Een deel van de vwo-kandidaten boog zich op de eerste examendag over wiskunde B. De eerste reacties zijn overwegend positief, maar de vraag over de aardbeving bracht sommigen van de wijs. "Daarbij dacht ik: wat moet ik hier in godsnaam doen?"
Myrthe van den Berg (17) heeft een goed gevoel over het examen. Ze was blij dat de eerste vraag, die 8 punten waard was, meeviel. "Die vraag ging over integreren. Dat waren makkelijk verdiende punten." Wietske de Voogd (16) sluit zich hierbij aan. "Iedereen was gestrest over de eerste vraag omdat je daar veel punten mee kon verdienen, maar die viel heel erg mee. Dat was een fijn begin van het examen."
Wel schrok Wietske even van een vraag over logaritme. "Die had ik in de oefenexamens niet gezien, dus ik had niet verwacht dat dat erin zou zitten. Ik denk dat ik 1 of 2 puntjes heb voor de beginstap, maar voor de uitwerking niet."
Afgeleide van de tanges
Wiskundedocent Menno Lagerwey, die het examen tegelijkertijd met zijn leerlingen in de examenzaal heeft gemaakt, laat weten dat er inderdaad opgaven in het examen zaten die je 'net even moet weten'. "Er zat een vraag in over de afgeleide van de tanges en iets over de oppervlakte tussen twee grafieken. Als dat niet echt in je hoofd zit of als je dat een tijdje niet geoefend hebt, dan is zo'n opgave meteen verloren."
Die tekst had zo uit een aardrijkskundeboek kunnen komen.
De aardbevingsvraag
Sanne van Elzakker (17) vond het een best lastig examen, maar denkt wel dat er nét een voldoende in zit. Vooral de aardbevingsvraag bracht haar van de wijs. "Die vraag stond op twee pagina's en de eerste pagina was alleen maar uitleg. Die tekst had zo uit een aardrijkskundeboek kunnen komen. Ik was helemaal van mijn à propos. 'Wat moet ik in godsnaam doen?' dacht ik. Ik denk dat ik wel wat puntjes bij de eerste stap gehaald heb, maar de uitwerking was een groot vraagteken."
Ook Myrthe bleef steken op die vraag. "Je moest het epicentrum bepalen van de aardbeving. Ik maakte twee cirkels, maar ik kwam er niet uit. Anderen die ik sprak ook niet."
Docent Menno zegt dat hij inderdaad goed kan voorstellen dat dat een pittige opgave was. "Zoveel tekst is niet typisch wiskunde B, maar in elk examen zit wel zo'n vraag. Je krijgt heel veel informatie en jij moet dan bedenken wat je daarmee moet. Dat vinden wiskunde B-leerlingen vaak lastig." Toch was de vraag wiskundig niet zo moeilijk, volgens de docent. "De moeilijkheid zat 'm in bedenken wat je moest doen."
Ik heb 25 minuten over de laatste vraag gedaan, terwijl ik hier toch heel goed in ben.
De laatste vraag
De moeilijkste vraag was de laatste, volgens Myrthe. "Daar snapte ik niks van. De vraag ging over vectoren en je moest de X-coördinaten van het gespiegelde punt P bepalen. Ik wist niet hoe ik dat moest oplossen."
Ook Sanne wist niet wat ze met die vraag aan moest. "Ik had werkelijk geen idee. Ik heb wel iets ingevuld, maar ik besloot dat ik beter terug kon gaan naar vorige opgaven om daar wat punten te sprokkelen."
Dat de vwo'ers niet uit die vraag kwamen, vindt Menno niet zo gek. "Ik heb 25 minuten over die vraag gedaan, terwijl ik hier toch heel goed in ben", zegt hij lachend. "Ik vraag me af of het mensen is gelukt om het hele antwoord te vinden."
Geen meetkundevraag
Al met al vond Menno het wel een goede afspiegeling van de stof. Wel vond hij het verrassend dat er geen typische meetkundevraag in zat. "Er zaten veel vragen in met vectoren, maar niet met figuren. Dat had ik wel verwacht, maar voor leerlingen was het denk ik wel fijn dat dat er niet in zat."
Op basis van deze reacties kunnen we in ieder geval stellen dat Harry, ons examen-voorspelzwijn, gelijk had. Wiskunde was te doen. Al is niet iedereen het daarmee eens...
manifesting een n term van 2 op wiskunde b examen 🙏🙏🙏🙏
— alisa :) (@alisajiangg) May 17, 2021
