefd te worden, maar je wordt gewoon verliefd. Bij groep 6, omdat als de liefde niet wederzijds is, dan is dat waarschijnlijk een groot lijden voor de schrijver en die zal zich dan wel afvragen wat daar de zin van is. De vraag: “Is het mogelijk dat liefde wederzijds is?” kun je het beste bij de vijfde groep plaatsen, omdat dit door de natuur wordt bepaald. Beoordeling: Wij vinden het een mooi, maar wel ingewikkeld gedicht. Het gedicht verteld eigenlijk hoe ingewikkeld liefde is of kan zijn. Het gedicht geeft ook wel weer hoe een leven opeens zou kunnen veranderen, want als de liefde van de schrijver niet wederzijds blijkt te zijn, dan is eigenlijk voor hem zijn leven voorbij, omdat zijn liefde zijn leven is. Eigenlijk is de verklaring van het gedicht ook een beetje een beoordeling van het gedicht, want wij hebben het verklaard op de manier waarop wij ertegenaan kijken, iemand anders kan het gedicht natuurlijk op een hele andere manier lezen. We vinden het jammer dat de titel van het gedicht is “Voor wie dit leest” want zo is het alsof het voor niemand in het speciaal is, terwijl uit de tekst meer lijkt alsof het echt voor iemand persoonlijk is geschreven. Gedicht 2: Jonge vrede
Kinderen! Wie is klein en wie is groot? Kinderen kunnen net zo dood
als grote mensen
en die zijn niet eens zo groot
als ze elkaar verwensen
zonder een grote reden. Want zo was het
zestig jaar geleden. Om elkaar beter te bezeren
en een goede les te leren
kochten ze betere geweren. Maar wat kan een kapotte
een dode nog leren? Niets dan te verrotten. Dus houd van elkaar! Want nijd of haat
komt altijd veel te vroeg
maar echte
liefde nooit te laat. Er bestaat geen reden
om je stuk te vechten. Zelfs in vrede
is er al pijn genoeg. Leo Vroman - 1998
Verklaring van het gedicht: Dit gedicht is geschreven ter gelegenheid van 4 en 5 mei, daarom gaat dit gedicht over de Tweede Wereldoorlog. Wij denken dat de schrijver met dit gedicht duidelijk wil maken dat het voor de kinderen vreselijk is om in een oorlog te leven. Je kan aan het gedicht zien dat het met veel gevoel is geschreven. Leo Vroman kan over dit onderwerp ook met veel gevoel schrijven omdat hij zelf de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Wij denken dat, dat ook wel terug te zien is in zijn gedicht, want iemand die een oorlog heeft meegemaakt kan natuurlijk beter over dit onderwerp schrijven dan iemand die nooit in oorlog heeft geleefd. De schrijver vraagt zich af waarom onschuldige kinderen het slachtoffer zijn van de oorlog en waarom mensen elkaar verwonden en vermoorden, er staat dan ook in het gedicht: “Om elkaar beter te bezeren en een goede les te leren
kochten ze betere geweren”. De schrijver vraagt zich ook af wat het nut is van de steeds beter wordende wapens. En hij vraagt zich af wat de zin van liefde en haat in
het leven is, daarom schrijft hij: “Want nijd of haat komt altijd veel te vroeg maar echte liefde nooit te laat.” Ook wordt er geschreven: “Er bestaat geen reden om je stuk te vechten.”, hieraan kun je zien dat de schrijver zich afvraagt wat de zin van oorlog en geweld is in het leven van de mens. Zinvraag: Nadat je dit gedicht meerdere malen doorgelezen hebt kan je er de zinvraag uithalen, dit is een midden-zinvraag omdat het niet gaat over een individueel persoon of de zin van de hele werkelijkheid maar over de zin van het leven van alle mensen en de samenleving. Levensvragen: Na het doorlezen van dit gedicht hebben wij meerdere levensvragen gevonden. - In het eerste deel van het gedicht wordt geschreven over de oorlog en over kinderen in de oorlog, hieruit konden wij de volgende levensvraag opmaken: Wat is de zin van oorlog in het leven van een kind? De volgende stukken tekst wijzen daarop: “Kinderen! Wie is klein en wie is groot? Kinderen kunnen net zo dood als grote mensen en die zijn niet eens zo groot als ze elkaar verwensen zonder een grote reden.” en “Er bestaat geen reden om je stuk te vechten.” Tegelijk beantwoordt de schrijver hiermee de vraag dus voor een deel. Deze levensvraag hoort bij de levensvragen uit groep 6, deze groep levensvragen gaat over lijden en de dood, en oorlog is natuurlijk een soort lijden. - Een tweede levensvraag die je kan opmaken uit de tekst is: Waarom probeert de mens zijn wapens in de oorlog steeds te verbeteren? Dit kan je zien aan het volgende stuk van het gedicht: “Om elkaar beter te bezeren en een goede les te leren kochten ze betere geweren.” Deze levensvraag hoort thuis in de eerste en de derde groep levensvragen omdat het er om gaat wat uiteindelijk de zin van iets is en hoe mensen met elkaar omgaan in hun leven. - Nog een levensvraag die kan worden opgemaakt uit de tekst is: Waarom vermoorden mensen elkaar in een oorlog? Dat kan je zien doordat de schrijven schrijft: “Maar wat kan een kapotte, een dode nog leren? Niets dan te verrotten.” Deze kan je groep 3 en 6 van de levensvragen plaatsen, groep 3 gaat namelijk over hoe mensen met elkaar omgaan, dat past precies bij deze levensvraag. En de zesde groep gaat over lijden en de dood, dat heeft ook met deze levensvraag te maken. - Uit het midden van het gedicht kan nog een levensvraag worden gehaald, deze is: Wat is de zin van liefde in ons leven? Dit kan je zien aan het volgende stuk tekst: “Dus houd van elkaar! Want nijd of haat komt altijd veel te vroeg maar echte liefde nooit te laat.” Deze vraag kan geplaatst worden in de eerste groep van de levensvragen, deze groep gaat over wat belangrijk is in het leven van de mens. Beoordeling: Wij vinden dit gedicht wel mooi, het is op een mooie manier geschreven en het onderwerp is wel goed gekozen. Maar het is minder mooi dan het andere gedicht dat wij besproken hebben. Het is goed dat dit geschreven is ter gelegenheid van 4 en 5 mei omdat mensen misschien meer stil gaan staan bij de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog als er een gedicht over is geschreven door een bekende dichter. Voor ons is het natuurlijk moeilijk voor te stellen hoe het is om te leven in een gebied waar oorlog is, maar dit gedicht maakt duidelijker hoe het in een oorlogsgebied is en we zijn blij dat we daar niet leven. Het gedicht spoort je aan om zelf na te denken over de zin van je leven, hoe je met andere mensen omgaat en over oorlog en ruzies.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.