Inleiding
Ik heb voor het thema herfst gekozen omdat het nu herfst is. De gedichten over de herfst riepen bij mij hetzelfde gevoel op als wat ik in de herfst krijg, namelijk het gevoel van nostalgie, rust en het begin van een nieuwe periode.
Ik heb het gedicht ‘Een kinderspiegel’ opgenomen omdat ik het een heel grappig gedicht vind. Je leest namelijk precies hoe een kind over de volwassenen denkt. Heel geloofwaardig en heel herkenbaar. ‘Kindervrede’ vond ik een heel pakkend gedicht. Het legt eigenlijk precies de vinger op de zere plek. Waarom oorlog voeren? Dat is toch eigenlijk heel kinderachtig? ‘Afscheid’ gaat over de angst om je dierbaren kwijt te raken. En ook dat je daar zelf banger voor bent dan die mensen zelf. Met die angst ben ik best vertrouwd. Mijn zusje is vaak ziek en met mijn oma gaat het bergafwaarts, dus dit gedicht is voor mij heel herkenbaar. ‘De idioot in het bad’ vond ik heel leuk. Mijn ouders zijn gastouders van een gehandicapte vrouw, dus ik kom vaak op de Losserhof. ‘De idioot in het bad’ omschrijft heel goed hoe veel gehandicapte mensen zich voelen. ‘Winter in de Efteling’ vond ik gewoon heel mooi. Heel sprookjesachtig hoe de Efteling wordt omschreven, en een verrassende wending aan het eind. ‘Advent’ omschrijft voor mij ongeveer mijn weken voor kerstmis. Ik hoop ook altijd dat het gaat sneeuwen, en ik wordt in die weken ook altijd nostalgisch.
November
Het regent en het is november;
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt
En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan de tijd;
Altijd november, altijd regen
Altijd dit lege hart, altijd
J.C. Bloem
DE IDIOOT IN HET BAD
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar ’t bad.
De damp, die van het warme water slaat
maakt hem geruster: witte stoom…
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.
De zuster laat hem in het water glijden,
hij vouwt zijn dunne armen om zijn borst,
hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
en om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.
Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
komen als berkenstammen door het groen opdoemen.
Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.
En elke keer, dat hij uit ’t bad gehaald wordt,
en stevig met een handdoek drooggewreven
en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.
En elke week wordt hij opnieuw geboren
en wreed gescheiden van het veilig water-leven,
en elke week is hem het lot beschoren
opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.
M. Vasalis
AFSCHEID
Zul je voorzichtig zijn?
Ik weet wel dat je maar een boodschap doet
Hier om de hoek
En dat je niet gekleed bent voor een lange reis
Je kus is licht
Je blik gerust
En vredig zijn je hand en voet
Maar achter deze hoek
Een werelddeel
Achter dit ogenblik
Een zee van tijd
Zul je voorzichtig zijn?
A. MORRIËN
LANDELIJKE HERFST
Alles vandaag op zijn plaats;
moeders zoals het hoort
met wagens in het groen,
te vangen onder een woord
als een hoedje. Het plantsoen
verkleurt achter hun gepraat
Tennissers binnen gaas,
onmiskenbaar in wit,
spelen een bal die er is,
stuiterend op steenrood
als je het nog niet geloofd
De kerktoren aan het eind
begrenst met wat eeuwigheid
al deze aanwezigheid.
Twee eenden als een gek
klapwieken eruit weg
alsof een draad ze trekt
naar een andere prent,
hierbuiten dus onbekend.
WILLEM VAN TOORN
EEN KINDERSPIEGEL
‘Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.’
Judith Herzberg
ONDER DE APPELBOOM
Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
onder de appelboom
ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom
toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en verweg in het huis
lachen de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom
en later hoorde ik de vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was
gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.
RUTGER KOPLAND
KINDERVREDE
Kinderen!
Wie is klein en wie is groot?
Kinderen kunnen net zo dood
als grote mensen
en die zijn niet eens zo groot
als ze elkaar verwensen
zonder een grote reden
Want zo was het
zestig jaar geleden.
Om elkaar beter te bezeren
en een goede les te leren
kochten ze betere geweren.
Maar wat kan een kapotte
en dode nog leren?
Niets dan te verrotten.
Dus houd van elkaar!
Want nijd of haat
komt altijd veel te vroeg
maar echte
liefde nooit te laat.
Er bestaat geen reden
om je stuk te vechten
Zelfs in vrede
is er al pijn genoeg.
LEO VROMAN
HOERA! DE HERFST KOMT
De roodkoperen kont van de kunst
Wordt door velen gekust,
Zo komen ook op de 60watts gloeilamp
Vliegen en torren af bij miriaden
Denkend: waar ’t licht is is ’t lekker
De schrik van de torren ontlaadt zich
In miniscule stippen, hun altaren
Die zij bouwen op het glas van de gloeilamp
Hoera! de herfst komt! veel duister
Veel lampen veel vleugelslag
Lezer onder je gloeilamp hef je hoofd op:
De trekvogels gaan, de uiltjes komen.
H.H. ter Balkt
WINTER IN DE EFTELING
De sprookjespoort is afgesloten.
Elke sleutel is gebroken
op de ijslaag in het slot.
Het fonteinen lichtspel flonkert
in een vastgevroren regenboog.
De waterlelies blijven dicht.
Het tapijt is uitgevlogen
naar een zandkasteel van koper.
Tulpen slapen in de grond.
De Python werpt zijn karretjes
als Dinky Toys de heuvel af.
Daartussen in het harde gras
liggen wij aan stukken naast elkaar;
geen toverspreuk of timmerman
die jou en mij nog maken kan.
INGMAR HEYTZE
Advent
In deze laatste week van de advent
zou het moeten gaan sneeuwen: ieder jaar
zijn het dezelfde dingen waar je naar
verlangt. Dus sneeuwt het niet; maar alles went.
Je steekt de kaarsen aan op het dressoir,
en denkt aan alle doden die je kent.
Terwijl je wacht op een gemist moment
schuiven de dagen naadloos in elkaar.
Je poogt je tegen beter weten in
iets te herinneren wat er niet was,
omdat wat weg is diepte heeft en zin.
Je draait muziek, drinkt thee, je leest een boek
dat je ook lang geleden al eens las.
Maar alles is onachterhaalbaar zoek.
Jean-Pierre Rawie
De thema’s
Een kinderspiegel
Thema: kinderfantasie
‘als ik oud word’ ‘ik neem’ ‘ik ga nooit’
Kindervrede
Thema: het belang van vrede
‘en die zijn niet eens zo groot als ze elkaar verwensen zonder een grote reden’
‘maar wat kan een kapotte en dode nog leren?’
‘Er bestaat geen reden om je stuk te vechten’
Afscheid
Thema: de angst om dierbaren te verliezen
‘Zul je voorzichtig zijn?’ ‘Maar achter deze hoek’ ‘achter dit ogenblik een zee van tijd’
De idioot in het bad
Thema: zwakbegaafde mensen
‘hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen’
‘hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen’
‘stribbelt hij tegen en dan huilt hij even’
‘opnieuw een bange idioot te zijn gebleven’
Winter in de Efteling
Thema: gebroken liefde, winter
‘liggen wij aan stukken naast elkaar’ (gebroken liefde)
‘die jou en mij nog maken kan’ (gebroken liefde)
‘vastgevroren regenboog’
Advent
Thema: nostalgie/verdriet
‘wacht op een gemist moment’
‘iets te herinneren wat er niet was’
‘alles is onachterhaalbaar zoek’
Onder de appelboom
Thema: geluk
‘te mooi om waar te zijn’ ‘lachen de kinderen’
‘zeldzaam zacht en dichtbij voor onze leeftijd’
Hoera! De herfst komt
Thema: herfst
‘denkend: waar ’t licht is is ’t lekker’ ‘hoera, de herfst komt’
‘De trekvogels gaan, de uiltjes komen.’
Landelijke herfst
Thema: herfst
‘het plantsoen verkleurt’ ‘begrenst met wat eeuwigheid al deze aanwezigheid’
‘twee eenden als een gek klapwieken eruit weg’
November
Thema: Nostalgie/verdriet
‘het hart, dat droef, maar steeds gewender, zijn heimelijke pijnen draagt’
‘om te ontkomen aan de tijd’
‘altijd dit lege hart’
Mijn top 5
5. De idioot in het bad
Dit gedicht staat voor mij op nummer 5, omdat ik het een erg leuk gedicht vind. Het omschrijft precies hoe veel zwakbegaafde mensen zich voelen, heel even veilig in de warme waterwereld, en daarna weer terug de grote boze wereld in. Heel leuk omschreven.
4. Onder de appelboom
Dit gedicht roept voor mij een heel gelukkig gevoel op. Ik zou ook wel op een warme nazomeravond nog even lekker onder de appelboom willen zitten genieten.
3.Winter in de Efteling
De winter in de Efteling wordt in dit gedicht heel sprookjesachtig omschreven, precies zoals hoe de Efteling in de winter is. De laatste strofe van het gedicht is heel verrassend, want hoewel de eerste 4 strofen een vrolijk gevoel oproepen, is de laatste heel droevig. Een heel onverwacht droevig einde van een vrolijk gedicht.
2. Een Kinderspiegel
Dit gedicht vind ik heel grappig en heel herkenbaar. Zo was ik ook als kind. Helemaal vastberaden in mijn eigen willetje, ik wist precies wat ik leuk vond en wat niet aan ouder worden. Ook op een hele kinderlijke en eigenwijze manier omschreven.
1. Kindervrede
Hoewel dit gedicht er voor mij niet meteen uitsprong, vind ik het toch het mooiste gedicht. Het probleem van oorlog wordt heel precies omschreven, evenals het zinloze ervan.
Ik heb voor het thema herfst gekozen omdat het nu herfst is. De gedichten over de herfst riepen bij mij hetzelfde gevoel op als wat ik in de herfst krijg, namelijk het gevoel van nostalgie, rust en het begin van een nieuwe periode.
Ik heb het gedicht ‘Een kinderspiegel’ opgenomen omdat ik het een heel grappig gedicht vind. Je leest namelijk precies hoe een kind over de volwassenen denkt. Heel geloofwaardig en heel herkenbaar. ‘Kindervrede’ vond ik een heel pakkend gedicht. Het legt eigenlijk precies de vinger op de zere plek. Waarom oorlog voeren? Dat is toch eigenlijk heel kinderachtig? ‘Afscheid’ gaat over de angst om je dierbaren kwijt te raken. En ook dat je daar zelf banger voor bent dan die mensen zelf. Met die angst ben ik best vertrouwd. Mijn zusje is vaak ziek en met mijn oma gaat het bergafwaarts, dus dit gedicht is voor mij heel herkenbaar. ‘De idioot in het bad’ vond ik heel leuk. Mijn ouders zijn gastouders van een gehandicapte vrouw, dus ik kom vaak op de Losserhof. ‘De idioot in het bad’ omschrijft heel goed hoe veel gehandicapte mensen zich voelen. ‘Winter in de Efteling’ vond ik gewoon heel mooi. Heel sprookjesachtig hoe de Efteling wordt omschreven, en een verrassende wending aan het eind. ‘Advent’ omschrijft voor mij ongeveer mijn weken voor kerstmis. Ik hoop ook altijd dat het gaat sneeuwen, en ik wordt in die weken ook altijd nostalgisch.
