Bernlefs schrijfstijl is beeldend voor het verhaal: vorm en inhoud zijn perfect op elkaar afgestemd. De schrijver bewijst dat hij niet alleen een verhaal kan vertellen, maar dat hij het verhaal kan schrijven op de enige juiste manier: net zo onttakeld als de dementerende hoofdpersoon zelf.
Bernlef besloot het interview met Roggeman als volgt. ‘Het paradoxale van het boek is dat het eindigt in totale vergetelheid maar dat het resultaat, het boek, – als ieder boek – een totaal geheugen is waar nooit meer iets uit weg kan raken. Tot niemand je meer leest. Maar dan hoop ik er zelf niet meer te zijn.’ Bernlef is er nog. En wellicht staat hem bij leven en welzijn iets compleet anders te wachten dan vergetelheid. We zullen het zien op 11 maart.
door Bert Zuidhof, 6 maart 2007
Bron: http://recensieweb.nl/recensie/een-winter-vol-vergetelheid/
Thema
Dit boek heeft een heel duidelijk thema, namelijk dementie. Het boek gaat voornamelijk in op het ontstaan en de ontwikkeling hiervan.
Motieven
Motieven in dit boek zijn:
De winter/ de sneeuw
Maarten heeft het niet zo op de winter. Door de sneeuw raakt alles zijn nuance kwijt, je kunt niets meer van elkaar onderscheiden, niets lijkt meer op wat het is. Dat is precies wat er met Maarten gebeurt, voor hem vervaagt alles. Zijn dementie begint in de winter en het verhaal eindigt op het moment dat de lente haar intrede doet. De sneeuw buiten verdwijnt, maar de sneeuw in zijn hoofd smelt niet meer.
Sluit je ogen! Maar het blijft sneeuwen. Het sneeuwt zelfs binnen in mij. Nergens meer verweer. [blz. 146]
De oorlog
Maarten kan zich van de oorlog nog veel herinneren. Maar hij denkt vaak dat zijn herinneringen tot het heden behoren. Omdat zijn realiteitszin verdwijnt vult hij dit op met herinneringen. Iets wat je veel ziet bij mensen met dementie. Veel dingen van nu herinnert hij zich niet, maar dingen van vroeger wel. Bij hem was de oorlog een tijd die veel indruk heeft gemaakt en daarom het sterkst terug komt. Ook wanneer ze hem mee willen nemen naar het verzorgingstehuis denkt Maarten dat hij meegenomen wordt voor iets dat hij in de oorlog heeft gedaan. Hij probeert ze te vertellen dat ze de verkeerde voor zich hebben.
‘Is de oorlog weer begonnen?’
‘Ga nu maar slapen, Maarten,’ zegt ze schor. ‘Niemand zal je kwaad doen.’
‘Is het geen oorlog?’
‘Het is vrede.’ [blz. 138]
Taal
Taal is een belangrijk motief. Het begint met het feit dat ze van Nederland naar Amerika zijn gegaan en in hun dagelijks leven een andere taal moesten gaan spreken. In het begin van het boek zegt Maarten ook dat ze soms zelfs tegen elkaar Engels spreken en vergeten terug te gaan op het Nederlands. Maarten krijgt steeds meer moeite met zich uitdrukken, terwijl hij juist zo graag bezig is met taal, bijvoorbeeld kruiswoordraadsels. Hier aan merkt hij zelf dat het niet zo goed met hem gaat. Later in het boek merkt Maarten regelmatig op dat iemand Engels spreekt, wat hij raar vindt. Hij speekt zelf onbewust Engels en merkt zelfs een keer op dat hij het grappig vindt dat hij vloeiend Engels spreekt.
Alweer een Amerikaan. Ik schud hem hartelijk de hand. Eardly heet hij. Dokter Eardly zelfs. Een officier dus, al is hij nu in burger.
‘Ik heb net een ritje in een van jullie jeeps gemaakt,’ zeg ik in vloeiend Engels. Dat gaat mij goed af. Fijn is dat. [blz. 136]
Hoofdpersonen
Maarten Klein (round character)
Maarten is de verteller van dit verhaal. Hij is een man van 71 jaar, geboren in Alkmaar. Hij woont samen met zijn vrouw Vera en hond Robbert in Gloucester, Massachusetts. In de jaren vijftig zijn ze met hun twee kinderen geëmigreerd vanuit Nederland. Ze zijn vijftig jaar getrouwd en hebben een dochter en een zoon; Kitty en Fred. Zij zijn beide weer naar Nederland verhuist. Maarten werkte als notulist bij IMCO, Intergovernmental Maritime Consultative Organisation, toen er een secretaris kwam voor dat werk stelde hij de vangstquantums vast. Hij is een lieve man, die erg veel van zijn vrouw houdt. Maarten denkt veel aan vroeger en houdt er jeugdige ideeën op na. In het begin van het verhaal merk je dat zijn geheugen hem in de steek begint te laten. Aan het einde herinnert hij zich weinig meer en is hij erg verward, van de man die hij was is bijna niets over.
Vera Klein (round character)
Vera is de vrouw van Maarten. Haar leren we iets minder goed kennen dan Maarten. Ze was vroeger een mooie vrouw en Maarten houdt nog steeds heel erg veel van haar. Vera is een sterke, geduldige en lieve vrouw. Zij trekt eerder dan Maarten aan de bel en besluit hem te laten onderzoeken door een dokter. De dementie van Maarten heeft veel impact op haar leven. Eerst verzorgd ze Maarten thuis, maar op een gegeven moment neemt ze het besluit Maarten in een verzorgingstehuis te plaatsen. Vera probeert zo lang mogelijk zelf voor hem te zorgen, maar zelfs met een hulp in huis kan ze onmogelijk nog langer Maarten in huis verzorgen. Vera blijft dapper, maar heeft het geestelijk en lichamelijk zwaar door haar dementerende man.
Kitty (flat character)
Kitty is de dochter van Maarten en Vera. Je komt weinig over haar te weten. Ze is in Nederland geboren en is opgegroeid in Amerika. Ze is net als haar broer Fred weer teruggegaan naar Nederland en heeft daar een gezin. Ze komt alleen in de gedachten en herinneringen van Maarten voor.
Fred (flat charachter)
Fred is de zoon van Maarten en Vera. Je komt weinig over hem te weten. Hij is in Nederland geboren en is opgegroeid in Amerika. Hij is net als zijn zus Kitty weer teruggegaan naar Nederland en heeft daar een gezin. Hij komt alleen in de gedachten en herinneringen van Maarten voor.
Ellen Robbins (flat character)
Ellen is een vriendin van Vera. Haar naam valt al in het begin van het boek. Ze komt regelmatig langs en helpt Vera. Ellen is altijd op de hoogte van wat er in de omgeving gebeurt en roddelt hier graag over.
Dokter Eardly (flat character)
Dokter Eardly is de dokter die Maarten onderzoekt en begeleidt. Hij denkt dat Maarten baadt heeft bij medicijnen en rust. Het is een vriendelijke man, maar ziet de ernst van Maartens situatie niet in.
Phil Taylor (flat character)
Phil Taylor is de hulp die komt wanneer Vera Maarten niet meer alleen kan verzorgen. Ze is een vriendelijke dame en komt bij Maarten en Vera inwonen. Maarten verwart haar meer dan eens met iemand die hij kent.
Perspectief
Dit verhaal is vanuit de ik-verteller geschreven. De ik-persoon is Maarten Klein. Je volgt zijn gedachten en belevingen.
‘Ik voelde me een beetje slap vanmorgen,’ zeg ik. ‘Ik zal het zo voor je doen.’
‘Hoeft niet meer. Ik ben zelf al geweest. Je wordt een beetje verstrooid, Maarten.’
‘Mijn geheugen is nog nooit zo best geweest.’
Ik hoor aan mijn stem dat ik mezelf probeer te verdedigen tegen haar plagerige vermaning. ‘Het komt door de sneeuw,’ zeg ik haastig […] [blz. 11]
Later in het boek verandert dit naar een wat onduidelijk perspectief. Het verhaal wordt nog steeds vanuit Maarten verteld, maar het woord ‘ik’ is niet terug te vinden in de laatste bladzijdes. Het is niet echt een hij/zij- of alwetende verteller te noemen. Zelf denk ik dat het nog steeds een ik-verteller is, maar omdat Maarten zo verward is, is het voor hem alsof hij geen ik meer is. De gedachten die hij heeft zijn meer losse flarden en zijn heel erg onsamenhangend. Maar dat is juist de kracht van dit boek. De dementie wordt zo uiterst goed duidelijk. Jij als lezer raakt verward, net als Maarten. Hieronder heb ik twee fragmenten genoteerd uit twee verschillende fases in het boek. Het eerst is wanneer Maarten nog zijn best doet mee te komen en hij nog thuis woont. De tweede is wanneer hij in het verzorgingstehuis zit en weinig tot geen besef meer heeft.
‘Wie is dat meisje daar?’
‘Maar Phil is toch geen vreemde. Je hebt vanmiddag nog met haar gewandeld.’
‘Ach ja, natuurlijk. Dan is het nu avond dus. Dat is een meevaller zeg!’ (Misschien sla ik haar iets te hard op haar schouder, dat heb ik soms ook niet meer helemaal in de hand […] [blz. 115]
Ziek… doodziek.. maar weet niet meer of de ziekte nu binnen of buiten deze huid hier zit… op de grens is het windstil... een dun doorzichtig punt in de ruimte is hij geworden… [blz. 154]
Tijd
Het verhaal speelt zich begin jaren 70 af, dit is de historische tijd. Veel aanwijzingen voor de tijd krijg je niet. En omdat Maarten het besef van tijd verliest, kan je er niet van op aan dat al zijn herinneringen qua tijd kloppen. Alleen de herinnering die Vera bevestigd kan je aannemen als waar, maar dat is helaas een jaartal waar je niet veel uit kan ontlenen. Maartens moeder stierf in 1950, zijn vader in 1956 op 74-jarige leeftijd. Maarten is 71, als je er van uit gaat dat Maartens vader ongeveer 20 was toen Maarten werd geboren kan je een rekensom maken:
1956 – 74 = 1882
1882 + 20 = 1902
1902 + 71 = 1973
Het verhaal is chronologisch. Maarten heeft veel herinneringen uit het verleden, die ongeveer een periode van 65 jaar bestrijken, maar dit doorbreekt de chronologie niet. De vertelde tijd is een week tot twee weken. Het verhaal begint op een zondag en eindigt op een zaterdag niet lang daarna. De vertel tijd is ongeveer 12 uur, het boek heeft 160 bladzijdes.
Fragment
Rosbief aan het ontbijt? En wie is dat meisje aan tafel? Uit haar gedrag maak ik op dat ze weet wie ik ben. Afwachten maar. Misschien zegt Vera haar naam straks of maakt ze een of andere opmerking waaruit ik iets omtrent haar identiteit kan opmaken. Hier voorziet de methode van Simic niet in [1]. Die werkt alleen maar om jezelf onzichtbaar te maken. Ik moet een paar keer hartgrondig gapen. Ik excuseer me maar ze doen net alsof ze het niet gemerkt hebben (dat is nu wel weer aardig van die twee vrouwen).
Veel trek heb ik niet, maar wie serveert er nu ook rosbief aan het ontbijt [2]. Ha, nu wordt er gepraat, een gesprek tussen die twee!
‘Wil je er wat sla bij, Phil,’ zegt Vera.
Goed, die jonge heet dus Phil [3]. Meteen aansluiten nu.
‘Heb je het niet warm in die wollen trui, Phil?’ zeg ik tegen het blonde meisje. [blz 113]
Dit fragment vind ik mooi, omdat het een heel herkenbaar moment is. Maarten herkent de hulp in huis niet, maar wil dit niet laten merken. Een soort trots of juist schaamte zorgt ervoor dat hij niet wil laten merken dat hij zich niet herinnert wie Phil is. Mijn oma had deze momenten ook. Bij haar was het trots. Ze was een erg trotse vrouw en heeft het haar dementie heel lang voor ons verborgen weten te houden. Mijn moeder en haar zussen begonnen pas wat te vermoeden toen ook haar trots langzaam verdween en ze zich niet meer besefte dat het vreemd was dat ze bepaalde dingen niet meer wist.
Maarten denkt in dit fragment dat het ochtend is, terwijl het daadwerkelijk avond is. Hij is het besef van tijd volledig kwijt. Dingen die zo vanzelfsprekend zijn voor iemand met gezonde hersenen worden ineens verwarrend, je raakt langzaam de grip op je leven kwijt.
Maarten denkt in dit fragment dat het ochtend is, terwijl het daadwerkelijk avond is. Hij is het besef van tijd volledig kwijt. Dingen die zo vanzelfsprekend zijn voor iemand met gezonde hersenen worden ineens verwarrend, je raakt langzaam de grip op je leven kwijt.
Dit fragment is een prachtig voorbeeld van hoe Bernlef je uitlegt wat dementie is. Dit korte stukje tekst is heel erg typisch voor iemand met dementie. Het verleden herinnert iemand zich nog goed, zie zin [1] in het fragment, maar het verleden en het heden beginnen door elkaar te lopen. Het besef van tijd verdwijnt, zie zin [2]. En ook al woont iemand bij je in huis, soms maak je iedere dag of een paar keer per dag weer kennis met die persoon, zie zin [3].
Mijn oordeel
Een prachtig boek. Nu dat gezegd is wil ik wel noemen dat het geen leuk boek is. Het is een aaneenschakeling van frustrerende en verdrietige situaties. Maar dit verteld mij alleen maar dat het goed geschreven is. Je voelt met de ik-persoon mee, omdat hij zo levensecht geschreven is.
In de recensie noemt Bert Zuidhof het boek zielig, beter gezegd meelijwekkend. Zelf vind ik dit geen goeie omschrijving voor de emotie die dit verhaal je laat voelen. Natuurlijk is de situatie van Maarten en Vera op z’n zachtst gezegd schrijnend te noemen, maar dat is niet wat ik in het begin van mijn recensie zou noemen om dit boek te omschrijven. Het doet geen recht aan de ik-persoon, Maarten, en zijn vrouw Vera. Hun situatie is absoluut hartbrekend, maar de manier waarop zij er mee omgaan is bewonderenswaardig. Ik heb in verzorgingstehuizen heel wat vereenzaamde mensen gezien. En deels snap ik de families die hun ‘geliefde’ weinig of niet bezoeken wel. Maar de dedicatie van Vera en de wilskracht van Maarten zijn ontroerend.
Zo’n verhaal van een dementerende man is niet genoeg volgens Bernlef, dus bekijkt hij de dementie van binnenuit en probeert hij het in taal weer te geven. Dit is wat het boek zo succesvol maakt: het verhaal heeft een ontwrichtende werking op de lezer zelf.
Hiermee slaat de recensent de spijker op z’n kop. Het verhaal heeft absoluut een ontwrichtende werking op de lezer. Het doet zelfs een beetje pijn om te lezen hoe snel en hard Maarten aftakelt en hoe Vera haar man kwijt raakt. Zelf ben ik dit boek gaan lezen om dementie iets beter te begrijpen. Ik zou iedereen aanraden dit boek een keer te lezen, om iets beter voorbereid te zijn wanneer het iemand in jouw omgeving overkomt. De woede en frustratie van Maarten en Vera worden ontzettend goed beschreven. Want eigenlijk doorloop je als naaste van en als dementerende persoon een rouwproces. Een proces waarin woede en frustratie een grote rol spelen.
Houvast is een luxe die ontbreekt. Af en toe is er een cursieve regel die het begin van een nieuwe dag aangeeft, maar langzamerhand wordt elke witregel een blackout. De lezer moet gefrustreerd concluderen dat er bij de volgende alinea van alles aan de hand kan zijn, dingen waarvan hij geen weet heeft. Aan het einde van het boek valt ook de typografische zekerheid weg: geen hoofdletters meer, geen volledige zinnen, alleen losse woorden, losse gedachten. Hersenschimmen.
Wederom heel raak geschreven. Maar ik zie het niet als een luxe die ontbreekt. Eerder als een middel om jou als lezer te laten zien hoe het is om je grip op de werkelijkheid te verliezen. Heel fraai gedaan door Bernlef. Je zou bijna denken dat hij het zelf heeft ondergaan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden