Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bloemlezing

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 5e klas havo | 2943 woorden
  • 3 oktober 2007
  • 68 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
68 keer beoordeeld

Inleiding Wij moesten voor Nederlands een bloemlezing maken en hebben daarvoor een aantal gedicht en gezocht. We hebben vooral gekeken of we het gedicht mooi vonden en of ze een diepere betekenis hebben of juist niet echt
Er zitten ook een paar hele zielige bij die heel diep gaan dat heeft ons soms geraakt soms niet vandaar dat we die er ook bij hebben gedaan om het verschil aan te duiden. We vonden het een leuke opdracht en hebben geleerd om op een andere manier naar gedichten te kijken. We hadden nog nooit zoveel gedaan met gedichten. We wisten niet eens dat het zoiets moeilijks was. Wij wisten niet dat je om een gedicht te maken niet zomaar kon schrijven maar moest opletten hoe je het gedicht opbouwt en hoe je taalgebruik is etc. Voor 1945 : De onbekende vrouw

Van Paul van Ostajien
Een mooie vrouw is langs me heen gegaan; Heel even bleef zij staan
En keek mij aan; Toen is zij weer haar gang gegaan. Was zij blond
Of was zij zwart? Ik weet het niet meer. Alleen heeft zij me ’t hart
In de fluwelen avondstond
Oneindiglik gewond; En ’t doet me nu zó zeer, Dat ik lauwe tranen weende, Langswaar zij henen ging, Latend ontgoocheling, In de droeve kring, Die rond mij hing. Nu dool ik langs de wegen, Het hart met stille pijn doorregen, Omdat ‘k niet weet, waarom ze m’aangekeken
Heeft en waarom deze onbekend vrouw
Zoveel rouw
In mij heeft nagelaten. Ach, alleen weet ik dat zij henen ging
In het gesching
Van elektrieke kringen; Hoog herrezen, Latend in mijn wezen
De geur van haar heliotropen, Als een rustig smartenmeer. Juni 1914 Analyse gedicht van Paul van Ostaijen : * Thema : Liefde op het 1e gezicht * Interpretatie gedicht per strofe : -Strofe 1 :Hij kwam tijdens het wandelen door het centrum een vrouw tegen. Zij viel hem meteen op in de menigte. Ze keek hem eventjes aan, en liep toen gewoon verder. -Strofe 2 :Zij heeft zoveel indruk met die blik bij hem achtergelaten. Door die blik heeft die niet eens opgelet hoe ze er verder uitzag. Nu is die daarover aan het nadenken hoe perfect ze eruit gezien zal hebben. -Strofe 3 :Zij heeft zijn hart op hol gebracht. Iets mee laten maken dat die nog nooit had gehad. Hij heeft er nu spijt van dat die haar niet aangesproken heeft etc. Nu moet hij ermee om leren gaan dat hij zonder haar moet leren leven. Hij heeft zijn kans gemist. -Strofe 4 :Nu is hij weer in het centrum rond aan het lopen, in de hoop dat hij haar weer tegenkomt. Hij denkt erover na hoe raar het eigenlijk wel niet is dat door die ene blik hij niet meer normaal kan nadenken. -Strofe 5: Eerst de betekenis van wat woorden uit de laatste strofe: Heliotropen = sierplant v.h. geslacht
gesching = schitteren

elektrieke = elektrisch
Dat zij hem achtergelaten heeft op een lagere plek en zij hoger gegaan is
en dat hij het moet doen met de dingen die hij van haar weet zoiets. -Totale conclusie gedicht : Het gedicht gaat over een vrouw die veel indruk op een man heeft gemaakt. De vrouw is en blijft onbereikbaar voor de man, en dat doet hem veel pijn. *uitleg van de titel : De titel is de onbekend vrouw. Volgens ons betekend dat , dat hij die vrouw bijzonder vind en haar kent op een of andere manier. Maar in het echt weet hij niks van haar. Dus is zij toch onbekend voor hem. *Technische analyse : - opbouw : Strofe 1: 4 regels dus kwatrijn
Strofe 2: 3 regels dus terzine
Strofe 3: 9 regels geen benaming voor
Strofe 4: 6 regels ook geen benaming voor
Strofe 5: 7 regels hier ook geen benaming voor -rijm: strofe 1 : a-a-a-a is een eindrijm woorden eindigen telkens met aan. strofe 2 : a-a-b 1e 2 regels eindigen met een d/t klank
strofe 3 : de rijmende woorden zijn: avondstond – gewond , zeer – weende , ging – ontgoocheling – kring – hing
a-b-b-c-c-d-d-d-d
strofe 4 : de rijmende woorden zijn: wegen – doorregen – aangekeken, vrouw – rouw , nagelaten
a-a-a-b-b-c
strofe 5 : de rijmende woorden zijn : ging – gesching , herrezen – wezen , a-a-b-c-c-d-e
Alle strofe zijn eindrijm - Metrum : 1e regel is Jambe - Stijlfiguren : * tegenstelling : Was zij blond of was zij zwart? * herhaling : Er zit geen directe herhaling in maar wel een soort van
namelijk , in r1 staan de woorden langs – heen – gegaan in r13 staan de woorden langswaar – henen – ging *Hyperbool : Oneindiglijk gewond ; En ’t doet me nu zó zeer, Dat ik lauwe tranen weende, -Beeldspraak : Fluwelen avondstond = mooie zonsondergang

Lauwe tranen = oude tranen
rustig smartenmeer = langzame kwelling *Enjambement: r 8,9,10 en r 19,20,21,22
dat zijn: -Alleen heeft zij me ’t hart
In de fluwelen avondstond
Oneindigleik gewond -Omdat ‘k niet weet, waarom deze onbekende vrouw
Zoveel rouw
In mij heeft nagelaten. Frans Vogel 1935
Mariage de Raison
Elk huwelijksbootje
telt maar 1 reddingsboei, zeggen ze: liefde. Bijgelovig, reken maar uit, kom je met z’n tweeën
dan meteen al mooi 1 reddingsboei
te kort. ( wat nu, zei Pichegru: valse start?) Wees daarom zo verstandig
bij het aan boord gaan
minstens ook 1 zwemvest
mede te nemen: met het oog
op beider lijfsbehoud
op de woelige baren. Maar, dat zég ik, een ouwe autobinnenband
uit Cuba of een geïmproviseerde
belt van opgeblazen condooms

is natuurlijk ook niet
in de majem gepleurd. Na 1945 : Herman & Remco : Een beetje natuur
van Remco Campert
Een beetje natuur
soms voel ik daar wel voor
een plukje gras tussen de stoepstenen
of een zwieperige vlier
Lieveheersbeestjes
klein gekriebel op je arm
strandenvol een keer
toen je me aardig vond
In de achtertuin
bloeit de magnolia
en voor de kamerplanten
zorg ik steeds beter
Maar door Tarzan verkracht
naakt in een oerwoud
daar uitgerekend
ga jij nu van dromen
Sneeuwstorm
Herman de Coninck
In mijn streek zegt men 'ver' in de zin van 'bijna'. Het is al 'ver' winter. En zo ver is het inderdaad. Sneeuw is eeuwig leven
op een wit blad zonder letters geschreven, niets is nog hier, alles is ginder. Zoals dat boerderijtje, tien vadem

onder de sneeuw. Sneeuw doet het landschap
wat longen doen bij het inhouden van adem, wat ik doe door niet te zeggen
hoe ik me tastend op alle plaatsen
en duizend keer per minuut en amechtig
en toch zoekend en bijna plechtig, en lief en definitief, op jou wil neerleggen
als sneeuw, van de eerste vlok tot de laatste. Analyse Sneeuwstorm : *Thema: De komende winter *Interpretatie per strofe: -Strofe 1: De winter komt eraan. Bij winter hoort sneeuw
het sneeuw staat voor eeuwig leven omdat dat nooit weggaat. -Strofe 2: De winter is nog niet hier maar wel daar. Ze maken de vergelijking tussen sneeuw en longen ik denk dat het betekend dat de sneeuw het landschap fris. Net zoals als je net een nieuw kauwgumpje in je mond doet dat gevoel geeft sneeuw het landschap denken wij. -Strofe 3: Amechtig = buiten adem, kort ademig. Je hoeft niks te zeggen maar door het te voelen. Daardoor raakt die buiten adem. -Strofe 4: Maar tog geeft die niet op door het adem tekort. Hij gaat door om de zij te plezieren. Net zoals sneeuw mensen pleziert. Misschien is die zij wel een kind omdat een kind eerder in de sneeuw speelt. -Totale conclusie gedicht: Het gedicht gaat over een komende winter, en wat winter met een mens doet. Bijvoorbeeld zorgt voor frisheid in de natuur, misschien in de laatste strofe ook wel beetje van knusheid die je hebt in de winter ( komt door de hele laatste strofe vooral het woordje lief). Zon beeld op het einde van dat je dan lekker binnen gaat zitten met warme chocolade melk. En ook wel dat sneeuw onberekenbaar is want daar kan het sneeuwen hier niet en zo kan het leven ook zijn. *leg de titel uit: Sneeuwstorm heet zo omdat het gedicht gaat over alles wat sneeuw met jouw doet. En die vele dingen kun je ook weer als een storm zien. *De opbouw: De strofebouw is een sonnet opbouw
Want de strofes hebben in totaal 14 regels. strofe 1: 4 r. strofe 2: 4 r. strofe 3: 3 r. strofe 4: 3 r. *Rijm: -Strofe 1 :De opbouw is a,b,c,c. Regel 3 + 4 eigen beiden op de klank –en. In de 1e 3 regels komt telkens 1 woord terug namelijk ver. En in de 1e strofe is de klinkerrijm op de letter E. -Strofe 2: opbouw is a,b,c,b. In de 1e 3 regels is er klinkerrijm op IE. -Strofe 3: Opbouw is a,a,b. -Strofe 4: Opbouw is a,a,b

De 1e 2 regels zijn eindrijm door de g-klank. En denk ook weer klinkerrijm op de letter E. *Enjambementen: Zit er niet in *Metrum: Zitten geen echt metrum in *Stijlfiguren: -Herhaling/Repetitio : Strofe 1 regel 1,2,3 in alledrie de zinnen word het woordje ver gebruikt. -Hyperbool : Sneeuw is eeuwig leven. r. 3 Sneeuw smelt toch dus is het toch geen eeuwig leven? En duizend keer per minuut en amechtig r, 11 je haalt heus geen 1000 keer per minuut adem beetje overdreven. *Beeldspraak: Sneeuw is eeuwig leven= Ze geven gewoon een voorbeeld voor eeuwig leven in dit geval sneeuw. Een brok in de keel
Lévi weemoedt
Er lekken tranen in de havermout: mijn droefheid is vandaag vroeg uit de veren, heeft zich gewassen, is al in de kleren: heeft aan de pap iets klagelijks aangeschouwd. Wat kan er roeren aan dit stil ontbijt, dat ik, zó nuchter, al van streek moet raken: het ei, de jam, het grauwe tafellaken, dat als een doodskleed wijst op de eeuwigheid? Een meisje lacht op ’t grote pak H-O, en geeft de gaver met klassiek gebaar
aan alle winden mee: jóuw goudblond haar! In sprookjes doen de Zaaistertjes het zo. Jij hebt je zeer geraffineerd verkleed
als Gouden Onschuld: meisje van het koren, door W.G, van der Hulst een keer verloren. als hij in zeeland door de velden reed. Je hebt me dus gevonden op den duur
om ’t vreselijk treurspel aan mij te voltooien: de resten van jouw laaiend liefdesvuur: mijn as, naar alle hoeken te verstrooien. Eind goed , al goed
Gerard reve
Mijn as wordt begraven op het kerkhof te Greonterp. De mensen die komen kijken, krijgen met onbekrompen maat te drinken, de kinderen ook, dat staat geschreven. Er komt een houten kruis, waarop te lezen valt: GOD IS DE LIEFDE, verder niks. Dan komt de harmonie, en speelt een lied, langzaam en vroom, met veel koper. Als er wel wolken maar geen wind is wordt de hemel
een sluier van stilte, en daalt iets neer dat veel lijkt op geluk. Talens & Zn. Lévi Weemoedt
Ik was al vroeg artiest: ik won een wedstrijd kleuren; héél jong verzon ‘k een rake limerick. Bewierookt werd mijn vers in aangename geuren

en meen’ge fraaie beker inde ik. Zo rees mijn ster: door tantes en vriendinnen
voor ieder woord op zoetigheid onthaald, word thans mijn tong wel vorstelijk betaald: men leest mijn lied in goud-op-snee of linnen. Toch was ik altoos triest: al bij ’t applaudisseren
word ik bevangen door een plotseling verdriet
en moet de juich’nde zaal héél snel de rug toe keren, terwijl ik huiverend snik: ‘ik hoor hier niet!’ Analyse talens en zn. * Thema: Jonge beroemdheid * Interpretatie gedicht per strofe: Strofe 1: De ik persoon was al vroeg bekend door zijn gedichten en won er veel prijzen mee. Strofe 2: Er zijn veel vrouwen die hem aanbidden en verder heeft hij heel veel fans. Ook wordt hij er goed voor betaald. Strofe 3: Maar hij vond het nooit leuk en wordt er treurig van zelfs een applaus helpt niet. Strofe 4: Hij draait het publiek de rug toe en zegt ‘ik hoor hier niet’. Een paar probleemwoorden uit dit gedicht zijn: Limerick= een gezongen vers. goud-op-snee= ? * Uitleg van de titel: De titel is talens & zn. We weten niet zeker wat het betekend het is ook moeilijk te achterhalen maar we denken dat het iets te maken heeft met de gedichten die hij op jonge leeftijd had geschreven. * Technische analyse - opbouw: Het gedicht is geen sonnet maar bestaat uit 2 kwartijnen en 2 distichonen. Dus is het dacht ik wel een traditionele opbouw. - rijm: Dit gedicht bestaat uit eindrijm verspreid over het hele gedicht
Strofe 1: a-b-a-b, kleuren - geuren, limerick – ik
Strofe 2: a-b-b-a, vriendinnen – linnen, onthaald – betaald
Strofe 3: a-b, deze rijmen met de woorden uit strofe 4
Strofe 4: a-b, applaudisseren – keren, verdriet – niet - enjambement: bij de overgang van regel 3 naar 4 en van regel 9 naar 10. de functie hiervan hebben we niet echt kunnen vinden. - metrum: in dit gedicht zit een metrum. Dit is een jambe behalve in de 2e regel, daar zit een antimetrie die verandert in een trouche. Waarom dit gedaan is hebben we niet kunnen ontdekken. - stijlfiguren: we hebben niet echt veel stijlfiguren kunnen vinden. Er zit er eentje in en dat is een inversie in regel 4: ‘meen’ge fraaie beker inde ik’ Ook hebben we een hyperbool gevonden. De gehele 2e strofe is volgens ons een hyperbool. - Beeldspraak: een rake limerick= een aanslaande rijm/ liedje
op zoetigheid onthaald= goed ontvangen - Genre: Het gedicht is een lyriek want het uit de gevoelens van de ik persoon. Moeder

We liepen samen dikwijls langs de stranden
Als ’t avond werd. Dan zong ze naast de zee - Ik, kleine jongen, die haar stem zoo kende, Ik hield haar hand en zong de liedjes mee. Een klein wit vrouwtje, met nerveuse handen
En steeds bewegend, steeds bewegend hard - Wij wisten dat in haar geleden werd, Dat zij het leven kende, en ’t voelde branden. Ze ligt in ’t graf met het gelaat naar boven. Donkere moeder, wieg haar lichaam warm, Zie, als een kind ligt zij naakt in uw schoot - Zachter dan ’t leven zij haar eeuw’ge dood, Die menschen eenzaam maakt en stil en arm - Maar die het witte zonlicht niet kan dooven. Analyse moeder: * Thema: de dood. De moeder van de ik persoon overlijd. * Interpretatie gedicht per strofe: Strofe 1: De ik persoon liep veel met zijn moeder langs de stranden waar ze ’s avonds samen zongen. Strofe 2: De moeder leed, ze was een klein wit vrouwtje die heel nerveus was. Strofe 3: Nu is ze dood
Strofe 4: Ondanks de dood gaat het leven door net als de zon die zal ook niet ineens stoppen met schijnen. * Uitleg van de titel: De titel is moeder omdat het over een moeder gaat die veel indruk heeft achtergelaten bij haar kind. Het hele gedicht gaat over haar vandaar ook deze titel. * Technische analyse - opbouw: Het gedicht heeft een traditionele vorm en wel een sonet vorm dus bestaande uit 2 kwatrijnen en 2 distichonen. In het eerste octaaf gaat het over de tijd dat de moeder nog leeft en in het sextet gaat het over de tijd dat de moeder dood is. - rijm: Dit gedicht bestaat uit eindrijm verspreid over het hele gedicht
Strofe 1: a-b-c-b de a en c gaan verder in de 2e strofe b-b: zee - mee
Strofe 2: a-b-c-a komen uit vorige strofe stranden – handen –branden behalfe de c en b die komen niet uit de vorige strofe die rijmen nergens op
Strofe 3: a-b-c deze rijmen met de woorden uit strofe 4
Strofe 4: c-b-a boven- dooven, warm – arm, schoot – dood
enjambement: dit komt voor in de 1e regel en in de 5e regel de reden hiervan is mij niet bekend. - metrum: hier zit geen metrum in. - stijlfiguren: * inversie: in regel 3 hij legt hiermee de nadruk op kleine jongen * parallellisme: in regel 3 en 4 beide beginnen ze met ik * repetitio: in regel 6 steeds bewegend - Beeldspraak: er zit geen beeldspraak in
Eigen Gedichten : Leven of schijn? De wereld als ronde bol, ooit bewezen. Maar is die wereld die wij kennen

wel echt? Is ons leven geen droom van leven
Waarin wij als een pol, onze weg zweven. Daarom zeg ik nu goedemorgen, tegen wat wij denken te zijn
of onze grote schijn. Geboren pechvogel
Je bent er, maar nou niet meer
Waar moeten wij met jouw heen? Hier willen ze niet en daar is geen plek. Je word helemaal gek, de stoppen slaan door. Je wilt terug naar waar je was, Maar daar heb je het verknald
Niks aan te doen zo gaat het leven. Misschien is daar nog wel plek, waar je rustig kunt leven. Opa en oma willen je niet kwijt, maar je bent teveel zorg. Je kunt er niks aan doen, je bent nu eenmaal zo geboren. Ga nu maar de vogels voeren! Zwart schaap
Hier zit ik heel alleen
Veel mensen om me heen. Als het zwarte schaap tussen de witte, Zit ik hier betekenisloos te zitten. Er zijn wel wat grijze schapen bij
Die wel eens gaan praten met mij. Maar deze blijdschap is maar voor even, Er zijn te weinig mensen die me dit gevoel geven
Eenmaal thuis gekomen
Ga ik me weer klaarstomen. Voor een volgende dag met onvervulde dromen. Stil ga ik nu veder
Dromend over een reder
Die over mij zal waken als een herder. Just my life
Disco’s en bier

Altijd goed voor veel vertier
Leuke jongens en veel pret
Maar kom niet bij mij in bed
Iedereen ziet mij dansen
En ik ben lekker aan het sjansen
Maar denk niet dat ik er veel van meen
Ik ga er zo met hem van heen
Maar eens zal ik mij binden
Maar dan moet ik hem eerst kunnen vinden Bronvermelding: Dichter Gedicht Bundel jaar van uitgave -Frans Vogel Mariage de Raison Nederlandse poëzie 1935 van de 19e tot de 20e eeuw -Remco Campert Een beetje natuur Betere tijden na 1945 -Paul van De onbekende Verzamelde gedichten Junie 1914
Ostaijen vrouw van P. van Ostaijen -Gerard Reve Eind goed al goed Gerard reve 1965 verzamelde gedichten -Levi Weemoedt Een brok in de Geduldig lijden na 1945 keel -Levi Weemoedt Talens & Zn. Van harte na 1945 beterschap -Herman de Sneeuwstorm Met een klank 1980

Coninck van hobo -Martinus Nijhof Moeder Martinus Nijhof na 1945 verzamelde gedichten

REACTIES

V.

V.

een strofe met 9 regels is een novet,
een strofe met 7 regels een septet en een strofe met 6 is een sextet!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.