November
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt
En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan de tijd;
Altijd november, altijd regen
Altijd dit lege hart, altijd
J.C. Bloem
DE IDIOOT IN HET BAD
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar ’t bad.
maakt hem geruster: witte stoom…
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.
De zuster laat hem in het water glijden,
hij vouwt zijn dunne armen om zijn borst,
hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
en om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.
Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
komen als berkenstammen door het groen opdoemen.
Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.
en stevig met een handdoek drooggewreven
en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.
En elke week wordt hij opnieuw geboren
en wreed gescheiden van het veilig water-leven,
en elke week is hem het lot beschoren
opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.
M. Vasalis
AFSCHEID
Zul je voorzichtig zijn?
Ik weet wel dat je maar een boodschap doet
Hier om de hoek
En dat je niet gekleed bent voor een lange reis
Je kus is licht
Je blik gerust
En vredig zijn je hand en voet
Maar achter deze hoek
Een werelddeel
Achter dit ogenblik
Een zee van tijd
Zul je voorzichtig zijn?
A. MORRIËN
LANDELIJKE HERFST
Alles vandaag op zijn plaats;
moeders zoals het hoort
met wagens in het groen,
als een hoedje. Het plantsoen
verkleurt achter hun gepraat
Tennissers binnen gaas,
onmiskenbaar in wit,
spelen een bal die er is,
stuiterend op steenrood
als je het nog niet geloofd
De kerktoren aan het eind
begrenst met wat eeuwigheid
al deze aanwezigheid.
Twee eenden als een gek
klapwieken eruit weg
alsof een draad ze trekt
naar een andere prent,
hierbuiten dus onbekend.
WILLEM VAN TOORN
EEN KINDERSPIEGEL
‘Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.’
Judith Herzberg
ONDER DE APPELBOOM
Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom
toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en verweg in het huis
lachen de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom
en later hoorde ik de vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was
gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
voor onze leeftijd.
RUTGER KOPLAND
KINDERVREDE
Kinderen!
Wie is klein en wie is groot?
Kinderen kunnen net zo dood
als grote mensen
en die zijn niet eens zo groot
als ze elkaar verwensen
zonder een grote reden
Want zo was het
zestig jaar geleden.
Om elkaar beter te bezeren
en een goede les te leren
kochten ze betere geweren.
Maar wat kan een kapotte
en dode nog leren?
Niets dan te verrotten.
Dus houd van elkaar!
Want nijd of haat
komt altijd veel te vroeg
maar echte
liefde nooit te laat.
Er bestaat geen reden
om je stuk te vechten
Zelfs in vrede
LEO VROMAN
HOERA! DE HERFST KOMT
De roodkoperen kont van de kunst
Wordt door velen gekust,
Zo komen ook op de 60watts gloeilamp
Vliegen en torren af bij miriaden
Denkend: waar ’t licht is is ’t lekker
De schrik van de torren ontlaadt zich
In miniscule stippen, hun altaren
Die zij bouwen op het glas van de gloeilamp
Hoera! de herfst komt! veel duister
Veel lampen veel vleugelslag
Lezer onder je gloeilamp hef je hoofd op:
De trekvogels gaan, de uiltjes komen.
H.H. ter Balkt
WINTER IN DE EFTELING
De sprookjespoort is afgesloten.
Elke sleutel is gebroken
op de ijslaag in het slot.
Het fonteinen lichtspel flonkert
De waterlelies blijven dicht.
Het tapijt is uitgevlogen
naar een zandkasteel van koper.
Tulpen slapen in de grond.
De Python werpt zijn karretjes
als Dinky Toys de heuvel af.
Daartussen in het harde gras
liggen wij aan stukken naast elkaar;
geen toverspreuk of timmerman
die jou en mij nog maken kan.
INGMAR HEYTZE
Advent
In deze laatste week van de advent
zou het moeten gaan sneeuwen: ieder jaar
zijn het dezelfde dingen waar je naar
verlangt. Dus sneeuwt het niet; maar alles went.
Je steekt de kaarsen aan op het dressoir,
en denkt aan alle doden die je kent.
Terwijl je wacht op een gemist moment
schuiven de dagen naadloos in elkaar.
iets te herinneren wat er niet was,
omdat wat weg is diepte heeft en zin.
Je draait muziek, drinkt thee, je leest een boek
dat je ook lang geleden al eens las.
Maar alles is onachterhaalbaar zoek.
Jean-Pierre Rawie
De thema’s
Een kinderspiegel
Thema: kinderfantasie
‘als ik oud word’ ‘ik neem’ ‘ik ga nooit’
Kindervrede
Thema: het belang van vrede
‘en die zijn niet eens zo groot als ze elkaar verwensen zonder een grote reden’
‘maar wat kan een kapotte en dode nog leren?’
‘Er bestaat geen reden om je stuk te vechten’
Afscheid
Thema: de angst om dierbaren te verliezen
‘Zul je voorzichtig zijn?’ ‘Maar achter deze hoek’ ‘achter dit ogenblik een zee van tijd’
De idioot in het bad
‘hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen’
‘hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen’
‘stribbelt hij tegen en dan huilt hij even’
‘opnieuw een bange idioot te zijn gebleven’
Winter in de Efteling
Thema: gebroken liefde, winter
‘liggen wij aan stukken naast elkaar’ (gebroken liefde)
‘die jou en mij nog maken kan’ (gebroken liefde)
‘vastgevroren regenboog’
Advent
Thema: nostalgie/verdriet
‘wacht op een gemist moment’
‘iets te herinneren wat er niet was’
‘alles is onachterhaalbaar zoek’
Onder de appelboom
Thema: geluk
‘te mooi om waar te zijn’ ‘lachen de kinderen’
‘zeldzaam zacht en dichtbij voor onze leeftijd’
Hoera! De herfst komt
‘denkend: waar ’t licht is is ’t lekker’ ‘hoera, de herfst komt’
‘De trekvogels gaan, de uiltjes komen.’
Landelijke herfst
Thema: herfst
‘het plantsoen verkleurt’ ‘begrenst met wat eeuwigheid al deze aanwezigheid’
‘twee eenden als een gek klapwieken eruit weg’
November
Thema: Nostalgie/verdriet
‘het hart, dat droef, maar steeds gewender, zijn heimelijke pijnen draagt’
‘om te ontkomen aan de tijd’
‘altijd dit lege hart’
Mijn top 5
5. De idioot in het bad
Dit gedicht staat voor mij op nummer 5, omdat ik het een erg leuk gedicht vind. Het omschrijft precies hoe veel zwakbegaafde mensen zich voelen, heel even veilig in de warme waterwereld, en daarna weer terug de grote boze wereld in. Heel leuk omschreven.
4. Onder de appelboom
3.Winter in de Efteling
De winter in de Efteling wordt in dit gedicht heel sprookjesachtig omschreven, precies zoals hoe de Efteling in de winter is. De laatste strofe van het gedicht is heel verrassend, want hoewel de eerste 4 strofen een vrolijk gevoel oproepen, is de laatste heel droevig. Een heel onverwacht droevig einde van een vrolijk gedicht.
2. Een Kinderspiegel
Dit gedicht vind ik heel grappig en heel herkenbaar. Zo was ik ook als kind. Helemaal vastberaden in mijn eigen willetje, ik wist precies wat ik leuk vond en wat niet aan ouder worden. Ook op een hele kinderlijke en eigenwijze manier omschreven.
1. Kindervrede
Hoewel dit gedicht er voor mij niet meteen uitsprong, vind ik het toch het mooiste gedicht. Het probleem van oorlog wordt heel precies omschreven, evenals het zinloze ervan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden